Inhoudsopgave
- Inhoud
1
Ter gelegenheid van het heeft de eerbiedwaardige Johannes Paulus II aan het begin van een nieuw millennium van het christelijke tijdperk met kracht opnieuw gewezen op de noodzaak om de inzet te hernieuwen aan allen de boodschap van het Evangelie te brengen “met dezelfde bewogenheid als die van de eerste christenen” . Het is de kostbaarste dienst die de Kerk kan bewijzen aan de mensheid en ieder individu, op zoek naar de diepe redenen om het eigen bestaan ten volle te beleven. Daarom weerklinkt diezelfde uitnodiging elk jaar bij de viering van Wereldmissiedag. De onophoudelijke verkondiging van het evangelie maakt immers ook de Kerk, haar toewijding, haar apostolische geest levend, vernieuwt haar pastorale methoden, opdat die steeds meer aan de nieuwe situaties zijn aangepast – ook die welke om een nieuwe evangelisatie vragen – en worden bezield door een nieuw elan: “De zending vernieuwt inderdaad de Kerk, versterkt het geloof en de christelijke identiteit en geeft nieuwe geestdrift en nieuwe motivatie. Het geloof wordt krachtiger, als het aan anderen gegeven wordt. De nieuwe evangelisatie van de christelijke volken zal inspiratie en steun vinden door de inzet voor de universele zending” .
Referenties naar alinea 1: 0
Geen referenties naar deze alineaExtra opties voor deze alinea
Kopieer alinea-URL naar klembord Reageer op deze alinea Deel op social media
2
Gaat en verkondigt
Dit doel wordt voortdurend opnieuw tot leven gebracht door de viering van de liturgie, vooral van de eucharistie, die altijd afsluit met de opdracht van de verrezen Jezus aan de apostelen te laten weerklinken: “Gaat...” . De liturgie is altijd een oproep ‘vanuit de wereld’ en een nieuwe zending ‘in de wereld’ om te getuigen van hetgeen men heeft ervaren; de reddende kracht van het Woord van God, de reddende kracht van het paasmysterie van Christus. Al degenen die de verrezen Heer hebben ontmoet, hebben de behoefte gevoeld dit te verkondigen aan anderen, zoals de twee leerlingen van Emmaus deden. Na de Heer in het breken van het brood te hebben herkend “stonden zij onmiddellijk op en keerden naar Jeruzalem terug. Daar vonden ze de elf met de mensen van hun groep bijeen” en vertelden wat hun onderweg was overkomen . Paus Johannes Paulus II spoorde ertoe aan “wakker en klaar” te zijn “om zijn gelaat te herkennen en naar onze broeders en zusters te snellen met het blijde bericht: “Wij hebben de Heer gezien!” .
Referenties naar alinea 2: 0
Geen referenties naar deze alineaExtra opties voor deze alinea
Kopieer alinea-URL naar klembord Reageer op deze alinea Deel op social media
3
Aan allen
Degenen tot wie de verkondiging van het Evangelie is gericht, zijn alle volkeren. De Kerk is “krachtens haar natuur op zending gericht, omdat zij volgens het plan van God, de Vader, haar oorsprong vindt in de zending van de Zoon en de zending van de heilige Geest” . Dit is “de eigen genade en roeping van de Kerk. Zij vindt daarin haar diepste identiteit. Zij bestaat om te evangeliseren” . Dientengevolge kan zij zich nooit in zichzelf opsluiten. Zij schiet wortel op bepaalde plaatsen om verder te gaan. Haar werkzaamheid komt in gehoorzaamheid aan het woord van Christus en gedreven door de genade en liefde van de heilige Geest in volle werkelijkheid tegenwoordig bij alle mensen of volkeren om hen te leiden tot het geloof in Christus .
Deze taak heeft zijn dringende noodzaak niet verloren. Integendeel, “de zending van Christus de Verlosser, welke aan de Kerk is toevertrouwd, is nog lang niet voltooid. Een blik op het geheel van de mensheid ... toont aan dat die zending pas aan haar begin staat en dat wij ons met alle kracht moeten inzetten om haar te dienen” . Wij kunnen niet rustig blijven bij de gedachte dat na tweeduizend jaar er nog steeds volkeren zijn die Christus niet kennen en zijn heilsboodschap nog niet hebben gehoord.
En dat niet alleen; de schare van hen die, ook al hebben zij de boodschap van het evangelie ontvangen, deze hebben vergeten en verlaten, die zich niet meer in de Kerk herkennen, breidt zich uit; en veel kringen, ook traditioneel christelijke samenlevingen, zijn vandaag onwillig op zich open te stellen voor het woord van het geloof. Er is een culturele verandering aan de gang die ook wordt gevoed door de globalisering, door bewegingen van denken en door het heersende relativisme, een verandering die leidt tot een mentaliteit en levensstijl die afzien van de boodschap van het evangelie, alsof God niet bestond, en die het zoeken naar welzijn, het gemakkelijk verdienen, carrière en succes verheerlijken, ook al gaat dat ten koste van de morele waarden.
Referenties naar alinea 3: 0
Geen referenties naar deze alineaExtra opties voor deze alinea
Kopieer alinea-URL naar klembord Reageer op deze alinea Deel op social media
4
Medeverantwoordelijkheid van allen
De universele zending betreft allen, alles en altijd. Het evangelie is niet een exclusief goed van wie het heeft ontvangen, maar een gave die men samen moet delen, een blijde boodschap die men moet meedelen. En deze gave–verplichting wordt niet slechts aan enkelen toevertrouwd, maar aan alle gedoopten die “een uitverkoren geslacht ... een heilige natie, Gods eigen volk” zijn om zijn wonderbare daden te verkondigen. Ook alle activiteiten zijn betrokken bij de universele zending. De aandacht voor en de samenwerking met het evangeliserende werk van de Kerk in de wereld kunnen niet beperkt worden tot enkele ogenblikken en bijzondere gelegenheden en kunnen evenmin worden beschouwd als een van de zovele pastorale activiteiten: de missionaire dimensie van de Kerk is essentieel en dient daarom altijd voor ogen te worden gehouden. Het is belangrijk dat zowel de gedoopten individueel, als de kerkgemeenschappen niet sporadisch en onregelmatig betrokken zijn bij de zending, maar voortdurend, als een vorm van christelijk leven. De zelf is niet een geïsoleerd ogenblik in de loop van het jaar, maar een kostbare gelegenheid om stil te staan en te overwegen of en hoe wij antwoorden op de missionaire roeping; een antwoord dat essentieel is voor het leven van de Kerk.
Referenties naar alinea 4: 0
Geen referenties naar deze alineaExtra opties voor deze alinea
Kopieer alinea-URL naar klembord Reageer op deze alinea Deel op social media
5
Wereldwijde evangelisatie
Evangelisatie is een complex proces en bevat verschillende elementen. Onder andere is bij de missionaire bezieling altijd bijzondere aandacht geschonken aan solidariteit. Dit is ook een van de doeleinden van , die middels de aanspoort tot hulp voor evangelisatiewerk in missiegebieden. Het gaat om steun aan instellingen die de Kerk vestigen en consolideren door middel van catechisten, seminaries, priesters; en ook om het leveren van een eigen bijdrage aan de verbetering van de levensomstandigheden van mensen in landen waar de verschijnselen van armoede, ondervoeding vooral bij kinderen, ziekten, gebrek aan sanitaire voorzieningen en op het gebied van onderwijs het ernstigst zijn. Ook dit behoort tot de zending van de Kerk. Door het Evangelie te verkondigen neemt zij het menselijk leven in de volle zin van het woord ter harte. Het is onaanvaardbaar, benadrukte de dienaar Gods Paulus VI herhaaldelijk, dat bij de evangelisatie de thema’s worden verwaarloosd betreffende menselijke vooruitgang, gerechtigheid, bevrijding van iedere vorm van onderdrukking, vanzelfsprekend met respect voor de autonomie van de politieke sfeer. Zich niet interesseren voor de tijdelijke problemen van de mensheid zou betekenen “dat wij de les zouden vergeten die het evangelie ons leert over de liefde voor de lijdende en behoeftige naaste” ; dat zou niet in overeenstemming zijn met het gedrag van Jezus, die “rondging door alle steden en dorpen, waar Hij onderricht gaf in hun synagogen en de Blijde Boodschap verkondigde van het Koninkrijk en alle ziekten en kwalen genas” . Zo wordt de christen door zijn medeverantwoordelijke participatie aan de zending van de Kerk een bouwer van de gemeenschap, de vrede, de solidariteit die Christus ons heeft gegeven, en werkt hij mee aan het verwezenlijken van Gods heilsplan voor de hele mensheid. De uitdagingen die hij daarbij ontmoet, roepen de christenen op om samen met de anderen de weg te gaan; de zending is een integraal onderdeel van deze weg samen met allen. Hierin dragen wij, ook al is het in aarden potten, onze christelijke roeping, de onschatbare schat van het evangelie, het levende getuigenis van de gestorven en verrezen Jezus, die men ontmoet en in wie men gelooft in de Kerk.
Referenties naar alinea 5: 0
Geen referenties naar deze alineaExtra opties voor deze alinea
Kopieer alinea-URL naar klembord Reageer op deze alinea Deel op social media
6
Moge de in ieder het verlangen en de vreugde opnieuw tot leven brengen om de mensheid tegemoet te “gaan” door aan allen Christus te brengen. In zijn naam geef ik u van harte de apostolische zegen, in het bijzonder aan hen die zich het meest inspannen en lijden voor het Evangelie.
Uit het Vaticaan, 6 januari 2011, Hoogfeest van de Openbaring van de Heer
Benedictus XVI
Referenties naar alinea 6: 0
Geen referenties naar deze alineaExtra opties voor deze alinea
Kopieer alinea-URL naar klembord Reageer op deze alinea Deel op social media
https://rkdocumenten.nl/toondocument/4012-zoals-de-vader-mij-gezonden-heeft-zo-zend-ik-u-joh-20-21-nl