Tres abhinc annos
x
Informatie over dit document
Tres abhinc annos
Tweede Instructie voor de juiste uitvoering van de Constitutie over de H. Liturgie
Jacobus Kard. Lercaro
Congregatie voor de Riten
4 mei 1967
Curie
1967, Archief van Kerken, 22e jrg, pag. 715-723
4 mei 1967
23 november 2011
2716
nl
Referenties naar dit document: 1
Open uitgebreid overzichtReferenties naar dit document van thema's en berichten
Open uitgebreid overzichtExtra opties voor dit document
Kopieer document-URL naar klembord Reageer op dit document Deel op social mediaInhoudsopgave
Uitklappen
- === Inleiding
Nu drie jaar geleden werden door de instructie Inter Oecumenici [2709], uitgevaardigd door deze Heilige Congregatie van de riten op 26 september 1964, diverse aanpassingen vastgelegd die in de liturgische vieringen moesten worden ingevoerd en die als eerstelingen van een algemene liturgische vernieuwing, welke door de Conciliaire Constitutie over de heilige Liturgie [570] is voorzien, op 7 maart 1965 van kracht werden.
Welke overvloedige vruchten men hieruit is gaan plukken, komt voldoende tot uiting in de talrijke verslagen van de bisschoppen, waaruit blijkt, dat overal de deelneming van de gelovigen aan de heilige liturgie, met name echter aan het heilig Misoffer, is toegenomen en dat deze deelneming bewuster en actiever is geworden.
Om nu deze deelneming nog te vergroten en om de riten zelf, met name die van de mis, nog doorzichtiger en verstaanbaarder te maken, hebben dezelfde bisschoppen enkele andere aanpassingen voorgesteld, die, na eerst te zijn voorgelegd aan de 'Raad ter uitvoering van de constitutie over de heilige liturgie', door deze zelfde raad en door deze Heilige Congregatie van de riten nauwkeurig zijn onderzocht en overwogen.
Ofschoon niet alles van hetgeen werd voorgesteld nu al aanvaard kan worden, leken sommige voorstellen, die pastoraal gezien aanbeveling verdienen en die een toekomstige, definitieve liturgische vernieuwing niet in de weg schijnen te staan, aanstonds al in praktijk te kunnen worden gebracht, omdat ze nuttig geacht worden voor een progressieve doorvoering van de liturgische vernieuwing zelf en omdat ze van de andere kant toepassing kunnen vinden door rubricale regelingen, zonder dat de huidige liturgische boeken behoeven te worden veranderd. Nu ons daartoe deze gelegenheid geboden is, lijkt het noodzakelijk om nog eens dat kapitale beginsel van alle kerkelijke tucht dat ook door de Constitutie over de heilige Liturgie [570] plechtig bekrachtigd is in ieders herinnering te roepen, te weten: 'De regeling van de heilige liturgie hangt uitsluitend af van het gezag in de Kerk ... Daarom mag volstrekt niemand anders, ook al is hij priester, op eigen gelegenheid in de liturgie iets toevoegen, weglaten of veranderen' §§ 1, 3 [[570|22]].
De plaatselijke bisschoppen of ordinarissen van religieuzen moeten zich dus bewust zijn van hun ernstige plicht tegenover God en er ijverig op toe te zien, dat deze wet, die van zo groot belang is in de kerkelijke instituten en in het kerkelijk leven, nauwkeurig wordt opgevolgd. Maar ook alle bedienaren van de liturgie alsmede alle gelovigen moeten zich gaarne willen conformeren aan deze noodzakelijke norm.
Dit immers eist zowel de stichting en het geestelijk welzijn van ieder afzonderlijk als de harmonische eensgezindheid in de Heer en het wederkerige goede voorbeeld tussen gelovigen van een zelfde lokale gemeenschap; alsook tenslotte de ernstige plicht, die op de afzonderlijke communiteiten rust, om samen te werken voor het welzijn van de Kerk, over heel de wereld verbreid, vooral in de huidige levensomstandigheden, waarin dat wat er aan goeds of kwaads gebeurt in lokale groeperingen heel snel zijn weerslag heeft op de universele gemeenschap van het gezin Gods.
Allen mogen daarom de vermaning van de apostel voor ogen houden: 'Want God is geen God van wanorde, maar van vrede' (1 Kor. 14, 33) [b:1 Kor. 14, 33].
Om nu de liturgie-vernieuwing meer effectief te maken en progressieve voortgang te doen vinden, worden de volgende aanpassingen en wijzigingen vastgesteld.
Welke overvloedige vruchten men hieruit is gaan plukken, komt voldoende tot uiting in de talrijke verslagen van de bisschoppen, waaruit blijkt, dat overal de deelneming van de gelovigen aan de heilige liturgie, met name echter aan het heilig Misoffer, is toegenomen en dat deze deelneming bewuster en actiever is geworden.
Om nu deze deelneming nog te vergroten en om de riten zelf, met name die van de mis, nog doorzichtiger en verstaanbaarder te maken, hebben dezelfde bisschoppen enkele andere aanpassingen voorgesteld, die, na eerst te zijn voorgelegd aan de 'Raad ter uitvoering van de constitutie over de heilige liturgie', door deze zelfde raad en door deze Heilige Congregatie van de riten nauwkeurig zijn onderzocht en overwogen.
Ofschoon niet alles van hetgeen werd voorgesteld nu al aanvaard kan worden, leken sommige voorstellen, die pastoraal gezien aanbeveling verdienen en die een toekomstige, definitieve liturgische vernieuwing niet in de weg schijnen te staan, aanstonds al in praktijk te kunnen worden gebracht, omdat ze nuttig geacht worden voor een progressieve doorvoering van de liturgische vernieuwing zelf en omdat ze van de andere kant toepassing kunnen vinden door rubricale regelingen, zonder dat de huidige liturgische boeken behoeven te worden veranderd. Nu ons daartoe deze gelegenheid geboden is, lijkt het noodzakelijk om nog eens dat kapitale beginsel van alle kerkelijke tucht dat ook door de Constitutie over de heilige Liturgie [570] plechtig bekrachtigd is in ieders herinnering te roepen, te weten: 'De regeling van de heilige liturgie hangt uitsluitend af van het gezag in de Kerk ... Daarom mag volstrekt niemand anders, ook al is hij priester, op eigen gelegenheid in de liturgie iets toevoegen, weglaten of veranderen' §§ 1, 3 [[570|22]].
De plaatselijke bisschoppen of ordinarissen van religieuzen moeten zich dus bewust zijn van hun ernstige plicht tegenover God en er ijverig op toe te zien, dat deze wet, die van zo groot belang is in de kerkelijke instituten en in het kerkelijk leven, nauwkeurig wordt opgevolgd. Maar ook alle bedienaren van de liturgie alsmede alle gelovigen moeten zich gaarne willen conformeren aan deze noodzakelijke norm.
Dit immers eist zowel de stichting en het geestelijk welzijn van ieder afzonderlijk als de harmonische eensgezindheid in de Heer en het wederkerige goede voorbeeld tussen gelovigen van een zelfde lokale gemeenschap; alsook tenslotte de ernstige plicht, die op de afzonderlijke communiteiten rust, om samen te werken voor het welzijn van de Kerk, over heel de wereld verbreid, vooral in de huidige levensomstandigheden, waarin dat wat er aan goeds of kwaads gebeurt in lokale groeperingen heel snel zijn weerslag heeft op de universele gemeenschap van het gezin Gods.
Allen mogen daarom de vermaning van de apostel voor ogen houden: 'Want God is geen God van wanorde, maar van vrede' (1 Kor. 14, 33) [b:1 Kor. 14, 33].
Om nu de liturgie-vernieuwing meer effectief te maken en progressieve voortgang te doen vinden, worden de volgende aanpassingen en wijzigingen vastgesteld.
Referenties naar deze alinea: 0
Geen referenties naar deze alineaExtra opties voor deze alinea
Kopieer alinea-URL naar klembord Reageer op deze alinea Deel op social media- Artikel 1 Keuze van de Misformulieren
1
Buiten de Vastentijd mag op derde-klas-dagen ofwel de Mis van het officie van de dag ofwel de Mis van de commemoratie die in de lauden werd gedaan, gelezen worden. In deze Mis kan men de kleur van het officie van de dag gebruiken overeenkomstig n. 323 van de Rubrieken-codex [4362|(323)].
Referenties naar alinea 1: 0
Geen referenties naar deze alineaExtra opties voor deze alinea
Kopieer alinea-URL naar klembord Reageer op deze alinea Deel op social media
2
Wanneer de lezingen-cyclus voor de weekdagen door de bisschoppenconferentie van het eigen gebied eenmaal aanvaard wordt voor Missen waaraan gelovigen deelnemen, mag men deze ook gebruiken voor Missen die zonder gelovigen worden gecelebreerd; in dit geval is voor de lezingen de volkstaal toegestaan. Deze lezingen-cyclus voor de weekdagen nu gebruikt men op enkele tweede-klas-dagen, die in het lectionarium zelf worden aangegeven, en in alle Missen derde en vierde klas, hetzij van het tijdeigen hetzij van de heiligen, en in votiefmissen die geen strikt eigen lezingen hebben, dat wil zeggen lezingen waarin melding gemaakt wordt van het mysterie of de persoon die gevierd wordt.
Referenties naar alinea 2: 0
Geen referenties naar deze alineaExtra opties voor deze alinea
Kopieer alinea-URL naar klembord Reageer op deze alinea Deel op social media
3
Op weekdagen door het jaar waarop de Mis van de voorafgaande zondag wordt genomen, mag men in plaats van de oraties van de zondag nemen:
- ofwel één van de oraties 'ad diversa',
- ofwel de oraties van één der Votiefmissen 'ad diversa' die in het Missaal staan.
Referenties naar alinea 3: 0
Geen referenties naar deze alineaExtra opties voor deze alinea
Kopieer alinea-URL naar klembord Reageer op deze alinea Deel op social media- Artikel 2 De oratie in de Mis
4
In de Mis wordt slechts één oratie gebeden. Maar onder één conclusie mét de oratie van de Mis wordt er volgens de rubrieken aan toegevoegd:
-
- de rituele oratie Codex Rubricarum [[4362|(447)]];
- de oratie van de verdrongen Votiefmis bij de professie van religieuzen (speciale rubriek van het Missaal);
- de oratie van de verdrongen Votiefmis 'voor bruid en bruidegom' Codex Rubricarum [[4362|(589)]];
-
- de oratie in de Votiefmis uit dankbaarheid Codex Rubricarum [[4362|(342)]] en speciale rubriek van het.. en speciale rubriek van het Missaal;
- de oratie voor de verjaardag van de Paus en de bisschop Codex Rubricarum [[4362|(449-450)]];
- de oratie voor de verjaardag van eigen priesterwijding Codex Rubricarum [[4362|(451-452)]].
Referenties naar alinea 4: 0
Geen referenties naar deze alineaExtra opties voor deze alinea
Kopieer alinea-URL naar klembord Reageer op deze alinea Deel op social media
5
Als er in dezelfde Mis meerdere oraties onder één conclusie zouden moeten worden toegevoegd, wordt er slechts één toegevoegd, die nl. welke het meest eigen is aan de Misviering.
Referenties naar alinea 5: 0
Geen referenties naar deze alineaExtra opties voor deze alinea
Kopieer alinea-URL naar klembord Reageer op deze alinea Deel op social media
6
In plaats van een voorgeschreven oratie kan de bisschop één of twee intenties voor bijzondere noden invoegen in de voorbede.
Zo ook kunnen bij decreet van het bevoegde territoriale gezag in dezelfde voorbede gebeden worden ingelast die, variërend van plaats tot plaats, op verschillende manieren worden voorgeschreven voor regeringsleiders, en ook bijzondere intenties voor noden die het gehele volk of gebied aangaan.
Zo ook kunnen bij decreet van het bevoegde territoriale gezag in dezelfde voorbede gebeden worden ingelast die, variërend van plaats tot plaats, op verschillende manieren worden voorgeschreven voor regeringsleiders, en ook bijzondere intenties voor noden die het gehele volk of gebied aangaan.
Referenties naar alinea 6: 0
Geen referenties naar deze alineaExtra opties voor deze alinea
Kopieer alinea-URL naar klembord Reageer op deze alinea Deel op social media- Artikel 3 Enkele wijzigingen in de 'Ordo Missae'
7
De celebrant knielt alleen:
- wanneer hij bij het altaar komt of daarvan weggaat, als een tabernakel met het Allerheiligste aanwezig is;
- na de opheffing van de Hostie en de Kelk;
- aan het slot van de canon, na de doxologie;
- vóór de Communie, alvorens hij Panem caelestem accipiam bidt;
- na de Communie van de gelovigen, nadat hij de misschien overgebleven Hosties in het tabernakel heeft weggeborgen.
Referenties naar alinea 7: 0
Geen referenties naar deze alineaExtra opties voor deze alinea
Kopieer alinea-URL naar klembord Reageer op deze alinea Deel op social media
8
De celebrant kust het altaar:
- alleen bij het begin van de Mis, wanneer hij het gebed Oramus Te, Domine bidt;
- of, als de gebeden aan de voet van het altaar worden weggelaten, wanneer hij bij het altaar komt;
- én op het einde van de Mis, vóórdat hij de gelovigen zegent en wegzendt.
Referenties naar alinea 8: 0
Geen referenties naar deze alineaExtra opties voor deze alinea
Kopieer alinea-URL naar klembord Reageer op deze alinea Deel op social media
9
Bij de offerande plaatst de celebrant ná de aanbieding van brood en wijn de pateen met hostie en de kelk op de corporale zonder een kruisteken te maken met de pateen en met de kelk. De pateen met de daarop liggende hostie blijft zowel vóór als na de consecratie op de corporale.
Referenties naar alinea 9: 0
Geen referenties naar deze alineaExtra opties voor deze alinea
Kopieer alinea-URL naar klembord Reageer op deze alinea Deel op social media
10
In Missen met gelovigen, ook al worden ze geconcelebreerd, mag de celebrant de canon hardop lezen, naargelang het hem goed dunkt. In gezongen Missen echter mag hij die gedeelten van de canon zingen die volgens de concelebratie-ritus gezongen kunnen worden.
Referenties naar alinea 10: 1
Eucharisticum Mysterium ->=geentekst=Extra opties voor deze alinea
Kopieer alinea-URL naar klembord Reageer op deze alinea Deel op social media
11
In de canon
- begint de celebrant het Te igitur rechtop en met uitgestrekte handen;
- en maakt slechts één kruisteken over de offergaven: bij de woorden benedicas + haec dona, haec munera, haec sancta sacrificia illibata, in het gebed Te igitur.
Referenties naar alinea 11: 0
Geen referenties naar deze alineaExtra opties voor deze alinea
Kopieer alinea-URL naar klembord Reageer op deze alinea Deel op social media
12
Na de consecratie hoeft de celebrant duim en wijsvinger niet tegen elkaar te houden; mocht er echter een partikel van de Hostie aan de vingers vast zijn blijven zitten, dan dient hij de vingers boven de pateen af te wrijven.
Referenties naar alinea 12: 0
Geen referenties naar deze alineaExtra opties voor deze alinea
Kopieer alinea-URL naar klembord Reageer op deze alinea Deel op social media
13
De communie-ritus van priester en gelovigen moet aldus geregeld worden:
- nadat de celebrant Panem caelestem accipiam gezegd heeft, neemt hij de Hostie en, staande met het gezicht naar het volk, heft hij ze omhoog en zegt: Ecce Agnus Dei, en voegt er tot driemaal toe, samen met de gelovigen, aan toe: Domine non sum dignus. Daarna communiceert hij eerst zelf, met weglating van de kruistekens met de Hostie en de Kelk;
- en direct daarna deelt hij op de gebruikelijke wijze de Communie uit aan de gelovigen.
Referenties naar alinea 13: 0
Geen referenties naar deze alineaExtra opties voor deze alinea
Kopieer alinea-URL naar klembord Reageer op deze alinea Deel op social media
14
Eucharisticum Mysterium ->=geentekst=
Gelovigen die op Witte Donderdag te Communie zijn geweest in de Chrismamis, mogen opnieuw te Communie gaan in de Avondmis van dezelfde dag.
Referenties naar alinea 14: 2
Immensae caritatis ->=geentekst=Eucharisticum Mysterium ->=geentekst=
Extra opties voor deze alinea
Kopieer alinea-URL naar klembord Reageer op deze alinea Deel op social media
15
In een Mis met gelovigen kan men, naar omstandigheden, vóór de postcommunie ofwel een ogenblik stilte in acht nemen ofwel een Psalm of Canticum zingen, bv. Ps. 33 'Benedicam Domino'; Ps. 150 'Laudate Dominum in sanctuario eius'; de cantica 'Benedicite', 'Benedictus es'.
Referenties naar alinea 15: 0
Geen referenties naar deze alineaExtra opties voor deze alinea
Kopieer alinea-URL naar klembord Reageer op deze alinea Deel op social media
16
Aan het einde van de Mis wordt het volk onmiddellijk vóór de wegzending gezegend. Het verdient aanbeveling, dat de priester het Placeat in stilte bidt bij het weggaan van het altaar.
Ook in Missen voor overledenen wordt de zegen gegeven en geschiedt de wegzending met de gebruikelijke formule Ite Missa est, tenzij onmiddellijk de absoute volgt; in dit geval zegt men Benedicamus Domino en gaat men, met weglating van de zegen, over tot de absoute.
Ook in Missen voor overledenen wordt de zegen gegeven en geschiedt de wegzending met de gebruikelijke formule Ite Missa est, tenzij onmiddellijk de absoute volgt; in dit geval zegt men Benedicamus Domino en gaat men, met weglating van de zegen, over tot de absoute.
Referenties naar alinea 16: 0
Geen referenties naar deze alineaExtra opties voor deze alinea
Kopieer alinea-URL naar klembord Reageer op deze alinea Deel op social media- Artikel 4 Enkele bijzondere gevallen
17
In Missen 'voor bruidegom en bruid' worden de oraties Propitiare en Deus, qui potestate niet gebeden tussen het Onze Vader en het embolisme, maar ná de broodbreking en de vermenging, onmiddellijk vóór het Agnus Dei.
Wordt echter de Mis gecelebreerd aan een altaar dat naar het volk gekeerd staat, dan maakt de celebrant, naargelang van de omstandigheden, een kniebuiging na de vermenging, gaat naar het bruidspaar en bidt bovengenoemde gebeden. Hierna gaat hij terug naar het altaar, knielt en vervolgt de Mis op de gebruikelijke wijze.
Wordt echter de Mis gecelebreerd aan een altaar dat naar het volk gekeerd staat, dan maakt de celebrant, naargelang van de omstandigheden, een kniebuiging na de vermenging, gaat naar het bruidspaar en bidt bovengenoemde gebeden. Hierna gaat hij terug naar het altaar, knielt en vervolgt de Mis op de gebruikelijke wijze.
Referenties naar alinea 17: 0
Geen referenties naar deze alineaExtra opties voor deze alinea
Kopieer alinea-URL naar klembord Reageer op deze alinea Deel op social media
18
Een Mis die gecelebreerd wordt door een slecht ziende of zieke priester, die krachtens indult een Votiefmis leest, kan aldus geregeld worden:
- de priester mag de oraties en prefatie uit de Votiefmis lezen;
- een andere priester of diaken of lector of misdienaar mag de lezingen uit de Mis van de dag of uit het lectionarium dat voor de weekdagen is vastgesteld, voorlezen. Als er alleen een lector of misdienaar is, mag hij ook het Evangelie lezen met weglating van Munda cor meum, lube domne, benedicere en Dominus sit in corde meo. De celebrant echter laat aan de Evangelielezing het Dominus vobiscum voorafgaan, en kust aan het slot het boek;
- de schola of de gelovigen of ook de lector kunnen de antifonen bij het intredegebed, offertorium en de communio alsook de gezangen die de lezingen begeleiden, voorlezen of zingen.
Referenties naar alinea 18: 0
Geen referenties naar deze alineaExtra opties voor deze alinea
Kopieer alinea-URL naar klembord Reageer op deze alinea Deel op social media- Artikel 5 Enkele wijzigingen in het Goddelijk Officie
19
Totdat de totale herziening van het Goddelijk Officie een feit is, kan men op eerste en tweede-klas-dagen die Metten van drie nocturnen hebben, volstaan met het bidden van één nocturn. De hymne Te Deum wordt volgens de rubrieken na de derde lezing gebeden. In het Triduum Sacrum moeten de eigen rubrieken van het romeinse brevier worden onderhouden.
Referenties naar alinea 19: 0
Geen referenties naar deze alineaExtra opties voor deze alinea
Kopieer alinea-URL naar klembord Reageer op deze alinea Deel op social media
20
Bij het privé-bidden worden de absolutie en benedicties vóór de lezingen en de conclusie Tu autem aan het slot daarvan weggelaten.
Referenties naar alinea 20: 0
Geen referenties naar deze alineaExtra opties voor deze alinea
Kopieer alinea-URL naar klembord Reageer op deze alinea Deel op social media
21
Bij het celebreren van Lauden en Vespers waaraan gelovigen deelnemen, kan men in plaats van het kapittel een langere lezing uit de Heilige Schrift nemen door de tekst te ontlenen bv. aan de Metten of de Mis van de dag of aan het lectionarium voor de weekdagen onder toevoeging, naar omstandigheden, van een korte homilie. Maar vóór de oratie kan ook de voorbede plaatshebben, tenzij onmiddellijk de Mis volgt.
Zo dikwijls deze elementen worden ingevoegd, kan men met slechts drie Psalmen volstaan, op deze wijze:
Zo dikwijls deze elementen worden ingevoegd, kan men met slechts drie Psalmen volstaan, op deze wijze:
- bij de Lauden wordt één van de drie eerste psalmen genomen, het Canticum en de laatste van de Psalmen;
- bij de Vespers kan men een keuze van drie uit de vijf Psalmen maken.
Referenties naar alinea 21: 0
Geen referenties naar deze alineaExtra opties voor deze alinea
Kopieer alinea-URL naar klembord Reageer op deze alinea Deel op social media
22
Wanneer de Completen met deelneming van gelovigen worden gebeden, mag men altijd de Psalmen van de zondag gebruiken.
Referenties naar alinea 22: 0
Geen referenties naar deze alineaExtra opties voor deze alinea
Kopieer alinea-URL naar klembord Reageer op deze alinea Deel op social media- Artikel 6 Enkele wijzigingen in de liturgische diensten voor overledenen
23
In Officies en Missen voor overledenen mag de paarse kleur worden gebruikt. Maar de bisschoppenconferenties mogen ook een andere liturgische kleur bepalen, die niet strijdig is met het menselijk leed én die uiting geeft aan de christelijke hoop, waaraan het Paasmysterie zijn glans gegeven heeft.
Referenties naar alinea 23: 0
Geen referenties naar deze alineaExtra opties voor deze alinea
Kopieer alinea-URL naar klembord Reageer op deze alinea Deel op social media
24
Bij de absoute over de baar of het graf kan het responsorie Libera me, Domine vervangen worden door andere responsories, ontleend aan de Metten voor overledenen, nl.
- Credo quod Redemptor meus vivit;
- Qui Lazarom resuscitasti;
- Memento mei, Deus;
- Libera me, Domine, de viis inferni,
Referenties naar alinea 24: 0
Geen referenties naar deze alineaExtra opties voor deze alinea
Kopieer alinea-URL naar klembord Reageer op deze alinea Deel op social media- Artikel 7 De liturgische gewaden
25
Het dragen van de manipel kan altijd achterwege blijven.
Referenties naar alinea 25: 0
Geen referenties naar deze alineaExtra opties voor deze alinea
Kopieer alinea-URL naar klembord Reageer op deze alinea Deel op social media
26
De besprenkeling met wijwater vóór de zondagsmis, de zegening en oplegging van de as aan het begin van de Vastentijd en de absoute over de baar mogen in koorkap gebeuren.
Referenties naar alinea 26: 0
Geen referenties naar deze alineaExtra opties voor deze alinea
Kopieer alinea-URL naar klembord Reageer op deze alinea Deel op social media
27
Alle concelebranten dienen de liturgische gewaden aan te trekken die zij verplicht zijn te dragen wanneer zij de mis alleen celebreren (Ritus servandus in Concelebratione Missae, n. 12). Maar om een ernstige reden, bv. een aanzienlijk aantal concelebranten en een tekort aan liturgische gewaden mogen de concelebranten, steeds met uitzondering van de hoofd-celebrant, het kazuifel weglaten, maar nooit de albe met de stool.
Referenties naar alinea 27: 0
Geen referenties naar deze alineaExtra opties voor deze alinea
Kopieer alinea-URL naar klembord Reageer op deze alinea Deel op social media- Artikel 8 Het gebruik van de volkstaal
28
Het bevoegde territoriale gezag kan, met behoud van hetgeen in §§ 3 en 4 [570|36], van de Constitutie over de heilige Liturgie [570] staat, bepalen, dat de volkstaal in liturgische diensten waaraan gelovigen deelnemen ook mag worden gebruikt:
- in de canon van de Mis;
- in het hele ritueel van de heilige Wijdingen;
- in de lezingen van het brevier, ook als dit in koor gebeden wordt.
Referenties naar alinea 28: 0
Geen referenties naar deze alineaExtra opties voor deze alinea
Kopieer alinea-URL naar klembord Reageer op deze alinea Deel op social media
29
Toen ondergetekende, Arcadius Maria kard. Larraona, prefect van de Heilige Congregatie van de Riten, in een aan hem verleende audiëntie op 13 april 1967 deze instructie voorlegde, heeft onze Heilige Vader Paus Paulus VI deze in zijn geheel en in onderdelen goedgekeurd en met zijn gezag bekrachtigd en opdracht gegeven over te gaan tot publicatie van deze instructie, die door alle betrokkenen met ingang van 29 juni 1967 dient te worden onderhouden.
Rome, 4 mei 1967, op het feest van 's Heren Hemelvaart.
JACOBUS kard, LERCARO, aartsbisschop van Bologna,
voorzitter van de Raad ter uitvoering van de constitutie over de heilige liturgie
ARCADlUS M. kard. LARRAONA,
prefect van de H. Congregatie van de riten.
FERDINANDUS ANTONELLI, titulair aartsbisschop van Idicra,
secretaris van de H. Congregatie van de riten.
Referenties naar alinea 29: 0
Geen referenties naar deze alineaExtra opties voor deze alinea
Kopieer alinea-URL naar klembord Reageer op deze alinea Deel op social mediaReferenties naar dit document: 1
Open uitgebreid overzichthttps://rkdocumenten.nl/toondocument/2716-tres-abhinc-annos-nl