Inhoudsopgave
- Inhoud
1
Geliefde broeders en zusters,
Gisteren vierden wij het hoogfeest van en wij lezen vandaag in het Evangelie deze woorden van Jezus: “Ik ben het levende brood dat uit de hemel is neergedaald” . Men kan niet achteloos voorbijgaan aan de verwantschap rond het symbool van de “hemel”: Maria werd “opgenomen” naar de plaats van waar Haar Zoon was “neergedaald”. Deze Bijbelse taal drukt natuurlijk figuratief iets uit dat niet volledig deel uitmaakt van de wereld van onze begrippen en beelden. Maar laat ons even stilhouden en nadenken. Jezus stelt zichzelf voor als het “levende brood”, dat wil zeggen voedsel dat Gods leven zelf bevat en in staat is het door te geven aan wie ervan eet, het echte voedsel dat het leven geeft, dat werkelijk ten diepste voedt. “Als iemand van dit brood eet, zal hij leven in eeuwigheid” .
Van wie nu heeft Gods Zoon Zijn “vlees”, Zijn concrete en aardse mensheid genomen? Van de Maagd Maria. Van Haar heeft Hij Zijn menselijk lichaam om in onze sterfelijke toestand binnen te treden. Op zijn beurt, werd het lichaam van de Maagd Maria op het einde van Haar aardse leven, door God toegelaten in de hemel, Hij liet Haar in de hemelse toestand binnentreden. Het is een soort van uitwisseling, waarin God altijd helemaal het initiatief heeft, maar zoals wij bij andere gelegenheden gezien hebben, heeft Hij in zekere zin ook Maria nodig, het “ja” van Zijn schepsel, van Haar vlees, van Haar concrete leven, in voorbereiding van de substantie van Haar offer: het lichaam en het bloed die moeten geofferd worden op het kruis - dit instrument van eeuwig leven -, en in het sacrament van de Eucharistie, dit geestelijk voedsel en deze geestelijke drank.
Referenties naar alinea 1: 0
Geen referenties naar deze alineaExtra opties voor deze alinea
Kopieer alinea-URL naar klembord Reageer op deze alinea Deel op social media
2
Geliefde broeders en zusters, wat aan Maria gebeurd is, geldt op een andere doch reële manier voor iedere man en vrouw, want God vraagt aan ieder van ons Hem te ontvangen, ons hart en lichaam tot Zijn beschikking te stellen, heel ons leven, ons vlees – zegt de Bijbel -, opdat Hij in de wereld zou kunnen wonen. Hij roept ons op ons met Hem te verenigen in het sacrament van de Eucharistie, Brood gebroken voor het leven van de wereld, om met de Kerk Zijn historisch lichaam te vormen. En indien wij “ja” zeggen zoals Maria, zal deze geheimvolle uitwisseling zich in de mate van ons “ja” voor ons en in ons voltrekken: wij worden toegelaten in de Godheid van Hem die onze mensheid heeft aangenomen. De Eucharistie is het middel, het instrument voor deze wederzijdse omvorming die altijd God tot doel heeft en waarvan God de voornaamste handelende Persoon is: Hij is het hoofd en wij de ledematen, Hij is de wijnstok en wij de ranken. Wie van dit brood eet en in gemeenschap leeft met Jezus door zich door Hem en in Hem te laten omvormen, is van de eeuwige dood gered: zeker, hij sterft zoals iedereen en neemt zo ook deel aan het mysterie van het lijden en het kruis van Christus, maar hij is niet langer slaaf van de dood en hij zal op de laatste dag verrijzen om met Maria en alle heiligen van het eeuwige feest te genieten.
Referenties naar alinea 2: 0
Geen referenties naar deze alineaExtra opties voor deze alinea
Kopieer alinea-URL naar klembord Reageer op deze alinea Deel op social media
3
Dit mysterie, dit feest van God, begint hier beneden: het is het mysterie van het geloof, de hoop en de liefde, dat gevierd wordt in het leven en de liturgie, vooral in de liturgie van de Eucharistie, en dat tot uiting komt in de communie en in de dienst aan de naaste. Bidden wij tot de Heilige Maagd opdat Zij ons zou helpen ons steeds in geloof te voeden met het Brood van eeuwig leven om reeds hier op aarde de vreugde van de Hemel te genieten.
Referenties naar alinea 3: 0
Geen referenties naar deze alineaExtra opties voor deze alinea
Kopieer alinea-URL naar klembord Reageer op deze alinea Deel op social media
https://rkdocumenten.nl/toondocument/3074-over-de-tenhemelopneming-van-maria-nl