Inhoudsopgave
- Inhoud
Ter toepassing van de kerkelijke wet, die in artikel 52 van de zegt: “{De } behandelt delicten die tegen het geloof en ook meest zware delicten die tegen de zeden of bij de viering van de Sacramenten zijn begaan, die aan haar zijn voorgelegd, en - als dat nodig is - gaat zij voort tot het verklaren of opleggen van canonieke straffen volgens de norm van het gemene en het eigen recht” , was het eerst en vooral noodzakelijk de wijze van proces te bepalen betreffende de delicten tegen het geloof. Dit is gebeurd met de normen, getiteld ‘’, geratificeerd en bevestigd door Paus Johannes Paulus II, met de artikels 28-29, samen goedgekeurd in forma specifica.
Ongeveer tezelfdertijd heeft de in een commissie ‘ad hoc’ zich toegelegd op de zorgvuldige studie van de canons over de delicten, zowel in de als ook in de , om “de meest zware delicten die tegen de zeden of bij de viering van de Sacramenten zijn begaan” te bepalen en om ook de bijzondere, procedure-normen “om kerkrechterlijke sancties af te kondigen en op te leggen” te vervolmaken, aangezien de Instructie , welke tot nu toe van kracht was en gepubliceerd door de Allerheiligste Congregatie van het Heilig Officie op 16 maart 1962 , herzien moest worden na de afkondiging van het nieuwe .
Na een aandachtig onderzoek van de wensen en de gepaste consultaties heeft de commissie dit werk eindelijk voltooid. De vaders van de hebben dit werk nog nauwkeuriger onderzocht en aan de Paus voorgelegd de conclusies omtrent de bepaling van de meest zware delicten en omtrent de wijze van procedure in het afkondigen of opleggen van sancties. Dit alles blijft stevig binnen de exclusieve competentie van dezelfde Congregatie als apostolisch Tribunaal. Al deze zaken zijn door de Paus goedgekeurd, bevestigd en afgekondigd geworden door de Apostolische Brief, gegeven in de vorm van een motu proprio, .
Referenties naar deze alinea: 0
Geen referenties naar deze alineaExtra opties voor deze alinea
Kopieer alinea-URL naar klembord Reageer op deze alinea Deel op social media
1
De meest zware delicten zowel inzake de viering van de sacramenten als tegen de moraal, voorbehouden aan de , zijn:
- delicten tegen het meest heilige Sacrament en Offer van de Eucharistie, zijnde:
- het wegnemen of bij zich houden met een heiligschennend doel of de profanering van de gewijde gedaanten ;
- de poging van liturgische handeling van het Eucharistisch Offer of te wel de simulatie ;
- de verboden concelebratie van het Eucharistisch Offer samen met bedienaars van kerkelijke gemeenschappen die niet de apostolische opvolging bezitten noch de sacramentele waardigheid van de priesterwijding erkennen ;
- de consecratie met heiligschennend doel van een materie zonder de andere in de Eucharistische viering of ook van beide buiten de Eucharistische viering.
Referenties naar alinea 1: 1
Rescriptum ex audientia Ss.mi - Oprichting van een raad van Kardinalen binnen de Congregatie van de Geloofsleer voor de behandeling van de 'delicta graviora' ->=geentekst=
Extra opties voor deze alinea
Kopieer alinea-URL naar klembord Reageer op deze alinea Deel op social media
2
- delicten tegen de heiligheid van het Sacrament van de Biecht, zijnde:
- de absolutie van een medeplichtige in een zonde tegen het zesde gebod van de ;
- de sollicitatie ‘in actu’, bij gelegenheid of onder voorwendsel van de belijdenis van de zonden, tegen het zesde gebod van de indien ze leidt tot het zondigen bij dezelfde biechtvader ;
- de rechtstreekse schending van het biechtgeheim.
Referenties naar alinea 2: 1
Rescriptum ex audientia Ss.mi - Oprichting van een raad van Kardinalen binnen de Congregatie van de Geloofsleer voor de behandeling van de 'delicta graviora' ->=geentekst=
Extra opties voor deze alinea
Kopieer alinea-URL naar klembord Reageer op deze alinea Deel op social media
3
- delicten tegen de moraal, zijnde: het delict tegen het zesde gebod van de , uitgevoerd door een clericus met een minderjarige jonger dan 18 jaar
Referenties naar alinea 3: 1
Rescriptum ex audientia Ss.mi - Oprichting van een raad van Kardinalen binnen de Congregatie van de Geloofsleer voor de behandeling van de 'delicta graviora' ->=geentekst=
Extra opties voor deze alinea
Kopieer alinea-URL naar klembord Reageer op deze alinea Deel op social media
4
Aan het apostolische Tribunaal van de zijn enkel deze delicten voorbehouden welke boven zijn opgesomd met hun definitie.
Referenties naar alinea 4: 1
Rescriptum ex audientia Ss.mi - Oprichting van een raad van Kardinalen binnen de Congregatie van de Geloofsleer voor de behandeling van de 'delicta graviora' ->=geentekst=
Extra opties voor deze alinea
Kopieer alinea-URL naar klembord Reageer op deze alinea Deel op social media
5
Telkens een ordinarius of overste bericht krijgt van een minstens waarschijnlijk voorbehouden delict en nadat hij een eerste onderzoek heeft verricht, meldt hij dit aan de , welke, -tenzij zij wegens bijzondere omstandigheden de zaak voor zichzelf opeist-, aan de ordinarii of oversten beveelt, bij het geven van gepaste normen, over te gaan tot verdere stappen door middel van het eigen tribunaal.
Referenties naar alinea 5: 1
Rescriptum ex audientia Ss.mi - Oprichting van een raad van Kardinalen binnen de Congregatie van de Geloofsleer voor de behandeling van de 'delicta graviora' ->=geentekst=
Extra opties voor deze alinea
Kopieer alinea-URL naar klembord Reageer op deze alinea Deel op social media
6
Het recht op beroep tegen de uitspraak van eerste instantie, zowel van de kant van de aangeklaagde of van zijn verdediger als van de kant van de ‘promotor iustitiae’ verblijft enkel en als geldig bij het hoogste Tribunaal van dezelfde .
Referenties naar alinea 6: 1
Rescriptum ex audientia Ss.mi - Oprichting van een raad van Kardinalen binnen de Congregatie van de Geloofsleer voor de behandeling van de 'delicta graviora' ->=geentekst=
Extra opties voor deze alinea
Kopieer alinea-URL naar klembord Reageer op deze alinea Deel op social media
7
Er dient in ogenschouw genomen te worden dat de criminele handeling betreffende de delicten voorbehouden aan de door verjaring in een periode van tien jaar, uitdooft. De verjaring loopt volgens het algemene en universele recht ; maar een delict met een minderjarige door een clericus begint te verjaren op de dag de minderjarige de leeftijd van 18 jaar heeft bereikt
Referenties naar alinea 7: 0
Geen referenties naar deze alineaExtra opties voor deze alinea
Kopieer alinea-URL naar klembord Reageer op deze alinea Deel op social media
8
In de tribunaals opgericht door de ordinarii of oversten kunnen voor deze gevallen enkel priesters geldig de taak van rechter, ‘promotor iustitiae’, notaris of verdediger bekleden. Wanneer de zaak in het tribunaal op enigerlei wijze besloten is, worden alle stukken van de zaak ex officio als allereerste naar de overgebracht.
Referenties naar alinea 8: 0
Geen referenties naar deze alineaExtra opties voor deze alinea
Kopieer alinea-URL naar klembord Reageer op deze alinea Deel op social media
9
Alle tribunalen van de Latijnse Kerk en van de Oosterse katholieke Kerken worden gehouden de canons betreffende delicten en straffen als ook deze over het strafrecht in hun respectievelijke wetboeken na te volgen, samen met de speciale normen die geval per geval zullen gegeven worden door de . Beide dienen in alle gevallen toegepast te worden.
De zaken van deze aard zijn onderworpen aan het pauselijk geheim.
Referenties naar alinea 9: 0
Geen referenties naar deze alineaExtra opties voor deze alinea
Kopieer alinea-URL naar klembord Reageer op deze alinea Deel op social media
10
Met deze brief, verzonden per mandaat van de Paus aan alle bisschoppen van de katholieke Kerk, aan de algemene oversten van clericale, religieuze instituten van pauselijk recht en van gemeenschappen van clericaal, apostolisch leven van pauselijk recht en aan andere, belanghebbende ordinari en oversten, is het niet enkel de wens dat de meest zware delicten helemaal vermeden worden maar vooral dat, omwille van de heiligheid van de clerus en van de gelovigen, welke ook door middel van noodzakelijke sancties dient bevorderd te worden, van de kant van de ordinari en oversten er een innige, pastorale zorg zal plaatsvinden.
Rome, vanuit de 18 mei 2001
Joseph Kardinaal Ratzinger,
Prefect
Tarcisius Bertone S.D.B.,
Secretaris
Referenties naar alinea 10: 0
Geen referenties naar deze alineaExtra opties voor deze alinea
Kopieer alinea-URL naar klembord Reageer op deze alinea Deel op social media
https://rkdocumenten.nl/toondocument/3490-ad-exsequendam-de-delictis-gravioribus-nl