
H. Paus Johannes Paulus II - 10 november 1994
Toch moet met nadruk gewezen worden op wat Jesaja onder woorden brengt met "een genadejaar afkondigen van de Heer". Voor de Kerk is het jubileumjaar precies dat "genadejaar", een jaar van kwijtschelding van zonden en van de straffen voor die zonden, een jaar van verzoening tussen tegenstanders, een jaar van talrijke bekeringen en van sacramentele en buiten-sacramentele boetedoening. De traditie van de jubileumjaren is verbonden met het op ruimere schaal dan in andere jaren verlenen van aflaten. Naast de jubileumjaren die om de honderd, vijftig en vijfentwintig jaar herinneren aan het geheim van de menswording, gedenken andere jaren het Verlossingsgebeuren: het kruis van Christus, zijn dood op Golgotha en zijn verrijzenis. Bij deze gelegenheden kondigt de kerk een 'genadejaar van de Heer' af, en zorgt ervoor dat die genade in ruimere mate aan alle gelovigen ten goede komt. Daarom worden de jubileumjaren niet alleen 'in Urbe' gevierd, maar ook 'extra Urbem'. Dit laatste gebeurde volgens de traditie in het jaar dat op de viering in Urbe volgde.