Monastieke theologie en scholastieke theologie
x
Informatie over dit document
Monastieke theologie en scholastieke theologie
Paus Benedictus XVI
28 oktober 2009
Pauselijke geschriften - Audiënties
2009, Libreria Editrice Vaticana
Vert.: Sorores Christi; alineaverdeling en -nummering: redactie
Vert.: Sorores Christi; alineaverdeling en -nummering: redactie
28 oktober 2009
15 maart 2010
3229
nl
Referenties naar dit document: 1
Open uitgebreid overzichtReferenties naar dit document van thema's en berichten
Open uitgebreid overzichtExtra opties voor dit document
Kopieer document-URL naar klembord Reageer op dit document Deel op social mediaInhoudsopgave
- Inhoud
1
Geliefde broeders en zusters, Vandaag sta ik stil bij een interessante bladzijde uit de geschiedenis, die betrekking heeft op de bloei van de Latijnse theologie in de XIIe eeuw, dank zij een providentiële opeenvolging van omstandigheden In de landen van West-Europa heerste toen een betrekkelijke vrede, die de samenleving economische ontwikkeling bood, de politieke structuren verstevigde en een dynamische culturele activiteit begunstigde, in het bijzonder dank zij contacten met het Oosten. Binnen de Kerk waren de weldaden zichtbaar van wat bekend stond als de “Gregoriaanse hervorming”, sterk gepromoveerd in de eeuw ervóór, en die had bijgedragen tot grotere evangelische zuiverheid in het leven van de kerkgemeenschap, en in het bijzonder onder de geestelijken, en die aan de Kerk en het pausdom een authentieke vrijheid van handelen had teruggegeven. Bovendien verspreidde zich een omvangrijke geestelijke vernieuwing, ondersteund door een aanzienlijke ontplooiing van het religieus leven: nieuwe religieuze Ordes ontstonden en breidden zich uit terwijl degene die reeds bestonden een veelbelovende heropbloei kenden.
Referenties naar alinea 1: 0
Geen referenties naar deze alineaExtra opties voor deze alinea
Kopieer alinea-URL naar klembord Reageer op deze alinea Deel op social media
2
De theologie bloeide eveneens terug op en verwierf een groter besef van haar natuur: zij verfijnde haar methode, bood het hoofd aan nieuwe problemen, maakte vooruitgang in de contemplatie van de Goddelijke mysteries, bracht fundamentele werken voort, inspireerde belangrijke culturele, artistieke, literaire initiatieven en bereidde de meesterwerken voor van de daarop volgende eeuw, de eeuw van Thomas van Aquino en Bonaventura van Bagnoregio. Deze geestdriftige theologische activiteit voltrok zich in twee middens: de kloosters en scholen van de stad, de “scholae” waarvan sommigen weldra ontstaan zouden geven aan de universiteiten, één van de “uitvindingen” die typisch zijn voor de christelijke middeleeuwen. Het is precies vanuit die twee middens, de kloosters en de “scholae”, dat men kan spreken over twee verschillende modellen van theologie: de monastieke en de scholastieke theologie. De vertegenwoordigers van de monastieke theologie waren monniken, over het algemeen abten, begiftigd met wijsheid en evangelische vurigheid, wezenlijk gewijd aan het opwekken en voeden van het liefdevol verlangen naar God. De vertegenwoordigers van de scholastieke theologie waren gecultiveerde mannen, gepassioneerd door onderzoek; “magistraten” die de wijsheid en gegrondheid wilden aantonen van de mysteries van God en de mens, waarin zij geloofden, voorzeker dank zij het geloof, maar die zij ook met het verstand begrepen. Het verschil in doelstelling verklaart het verschil in methode en in de manier om aan theologie te doen.
Referenties naar alinea 2: 0
Geen referenties naar deze alineaExtra opties voor deze alinea
Kopieer alinea-URL naar klembord Reageer op deze alinea Deel op social media
3
Monastieke theologie
In de kloosters van de XIIe eeuw, was de theologische methode in hoofdzaak verbonden met het verklaren van de Heilig Schriften, van de “sacra pagina”, zoals de schrijvers uit dit tijd ze noemden; men beoefende vooral Bijbelse theologie. Dat wil zeggen dat alle monniken de Heilige Schriften vroom beluisterden en lazen; één van hun belangrijkste bezigheden was de “lectio divina”, het biddend lezen van de Bijbel. Voor hen was het lezen van de sacrale tekst alleen niet voldoende om zijn diepe zin, innerlijke samenhang en transcendente boodschap te waar te nemen. Men diende de tekst dus "spiritueel te lezen", volgzaam onder de leiding van de Heilige Geest. Door toedoen van de Kerkvaders werd de Bijbel op een allegorische wijze geïnterpreteerd om op elke bladzijde van zowel het Oude als het Nieuwe Testament te ontdekken wat zij zegt over Christus en Zijn heilswerk.
In de kloosters van de XIIe eeuw, was de theologische methode in hoofdzaak verbonden met het verklaren van de Heilig Schriften, van de “sacra pagina”, zoals de schrijvers uit dit tijd ze noemden; men beoefende vooral Bijbelse theologie. Dat wil zeggen dat alle monniken de Heilige Schriften vroom beluisterden en lazen; één van hun belangrijkste bezigheden was de “lectio divina”, het biddend lezen van de Bijbel. Voor hen was het lezen van de sacrale tekst alleen niet voldoende om zijn diepe zin, innerlijke samenhang en transcendente boodschap te waar te nemen. Men diende de tekst dus "spiritueel te lezen", volgzaam onder de leiding van de Heilige Geest. Door toedoen van de Kerkvaders werd de Bijbel op een allegorische wijze geïnterpreteerd om op elke bladzijde van zowel het Oude als het Nieuwe Testament te ontdekken wat zij zegt over Christus en Zijn heilswerk.
Referenties naar alinea 3: 0
Geen referenties naar deze alineaExtra opties voor deze alinea
Kopieer alinea-URL naar klembord Reageer op deze alinea Deel op social media
4
De Bisschoppensynode van verleden jaar over het “Woord van God in het leven en de zending van de Kerk” [d:223] heeft herinnerd aan het belang van de spirituele benadering van de Heilige Schriften. Daarom is het nuttig de monastieke theologie, deze ononderbroken bijbelexegese, naar waarde te schatten, evenals de werken van degenen die haar vertegenwoordigen; ze zijn een kostbare ascetische commentaar op de boeken van de Bijbel. De literaire voorbereiding verenigde dus monastieke en spirituele theologie. Dat wil zeggen dat zij zich ervan bewust was dat een louter theoretische en profane lectuur niet volstaat: om binnen te treden in het hart van de Heilige Schrift moet men ze lezen in de geest waarin zij geschreven werd en tot stand kwam. Een literaire voorbereiding is nodig om de juiste betekenis van de woorden te kennen en de tekst gemakkelijker te begrijpen, dank zij een verfijnde gevoeligheid voor grammatica en filologie. De Benedictijner onderzoeker van vorige eeuw, Jean Leclercq, gaf aan zijn essay over de eigenschappen van de monastieke theologie, de titel: “ L’amour des lettres et le désir de Dieu [3230] - Liefde voor de letterkunde en verlangen naar God”. Inderdaad, het verlangen God te kennen en te beminnen, dat voortvloeit uit onze ontmoeting met Hem in Zijn woord dat moet ontvangen, gemediteerd en beoefend worden, brengt mee dat men de bijbelteksten in al hun dimensies probeert te onderzoeken. Er bestaat ook een andere bekwaamheid waarop de beoefenaars van de monastieke theologie de nadruk leggen. Het gaat om een diepe gebedshouding die het bestuderen van de Heilige Schrift moet voorafgaan, begeleiden en vervolledigen. Aangezien monastieke theologie in laatste instantie luisteren is naar Gods woord, moet men zijn hart zuiveren om het woord op te nemen en moet het hart bovendien branden van ijver om de Heer te ontmoeten. Theologie wordt dus meditatie, gebed, lofzang en zij spoort aan tot oprechte bekering. Talrijke vertegenwoordigers van de monastieke theologie bereikten langs die weg de hoogste toppen van de mystieke ervaring. Ook voor ons is dit een uitnodiging ons leven met Gods woord te voeden, bijvoorbeeld door het aandachtiger beluisteren van de Evangelielezingen, vooral tijdens de zondagsmis. Het is daarenboven belangrijk elke dag een bepaalde tijd voor te behouden voor het overwegen van de Bijbel, opdat het woord van God de lamp kan zijn die onze dagelijks weg op aarde verlicht.
Referenties naar alinea 4: 0
Geen referenties naar deze alineaExtra opties voor deze alinea
Kopieer alinea-URL naar klembord Reageer op deze alinea Deel op social media
5
Scholastieke theologie
Scholastieke theologie daarentegen werd – zoals we zeiden – in de “scholae” gepredikt; zij ontstond naast de grote kathedralen van die tijd, voor de opleiding van de clerus, ofwel in de kring van een meester in theologie met zijn leerlingen teineinde specialisten in cultuur op te leiden in een tijd waarin kennis steeds meer gewaardeerd werd. In de methode van de scholastieken stond de “questio” centraal, dat wil zeggen het probleem dat zich aandient bij de lezer wanneer hij geconfronteerd wordt met de woorden van de Schrift en de Traditie. Het probleem dat deze gezaghebbende teksten stellen, wekt vragen op die het debat op gang brachten tussen de meester en zijn studenten. In dat debat verschijnen enerzijds argumenten van de autoriteit en anderzijds van de rede en het debat beoogt uiteindelijk een synthese te vinden tussen autoriteit en rede, om dieper inzicht te krijgen in Gods woord. Hierover zegt de heilige Bonaventura: theologie is “per additionem” vgl: I, proem. q. 1, concl. [[[908]]], ’t is te zeggen de theologie voegt aan het woord van God de dimensie van de rede toe en maakt zo het geloof dieper, persoonlijker en dus ook concreter in het leven van de mens. Hierbij dienden verschillende oplossingen zich aan en men kwam tot conclusies die een theologisch systeem begonnen op te vormen. Het samenstellen van de “quaestiones” leidde tot steeds langere syntheses, anders gezegd men bracht de verschillende “quaestiones” met hun verschillende antwoorden bijeen en creëerde zo een synthese en kwam tot “summae”, eigenlijk lange verhandelingen over dogmatische theologie die tot stand kwamen door confrontatie van de menselijke rede met het woord Gods. De scholastieke theologie wou de eenheid en harmonie van de christelijke Openbaring voorstellen aan de hand van een methode, “scholastiek” - van de school - genoemd, die vertrouwen stelt in de menselijke rede: de grammatica en filologie staan ten dienste van het theologisch kennen, maar meer nog van de logica, dat is de discipline die bestudeert hoe het menselijk redeneren functioneert en waaruit de waarheid van een stelling duidelijk naar voor komt. Ook vandaag nog, wordt men bij het lezen van de scholastieke “summae” getroffen door de orde, duidelijkheid, logische aaneenschakeling van de argumenten en door de diepgang van bepaalde intuïties. Door het technisch taalgebruik wordt aan ieder woord een precieze betekenis gegeven en er komt tussen geloven en begrijpen een beweging tot stand van wederzijdse verheldering.
Scholastieke theologie daarentegen werd – zoals we zeiden – in de “scholae” gepredikt; zij ontstond naast de grote kathedralen van die tijd, voor de opleiding van de clerus, ofwel in de kring van een meester in theologie met zijn leerlingen teineinde specialisten in cultuur op te leiden in een tijd waarin kennis steeds meer gewaardeerd werd. In de methode van de scholastieken stond de “questio” centraal, dat wil zeggen het probleem dat zich aandient bij de lezer wanneer hij geconfronteerd wordt met de woorden van de Schrift en de Traditie. Het probleem dat deze gezaghebbende teksten stellen, wekt vragen op die het debat op gang brachten tussen de meester en zijn studenten. In dat debat verschijnen enerzijds argumenten van de autoriteit en anderzijds van de rede en het debat beoogt uiteindelijk een synthese te vinden tussen autoriteit en rede, om dieper inzicht te krijgen in Gods woord. Hierover zegt de heilige Bonaventura: theologie is “per additionem” vgl: I, proem. q. 1, concl. [[[908]]], ’t is te zeggen de theologie voegt aan het woord van God de dimensie van de rede toe en maakt zo het geloof dieper, persoonlijker en dus ook concreter in het leven van de mens. Hierbij dienden verschillende oplossingen zich aan en men kwam tot conclusies die een theologisch systeem begonnen op te vormen. Het samenstellen van de “quaestiones” leidde tot steeds langere syntheses, anders gezegd men bracht de verschillende “quaestiones” met hun verschillende antwoorden bijeen en creëerde zo een synthese en kwam tot “summae”, eigenlijk lange verhandelingen over dogmatische theologie die tot stand kwamen door confrontatie van de menselijke rede met het woord Gods. De scholastieke theologie wou de eenheid en harmonie van de christelijke Openbaring voorstellen aan de hand van een methode, “scholastiek” - van de school - genoemd, die vertrouwen stelt in de menselijke rede: de grammatica en filologie staan ten dienste van het theologisch kennen, maar meer nog van de logica, dat is de discipline die bestudeert hoe het menselijk redeneren functioneert en waaruit de waarheid van een stelling duidelijk naar voor komt. Ook vandaag nog, wordt men bij het lezen van de scholastieke “summae” getroffen door de orde, duidelijkheid, logische aaneenschakeling van de argumenten en door de diepgang van bepaalde intuïties. Door het technisch taalgebruik wordt aan ieder woord een precieze betekenis gegeven en er komt tussen geloven en begrijpen een beweging tot stand van wederzijdse verheldering.
Referenties naar alinea 5: 0
Geen referenties naar deze alineaExtra opties voor deze alinea
Kopieer alinea-URL naar klembord Reageer op deze alinea Deel op social media
6
Geliefde broeders en zusters, als weerklank op de uitnodiging uit de eerste Petrusbrief, moedigt de scholastieke theologie ons aan altijd bereid te zijn aan iedereen die ons erom vraagt, verantwoording te geven van de hoop die in ons leeft (1 Pt. 3, 15) [[b:1 Pt. 3, 15]], de vragen als de onze te beschouwen en ze te kunnen beantwoorden. De scholastieke theologie herinnert ons aan de natuurlijke vriendschap die bestaat tussen geloof en rede en die in de ordening van de schepping zelf gefundeerd is. De Dienaars Gods, Johannes Paulus II, schrijft in het “incipit” van de encycliek “Fides et ratio”: “Het geloof en de rede zijn als de twee vleugels die de menselijke geest in staat stellen zich te verheffen tot de contemplatie van de waarheid”. Het geloof staat open voor de inspanning van de rede om te begrijpen, de rede erkent op haar beurt dat het geloof haar niet onderdrukt doch in tegendeel ondersteunt op weg naar bredere en verhevener horizonten. Hier heeft de eeuwige les van de monastieke theologie haar plaats. Geloof en rede trillen van vreugde in een onderlinge dialoog wanneer zij alle twee bezield zijn door het zoeken van de innige vereniging met God. Wanneer de liefde de biddende dimensie van de theologie bezielt, wordt de kennis die door de rede verworven wordt, ruimer. De waarheid wordt in nederigheid gezocht en met verrukking en dankbaarheid ontvangen: in één woord, kennis groeit alleen wanneer zij de waarheid bemint. Liefde wordt intelligentie en authentieke theologie wordt wijsheid van het hart die aan het geloof en het leven van de gelovigen richting geeft en steun. Laten wij dus bidden opdat de weg van de kennis en het onderzoek van de Goddelijke mysteries steeds door de Goddelijke liefde zou verlicht worden.
Referenties naar alinea 6: 0
Geen referenties naar deze alineaNotities bij deze alinea
Aan het einde van de Audiëntie sprak de Paus o.a. Tot de pelgrims van het Bisdom Den Bosch [3228], die een pelgrimage hielden naar Rome bij gelegenheid van het 450-jarig bestaan van het Bisdom.Extra opties voor deze alinea
Kopieer alinea-URL naar klembord Reageer op deze alinea Deel op social mediaReferenties naar dit document: 1
Open uitgebreid overzichthttps://rkdocumenten.nl/toondocument/3229-monastieke-theologie-en-scholastieke-theologie-nl