Jongelingen van de Katholieke Actie uit de Bisdommen van Italië
x
Informatie over dit document
Jongelingen van de Katholieke Actie uit de Bisdommen van Italië
Paus Pius XII
2 november 1941
Pauselijke geschriften - Audiënties
1944, Ecclesia Docens 0145
2 november 1941
15 maart 2010
394
nl
Referenties naar dit document van thema's en berichten
Open uitgebreid overzichtExtra opties voor dit document
Kopieer document-URL naar klembord Reageer op dit document Deel op social mediaInhoudsopgave
- Inhoud
1
Zelfbewuste en edelmoedige jeugd
Alleraangenaamst is voor ons hart iedere nieuwe ontmoeting met jongemannen in dit huis van hun aller vader, juist zoals de terugkeer van de lente, het beeld van hun zelfbewuste en bloeiende leeftijd, altijd aangenaam is. Maar een veel inniger vreugde is het voor ons, vandaag in u, beminde zonen, een uitgelezen jeugdecorps te herkennen, dat zich onderscheidt door zijn verdienste in de grote wedkamp, waarin gij allen, met de frisheid, en de uitbundigheid van uw geest en uw hart u geschikt maakt voor de dienst van de grootse idealen van de Kerk. De aanlokkelijke vorderingen, die gij in zulk een prachtigen wedstrijd hebt gemaakt, vervullen ons hart met vaderlijke fierheid en vreugde. Zij laten ons een forse en moedige jeugd zien, die leeft van de godsdienst; die zich nauw aansluit bij Christus en de Kerk; die de goddelijke waarheid boven alles hoog houdt, en daarvoor met vurige edelmoedigheid tijd, werkzaamheid en offer over heeft.
Alleraangenaamst is voor ons hart iedere nieuwe ontmoeting met jongemannen in dit huis van hun aller vader, juist zoals de terugkeer van de lente, het beeld van hun zelfbewuste en bloeiende leeftijd, altijd aangenaam is. Maar een veel inniger vreugde is het voor ons, vandaag in u, beminde zonen, een uitgelezen jeugdecorps te herkennen, dat zich onderscheidt door zijn verdienste in de grote wedkamp, waarin gij allen, met de frisheid, en de uitbundigheid van uw geest en uw hart u geschikt maakt voor de dienst van de grootse idealen van de Kerk. De aanlokkelijke vorderingen, die gij in zulk een prachtigen wedstrijd hebt gemaakt, vervullen ons hart met vaderlijke fierheid en vreugde. Zij laten ons een forse en moedige jeugd zien, die leeft van de godsdienst; die zich nauw aansluit bij Christus en de Kerk; die de goddelijke waarheid boven alles hoog houdt, en daarvoor met vurige edelmoedigheid tijd, werkzaamheid en offer over heeft.
Referenties naar alinea 1: 0
Geen referenties naar deze alineaExtra opties voor deze alinea
Kopieer alinea-URL naar klembord Reageer op deze alinea Deel op social media
2
De "offerdag"
Weest dus welkom, zonen; en hoezeer dit woord ons uit het hart komt, kunt gij begrijpen. Met vaderlijke ontroering betuigen wij u onze levendige voldoening en dankbaarheid voor de vrucht van uw "offerdag": een kleine schermutseling, die een grootmoedig voorspel is van nog rijpere overwinningen. Wij zien daarin als een herleving en een heropbloei van de mooie gewoonte, die reeds ontstond uit de geest en de werkzame toewijding van de eerste christenen, voor wie het een edele wet was al hetgeen zij door hun onthouding bespaard en door hun onthechting ter liefde Gods ter beschikking hadden, aan de Kerk en de armen uit te delen.
Weest dus welkom, zonen; en hoezeer dit woord ons uit het hart komt, kunt gij begrijpen. Met vaderlijke ontroering betuigen wij u onze levendige voldoening en dankbaarheid voor de vrucht van uw "offerdag": een kleine schermutseling, die een grootmoedig voorspel is van nog rijpere overwinningen. Wij zien daarin als een herleving en een heropbloei van de mooie gewoonte, die reeds ontstond uit de geest en de werkzame toewijding van de eerste christenen, voor wie het een edele wet was al hetgeen zij door hun onthouding bespaard en door hun onthechting ter liefde Gods ter beschikking hadden, aan de Kerk en de armen uit te delen.
Referenties naar alinea 2: 0
Geen referenties naar deze alineaExtra opties voor deze alinea
Kopieer alinea-URL naar klembord Reageer op deze alinea Deel op social media
3
De wondere wereld van de genade
Uw offer en uw gaven zijn óók een vrucht van die genade, die u bezielt, en die het voorwerp is van uw "campagne" van het lopende jaar en van het actiepunt, dat gij gekozen hebt. Een wonderbare wereld heeft zich voor u ontsloten. Een drievoudige wereld:
Uw offer en uw gaven zijn óók een vrucht van die genade, die u bezielt, en die het voorwerp is van uw "campagne" van het lopende jaar en van het actiepunt, dat gij gekozen hebt. Een wonderbare wereld heeft zich voor u ontsloten. Een drievoudige wereld:
- de wereld van de heiligen in de hemel, die gisteren door de Kerk werden gevierd;
- de wereld van de zielen van het louteringsoord, die te midden van de pijnen de verwachting koesteren, eenmaal in het gezelschap van de zaligen plaats te nemen, en voor wie de Kerk gedurende deze maand bijzonder bidt;
- de wereld van de gelovigen, die nog op hun pelgrimsreizen zijn op deze aarde, en die te midden van de worstelingen en van de overwinningen van hun ziel op weg zijn naar het hemels vaderland.
Referenties naar alinea 3: 0
Geen referenties naar deze alineaExtra opties voor deze alinea
Kopieer alinea-URL naar klembord Reageer op deze alinea Deel op social media
4
De ware adel van de christen
God, die bij de schepping den menselijke persoon op wonderbare wijze met waardigheid heeft bekleed en hem op nog wondervoller wijze in zijn waardigheid heeft hersteld, heeft ons deelachtig gemaakt aan de godheid van Zijn Zoon, Jezus Christus, die Zich gewaardigd heeft, Zich deelachtig te maken aan onze mensheid. Vgl. Ordo minae Vgl. Ordo minae Ziedaar de ware en verheven adel van onze ziel; ziedaar de adel van de christen; ziedaar de adel van ieder, die leeft in staat van heiligmakende genade. Maar wat is de heiligmakende genade? Zij is dat blanke kleed, dat bij de heilige doopvont, waar wij herboren werden door water en door de Heilige Geest, ons omgaf en ons tot kinderen maakte van God: een kleed, waarvan de glans en schittering afstralen van de edelstenen van het geloof, de hoop en de liefde; van die liefde, die de koningin en de bewaakster is zowel van de genade zelf als van alle deugden en van alle gaven, die deze vergezellen. 0 dierbare jongemannen, bewaart en verdedigt die adel en die genade, die rechtvaardigt en heiligt. Dat is een adel, die niet zijn oorsprong ontleent aan het bloed of aan de roem van voorouders en ouders, maar aan het lijden en het bloed van Jezus Christus, in welke rode stroom de martelaren en de zaligen van de hemel hun klederen rein wassen. Vgl. Apoc. 7, 15 Vgl. Apoc. 7, 15 Bewaart dat mystieke kleed tegen al de vijanden die er op loeren en er een aanval op doen, binnen of buiten u, in de schaduw en in het licht, bij iedere schrede op uw blijde en argeloze weg.
God, die bij de schepping den menselijke persoon op wonderbare wijze met waardigheid heeft bekleed en hem op nog wondervoller wijze in zijn waardigheid heeft hersteld, heeft ons deelachtig gemaakt aan de godheid van Zijn Zoon, Jezus Christus, die Zich gewaardigd heeft, Zich deelachtig te maken aan onze mensheid. Vgl. Ordo minae Vgl. Ordo minae Ziedaar de ware en verheven adel van onze ziel; ziedaar de adel van de christen; ziedaar de adel van ieder, die leeft in staat van heiligmakende genade. Maar wat is de heiligmakende genade? Zij is dat blanke kleed, dat bij de heilige doopvont, waar wij herboren werden door water en door de Heilige Geest, ons omgaf en ons tot kinderen maakte van God: een kleed, waarvan de glans en schittering afstralen van de edelstenen van het geloof, de hoop en de liefde; van die liefde, die de koningin en de bewaakster is zowel van de genade zelf als van alle deugden en van alle gaven, die deze vergezellen. 0 dierbare jongemannen, bewaart en verdedigt die adel en die genade, die rechtvaardigt en heiligt. Dat is een adel, die niet zijn oorsprong ontleent aan het bloed of aan de roem van voorouders en ouders, maar aan het lijden en het bloed van Jezus Christus, in welke rode stroom de martelaren en de zaligen van de hemel hun klederen rein wassen. Vgl. Apoc. 7, 15 Vgl. Apoc. 7, 15 Bewaart dat mystieke kleed tegen al de vijanden die er op loeren en er een aanval op doen, binnen of buiten u, in de schaduw en in het licht, bij iedere schrede op uw blijde en argeloze weg.
Referenties naar alinea 4: 0
Geen referenties naar deze alineaExtra opties voor deze alinea
Kopieer alinea-URL naar klembord Reageer op deze alinea Deel op social media
5
Noodzakelijkheid van medewerking met de genade
Zulk een verheven adel legt even goed als iedere andere adel verplichtingen op, en deze zijn des te zwaarder en gebiedender, naarmate het behoud en de groei van de genade onder de bijstand van God meer uw persoonlijke taak is en meer van u afhangt. Want het grote mysterie van het werk van de verlossing wordt niet verwezenlijkt en voltrokken op de manier van een mechanische beweging, waarvoor men niet verantwoordelijk is, maar vordert bij hem, die tot het gebruik van de rede gekomen is en goed van kwaad weet te onderscheiden, altijd vrijwillig meegaan en medewerking. God maakt niet zalig dan alleen hem, die zichzelf zalig wil maken. Zo is het de opperste wil van Hem met betrekking tot de persoon van de mens, die Hij geschapen heeft en die Hij begiftigd wilde zien met vrijheid, geweten en verantwoordelijkheid.
Zulk een verheven adel legt even goed als iedere andere adel verplichtingen op, en deze zijn des te zwaarder en gebiedender, naarmate het behoud en de groei van de genade onder de bijstand van God meer uw persoonlijke taak is en meer van u afhangt. Want het grote mysterie van het werk van de verlossing wordt niet verwezenlijkt en voltrokken op de manier van een mechanische beweging, waarvoor men niet verantwoordelijk is, maar vordert bij hem, die tot het gebruik van de rede gekomen is en goed van kwaad weet te onderscheiden, altijd vrijwillig meegaan en medewerking. God maakt niet zalig dan alleen hem, die zichzelf zalig wil maken. Zo is het de opperste wil van Hem met betrekking tot de persoon van de mens, die Hij geschapen heeft en die Hij begiftigd wilde zien met vrijheid, geweten en verantwoordelijkheid.
Referenties naar alinea 5: 0
Geen referenties naar deze alineaExtra opties voor deze alinea
Kopieer alinea-URL naar klembord Reageer op deze alinea Deel op social media
6
Die vrije medewerking van de mens vraagt God voor Zijn rijk hier beneden, op het onmetelijk veld van de Kerk, van die zichtbare maatschappij, die bestemd is voor de verbreiding en het behoud van het geloof, voor de bekering en de redding van de volkeren. De Heer van de oogst vraagt om medewerkers voor het zaaien en het oogsten, en wil en beveelt, dat zij alles wat zij door gebruik van hun eigen krachten, in de Kerk kunnen presteren en doen altijd door Christus, met Christus en in Christus met die krachten volbrengen, en, dan toch ten slotte niet aarzelen te zeggen: "wij zijn onnutte knechten." (Lc. 17, 10)
Referenties naar alinea 6: 0
Geen referenties naar deze alineaExtra opties voor deze alinea
Kopieer alinea-URL naar klembord Reageer op deze alinea Deel op social media
7
De bewonderenswaardige werkzaamheid van de Kerk in de loop van de eeuwen
Werpt eens een blik, gij die de genade en haar kracht bestudeert, op de prachtige, monumentale bouw van de katholieke leer. Zoals die zich tegenwoordig vertoont is hij de heilige tempel van geloof en van de christelijke wijsheid, die door een machtige geestesarbeid is opgetrokken, een geestesarbeid, nooit onderbroken in de loop van de eeuwen, altijd waakzaam en ernstig, om uit de schat van de openbaring, die met Christus en de apostelen was afgesloten, de van de hemel afkomstige waarheden te doen naar voren komen en uitschitteren, ze in helder licht te stellen, er een gekristalliseerde vorm aan te geven en ze met zegels tegen de aanvallen van iedere dwaling te beschermen.
Werpt eens een blik, gij die de genade en haar kracht bestudeert, op de prachtige, monumentale bouw van de katholieke leer. Zoals die zich tegenwoordig vertoont is hij de heilige tempel van geloof en van de christelijke wijsheid, die door een machtige geestesarbeid is opgetrokken, een geestesarbeid, nooit onderbroken in de loop van de eeuwen, altijd waakzaam en ernstig, om uit de schat van de openbaring, die met Christus en de apostelen was afgesloten, de van de hemel afkomstige waarheden te doen naar voren komen en uitschitteren, ze in helder licht te stellen, er een gekristalliseerde vorm aan te geven en ze met zegels tegen de aanvallen van iedere dwaling te beschermen.
Referenties naar alinea 7: 0
Geen referenties naar deze alineaExtra opties voor deze alinea
Kopieer alinea-URL naar klembord Reageer op deze alinea Deel op social media
8
Ziet naar het bewonderenswaardig schouwspel van de heiliging van de mensen en van de volken, die bedwongen werden, opgevoed werden en opgegroeid zijn tot een echt Christendom in geloof en in zeden; doorbladert de jaarboeken van de geschiedenis van de Kerk, van haar leiding en bestuur, van de bescherming en verdediging van haar leven en haar eenheid tegen de vijanden van binnen en van buiten, tegen ketterijen en scheuringen, tegen verval en verslapping. Bestudeert en bewondert dat goddelijk wonder van de Kerk, opgebouwd op het fundament van Petrus, met de kathedralen en met de nederige kapelletjes, die verspreid liggen tot aan de grenzen van de wereld: en brengt dan ere aan God, maar erkent dan tegelijkertijd, dat heel dat wonder zich voltrokken heeft, dank aan de reusachtige strijd van de mensen, die willige medewerkers en werktulgen waren van God, aan wie van eeuw tot eeuw in de voortdurende afwisseling, van tijden en omstandigheden zulke zendingen werden toevertrouwd.
Referenties naar alinea 8: 0
Geen referenties naar deze alineaExtra opties voor deze alinea
Kopieer alinea-URL naar klembord Reageer op deze alinea Deel op social media
9
Een diepe gedachte van de oude Grieken
Wat voor de Kerk geldt, houdt dat soms op te gelden voor het geloofs en genadeleven van ieder christen, van ieder onder u? De oude Grieken hadden een gezegde, dat een diepe gedachte bevat, "vóór de deugd hebben de goden het zweet geplaatst." Hesodius, werken en dagen, v... Hesodius, werken en dagen, v. 289 De goden uit de fabelleer, die geen redding brengen, kennen wij niet:, wij kennen één God alleen, onze Zaligmaker. Maar, dit vooropgesteld, kunt gij dat woord, dat uit het diepste van de menselijke ziel voortkomt, ook wel toepassen op de bovennatuurlijke volmaaktheid, op het leven van de genade. Evenwel met dit voorbehoud: hoezeer de louter menselijke inspanning zich ook in het zweet werkt, nooit zal zij er in slagen, de genade te veroveren. Deze is immers van goddelijke oorsprong en van goddelijke orde en gaat tot in het, oneindige toe ieder geschapen ding en iedere natuurlijke krachtsinspanning te boven. In de bovennatuurlijke wereld, die het rijk van het eeuwige leven is, is God alleen de eerste bewerker van iedere stap die er heen leidt: Hij zal de genade, Hij zal de glorie geven: Gratiam et gloriam dabit Dominus: genade en heerlijkheid geeft de Heer. (Ps. 83, 12) Maar de geleidelijke voortgang en opgang van de genade, het volharden er in, het groeien er in en het vruchtbaar zijn er in, in goedheid en heiligheid, die zich ook over den naaste uitstort, is een hoogte van volmaaktheid, die God niet verleent zonder uw medewerking van iedere dag en van ieder uur. Zoals er zonder voortdurende lichaamstraining geen natuurlijke flinkheid bestaat, zo bestaat er zonder voortdurende geestelijke oefening geen bovennatuurlijke sterkte en standvastigheid. Gaf de H. Ignatius aan dat kostbare boekje, waarin hij lessen en richtlijnen geeft om een volmaakt christen te worden, niet den titel van "Geestelijke Oefeningen"? Gij hebt reeds een beroep of kunst geleerd of zult die met het groeien van uw leeftijd leren. Maar zich tot een goed christen maken is ook een beroep, een kunst, ja de kunst van de kunsten, omdat het de kunst van heel het leven is.
Wat voor de Kerk geldt, houdt dat soms op te gelden voor het geloofs en genadeleven van ieder christen, van ieder onder u? De oude Grieken hadden een gezegde, dat een diepe gedachte bevat, "vóór de deugd hebben de goden het zweet geplaatst." Hesodius, werken en dagen, v... Hesodius, werken en dagen, v. 289 De goden uit de fabelleer, die geen redding brengen, kennen wij niet:, wij kennen één God alleen, onze Zaligmaker. Maar, dit vooropgesteld, kunt gij dat woord, dat uit het diepste van de menselijke ziel voortkomt, ook wel toepassen op de bovennatuurlijke volmaaktheid, op het leven van de genade. Evenwel met dit voorbehoud: hoezeer de louter menselijke inspanning zich ook in het zweet werkt, nooit zal zij er in slagen, de genade te veroveren. Deze is immers van goddelijke oorsprong en van goddelijke orde en gaat tot in het, oneindige toe ieder geschapen ding en iedere natuurlijke krachtsinspanning te boven. In de bovennatuurlijke wereld, die het rijk van het eeuwige leven is, is God alleen de eerste bewerker van iedere stap die er heen leidt: Hij zal de genade, Hij zal de glorie geven: Gratiam et gloriam dabit Dominus: genade en heerlijkheid geeft de Heer. (Ps. 83, 12) Maar de geleidelijke voortgang en opgang van de genade, het volharden er in, het groeien er in en het vruchtbaar zijn er in, in goedheid en heiligheid, die zich ook over den naaste uitstort, is een hoogte van volmaaktheid, die God niet verleent zonder uw medewerking van iedere dag en van ieder uur. Zoals er zonder voortdurende lichaamstraining geen natuurlijke flinkheid bestaat, zo bestaat er zonder voortdurende geestelijke oefening geen bovennatuurlijke sterkte en standvastigheid. Gaf de H. Ignatius aan dat kostbare boekje, waarin hij lessen en richtlijnen geeft om een volmaakt christen te worden, niet den titel van "Geestelijke Oefeningen"? Gij hebt reeds een beroep of kunst geleerd of zult die met het groeien van uw leeftijd leren. Maar zich tot een goed christen maken is ook een beroep, een kunst, ja de kunst van de kunsten, omdat het de kunst van heel het leven is.
Referenties naar alinea 9: 0
Geen referenties naar deze alineaExtra opties voor deze alinea
Kopieer alinea-URL naar klembord Reageer op deze alinea Deel op social media
10
Het rijk van de hemelen wordt niet veroverd door kleinmoedigheid, noch door traagheid
Die kunst heeft één enkele meester Magister vester unus est, Christus: één is uw meester, de Christus. (Mt. 23, 10) Jezus is er de bewonderenswaardige meester van, de meester, zachtmoedig en nederig van harte, vol wijsheid en macht, die Zijn leerlingen met Zichzelf voedt, want Zijn Vlees is waarlijk spijs en Zijn Bloed is waarlijk drank. Zijn school is een altaar, Zijn altaar is een dis, waar men het brood des hemels proeft, dat alle zoetheid in zich bevat. 0 dierbare jongelingen, die de zoetheid van het vluchtige leven in dit dal van tranen zoekt, nadert tot de tafel van Christus: "Smaakt en ziet hoe zoet de Heer is." (Ps. 33, 9) Denkt aan de geestelijke krachten van machtig leven, die uit de heilige Eucharistie voortkomen. Maar waarin bestaat haar uitwerking? Misschien hierin, dat gij u zonder strijd kunt blootstellen aan de bedreigingen en gevaren voor geloof en deugd? Of niet veeleer in de kracht, die Christus u in de heilige communie wil schenken om u als Zijn moedige leerlingen en soldaten te wapenen voor het aangaan en volhardend voeren van die dagelijkse strijd, die u van de zonde afhoudt, u bevestigt in de deugd en u doet groeien in Christus? In het leven van de christen, dat een strijd van ieder uur is, is er geen plaats voor stilzitten, geen kwartier voor rusten en verpozen, geen toevluchtsoord voor behagelijk nietsdoen. Het rijk van de hemelen wordt verkregen door geweld, en de geweldenaars veroveren het. (Mt. 11, 12) Het wordt niet veroverd door kleinmoedigheid of traagheid.
Die kunst heeft één enkele meester Magister vester unus est, Christus: één is uw meester, de Christus. (Mt. 23, 10) Jezus is er de bewonderenswaardige meester van, de meester, zachtmoedig en nederig van harte, vol wijsheid en macht, die Zijn leerlingen met Zichzelf voedt, want Zijn Vlees is waarlijk spijs en Zijn Bloed is waarlijk drank. Zijn school is een altaar, Zijn altaar is een dis, waar men het brood des hemels proeft, dat alle zoetheid in zich bevat. 0 dierbare jongelingen, die de zoetheid van het vluchtige leven in dit dal van tranen zoekt, nadert tot de tafel van Christus: "Smaakt en ziet hoe zoet de Heer is." (Ps. 33, 9) Denkt aan de geestelijke krachten van machtig leven, die uit de heilige Eucharistie voortkomen. Maar waarin bestaat haar uitwerking? Misschien hierin, dat gij u zonder strijd kunt blootstellen aan de bedreigingen en gevaren voor geloof en deugd? Of niet veeleer in de kracht, die Christus u in de heilige communie wil schenken om u als Zijn moedige leerlingen en soldaten te wapenen voor het aangaan en volhardend voeren van die dagelijkse strijd, die u van de zonde afhoudt, u bevestigt in de deugd en u doet groeien in Christus? In het leven van de christen, dat een strijd van ieder uur is, is er geen plaats voor stilzitten, geen kwartier voor rusten en verpozen, geen toevluchtsoord voor behagelijk nietsdoen. Het rijk van de hemelen wordt verkregen door geweld, en de geweldenaars veroveren het. (Mt. 11, 12) Het wordt niet veroverd door kleinmoedigheid of traagheid.
Referenties naar alinea 10: 0
Geen referenties naar deze alineaExtra opties voor deze alinea
Kopieer alinea-URL naar klembord Reageer op deze alinea Deel op social media
11
De onderhouding van de geboden teken van liefde
Maar het altaar van Christus is ook een school van liefde; van die liefde, die niet alleen bestaat in woorden of in de tong, maar in de daad en in de waarheid (1 Joh. 3, 18); van die liefde, die bestaat in de onderhouding van Zijn geboden. "Wanneer gij Mijn geboden onderhoudt", zo getuigde de goddelijke Meester, "zult gij in Mijn liefde blijven, zoals ook Ik de geboden van Mijn Vader heb onderhouden en in Zijn liefde blijf." (Joh. 15, 10) Wilt gij u bewaren in de liefde van God, het opperste goed en het hoogste leven van de ziel? Weet u dan tot meesters te maken van uzelf en van uw hartstochten. Wilt gij de heilige wet van Christus onderhouden? Hebt dan een jong hart, dat niet aarzelt om Christus' wille te verzaken aan de wereld, aan het vlees, aan satan. Als de weg naar de hemel smal en steil is: gij wordt op uw schreden vergezeld door een machtige gezellin die u leidt, u staande houdt, u versterkt in uw zwakheid, u geneest in uw krankheid, u opheft als gij gevallen zijt: de goddelijke genade, die altijd klaar en gereed is om in uw ziel dat godvruchtig leven uit te storten en te vernieuwen, welks water, dat springt ten eeuwigen leven, uitmondt in de eindeloze stroom van de goddelijke vreugde zelf, nl. het bezit van God. Maar om daartoe te geraken moet gij, hoezeer gesteund en levend gemaakt door de genade van Christus, zelf de weg bewandelen, de weg, die is aangewezen door de geboden, door, het offer, door het kruis, en die Christus het eerst van allen heeft afgelegd.
Maar het altaar van Christus is ook een school van liefde; van die liefde, die niet alleen bestaat in woorden of in de tong, maar in de daad en in de waarheid (1 Joh. 3, 18); van die liefde, die bestaat in de onderhouding van Zijn geboden. "Wanneer gij Mijn geboden onderhoudt", zo getuigde de goddelijke Meester, "zult gij in Mijn liefde blijven, zoals ook Ik de geboden van Mijn Vader heb onderhouden en in Zijn liefde blijf." (Joh. 15, 10) Wilt gij u bewaren in de liefde van God, het opperste goed en het hoogste leven van de ziel? Weet u dan tot meesters te maken van uzelf en van uw hartstochten. Wilt gij de heilige wet van Christus onderhouden? Hebt dan een jong hart, dat niet aarzelt om Christus' wille te verzaken aan de wereld, aan het vlees, aan satan. Als de weg naar de hemel smal en steil is: gij wordt op uw schreden vergezeld door een machtige gezellin die u leidt, u staande houdt, u versterkt in uw zwakheid, u geneest in uw krankheid, u opheft als gij gevallen zijt: de goddelijke genade, die altijd klaar en gereed is om in uw ziel dat godvruchtig leven uit te storten en te vernieuwen, welks water, dat springt ten eeuwigen leven, uitmondt in de eindeloze stroom van de goddelijke vreugde zelf, nl. het bezit van God. Maar om daartoe te geraken moet gij, hoezeer gesteund en levend gemaakt door de genade van Christus, zelf de weg bewandelen, de weg, die is aangewezen door de geboden, door, het offer, door het kruis, en die Christus het eerst van allen heeft afgelegd.
Referenties naar alinea 11: 0
Geen referenties naar deze alineaExtra opties voor deze alinea
Kopieer alinea-URL naar klembord Reageer op deze alinea Deel op social media
12
Het gebed van de katholieke jongelingen
Terwijl gij op die weg voortgaat, beminde zonen, blijft méér dan het leven van het lichaam het leven van de ziel op de hoogste prijs stellen. Want een leven van duizend jaren en de verovering van heel de wereld zou u niets baten, als gij uw ziel zoudt verliezen. Is de genade soms niet de grootste en kostbaarste schat, die gij in uw hart draagt? De schatten die het kostbaarst zijn, bewaart en verdedigt men met meer ijver en moed. Bewaart de genade, bewaart de vriendschap met God, zonder welke wij in de bovennatuurlijke orde niets kunnen doen. "Zonder Mij", zeide de goddelijke Verlosser, "kunt gij niets doen." (Joh. 15, 5) Als de waarheid van Hem, die de weg en het leven is, de zin zal zijn van uw geest en uw jeugd, dan zal zij u omgeven met een schild tegen de gevaren van de nacht, tegen de pijlen van de dag, tegen het verderf, dat aansluipt in de duisternis, tegen de besmetting, die verderft op de middag. (Ps. 90, 5-6) Maar het grote middel om de genade te verkrijgen, om de liefde van Christus, die de vervulling van Zijn geboden is, te bewaren, is het gebed, zelf een genade, die de genade afroept. Bidt. Bidt samen met de Kerk, uw moeder, die op de eerste Zondag na Pinksteren aldus smeekt:
Terwijl gij op die weg voortgaat, beminde zonen, blijft méér dan het leven van het lichaam het leven van de ziel op de hoogste prijs stellen. Want een leven van duizend jaren en de verovering van heel de wereld zou u niets baten, als gij uw ziel zoudt verliezen. Is de genade soms niet de grootste en kostbaarste schat, die gij in uw hart draagt? De schatten die het kostbaarst zijn, bewaart en verdedigt men met meer ijver en moed. Bewaart de genade, bewaart de vriendschap met God, zonder welke wij in de bovennatuurlijke orde niets kunnen doen. "Zonder Mij", zeide de goddelijke Verlosser, "kunt gij niets doen." (Joh. 15, 5) Als de waarheid van Hem, die de weg en het leven is, de zin zal zijn van uw geest en uw jeugd, dan zal zij u omgeven met een schild tegen de gevaren van de nacht, tegen de pijlen van de dag, tegen het verderf, dat aansluipt in de duisternis, tegen de besmetting, die verderft op de middag. (Ps. 90, 5-6) Maar het grote middel om de genade te verkrijgen, om de liefde van Christus, die de vervulling van Zijn geboden is, te bewaren, is het gebed, zelf een genade, die de genade afroept. Bidt. Bidt samen met de Kerk, uw moeder, die op de eerste Zondag na Pinksteren aldus smeekt:
"
Referenties naar alinea 12: 0
Geen referenties naar deze alineaExtra opties voor deze alinea
Kopieer alinea-URL naar klembord Reageer op deze alinea Deel op social media
13
Opdat deze wens in vervulling ga, verlenen Wij van harte aan u beminde zonen, aan uw ouders, verwanten en makkers, aan heel de dierbare jeugd van de Katholieke Actie met haar assistenten, presidenten en leiders onze vaderlijke apostolische zegen.
Referenties naar alinea 13: 0
Geen referenties naar deze alineaExtra opties voor deze alinea
Kopieer alinea-URL naar klembord Reageer op deze alinea Deel op social mediahttps://rkdocumenten.nl/toondocument/394-jongelingen-van-de-katholieke-actie-uit-de-bisdommen-van-italie-nl