
H. Paus Johannes Paulus II - 12 juni 1985
In 2e Vaticaans Concilie - Constitutie
Gaudium et Spes
Over de Kerk in de wereld van deze tijd
(7 december 1965) lezen we dat
"het moderne atheïsme zich ook dikwijls presenteert als een systeem, dat onder andere de verlangde autonomie van de mens zover doorvoert, dat het tegen elke vorm van afhankelijkheid van God moeilijkheden maakt. Zij die een dergelijk atheïsme voorstaan, beweren dat vrijheid daarin bestaat, dat de mens zichzelf tot doel is, en de enige ontwerper en uitvoerder van zijn geschiedenis. Dit achten zij onverenigbaar met de erkenning van een Heer, maker en doel van alles, of minstens achten zij hierdoor een dergelijke uitspraak volledig overbodig. Het machtsgevoel dat de huidige technische vooruitgang de mens geeft, kan bevorderlijk zijn voor die leer" 2e Vaticaans Concilie, Constitutie, Over de Kerk in de wereld van deze tijd, Gaudium et Spes (7 dec 1965), 20Een bepaalde vorm van atheïsme in onze dagen "verwacht de verlossing van de mens voornamelijk van zijn economische en sociale bevrijding" 2e Vaticaans Concilie, Constitutie, Over de Kerk in de wereld van deze tijd, Gaudium et Spes (7 dec 1965), 20. Het bestrijdt de godsdienst volgens een welbepaald plan, want het beweert dat de godsdienst die bevrijding van nature uit in de weg staat "voor zover hij de mens, door zijn hoop op een toekomstig en bedrieglijk leven te richten, juist van de uitbouw van de aardse woonstede zou afschrikken". Wanneer de aanhangers van dat athe7isme in het staatsbestuur komen zo gaat de concilietekst verder "trekken zij geweldig tegen de godsdienst ten strijde, het atheïsme verspreidend met gebruikmaking, vooral bij de opvoeding van de jeugd, van die pressiemethoden waarover de staat beschikt" 2e Vaticaans Concilie, Constitutie, Over de Kerk in de wereld van deze tijd, Gaudium et Spes (7 dec 1965), 20 .
Waar dat probleem zich voordoet, moet duidelijk en met aandrang een beroep worden gedaan op het principe van de godsdienstvrijheid, een recht dat het Concilie heeft bevestigd in zijn Verklaring "2e Vaticaans Concilie - Verklaring
Dignitatis Humanae
Over de godsdienstvrijheid - Het recht van de persoon en van de gemeenschappen op sociale en burgerlijke vrijheid in godsdienstige aangelegenheden
(7 december 1965)".