Divini Cultus Sanctitatem
x
Informatie over dit document
Divini Cultus Sanctitatem
Over het gestadig meer bevorderen van de liturgie, de gregoriaanse zang en de gewijde muziek
Paus Pius XII
20 december 1928
Pauselijke geschriften - Apostolische Constituties
1949, Ecclesia Docens G&S 0148, uitg. Gooi en Sticht, Hilversum
1949
Ecclesia Docens
3 mei 2022
321
nl
Referenties naar dit document: 10
Open uitgebreid overzichtReferenties naar dit document van thema's en berichten
Open uitgebreid overzichtExtra opties voor dit document
Kopieer document-URL naar klembord Reageer op dit document Deel op social mediaInhoudsopgave
Uitklappen
- DEEL 1 Inleiding
1
De Kerk heeft van haar stichter Christus de opdracht ontvangen, te waken over de heiligheid van de goddelijke eredienst. Haar komt het dus toe met behoud, van het wezen van Misoffer en sacramenten de ceremoniën, riten, formulen, gebeden en zang voor te schrijven, waardoor het best geregeld wordt dat verheven en officiële dienstwerk, dat als de heilige handeling bij uitnemendheid de naam liturgie draagt. De liturgie is inderdaad een heilige zaak. Door haar verheffen wij ons tot God en worden wij met Hem verenigd; door haar belijden wij ons geloof en kwijten wij ons jegens God van de dure plicht van dankbaarheid voor de weldaden en genaden, die wij voortdurend behoeven. Vandaar de innige band tussen dogma en liturgie zoals ook tussen christelijke eredienst en heiliging van het volk. Daarom was Celestinus I er van overtuigd, dat in de eerbiedwaardige formulen der liturgie de norm van het geloof ligt uitgedrukt. Hij zegt immers:
"De norm van het gebed moet de norm van het geloof bepalen. Want wanneer de leiders van het christenvolk de hun toevertrouwde zending vervullen, pleiten zij ten gunste van het menselijk geslacht bij de goddelijke barmhartigheid; zij bidden en smeken in gemeenschap met geheel de Kerk, die met hen medeverzucht." ad episcopos Galliarum: PL 535 [[3533]]
Referenties naar alinea 1: 1
Naar een authentieke interpretatie van Sacrosanctum Concilium ->=geentekst=Extra opties voor deze alinea
Kopieer alinea-URL naar klembord Reageer op deze alinea Deel op social media
2
Dat gemeenschappelijk smeekgebed, eerst opus Dei (werk Gods) genoemd, later officium divinum (goddelijke dienst), is als het ware een schuld, die wij dagelijks bij God moeten inlossen. Vroeger werd het dag en nacht onder grote toeloop der christenen verricht en reeds van oudsher hebben de ongekunstelde melodieën die de vrome gebeden en de liturgische handelingen opluisterden, wonderbaar veel bijgedragen tot bevordering der vroomheid onder het volk. Want vooral in de oude basilieken, waar bisschop, geestelijkheid en volk afwisselend Gods lof zongen, hebben de liturgische gezangen er niet weinig toe bijgedragen, dat naar het getuigenis der geschiedenis zeer veel heidenen tot de christelijke en maatschappelijke beschaving werden gebracht. In de kerken kregen de tegenstanders van het katholiek geloof een dieper inzicht in het dogma van de gemeenschap der heiligen. Zo was keizer Valens, een Arlaan, buiten zichzelf van ontroering om de verhevenheld van het goddelijk mysterie, door de H. Basilius opgedragen. En te Milaan werd de H. Ambrosius door de ketters beschuldigd dat hij de menigte met zijn liturgische gezangen betoverde; gezangen, waardoor Augustinus zó getroffen werd, dat hij het plan opvatte, om het geloof aan Christus te omhelzen. Later werden in de kerken, waarin bijna heel de bevolking één groot koor vormde, werklieden, metselaars, schilders, beeldhouwers, ja zelfs geletterden door de liturgie tot die theologische kennis opgevoerd, waarvan nu nog de middeleeuwse monumenten zo heerlijk getuigen.
Referenties naar alinea 2: 0
Geen referenties naar deze alineaExtra opties voor deze alinea
Kopieer alinea-URL naar klembord Reageer op deze alinea Deel op social media
3
Zo begrijpen wij, waarom de pausen van Rome zoveel zorg besteed hebben, om de liturgle te beschermen en ongerept te bewaren. Zoals zij met grote nauwgezetheid de geloofsleer met de juiste woorden hebben geformuleerd, zo hebben zij er ook naar gestreefd de wetten der heilige liturgie te regelen, te beschermen, en tegen alle vervorming te behoeden. Eveneens is het duidelijk, waarom de heilige Vaders met woord en geschrift de heilige liturgie (dat is de norm van het gebod: lex supplicandi) hebben verklaard, en waarom het Concilie van Trente gewild heeft, dat zij aan het christenvolk uiteengezet en uitgelegd zou worden.
Referenties naar alinea 3: 0
Geen referenties naar deze alineaExtra opties voor deze alinea
Kopieer alinea-URL naar klembord Reageer op deze alinea Deel op social media
4
Het motu proprio van Pius X
Wat nu onze tijd betreft: toen Pius X, vijfentwintig jaar geleden, zijn Tra le sollecitudini - Inter sollicitudines [308] uitvaardigde, dat de regels bevat betreffende de gregoriaanse zang en de gewijde muziek, beoogde hij op de eerste plaats, bij de volkeren de christelijke geest op te wekken en aan te kweken, door wijselijk alles te verwijderen, wat de heiligheid en de majesteit van Gods huis onwaardig is. Want de gelovigen komen in de heiligeplaatsen tezarnen, om daar, als uit de hoofdbron hun godvrucht te putten, door de actieve deelname aan de eerbiedwaardige geheimen en de openbare en plechtige gebeden der Kerk. Van zeer groot gewicht is het derhalve, dat alles, wat tot opluistering der liturgie strekt, door bepaalde kerkelijke regels en voorschriften wordt vastgelegd, opdat de schone kunsten, zoals het behoort, als edele dienaressen de goddelijke eredienst ondersteunen. Dit zal geenszins tot nadeel, maar veeleer tot veredeling en luister strekken van die kunsten, die in de gewijde plaatsen worden aangewend. Dat is op wonderbare wijze het geval geweest bij de gewijde muziek; want overal waar bovengenoemde regels nauwgezet zijn toegepast, begon de schoonheld van deze uitgelezen kunst te herleven en de geest van godsvrucht op te bloeien. Immers, het christenvolk, dieper doordrongen van de liturgische geest, begon inniger deel te nemen aan de Eucharistieviering, het heilig psalmgezang en de openbare gebeden. Wij zelf hebben dit met vreugde ondervonden, toen in het eerste jaar van ons pontificaat, een machtig koor van geestelijken uit alle landen de liturgische plechtigheid, welke wij in de Vaticaanse basiliek celebreerden, met gregoriaanse zang opluisterde.
Wat nu onze tijd betreft: toen Pius X, vijfentwintig jaar geleden, zijn Tra le sollecitudini - Inter sollicitudines [308] uitvaardigde, dat de regels bevat betreffende de gregoriaanse zang en de gewijde muziek, beoogde hij op de eerste plaats, bij de volkeren de christelijke geest op te wekken en aan te kweken, door wijselijk alles te verwijderen, wat de heiligheid en de majesteit van Gods huis onwaardig is. Want de gelovigen komen in de heiligeplaatsen tezarnen, om daar, als uit de hoofdbron hun godvrucht te putten, door de actieve deelname aan de eerbiedwaardige geheimen en de openbare en plechtige gebeden der Kerk. Van zeer groot gewicht is het derhalve, dat alles, wat tot opluistering der liturgie strekt, door bepaalde kerkelijke regels en voorschriften wordt vastgelegd, opdat de schone kunsten, zoals het behoort, als edele dienaressen de goddelijke eredienst ondersteunen. Dit zal geenszins tot nadeel, maar veeleer tot veredeling en luister strekken van die kunsten, die in de gewijde plaatsen worden aangewend. Dat is op wonderbare wijze het geval geweest bij de gewijde muziek; want overal waar bovengenoemde regels nauwgezet zijn toegepast, begon de schoonheld van deze uitgelezen kunst te herleven en de geest van godsvrucht op te bloeien. Immers, het christenvolk, dieper doordrongen van de liturgische geest, begon inniger deel te nemen aan de Eucharistieviering, het heilig psalmgezang en de openbare gebeden. Wij zelf hebben dit met vreugde ondervonden, toen in het eerste jaar van ons pontificaat, een machtig koor van geestelijken uit alle landen de liturgische plechtigheid, welke wij in de Vaticaanse basiliek celebreerden, met gregoriaanse zang opluisterde.
Referenties naar alinea 4: 0
Geen referenties naar deze alineaExtra opties voor deze alinea
Kopieer alinea-URL naar klembord Reageer op deze alinea Deel op social media
5
Nu valt het echter te betreuren, dat op sommige plaatsen deze wijze voorschriften, niet zijn toegepast en derhalve ook de gewenste vruchten niet werden geplukt. Wij weten het heel goed: enigen beweerden, dat zij niet gehouden waren aan deze voorschriften, ofschoon ze zo plechtig waren uitgevaardigd; anderen hielden zich er aanvankelijk aan, maar geleidelijk deden zij concessies aan die soort muziek, die beslist uit de kerk geweerd moet worden; weer anderen vonden in de viering van profane feesten ter gedachtenis van beroernde toondichters een aanleiding, om enige hunner werken in de kerk uit te voeren, werken, die, hoe prachtig ook, volstrekt niet moesten worden uitgevoerd in de kerken, daar zij niet stroken met de heiligheid van de gewijde plaats en van de liturgie.
Referenties naar alinea 5: 0
Geen referenties naar deze alineaExtra opties voor deze alinea
Kopieer alinea-URL naar klembord Reageer op deze alinea Deel op social media- DEEL 2 Nieuwe voorschriften
- Inleiding
6
Doch, opdat geestelijkheid en volk nauwgezetter gehoorzamen aan die wetten en voorschriften, die in de gehele Kerk zuiver en ongeschonden moeten onderhouden worden, behaagt het ons, hier enige punten toe te voegen, die wij in deze vijf en twintig jaren door ondervinding hebben geleerd. En dit doen wij des te liever, omdat dit jaar niet alleen de herdenking werd gevierd van het herstel der gewijde muziek, waarvan wij melding maakten, maar ook de gedachtenis van de bekende monnik Guido van Arezzo. Deze kwam, ongeveer negenhonderd jaar geleden, op bevel van de paus naar Rome en maakte zijn vernuftige vinding bekend, waardoor de reeds van oudsher overgeleverde liturgische gezangen gemakkelijker verspreid en voor het nageslacht ongeschonden bewaard konden blijven, tot nut en luister van de Kerk en van de kunst zelf.
Referenties naar alinea 6: 0
Geen referenties naar deze alineaExtra opties voor deze alinea
Kopieer alinea-URL naar klembord Reageer op deze alinea Deel op social media
7
Vroeger had de H. Gregorius de Grote de schat van gewijde melodieën - erfenis en monument der Vaders - verzameld, geordend en vermeerderd en wijselijk in het paleis van Lateranen zijn beroemde schola gesticht om de ware vertolking der liturgische gezangen voor altijd te verzekeren. In hetzelfde paleis gaf de monnik Guidio, in tegenwoordigheid van de geestelijkheid van Rome en van de paus zelf, een demonstratie van zijn geniale vinding. De paus keurde deze methode ten volle goed en prees haar naar verdienste en zo werd deze nieuwe vinding langzamerhand wijd en zijd verbreid en de muziekkunst in al haar vormen werd er in hoge mate door bevorderd.
Referenties naar alinea 7: 0
Geen referenties naar deze alineaExtra opties voor deze alinea
Kopieer alinea-URL naar klembord Reageer op deze alinea Deel op social media
8
Wij willen hier dan enige punten aanbevelen aan alle bisschoppen en ordlinarii, die, als bewakers der liturgie de gewijde kunst in hun kerken moeten behartigen. Daardoor beantwoorden wij als het ware aan de wensen van zovele muziekecongressen en bijzonder van de onlangs te Rome gehouden bijeenkomst, die ons werden bekend gemaakt door talrijke geestelijke herders en ijverige, bevorderaars van de kerkmuziek, wie wij hier de verdiende lof toekennen. En wij bevelen, dat deze voorschriften ten uitvoer worden gelegd met krachtige middelen en op de wijze, hieronder aangegeven.
Referenties naar alinea 8: 0
Geen referenties naar deze alineaExtra opties voor deze alinea
Kopieer alinea-URL naar klembord Reageer op deze alinea Deel op social media- De voorschriften
9
De toekomstige priester en de kerkmuziek
I.
Zij die priester wensen te worden, moeten niet alleen in de seminaries, maar ook in de kloosterscholen, vanaf hun prille jeugd, onderwezen worden in de gregoriaanse zang en in de gewijde muziek. Dan immers leren zij gemakkelijker aan, wat betrekking heeft op melodie en stemvorming en kunnen zij de stemgebreken - zo zij die hebben - afleren of ten minste verbeteren. Op meer gevorderde leeftijd toch is het onmogelijk daarin verbetering aan te brengen. Het onderricht in zang en muziek moet reeds op de lagere scholen beginnen en op gymnasium en lyceum worden voortgezet. Zo zullen zij, die zich tot de heilige wijdingen voorbereiden, langzamerhand vaardigheld verkrijgen in het zingen, zodat zij, gedurende de cursus van hun theologische studiën, zonder inspanning of moeite kunnen onderwezen worden in die hogere wetenschap, die men terecht de aesthetica (of vormleer) van het gregoriaans en van de muziek, van de polyphonie en van het orgelspel zou kunnen noemen en waarvan de geestelijkheid een grondige kennis dient te bezitten.
I.
Zij die priester wensen te worden, moeten niet alleen in de seminaries, maar ook in de kloosterscholen, vanaf hun prille jeugd, onderwezen worden in de gregoriaanse zang en in de gewijde muziek. Dan immers leren zij gemakkelijker aan, wat betrekking heeft op melodie en stemvorming en kunnen zij de stemgebreken - zo zij die hebben - afleren of ten minste verbeteren. Op meer gevorderde leeftijd toch is het onmogelijk daarin verbetering aan te brengen. Het onderricht in zang en muziek moet reeds op de lagere scholen beginnen en op gymnasium en lyceum worden voortgezet. Zo zullen zij, die zich tot de heilige wijdingen voorbereiden, langzamerhand vaardigheld verkrijgen in het zingen, zodat zij, gedurende de cursus van hun theologische studiën, zonder inspanning of moeite kunnen onderwezen worden in die hogere wetenschap, die men terecht de aesthetica (of vormleer) van het gregoriaans en van de muziek, van de polyphonie en van het orgelspel zou kunnen noemen en waarvan de geestelijkheid een grondige kennis dient te bezitten.
Referenties naar alinea 9: 0
Geen referenties naar deze alineaExtra opties voor deze alinea
Kopieer alinea-URL naar klembord Reageer op deze alinea Deel op social media
10
II.
Daarom moet er in de seminaries en in de andere studiehuizen tot degelijke vorming van beiderlei clerussen korte, maar herhaalde, ja bijna dagelijkse les of oefening gegeven worden in de gregoriaanse zang en in de gewijde muziek. Zo dit in liturgische geest geschiedt, zal het, na de studie van moeilijker vakken, voor de leerlingen eerder een ontspanning zijn dan een last. Dit meer uitgebreid en volledig onderricht in de liturgische muziek van beiderlei clerus zal zeker tot resultaat hebben, dat het koorofficie - een hoofdbestanddeel van de goddelijke eredienst - in zijn oude waardigheid, en luister wordt hersteld, en eveneens, dat de zg. scholae en kerkkoren weer in vroegere roem zullen herrijzen.
Daarom moet er in de seminaries en in de andere studiehuizen tot degelijke vorming van beiderlei clerussen korte, maar herhaalde, ja bijna dagelijkse les of oefening gegeven worden in de gregoriaanse zang en in de gewijde muziek. Zo dit in liturgische geest geschiedt, zal het, na de studie van moeilijker vakken, voor de leerlingen eerder een ontspanning zijn dan een last. Dit meer uitgebreid en volledig onderricht in de liturgische muziek van beiderlei clerus zal zeker tot resultaat hebben, dat het koorofficie - een hoofdbestanddeel van de goddelijke eredienst - in zijn oude waardigheid, en luister wordt hersteld, en eveneens, dat de zg. scholae en kerkkoren weer in vroegere roem zullen herrijzen.
Referenties naar alinea 10: 0
Geen referenties naar deze alineaExtra opties voor deze alinea
Kopieer alinea-URL naar klembord Reageer op deze alinea Deel op social media
11
Het koorofficie
III.
Al degenen, die in basilieken, kathedralen, collegiaal- en conventkerken van religieuzen de eredienst leiden en uitoefenen, moeten met alle kracht er naar streven, dat het koorofficie naar behoren, d.w.z. volgens de kerkelijke voorschriften worden hersteld; niet alleen wat betreft het algemeen voorschrift, om het goddelijk officie steeds waardig, aandachtig en godvruchtig te volbrengen, maar ook wat betreft de regels van de zang. Bij het psalmgezang immers moet men zorgen voor het juiste gebruik der tonen, alsmede voor de daarbij passende Middencadenzen en finalen; voor een passende rust bij de asteriscus en voor volmaakte eenheid bij het samenzingen van psalmverzen en hymnenstrofen. Als dit onberispelijk geschiedt en allen op juiste wijze psalmodiëren, dan tonen zij op wonderbare wijze de eenheid hunner zielen in de aanbidding van God en schijnen zij door een regelmatige beurtzang der twee koorhelften te wedijveren met de eeuwige lofzang der seraphijnen, die elkander het "Heilig, heilig, heilig" toeroepen.
III.
Al degenen, die in basilieken, kathedralen, collegiaal- en conventkerken van religieuzen de eredienst leiden en uitoefenen, moeten met alle kracht er naar streven, dat het koorofficie naar behoren, d.w.z. volgens de kerkelijke voorschriften worden hersteld; niet alleen wat betreft het algemeen voorschrift, om het goddelijk officie steeds waardig, aandachtig en godvruchtig te volbrengen, maar ook wat betreft de regels van de zang. Bij het psalmgezang immers moet men zorgen voor het juiste gebruik der tonen, alsmede voor de daarbij passende Middencadenzen en finalen; voor een passende rust bij de asteriscus en voor volmaakte eenheid bij het samenzingen van psalmverzen en hymnenstrofen. Als dit onberispelijk geschiedt en allen op juiste wijze psalmodiëren, dan tonen zij op wonderbare wijze de eenheid hunner zielen in de aanbidding van God en schijnen zij door een regelmatige beurtzang der twee koorhelften te wedijveren met de eeuwige lofzang der seraphijnen, die elkander het "Heilig, heilig, heilig" toeroepen.
Referenties naar alinea 11: 0
Geen referenties naar deze alineaExtra opties voor deze alinea
Kopieer alinea-URL naar klembord Reageer op deze alinea Deel op social media
12
IV.
Opdat niemand in het vervolg gemakkelijk verontschuldigingen aanvoere, om zich ontslagen te achten van de plicht om aan de kerkelijke wetten te gehoorzamen, moeten alle kapittels van kanunniken en de bovengenoemde religieuze communiteiten in officiële bijeenkomsten deze zaken behandelen. En zoals er vroeger een cantor of rector chori (koorleider) was, zo moet in het vervolg uit het koor van de kanunniken of religieuzen een bevoegd persoon gekozen worden, die niet alleen moet zorgen, dat de regels van liturgie en koorzang worden toegepast, maar ook de fouten moet verbeteren van ieder afzonderlijk of van het gehele koor. In verband hiermee mag men niet vergeten, dat, volgens oud en onafgebroken kerkelijk gebruik en overeenkomstig de nog steeds van kracht zijnde kapittel-constituties zelf, allen, die tot het koorofficie gehouden zijn, ten minste de gregoriaanse zang grondig moeten kennen. De gregoriaanse zang nu, die in alle kerken, van welke rang ook, voorgeschreven is, is die, welke hersteld is volgens de oude handschriften en door de Kerk is uitgegeven in een officiële uitgave van de Vaticaanse drukkerij.
Opdat niemand in het vervolg gemakkelijk verontschuldigingen aanvoere, om zich ontslagen te achten van de plicht om aan de kerkelijke wetten te gehoorzamen, moeten alle kapittels van kanunniken en de bovengenoemde religieuze communiteiten in officiële bijeenkomsten deze zaken behandelen. En zoals er vroeger een cantor of rector chori (koorleider) was, zo moet in het vervolg uit het koor van de kanunniken of religieuzen een bevoegd persoon gekozen worden, die niet alleen moet zorgen, dat de regels van liturgie en koorzang worden toegepast, maar ook de fouten moet verbeteren van ieder afzonderlijk of van het gehele koor. In verband hiermee mag men niet vergeten, dat, volgens oud en onafgebroken kerkelijk gebruik en overeenkomstig de nog steeds van kracht zijnde kapittel-constituties zelf, allen, die tot het koorofficie gehouden zijn, ten minste de gregoriaanse zang grondig moeten kennen. De gregoriaanse zang nu, die in alle kerken, van welke rang ook, voorgeschreven is, is die, welke hersteld is volgens de oude handschriften en door de Kerk is uitgegeven in een officiële uitgave van de Vaticaanse drukkerij.
Referenties naar alinea 12: 0
Geen referenties naar deze alineaExtra opties voor deze alinea
Kopieer alinea-URL naar klembord Reageer op deze alinea Deel op social media
13
De gewijde polyphonie
V.
Bij deze gelegenheid willen wij de belanghebbenden aanbevelen de kerkkoren (capellae musicorum), die in de loop der tijden in de plaats van de oude scholae zijn getreden en die zijn opgericht in de basilieken en grote kerken, om daar voormamelijk polyphone muziek uit te voeren. Wat nu de gewijde polyphonie betreft, terecht wordt haar na de gregoriaanse zang de eerste plaats toegekend. Daarom wensen wij vurig, dat deze kerkkoren - zoals ze in aanzien stonden van de 14e tot de 16e eeuw - ook heden ten dage weer verrijzen en tot bloei komen, vooral daar, waar de talrijke en luisterrijke godsdienstplechtigheden een groter getal en een meer uitgelezen schare van zangers vorderen.
V.
Bij deze gelegenheid willen wij de belanghebbenden aanbevelen de kerkkoren (capellae musicorum), die in de loop der tijden in de plaats van de oude scholae zijn getreden en die zijn opgericht in de basilieken en grote kerken, om daar voormamelijk polyphone muziek uit te voeren. Wat nu de gewijde polyphonie betreft, terecht wordt haar na de gregoriaanse zang de eerste plaats toegekend. Daarom wensen wij vurig, dat deze kerkkoren - zoals ze in aanzien stonden van de 14e tot de 16e eeuw - ook heden ten dage weer verrijzen en tot bloei komen, vooral daar, waar de talrijke en luisterrijke godsdienstplechtigheden een groter getal en een meer uitgelezen schare van zangers vorderen.
Referenties naar alinea 13: 0
Geen referenties naar deze alineaExtra opties voor deze alinea
Kopieer alinea-URL naar klembord Reageer op deze alinea Deel op social media
14
Jongenskoren
VI.
Jongenskoren moeten worden opgericht, niet alleen in grotere kerken en kathedralen, maar ook in kleinere en parochiekerken. De jongens moeten onder leiding van de directeuren van de kerkkoren goed leren zingen, opdat hun stemmen, naar oud kerkelijk gebruik, aan de mannenkoren worden toegevoegd, bijzonder in de polyphone muziek, waarbij ze, zoals vroeger, voor de hoogste stem moeten gebruikt worden, welke men gewoonlijk cantus noemde. Uit deze jongens zijn, zoals men weet, vooral in de 16e eeuw beroemde meesters in de polyphonie voortgekomen, onder wie Giovanni Pierluigi da Palestrina ontegenzeggelijk de eerste plaats inneemt.
VI.
Jongenskoren moeten worden opgericht, niet alleen in grotere kerken en kathedralen, maar ook in kleinere en parochiekerken. De jongens moeten onder leiding van de directeuren van de kerkkoren goed leren zingen, opdat hun stemmen, naar oud kerkelijk gebruik, aan de mannenkoren worden toegevoegd, bijzonder in de polyphone muziek, waarbij ze, zoals vroeger, voor de hoogste stem moeten gebruikt worden, welke men gewoonlijk cantus noemde. Uit deze jongens zijn, zoals men weet, vooral in de 16e eeuw beroemde meesters in de polyphonie voortgekomen, onder wie Giovanni Pierluigi da Palestrina ontegenzeggelijk de eerste plaats inneemt.
Referenties naar alinea 14: 0
Geen referenties naar deze alineaExtra opties voor deze alinea
Kopieer alinea-URL naar klembord Reageer op deze alinea Deel op social media
15
Het gebruik van muziekinstrumenten
VII.
Daar wij echter vernomen hebben, dat men op sommige plaatsen een soort van muziek tracht in te voeren, welke in het geheel niet past bij de heilige diensten, vooral wegens het overdreven gebruik van muziekinstrumenten, verklaren wij hier, dat zang met orkestbegeleiding volstrekt niet door de Kerk beschouwd wordt als een volmaaktere vorm van muziek en meer geschikt voor de heilige plechtigheden. Meer toch dan instrumenten behoort de stem zelf in de kerken te klinken: de stem nl. van clerus, zangers en volk. Men mene evenwel niet, dat de Kerk de bevordering der muzikale kunst belemmert, omdat zij aan de menselijke stem de voorkeur geeft boven welk instrument ook. Geen enkel instrument immers, hoe voortreffelijk en volmaakt ook, kan de menselijke stem overtreffen in het uitdrukken van gevoelens, vooral wanneer de ziel haar gebruikt om smeekbeden en lofzangen tot den almachtigen God op te zenden.
VII.
Daar wij echter vernomen hebben, dat men op sommige plaatsen een soort van muziek tracht in te voeren, welke in het geheel niet past bij de heilige diensten, vooral wegens het overdreven gebruik van muziekinstrumenten, verklaren wij hier, dat zang met orkestbegeleiding volstrekt niet door de Kerk beschouwd wordt als een volmaaktere vorm van muziek en meer geschikt voor de heilige plechtigheden. Meer toch dan instrumenten behoort de stem zelf in de kerken te klinken: de stem nl. van clerus, zangers en volk. Men mene evenwel niet, dat de Kerk de bevordering der muzikale kunst belemmert, omdat zij aan de menselijke stem de voorkeur geeft boven welk instrument ook. Geen enkel instrument immers, hoe voortreffelijk en volmaakt ook, kan de menselijke stem overtreffen in het uitdrukken van gevoelens, vooral wanneer de ziel haar gebruikt om smeekbeden en lofzangen tot den almachtigen God op te zenden.
Referenties naar alinea 15: 0
Geen referenties naar deze alineaExtra opties voor deze alinea
Kopieer alinea-URL naar klembord Reageer op deze alinea Deel op social media
16
Het orgel
VIII.
De Kerk bezit evenwel een eigen muziekinstrument, dat haar door het voorgeslacht werd overgeleverd, nl. het orgel, dat om zijn wondere statigheid en voortreffelijkheid, waardig bevonden werd om bij de liturgische diensten aangewend te worden, hetzij om de zang te begeleiden, hetzij om er - overeenkomstig de voorschriften - welluidende harmonieën aan te ontlokken, wanneer het koor zwijgt. Maar ook hier moet men vermenging van het heilige met het profane vermijden. Door de schuld van orgelbouwers en van sommige organisten, die voorliefde gevoelen, voor de producten van ultra-moderne muziek, zou men er ten slotte toe komen, dit wondervolle instrument te doen afwijken van het doel, waartoe het bestemd is. Wel wensen wij zelf, dat, in overeenstemming met de regels der liturgie, alles wat op het orgel betrekking heeft, steeds nieuwe vorderingen make. Maar wij kunnen niet nalaten er over te klagen, dat men in onze dagen een profane geest in de kerk tracht te brengen door ultra-moderne muzikale vormen, zoals men dat vroeger heeft beproefd, door andere muzikale vormen, die de Kerk terecht verboden heeft. Indien, deze vormen zouden binnensluipen, zou de Kerk niet anders kunnen doen, dan ze beslist veroordelen. In de kerken weerklinke slechts die orgelmuziek, die aan de verhevenheid van de plaats beantwoordt en vervuld is van de heiligheid der plechtigheden. Op deze voorwaarde toch zal de kunst, zowel van de orgelbouwers als van hen die het orgel bespelen herleven tot een krachtig hulpmiddel der heilige liturgie.
VIII.
De Kerk bezit evenwel een eigen muziekinstrument, dat haar door het voorgeslacht werd overgeleverd, nl. het orgel, dat om zijn wondere statigheid en voortreffelijkheid, waardig bevonden werd om bij de liturgische diensten aangewend te worden, hetzij om de zang te begeleiden, hetzij om er - overeenkomstig de voorschriften - welluidende harmonieën aan te ontlokken, wanneer het koor zwijgt. Maar ook hier moet men vermenging van het heilige met het profane vermijden. Door de schuld van orgelbouwers en van sommige organisten, die voorliefde gevoelen, voor de producten van ultra-moderne muziek, zou men er ten slotte toe komen, dit wondervolle instrument te doen afwijken van het doel, waartoe het bestemd is. Wel wensen wij zelf, dat, in overeenstemming met de regels der liturgie, alles wat op het orgel betrekking heeft, steeds nieuwe vorderingen make. Maar wij kunnen niet nalaten er over te klagen, dat men in onze dagen een profane geest in de kerk tracht te brengen door ultra-moderne muzikale vormen, zoals men dat vroeger heeft beproefd, door andere muzikale vormen, die de Kerk terecht verboden heeft. Indien, deze vormen zouden binnensluipen, zou de Kerk niet anders kunnen doen, dan ze beslist veroordelen. In de kerken weerklinke slechts die orgelmuziek, die aan de verhevenheid van de plaats beantwoordt en vervuld is van de heiligheid der plechtigheden. Op deze voorwaarde toch zal de kunst, zowel van de orgelbouwers als van hen die het orgel bespelen herleven tot een krachtig hulpmiddel der heilige liturgie.
Referenties naar alinea 16: 0
Geen referenties naar deze alineaExtra opties voor deze alinea
Kopieer alinea-URL naar klembord Reageer op deze alinea Deel op social media
17
Instructio de musica sacra et sacra liturgia ->=geentekst=
Concerten in kerkgebouwen ->=geentekst=
De actieve deelname van het volk
IX.
Opdat echter de gelovigen meer actief deelnemen aan de goddelijke eredienst, moet de gregoriaanse zang, in zover hij voor het volk bestemd is, weer opnieuw in gebruik worden gegeven aan het volk. En inderdaad, het is hoognodig, dat de gelovigen de heilige handelingen bijwonen, niet als buitenstaanders of stomme toeschouwers, maar geheel en al doordrongen van de schoonheid der liturgie - ook dan, wanneer plechtige omgangen of processies gehouden worden, waaraan geestelijken en broederschappen deelnemen - zodat zij in beurtzang, naar de voorgeschreven regels, hun stem verenigen met die van priester en schola. Als dit naar wens verwezenlijkt wordt, dan zal het niet meer gebeuren, dat het volk in het geheel niet of slechts met een zacht en laag gemompel antwoordt op de gemeenschappelijke gebeden, die in de liturgische taal of in de volkstaal worden gebeden.
IX.
Opdat echter de gelovigen meer actief deelnemen aan de goddelijke eredienst, moet de gregoriaanse zang, in zover hij voor het volk bestemd is, weer opnieuw in gebruik worden gegeven aan het volk. En inderdaad, het is hoognodig, dat de gelovigen de heilige handelingen bijwonen, niet als buitenstaanders of stomme toeschouwers, maar geheel en al doordrongen van de schoonheid der liturgie - ook dan, wanneer plechtige omgangen of processies gehouden worden, waaraan geestelijken en broederschappen deelnemen - zodat zij in beurtzang, naar de voorgeschreven regels, hun stem verenigen met die van priester en schola. Als dit naar wens verwezenlijkt wordt, dan zal het niet meer gebeuren, dat het volk in het geheel niet of slechts met een zacht en laag gemompel antwoordt op de gemeenschappelijke gebeden, die in de liturgische taal of in de volkstaal worden gebeden.
Referenties naar alinea 17: 3
Mediator Dei et hominum ->=geentekst=Instructio de musica sacra et sacra liturgia ->=geentekst=
Concerten in kerkgebouwen ->=geentekst=
Extra opties voor deze alinea
Kopieer alinea-URL naar klembord Reageer op deze alinea Deel op social media
18
De liturgische en muzikale opleiding van het volk
X.
De seculiere en reguliere geestelijkheid moet, onder leiding van de bisschoppen en plaatselijke ordinarii, alle ijver aanwenden om zelf of met behulp van deskundigen te zorgen voor de liturgische en muzikale opleiding van het volk, want deze opleiding houdt nauw verband met de christelijke leer. Dat kan gemakkelijk bereikt worden, als vooral op de scholen, in de godvruchtige broederschappen en in andere verenigingen onderricht gegeven wordt in de liturgische gezangen. De communiteiten van religieuzen, zusters en godvruchtige vrouwen moeten zich beijveren, om dit doel te bereiken in de verschillende instituten, waar hun de opvoeding en het onderwijs zijn toevertrouwd. Wij vertrouwen, dat tot dit doel eveneens zullen bijdragen de verenigingen, die in sommige landen, overeenkomstig de wens der kerkelijke overheden, de gewijde muziek naar de voorschriften der Kerk trachten te herstellen.
X.
De seculiere en reguliere geestelijkheid moet, onder leiding van de bisschoppen en plaatselijke ordinarii, alle ijver aanwenden om zelf of met behulp van deskundigen te zorgen voor de liturgische en muzikale opleiding van het volk, want deze opleiding houdt nauw verband met de christelijke leer. Dat kan gemakkelijk bereikt worden, als vooral op de scholen, in de godvruchtige broederschappen en in andere verenigingen onderricht gegeven wordt in de liturgische gezangen. De communiteiten van religieuzen, zusters en godvruchtige vrouwen moeten zich beijveren, om dit doel te bereiken in de verschillende instituten, waar hun de opvoeding en het onderwijs zijn toevertrouwd. Wij vertrouwen, dat tot dit doel eveneens zullen bijdragen de verenigingen, die in sommige landen, overeenkomstig de wens der kerkelijke overheden, de gewijde muziek naar de voorschriften der Kerk trachten te herstellen.
Referenties naar alinea 18: 0
Geen referenties naar deze alineaExtra opties voor deze alinea
Kopieer alinea-URL naar klembord Reageer op deze alinea Deel op social media
19
Scholen en instituten voor kerkmuziek
XI.
Om al deze verwachtingen te verwezenlijken, is het absoluut nodig, dat er talrijke bekwame leermeesters zijn. In dit opzicht kennen wij de verdiende lof toe aan die scholen en instituten, die daartoe over heel de katholieke wereld zijn opgericht; want door de zorg voor het onderwijs in die vakken kweken zij zeer goede en bekwame leraren. In het bijzonder vermelden wij hier gaarne en prijzen in alle opzichten de pauselijke hogeschool voor kerkmuziek, door paus Pius X in 1910 te Rome gesticht. Deze school, die onze onmiddellijke voorganger Benedictus XV met zorg gesteund en in een nieuw gebouw ondergebracht heeft, schenken wij onze bijzondere genegenheid als een kostbare erfenis van deze twee pausen, en daarom bevelen wij haar bij alle ordinarii warm aan.
XI.
Om al deze verwachtingen te verwezenlijken, is het absoluut nodig, dat er talrijke bekwame leermeesters zijn. In dit opzicht kennen wij de verdiende lof toe aan die scholen en instituten, die daartoe over heel de katholieke wereld zijn opgericht; want door de zorg voor het onderwijs in die vakken kweken zij zeer goede en bekwame leraren. In het bijzonder vermelden wij hier gaarne en prijzen in alle opzichten de pauselijke hogeschool voor kerkmuziek, door paus Pius X in 1910 te Rome gesticht. Deze school, die onze onmiddellijke voorganger Benedictus XV met zorg gesteund en in een nieuw gebouw ondergebracht heeft, schenken wij onze bijzondere genegenheid als een kostbare erfenis van deze twee pausen, en daarom bevelen wij haar bij alle ordinarii warm aan.
Referenties naar alinea 19: 0
Geen referenties naar deze alineaExtra opties voor deze alinea
Kopieer alinea-URL naar klembord Reageer op deze alinea Deel op social media- Slot
20
Nu weten wij zeer goed, dat alles, wat wij hierboven bevolen hebben, veel studie en arbeid eist. Maar wien is het onbekend, dat onze voorvaderen - alle moeilijkheden overwinnend - talrijke kunstgewrochten aan het nageslacht hebben nagelaten, omdat zij doordrongen waren van godsdienstzin en liturgische geest? En geen wonder: alles immers, wat uitgaat van het innerlijk leven der Kerk, overtreft het meest volmaakte van deze wereld. Mogen de moeilijkheden van deze heilige onderneming de ijver van de herders der Kerk veeleer opwekken en aanwakkeren dan verzwakken. Door eenparig en volhardend gevolg te geven aan onze wens, zullen zij den opperherder een dienst bewijzen, welke hun bisschoppelijk ambt ten volle waardig is.
Referenties naar alinea 20: 0
Geen referenties naar deze alineaExtra opties voor deze alinea
Kopieer alinea-URL naar klembord Reageer op deze alinea Deel op social media
21
Dit verordenen, verklaren en bevestigen wij, terwijl wij bepalen, dat deze apostolische constitutie van nu af blijvend geldig en van kracht zal zijn en haar volle en ongeschonden uitvoering zal bekomen en behouden, niettegenstaande alles wat er mee in strijd mocht zijn. Niemand zij het derhalve geoorloofd, deze door ons uitgevaardigde constitutie afbreuk te doen of er tegen in te gaan.
Gegeven te Rome bij St. Pieter op de vijftigste verjaardag van ons priesterschap,
de 20e December van het jaar 1928, het zevende van ons pontificaat.
Paus Pius XI
Referenties naar alinea 21: 0
Geen referenties naar deze alineaExtra opties voor deze alinea
Kopieer alinea-URL naar klembord Reageer op deze alinea Deel op social mediaReferenties naar dit document: 10
Open uitgebreid overzichthttps://rkdocumenten.nl/toondocument/321-divini-cultus-sanctitatem-nl