Inhoudsopgave
- Inhoud
1
Heren Kardinalen,
vereerde Broeders in het Bisschopsambt en het Priesterschap,
Dierbare broeders!
Met grote vreugde en met een altijd levendige erkenning ontvang ik jullie ter gelegenheid van de voltallige vergadering van de . Bij deze belangrijke gelegenheid zou ik graag allereerst mijn hartelijke groet willen overbrengen aan de Prefect, de Heer Kardinaal Antonio Cañizares Llovera, die ik bedank voor de woorden, waarmee hij het werk dat in deze dagen verricht wordt, toegelicht heeft en die uitdrukking heeft gegeven aan de gevoelens van diegenen die hier vandaag aanwezig zijn. Ik breid mijn liefdevolle groet en mijn hartelijke dank uit tot alle leden en officialen van het Dicasterie, te beginnen met de secretaris, Mons. Malcom Ranjith en de ondersecretaris, tot aan alle anderen die, in diverse ambten, met competentie en toewijding hun dienst voor “de regeling en de bevordering van de heilige liturgie” verrichten. In de voltallige vergadering hebben jullie nagedacht over het eucharistisch Mysterie en in het bijzonder over het thema van de eucharistische aanbidding. Het is mij goed bekend dat, na de publicatie van de Instructie “” van 25 mei 1967 en de afkondiging op 21 juni 1973 van het document “”, de nadruk op het thema van de Eucharistie als onuitputtelijke bron van heiligheid een zorg van de eerste orde is geweest voor het Dicasterie.
Referenties naar alinea 1: 0
Geen referenties naar deze alineaExtra opties voor deze alinea
Kopieer alinea-URL naar klembord Reageer op deze alinea Deel op social media
2
Ik heb daarom graag het voorstel goedgekeurd dat de voltallige vergadering zich zou bezighouden met het thema van de eucharistische aanbidding, in het vertrouwen dat een vernieuwde, gezamenlijke reflectie over deze praktijk zou kunnen bijdragen om, binnen de grenzen van de bevoegdheid van het Dicasterie, de liturgische en pastorale middelen naar voren te brengen waarmee de Kerk in onze tijden het geloof in de werkelijke aanwezigheid van de Heer in de Heilige Eucharistie kan bevorderen en in de viering van de Heilige Mis de gehele dimensie van de aanbidding kan verzekeren. Ik heb dit aspect onderstreept in de apostolische Exhortatie , waarin ik de vruchten heb verzameld van de , die zich voltrokken heeft in oktober 2005. Bij het aanwijzen van het belang van de intrinsieke relatie tussen de viering van de Eucharistie en de aanbidding , citeerde ik het onderricht van Sint-Augustinus: "Nemo autem illam carnem manducat, nisi prius adoraverit; peccemus non adorando, - niemand eet dit vlees zonder het eerst te aanbidden; wij zouden zondigen door het niet te aanbidden". . De Synode-Vaders hebben niet nagelaten hun bezorgdheid te uiten omtrent een zekere verwarring die zich na het Tweede Vaticaans Concilie heeft ingezet omtrent de relatie tussen Mis en aanbidding van het Allerheiligste Sacrament . Hierbij gaven zij uitdrukking aan wat mijn Voorganger, Paus Johannes Paulus II reeds had opgemerkt omtrent de afwijkingen die de postconciliaire, liturgische vernieuwing soms hebben bezoedeld en welke een “aanmerkelijke waardevermindering van de betekenis van de Eucharistie” laten zien.
Referenties naar alinea 2: 0
Geen referenties naar deze alineaExtra opties voor deze alinea
Kopieer alinea-URL naar klembord Reageer op deze alinea Deel op social media
3
Het heeft de uitzonderlijke rol van het eucharistische Mysterie in het leven van de gelovigen naar voren gebracht. . Zoals Paus Paulus VI meermaals heeft herhaald: “De Eucharistie is een zeer groot Geheim, ja zelfs bij uitstek het geheim van het geloof, zoals de Heilige Liturgie zegt." . De Eucharistie staat immers aan de oorsprong van de Kerk. en is de bron van de genade, waardoor zij een onvergelijkbare gelegenheid is voor zowel de heiliging van de mensheid in Christus als voor de verheerlijking van God. In deze zin zijn enerzijds alle activiteiten van de Kerk gericht op het mysterie van de Eucharistie , en is het anderzijds krachtens de Eucharistie dat “de Kerk voortdurend leeft en groeit" . Onze taak bestaat erin om de zeer kostbare schat van dit onzegbare geheim van het geloof waar te nemen “zowel in de viering van de Mis als ook in de cultus van de heilige gedaanten, die na de Mis bewaard worden om de genade van het Offer uit te breiden.” . De leer over de transsubstantiatie van brood en van wijn en van de werkelijke tegenwoordigheid zijn geloofswaarheden die reeds duidelijk aanwezig zijn in de Heilige Schrift zelf en die bevestigd worden door de Kerkvaders. In dit verband herinnerde Paus Paulus VI eraan: “de katholieke Kerk heeft het geloof in de tegenwoordigheid van het Lichaam en Bloed van Christus in de Eucharistie niet alleen onderwezen, maar ook beleefd door aan dit verheven Sacrament altijd de eredienst van aanbidding te schenken, die alleen aan God toekomt".
Referenties naar alinea 3: 0
Geen referenties naar deze alineaExtra opties voor deze alinea
Kopieer alinea-URL naar klembord Reageer op deze alinea Deel op social media
4
In dit verband is het nuttig om te herinneren aan de verschillende betekenissen die het woord “aanbidding” heeft in de Griekse en Latijnse taal. Het Griekse woord proskýnesis verwijst naar het gebaar van onderwerping, de erkenning van God als onze ware maatstaf, Wiens norm wij aannemen en volgen. Het Latijnse woord ad-oratio daarentegen verwijst naar het fysieke contact, de kus, de omarming die impliciet aanwezig is in het begrip van de liefde. Het aspect van de onderwerping voorziet in een relatie van eenwording omdat degene aan wie wij ons onderwerpen Liefde is. Daarom dient in de Eucharistie de aanbidding eenwording te worden: eenwording met de levende Heer en vervolgens met Zijn Mystiek Lichaam. Zoals ik tegen de jongeren te Mariënfeld, Keulen, gedurende de Heilige Mis ter gelegenheid van de op 21 augustus 2005: “God staat niet meer tegenover ons als de geheel Andere. Hij is in ons en wij in Hem. Zijn dynamiek doordringt ons en wil vanuit ons de anderen en de hele wereld doordringen, opdat zijn liefde werkelijk de alles overheersende maat van de wereld wordt." . Vanuit dit perspectief herinnerde ik de jongeren eraan dat men in de Eucharistie “de fundamentele verandering van geweld in liefde, van dood in leven” beleefd; “hieruit volgen dan de andere veranderingen. Brood en wijn worden zijn Lichaam en Bloed. Maar hier mag de verandering niet stoppen, hier moet die juist volledig beginnen. Het Lichaam en Bloed van Christus worden ons gegeven, opdat wij omgevormd zullen worden.” .
Referenties naar alinea 4: 0
Geen referenties naar deze alineaExtra opties voor deze alinea
Kopieer alinea-URL naar klembord Reageer op deze alinea Deel op social media
5
In de Apostolische Brief “”, ter gelegenheid van de 40ste verjaarding van de Constitutie over de Heilige Liturgie, spoorde mijn Voorganger, Paus Johannes Paulus II, aan om de noodzakelijke stappen te nemen ter verdieping van de ervaring van de vernieuwing. Dit is ook belangrijk inzake het thema van de eucharistische aanbidding. Deze verdieping zal enkel mogelijk zijn door middel van een grotere kennis van het mysterie in volledige trouw aan de heilige Traditie en door het liturgische leven in onze gemeenschappen te doen groeien . In dit verband waardeer ik in het bijzonder dat de voltallige vergadering ook heeft stilgestaan bij de vorming van geheel het Volk van God in het geloof, met een bijzondere belangstelling voor de seminaristen om zo de groei van een geest van waarachtige eucharistische aanbidding te bevorderen. Sint-Thomas verduidelijkt immers: “Dat in dit sacrament het ware Lichaam en het ware Bloed van Christus aanwezig is, kan men niet leren door middel van de zintuigen maar enkel door middel van het geloof, dat zich steunt op het gezag van God” .
Referenties naar alinea 5: 0
Geen referenties naar deze alineaExtra opties voor deze alinea
Kopieer alinea-URL naar klembord Reageer op deze alinea Deel op social media
6
De dagen van de die wij momenteel beleven, zijn niet enkel een weg van meer intense geestelijke oefeningen, maar ook een doeltreffende voorbereiding om beter het heilig Paasfeest te vieren. Laten wij elkaar, door de drie boetepraktijken die zeer dierbaar zijn aan de bijbelse en christelijke traditie –het gebed, het geven van aalmoezen en het vasten- bemoedigen om de vasten opnieuw te ontdekken en met vernieuwde ijver te beleven, niet enkel als een ascetische praktijk, maar ook als voorbereiding op de Eucharistie en als geestelijk wapen om te strijden tegen elke eventuele ongeordende aanval jegens onszelf. Deze intense periode in het liturgische leven moge ons helpen om alles wat onze geest verstrooit, te verwijderen en om wat onze ziel voedt, krachtiger te maken en zo onze ziel te openen voor de liefde tot God en de naaste. Met deze gevoelens spreek ik nu reeds aan U allen mijn wensen uit voor de komende paasfeesten en, terwijl ik jullie dank voor het werk dat jullie in deze voltallige sessie verricht hebben als ook voor geheel het werk van de Congregatie, deel ik aan ieder van harte mijn Zegen mee.
Referenties naar alinea 6: 0
Geen referenties naar deze alineaExtra opties voor deze alinea
Kopieer alinea-URL naar klembord Reageer op deze alinea Deel op social media
https://rkdocumenten.nl/toondocument/2883-tot-de-deelnemers-aan-de-voltallige-vergadering-van-de-congregatie-nl