
H. Paus Johannes Paulus II - 17 april 1985
Het probleem wordt op bijzonder verhelderende wijze behandeld door 2e Vaticaans Concilie - Verklaring
Dignitatis Humanae
Over de godsdienstvrijheid - Het recht van de persoon en van de gemeenschappen op sociale en burgerlijke vrijheid in godsdienstige aangelegenheden
(7 december 1965), een van de documenten van het Tweede Vaticaans Concilie, dat handelt over de verklaring van de godsdienstvrijheid. We lezen er namelijk:
"Één van de belangrijkste hoofdstukken uit de katholieke leer, die de inhoud is van het woord Gods en door de Vaders onophoudelijk is gepredikt, bestaat hierin, dat de mens in het geloof vrij zijn antwoord moet geven aan God en dat bijgevolg niemand mag gedwongen worden om tegen zijn wil het geloof te aanvaarden. De geloofsdaad is immers krachtens heel haar aard een vrije daad, daar de mens, vrijgekocht door Christus de Redder en door Hem geroepen tot het kindschap Gods, de zich openbarende God niet kan aanhangen, tenzij de Vader hem trekt en hijzelf aan God een redelijk verantwoorde en vrije geloofsgehoorzaamheid aan de dag legt. Het is dus geheel in overeenstemming met de aard van het geloof, om op het gebied van de godsdienst elke dwang van de kant van de mensen uit te sluiten" . 2e Vaticaans Concilie, Verklaring, Over de godsdienstvrijheid - Het recht van de persoon en van de gemeenschappen op sociale en burgerlijke vrijheid in godsdienstige aangelegenheden, Dignitatis Humanae (7 dec 1965), 10
"God roept de mensen tot zijn dienst in geest en waarheid, en zij worden door deze roeping in geweten gebonden, maar niet gedwongen. Hij houdt immers rekening met de door Hem geschapen waardigheid van de menselijke persoon, die door eigen oordeel moet worden geleid en vrijheid moet genieten. Dit is in hoge mate duidelijk geworden in Christus Jezus, in wie God zichzelf en zijn wegen volmaakt heeft geopenbaard" . 2e Vaticaans Concilie, Verklaring, Over de godsdienstvrijheid - Het recht van de persoon en van de gemeenschappen op sociale en burgerlijke vrijheid in godsdienstige aangelegenheden, Dignitatis Humanae (7 dec 1965), 11