Pelgrimage naar het heiligdom van het Heilig Gelaat van Manoppello
x
Informatie over dit document
Pelgrimage naar het heiligdom van het Heilig Gelaat van Manoppello
Paus Benedictus XVI
1 september 2006
Pauselijke geschriften - Toespraken
2006, Libreria Editrice Vaticana
Vert. uit het Italiaan; alineaverdeling en -nummering: redactie
Zie de gebruiksvoorwaarden van de documenten
Zie de gebruiksvoorwaarden van de documenten
2011
Dr. J. Vijgen
9 februari 2022
4086
nl
Referenties naar dit document van thema's en berichten
Open uitgebreid overzichtExtra opties voor dit document
Kopieer document-URL naar klembord Reageer op dit document Deel op social mediaInhoudsopgave
- Begroeting
Alvorens het Heiligdom te betreden, heeft de Heilige Vader de duizenden gelovigen die buiten verzameld waren, begroet:
Referenties naar deze alinea: 0
Geen referenties naar deze alineaExtra opties voor deze alinea
Kopieer alinea-URL naar klembord Reageer op deze alinea Deel op social media
1
Een zeer bijzondere groet voor de zieken. Wij weten dat de Heer op bijzondere wijze dicht bij jullie is, jullie helpt en begeleidt in jullie lijden. Jullie zijn in ons gebed. En bidden jullie ook voor ons.
Een bijzondere groet aan de jongeren en de Eerste Communicantjes. Dank u voor jullie enthousiasme, voor jullie geloof. Wij allen –zoals de Psalmen zeggen – “zoeken het Gelaat van de Heer”. En dit is de betekenis van mijn bezoek. Laten we samen op zoek gaan om het Gelaat van de Heer steeds beter te leren kennen en laten wij in het Gelaat van de Heer de kracht van de liefde en de vrede putten, een kracht die ons ook de weg van ons leven wijst.
Dank u en de beste wensen aan allen!
Dierbare broeders en zusters,Dank voor de zo hartelijke ontvangst. Ik merk hoe de Kerk een grote familie is. Waar de Paus is, daar verzamelt zich de familie met grote vreugde. Het is voor mij een teken van het geloof dat leeft, van de vreugde die het geloof ons geeft, een teken van gemeenschap en vrede die het door het geloof bewerkstelligd worden. En ik ben jullie zeer dankbaar voor deze ontvangst. Zo zie ik geheel de schoonheid van deze streek van Italië op jullie gezichten.
Een zeer bijzondere groet voor de zieken. Wij weten dat de Heer op bijzondere wijze dicht bij jullie is, jullie helpt en begeleidt in jullie lijden. Jullie zijn in ons gebed. En bidden jullie ook voor ons.
Een bijzondere groet aan de jongeren en de Eerste Communicantjes. Dank u voor jullie enthousiasme, voor jullie geloof. Wij allen –zoals de Psalmen zeggen – “zoeken het Gelaat van de Heer”. En dit is de betekenis van mijn bezoek. Laten we samen op zoek gaan om het Gelaat van de Heer steeds beter te leren kennen en laten wij in het Gelaat van de Heer de kracht van de liefde en de vrede putten, een kracht die ons ook de weg van ons leven wijst.
Dank u en de beste wensen aan allen!
Referenties naar alinea 1: 0
Geen referenties naar deze alineaExtra opties voor deze alinea
Kopieer alinea-URL naar klembord Reageer op deze alinea Deel op social media
1a
Nadat de Paus de kerk was binnengekomen, achterlangs het altaar bij het Volto Santo aankwam en het daar lange tijd vereerd had, aan de andere zijde van het altaar gekomen een aantal mensen, waaronder Zr. Bandini en Paul Badde, begroet, hield hij een korte toespraak gezeten op het priesterkoor.
Referenties naar alinea 1a: 0
Geen referenties naar deze alineaExtra opties voor deze alinea
Kopieer alinea-URL naar klembord Reageer op deze alinea Deel op social media
2
Ik zou eenvoudigweg de Heer willen danken voor onze eenvoudige en hartelijke ontmoeting vandaag, in een plaats waar wij kunnen mediteren over het mysterie van de goddelijke liefde door middel van de beschouwing van een icoon van het Heilig Gelaat. Naar jullie allen hier aanwezig gaat mijn innige dankbaarheid uit voor jullie hartelijke ontvangst en voor de inzet en discretie waarmee jullie mijn private pelgrimage ondersteund hebben, een private pelgrimage die nochtans als kerkelijke pelgrimage niet helemaal privaat kan zijn.
Ik groet en dank, ik herhaal, in het bijzonder jullie Aartsbisschop, een oude vriend. Wij hebben samengewerkt in de Theologische Commissie. En in talrijke ontmoetingen heb ik altijd geleerd van zijn wijsheid en ook van zijn boeken. Dank voor de gaven die jullie mij aangeboden hebben en ik waardeer ze ten zeerste, precies als ‘tekenen’, zoals Monseigneur Forte ze genoemd heeft. Het zijn immers tekenen van de affectieve en daadwerkelijke gemeenschap waarmee het volk van deze dierbare aarde van de Abruzzen verbonden is met de Opvolger van Petrus.
Ik groet in het bijzonder jullie priesters, religieuzen en seminaristen hier verzameld. Ik ben vooral zeer gelukkig een groot aantal seminaristen te zien, de toekomst van de Kerk in ons midden. Aangezien het niet mogelijk is de gehele gemeenschap van het bisdom te ontmoeten – misschien is dit voor een andere keer – ben ik tevreden dat jullie, die reeds toegewijd zijn aan het priesterlijk dienstwerk of aan het religieuze leven of op weg zijn naar het priesterschap, haar vertegenwoordigen. Jullie zijn mensen waarvan ik graag denk dat ze verliefd zijn op Christus, aangetrokken door Hem en toegewijd om van hun eigen bestaan een voortdurende zoektocht te maken naar Zijn Heilig Gelaat. Dankbaar denk ik tot slot ook aan de gemeenschap van de Paters Kapucijnen die ons ontvangen en sinds eeuwen zorg dragen voor dit heiligdom, het doel van zo vele pelgrims.
Dierbare Broeders in het Bisschopsambt,Allereerst moet ik nogmaals ‘dank u’ zeggen vanuit het diepst van mijn hart, Uwe Excellentie, voor deze ontvangst, voor uw diepzinnige en vriendelijke woorden, voor de uitdrukking van uw vriendschap en voor de zeer betekenisvolle geschenken: het Gelaat van Christus dat hier vereerd wordt, een geschenk voor mij, voor mijn huis en dan ook de geschenken van jullie aarde, uitdrukking van de schoonheid en goedheid van de aarde, van de mensen die er leven en werken en van de schoonheid en goedheid van de Schepper zelf.
Dierbare broeders en zusters!
Ik zou eenvoudigweg de Heer willen danken voor onze eenvoudige en hartelijke ontmoeting vandaag, in een plaats waar wij kunnen mediteren over het mysterie van de goddelijke liefde door middel van de beschouwing van een icoon van het Heilig Gelaat. Naar jullie allen hier aanwezig gaat mijn innige dankbaarheid uit voor jullie hartelijke ontvangst en voor de inzet en discretie waarmee jullie mijn private pelgrimage ondersteund hebben, een private pelgrimage die nochtans als kerkelijke pelgrimage niet helemaal privaat kan zijn.
Ik groet en dank, ik herhaal, in het bijzonder jullie Aartsbisschop, een oude vriend. Wij hebben samengewerkt in de Theologische Commissie. En in talrijke ontmoetingen heb ik altijd geleerd van zijn wijsheid en ook van zijn boeken. Dank voor de gaven die jullie mij aangeboden hebben en ik waardeer ze ten zeerste, precies als ‘tekenen’, zoals Monseigneur Forte ze genoemd heeft. Het zijn immers tekenen van de affectieve en daadwerkelijke gemeenschap waarmee het volk van deze dierbare aarde van de Abruzzen verbonden is met de Opvolger van Petrus.
Ik groet in het bijzonder jullie priesters, religieuzen en seminaristen hier verzameld. Ik ben vooral zeer gelukkig een groot aantal seminaristen te zien, de toekomst van de Kerk in ons midden. Aangezien het niet mogelijk is de gehele gemeenschap van het bisdom te ontmoeten – misschien is dit voor een andere keer – ben ik tevreden dat jullie, die reeds toegewijd zijn aan het priesterlijk dienstwerk of aan het religieuze leven of op weg zijn naar het priesterschap, haar vertegenwoordigen. Jullie zijn mensen waarvan ik graag denk dat ze verliefd zijn op Christus, aangetrokken door Hem en toegewijd om van hun eigen bestaan een voortdurende zoektocht te maken naar Zijn Heilig Gelaat. Dankbaar denk ik tot slot ook aan de gemeenschap van de Paters Kapucijnen die ons ontvangen en sinds eeuwen zorg dragen voor dit heiligdom, het doel van zo vele pelgrims.
Referenties naar alinea 2: 0
Geen referenties naar deze alineaExtra opties voor deze alinea
Kopieer alinea-URL naar klembord Reageer op deze alinea Deel op social media
3
Toen ik zonet aan het bidden was, dacht ik aan de eerste twee apostelen die, aangespoord door Johannes de Doper, Jezus volgden tot aan de oevers van de Jordaan, zoals wij lezen in het begin van het Evangelie van Johannes (Joh. 1, 35-37) [[b:Joh. 1, 35-37]]. De Evangelist vertelt dat Jezus zich tot hen richtte en vroeg: “Wie zoeken jullie?”. Zij antwoordden: “Rabbi, waar woont Gij”. En Hij zei: “Komt en ziet” (Joh. 1, 38-39) [[b:Joh. 1, 38-39]]. Dezelfde dag nog hadden deze twee een onvergetelijke ervaring waardoor zij gebracht werden tot het uitspreken van de woorden: “Wij hebben de Messias gevonden” (Joh. 1, 41) [b:Joh. 1, 41]. Diegene die zij enkele uren tevoren nog beschouwden als een eenvoudige ‘rabbi’, had een zeer duidelijke identiteit gekregen, nl. de eeuwenlang verwachte Christus. Maar hoe lang was in feite nog de weg die deze twee apostelen voor zich hadden! Zij konden zich niet eens voorstellen hoe groot het mysterie van Jezus van Nazareth kon zijn; hoe Zijn ‘Gelaat’ zich zou tonen als ondoordringbaar, niet te doorgronden; zodanig dat, na zelfs drie jaar met Jezus samengeleefd te hebben, Filippus, één van hen, Jezus tot hem hoorde spreken bij het Laatste Avondmaal: “Ik ben al zo lang bij jullie, Filippus, en je hebt Me nog niet leren kennen?”. En dan de woorden die het nieuwe van de openbaring van Jezus samenvatten: “Hij die Mij gezien heeft, heeft de Vader gezien” (Joh. 14, 9) [b:Joh. 14, 9]. Alleen ná Zijn Passie, toen zij hem ontmoeten als verrezen, toen de Geest hun geesten en harten verlichtte, zouden de Apostelen de betekenis van de woorden die Jezus had gesproken, begrijpen en Hem herkennen als Zoon van God, de Messias die beloofd was ter verlossing van de wereld. Van dan af zouden ze Zijn onvermoeibare boodschappers worden, moedige getuigen tot aan het martelaarschap.
Referenties naar alinea 3: 0
Geen referenties naar deze alineaExtra opties voor deze alinea
Kopieer alinea-URL naar klembord Reageer op deze alinea Deel op social media
4
“Wie mij gezien heeft, heeft de Vader gezien”. Inderdaad, dierbare broeders en zusters, om “God te zien” is het nodig Christus te kennen en zich te laten omvormen door zijn Geest die de gelovigen leidt “naar de gehele waarheid” (Joh. 16, 13) [[b:Joh. 16, 13]]. Wie Christus ontmoet, wie zich laat aantrekken door Hem en bereid is Hem te volgen tot en met het offer van het leven, die ervaart op persoonlijke wijze – net zoals Hij dit gedaan heeft op het kruis -, dat enkel de graankorrel die in de aarde valt en sterft vele vruchten draagt (Joh. 12, 24) [[b:Joh. 12, 24]]. Dit is de weg van Christus, de weg van de totale liefde welke de dood overwint; wie deze weg gaat en “zijn eigen leven in deze wereld haat, zal het behouden voor het eeuwig leven” (Joh. 12, 25) [b:Joh. 12, 25]. Hij leeft met andere woorden reeds ín deze wereld in God, aangetrokken en omgevormd door de schittering van Zijn Gelaat. Dit is de ervaring van de ware vrienden van God, de heiligen. Zij hebben het gelaat van die God die ze lange tijd liefdevol beschouwd hebben in het gebed, herkend en bemind in hun broeders en in het bijzonder in de armsten en meest behoeftigen. Zij zijn voor ons bemoedigende voorbeelden om na te volgen: zij verzekeren ons dat, als wij met geloof en vertrouwen deze weg gaan, de weg van de liefde, wij ook – zoals de Psalmist zingt – zullen vervuld worden van de aanwezigheid van God (Ps. 17, 15) [[b:Ps. 17, 15]]
Referenties naar alinea 4: 0
Geen referenties naar deze alineaExtra opties voor deze alinea
Kopieer alinea-URL naar klembord Reageer op deze alinea Deel op social media
5
"Jesu... quam bonus te quaerentibus! – Hoe goed zijt Gij, Jezus, voor wie U zoekt!”: zo hebben jullie zonet gezongen met de woorden van de oude hymne “Jesu, dulcis memoria” welke sommigen toeschrijven aan Sint-Bernardus. Het is een hymne die bijzonder gepast is in dit heiligdom dat toegewijd is aan het Heilig Gelaat, een hymne die ons herinnert aan Psalm 23 (24): Ziehier het geslacht dat Hem zoekt, dat zoekt Uw gelaat, God van Jakob (Ps. 23, 6) [b:Ps. 23, 6]. Maar wie is dat “geslacht” dat het gelaat van God zoekt, welk geslacht is waardig “te bestijgen de berg van de Heer”, “op zijn heilige plaats te staan”? De psalmist legt uit: het zijn diegenen die “onschuldige handen hebben en een zuiver hart”, die geen leugens uitspreken, niet zweren en zijn naaste geen schade berokkenen (Ps. 23, 3-4) [[b:Ps. 23, 3-4]]. Dus, om binnen te gaan in de gemeenschap met Christus en het gelaat te beschouwen, om het Gelaat van de Heer te herkennen in het gelaat van de broeders en in de gebeurtenissen van elke dag, zijn “onschuldige handen en een zuiver hart” noodzakelijk. Onschuldige handen, dit wil zeggen een leven dat verlicht is door de waarheid van de liefde welke de onverschilligheid overwint, de twijfel, de leugen en het egoïsme. En ook zijn noodzakelijk zuivere harten, harten die verrukt zijn door de goddelijke schoonheid, zoals de kleine Theresia van Lisieux het zegt in haar gebed tot het Heilig Gelaat, harten die het zegel dragen van het gelaat van Christus.
Referenties naar alinea 5: 0
Geen referenties naar deze alineaExtra opties voor deze alinea
Kopieer alinea-URL naar klembord Reageer op deze alinea Deel op social media
6
Dierbare priesters, wanneer de heiligheid van Zijn Gelaat ingeprent blijft in jullie, herders van de kudde van Christus, heb dan geen angst, ook de gelovigen die aan jullie zorg zijn toevertrouwd zullen hierdoor geraakt en omgevormd worden.
En jullie, seminaristen, die zich voorbereiden tot verantwoordelijke gidsen voor het christelijk volk, laat jullie door niets anders aantrekken dan Jezus en het verlangen Zijn Kerk te dienen. Hetzelfde zou ik ook willen zeggen aan jullie, religieuzen, opdat elk van jullie activiteiten een zichtbare weerspiegeling zou zijn van de goddelijke goedheid en barmhartigheid. “Het is Uw gelaat, Heer, dat ik zoek”: het gelaat van Christus zoeken, dient het verlangen van elk van ons christenen te zijn; wij zijn immers “het geslacht” dat in deze tijd Zijn gelaat zoekt, het gelaat van de “God van Jacob”. Indien wij volharden in het zoeken van het gelaat van Christus, dan zal aan het einde van onze aardse pelgrimstocht Hij, Christus, onze eeuwige vreugde zijn, onze beloning en onze heerlijkheid voor eeuwig:
"Sis Jesu nostrum gaudium,
qui es futurus praemium:
sit nostra in te gloria,
per cuncta semper saecula".
Dit is de zekerheid die de heiligen van jullie streek bezield heeft en ik zou graag in bijzonder de Heilige Gabriël van de Moeder van Smarten en Camillus de Lellis vermelden; naar hun gaan onze eerbiedwaardige gedachten en ons gebed. Maar met bijzondere eerbied richten wij ons nu tot de “Koningin van alle heiligen”, de Maagd Maria, die jullie in verschillende heiligdommen en kapellen, verspreid in de valleien en op de bergen van de Abruzzen, vereren. Moge Onze Lieve Vrouwe, in wier gelaat – méér dan in elk ander schepsel – wij de trekken van het Mensgeworden Woord kunnen herkennen, onze gezinnen en parochies behoeden en waken over de steden en naties van de gehele wereld.
En jullie, seminaristen, die zich voorbereiden tot verantwoordelijke gidsen voor het christelijk volk, laat jullie door niets anders aantrekken dan Jezus en het verlangen Zijn Kerk te dienen. Hetzelfde zou ik ook willen zeggen aan jullie, religieuzen, opdat elk van jullie activiteiten een zichtbare weerspiegeling zou zijn van de goddelijke goedheid en barmhartigheid. “Het is Uw gelaat, Heer, dat ik zoek”: het gelaat van Christus zoeken, dient het verlangen van elk van ons christenen te zijn; wij zijn immers “het geslacht” dat in deze tijd Zijn gelaat zoekt, het gelaat van de “God van Jacob”. Indien wij volharden in het zoeken van het gelaat van Christus, dan zal aan het einde van onze aardse pelgrimstocht Hij, Christus, onze eeuwige vreugde zijn, onze beloning en onze heerlijkheid voor eeuwig:
"Sis Jesu nostrum gaudium,
qui es futurus praemium:
sit nostra in te gloria,
per cuncta semper saecula".
Dit is de zekerheid die de heiligen van jullie streek bezield heeft en ik zou graag in bijzonder de Heilige Gabriël van de Moeder van Smarten en Camillus de Lellis vermelden; naar hun gaan onze eerbiedwaardige gedachten en ons gebed. Maar met bijzondere eerbied richten wij ons nu tot de “Koningin van alle heiligen”, de Maagd Maria, die jullie in verschillende heiligdommen en kapellen, verspreid in de valleien en op de bergen van de Abruzzen, vereren. Moge Onze Lieve Vrouwe, in wier gelaat – méér dan in elk ander schepsel – wij de trekken van het Mensgeworden Woord kunnen herkennen, onze gezinnen en parochies behoeden en waken over de steden en naties van de gehele wereld.
Referenties naar alinea 6: 0
Geen referenties naar deze alineaExtra opties voor deze alinea
Kopieer alinea-URL naar klembord Reageer op deze alinea Deel op social media
7
Moge de Moeder van de Schepper ons helpen ook de natuur, deze grote gave van God, te beschermen, een gave die wij kunnen bewonderen in het prachtige gebergte dat ons omringt. Maar deze gave wordt steeds meer blootgesteld aan de ernstige risico’s van de achteruitgang van het milieu en moet daarom verdedigd en beschermd worden. Zoals jullie Aartsbisschop opmerkte, gaat het hier om een dringende aangelegenheid die op gepaste wijze benadrukt wordt door de Dag van Reflectie en Gebed voor de vrijwaring van de Schepping, welke vandaag in geheel de Kerk van Italië gevierd wordt.
Dierbare broeders en zusters, ik dank jullie nogmaals voor jullie aanwezigheid en over jullie allen en jullie dierbaren roep ik de zegen van de Heer af met de oude, Bijbelse formule: “ Moge de Heer u zegenen en behoeden. Moge de Heer de glans van zijn gelaat over u spreiden en u genadig zijn. Moge de Heer zijn gelaat naar u keren en u vrede schenken!” (Num. 6, 26-27) [[b:Num. 6, 26-27]].
Amen!
Dierbare broeders en zusters, ik dank jullie nogmaals voor jullie aanwezigheid en over jullie allen en jullie dierbaren roep ik de zegen van de Heer af met de oude, Bijbelse formule: “ Moge de Heer u zegenen en behoeden. Moge de Heer de glans van zijn gelaat over u spreiden en u genadig zijn. Moge de Heer zijn gelaat naar u keren en u vrede schenken!” (Num. 6, 26-27) [[b:Num. 6, 26-27]].
Amen!
Referenties naar alinea 7: 0
Geen referenties naar deze alineaNotities bij deze alinea
Actueel 01-09-2006: Paus bezoekt "heilig Aangezicht" in Manoppello [n:664]
Extra opties voor deze alinea
Kopieer alinea-URL naar klembord Reageer op deze alinea Deel op social mediahttps://rkdocumenten.nl/toondocument/4086-pelgrimage-naar-het-heiligdom-van-het-heilig-gelaat-van-manoppello-nl