
Aucturitate Ioannis Pauli PP. II - 25 januari 1983
§ 1 Als door het feit zelf uit het instituut weggezonden moet beschouwd worden een lid dat:
§ 2 In deze gevallen dient de hogere Overste met zijn raad zonder enig uitstel, nadat het bewijsmateriaal bijeen gebracht is, een vaststelling van het feit uit te vaardigen, opdat de wegzending juridisch vaststaat.
§ 3. Opdat een dergelijke vaststelling, als bedoeld in § 1 nr. 3, juridisch vaststaat, moet deze door de Heilige Stoel bevestigd worden; voor de instellingen van diocesaan recht is de bevestiging aan de bisschop van de hoofdzetel.
Een lid wordt uit het instituut weggezonden volgens de canones 694 § 1, 1 en 2 en 695; daarenboven dienen de constituties de andere gronden tot wegzending te bepalen, mits zij verhoudingsgewijze ernstig zijn, uitwendig, aanrekenbaar en juridisch bewezen, en hierbij dient de procedure in acht genomen te worden die in de canones 697-700 vastgesteld is. Op de weggezondene is het voorschrift van can. 701 van toepassing.