De redenen waarom een pastoor op wettige wijze uit zijn parochie verwijderd kan worden, zijn vooral deze:
een wijze van handelen die de kerkelijke gemeenschap ernstig nadeel berokkent of in verwarring brengt;
onkunde of een blijvende geestelijke of lichamelijke ziekte die de pastoor ongeschikt maken om zijn taken goed te vervullen;
verlies van goede naam bij rechtschapen en in aanzien staande parochianen of afkeer jegens de pastoor, waarvan voorzien wordt dat zij niet binnen korte tijd zullen ophouden;
ernstige verwaarlozing of schending van zijn parochiƫle plichten, die na waarschuwing voortduurt.
slecht beheer van de tijdelijke goederen met ernstige schade voor de Kerk, telkens wanneer dit kwaad met geen ander middel verholpen kan worden.