Par est taeto
x
Informatie over dit document
Par est taeto
Tot het generaal kapittel van de Orde der Predikheren
Paus Pius XII
22 september 1946
Pauselijke geschriften - Toespraken
1946, Katholiek Archief, 1e jrg. blz. 569-572
22 september 1946
15 maart 2010
2621
nl
Referenties naar dit document: 1
Open uitgebreid overzichtReferenties naar dit document van thema's en berichten
Open uitgebreid overzichtExtra opties voor dit document
Kopieer document-URL naar klembord Reageer op dit document Deel op social mediaInhoudsopgave
Uitklappen
- Inhoud
Bij gelegenheid van de benoeming van den Hoogeerw. Pater Suarez tot Magister Generaal van de Orde der Dominicanen, heeft Z. H. de Paus de volgende rede gehouden.
Referenties naar deze alinea: 0
Geen referenties naar deze alineaExtra opties voor deze alinea
Kopieer alinea-URL naar klembord Reageer op deze alinea Deel op social media
1
Met vreugde en liefde ontvangen Wij U, leden van de Dominicanenorde, die te Rome de door de wet vastgestelde vergadering van uw religieuze gemeenschap, het Generaal Kapittel, houdt. Met aandacht volgen Wij het verloop en de werkzaamheden er van, en Wij twijfelen niet, of het zal zulke goede en gewenste resultaten opleveren, dat uw Orde, gesterkt in haar tucht en toegenomen in kracht, meer en meer zal bijdragen tot de heilzame overwinning van het Evangelie.
Referenties naar alinea 1: 0
Geen referenties naar deze alineaExtra opties voor deze alinea
Kopieer alinea-URL naar klembord Reageer op deze alinea Deel op social media
2
De verwachting, dat dit ten volle verwerkelijkt zal worden, wordt bij ons gewekt door den nieuwgekozen Magister Generaal. Het doet Ons genoegen hem hier te begroeten, zoals het Ons ook genoegen doet openlijk de veelvoudige verdiensten te erkennen, die Onze beminde zoon Martinus Gillet bij de langdurige uitoefening van het hoogste bestuur over U heeft verworven.
Referenties naar alinea 2: 0
Geen referenties naar deze alineaExtra opties voor deze alinea
Kopieer alinea-URL naar klembord Reageer op deze alinea Deel op social media
3
Toen Wij bij Onszelf overwogen, waarover Wij van pas en met vrucht zouden kunnen spreken, viel Onze blik op enkele woorden uit uw constituties, die wel de overweging waard zijn: "In pace continui, in studio assidui, in praedicatione ferventes": "volhardend in den vrede, vol ijver bij de studie, vol vuur bij de prediking" (n. 452). Een korte zin, maar een veelomvattende uitspraak; het aantal woorden is gering, maar het gewicht van wat zij gebieden, is zwaar: daar ligt immers het complex van de voornaamste deugden uitgedrukt, dat voor het uitgelezen en geliefde nageslacht van den H. Dominicus uitgangspunt, eindpaal en leidster moet zijn op zijn glorievolle tocht.
Referenties naar alinea 3: 0
Geen referenties naar deze alineaExtra opties voor deze alinea
Kopieer alinea-URL naar klembord Reageer op deze alinea Deel op social media- Paragraaf 1 Volhardend in de vrede
4
Wij spreken niet over de vrede, die ten onrechte dien naam draagt, die moeilijk te verkrijgen, gemakkelijk te verliezen en vol voetangels en klemmen is. Maar Wij bedoelen de ware, duurzame, oprechte vrede, die de dochter is van de liefde en de moeder van de heilige vreugde, volgens het getuigenis van het Schriftwoord: "Overvloedige vrede is weggelegd voor hen, die Uw wet liefhebben" (Ps. 119, 165) [b:Ps. 119, 165]; en: "Die vredelievende besluiten nemen, hen volgt de vreugde" (Spr. 12, 20) [b:Spr. 12, 20].
Referenties naar alinea 4: 0
Geen referenties naar deze alineaExtra opties voor deze alinea
Kopieer alinea-URL naar klembord Reageer op deze alinea Deel op social media
5
Zulk een vrede is de allerschoonste gave van Christus, die de wereld ons niet geven, maar ook niet ontnemen kan, die zij ons alleen tevergeefs kan benijden; meer nog, die vrede is Christus zelf: "Hij immers is onze vrede" (Eph. 2 : 14), Christus namelijk, die in ons woont, die ons bezielt, wie wij toebehoren, wanneer wij goed leven. De vrede nu bestaat in de harmonie van de werkdadige deugden; en daarom moet gij er u steeds meer op toeleggen, om het lichaam aan de ziel, en de ziel aan God te onderwerpen, om uit te munten door de genade van het Evangelie en zo door uw verlangens en gedachten aan de engelen, door uw werken aan de mensen te behagen. Laat ver van u zijn, wat de broederlijke eendracht zou kunnen verstoren, die godgewijde mannen betaamt en hen met het sieraad van een serene wijsheid bekleedt. Laat het overste-zijn onder u een trouw dienstbetoon, het onderdaan-zijn een voortdurend offer wezen, laat uw leven voor de anderen schitteren als een levende norm en een heerlijk voorbeeld van christelijke levenswandel.
Referenties naar alinea 5: 0
Geen referenties naar deze alineaExtra opties voor deze alinea
Kopieer alinea-URL naar klembord Reageer op deze alinea Deel op social media- Paragraaf 2 Vol ijver in de studie
6
Uw vrede is echter geen lui nietsdoen; integendeel, zij heeft een bezigheid die elke andere in grootheid en voornaamheid evenaart. Uw plicht is het uit te munten door de bestudering van de leer, dagelijks rijker te worden door een bredere kennis, vooral van de goddelijke dingen, de waarheden, die ons uit den hemel gegeven zijn, te overwegen, toe te lichten, te verdedigen. Laat voor ieder uwer een aansporing liggen tot het verwerven van een steeds overvloediger wetenschap (die niet los mag staan van, heiligheid in levenswandel) in deze rake woorden van den H. Hieronymus: “Nooit mogen de boeken uit uw hand en van onder uw ogen zijn; leert het psalterium van buiten; uw gebeden moeten ononderbroken, uw zintuigen waakzaam zijn, maar niet openstaan voor allerlei gedachten. Lichaam en ziel moeten gelijkelijk naar den Heer streven” 125 aan Rusticus, n. 11. — Migne PL dl. 22, kol. 1078 [[1052]].
Referenties naar alinea 6: 0
Geen referenties naar deze alineaExtra opties voor deze alinea
Kopieer alinea-URL naar klembord Reageer op deze alinea Deel op social media
7
Gij, die altijd de voornaamste plaats hebt toegekend aan het beoefenen van theologie en filosofie, eist met volle recht een bijzondere eretitel voor u op: St. Thomas van Aquino, de Algemene Leraar van deze wetenschappen, hebt gij aan de Kerk geschonken. Zijn gezag nu is uitzonderlijk, niet alleen voor het onderricht van de beginnelingen, maar ook voor het verder leiden van hen, die zoeken naar de verborgen waarheid, en dit is in het Kerkelijk Wetboek [2620] op beslissende wijze vastgelegd: “De professoren dienen de bestudering van de rationele filosofie en van de theologie, en de opleiding van leerlingen in deze wetenschappen geheel in te richten volgens den geest, de leer en de beginselen van den Engelachtige Leraar, en daaraan vast te houden” par. 2 [[2620|(1366)]]. Hoe hoog dit voorschrift aangeslagen moet worden, hebben Wij elders, volgens de raadgevingen en in het voetspoor van Onze Voorgangers, aangegeven. In deze aangelegenheid zijn echter op het ogenblik die vraagstukken van minder belang, waarin altijd, onder de leiding van het kerkelijk leergezag, vrijheid van opinie en van discussie bestond, hoe gewichtig deze vraagstukken voor het filosofisch en theologisch onderzoek overigens ook mogen zijn. En nog veel minder gaat het nu om die opvattingen en formuleringen op het gebied van de fysica en de natuurwetenschap, die kenmerkend zijn voor een voorbije tijd, of om wat daaruit is afgeleid, voor zover de vondsten en de ontdekkingen van de exacte wetenschappen deze opinies hebben achterhaald en overwonnen: de Kerk staat welwillend en niet vijandig tegenover deze vondsten en ontdekkingen. Zij bevordert ze en koestert er geen vrees voor.
Referenties naar alinea 7: 0
Geen referenties naar deze alineaExtra opties voor deze alinea
Kopieer alinea-URL naar klembord Reageer op deze alinea Deel op social media
8
Op het ogenblik gaat het echter om de grondslagen zelf van de philosophia perennis, die erkend en geëerbiedigd worden door elk brein en door elke wetenschap, die men als in naam en metterdaad katholiek mag beschouwen. Het gaat om: wetenschap en geloof, hun aard en wederzijde verhouding; om de grondslag zelf van het geloof, dat door geen enkel kritisch oordeel aan het wankelen mag worden gebracht. Het gaat om de waarheden, die God geopenbaard heeft: om de vraag of de scherpzinnigheid van het verstand met bepaalde begrippen kan doordringen in deze waarheden en er conclusies uit kan afleiden. Om het kort te zeggen: St. Thomas heeft, boven alle tijden uit, door de vereniging en samenvoeging van elementen, die door de beoefenaars van de christelijke wijsheid van alle tijden bijeenverzameld zijn, een bouwwerk opgetrokken; en de vraag wordt nu opgeworpen of dat op een degelijke rotsbodem steunt, of dat blijvende kracht en waarde bezit, of dat ook nu de geloofsschat op een doeltreffende wijze beschermt, of dat, bij het voortschrijden van de theologie, nog veilig gebruikt en als richtlijn genomen kan worden. Welnu, dat beaamt de Kerk inderdaad, in de overtuiging, dat men langs deze weg veilig voortschrijdt in het kennen en verstevigen van de waarheid. Daarom heeft de Apostolische Constitutie “ Deus Scientiarum Dominus [1474]” van 24 mei 1931 het aangehaalde voorschrift van de Codex [2620] bekrachtigd. De filosofie moet zó onderwezen worden - zo wordt daar verordend- “dat de toehoorders onderricht worden in een volledig en samenhangend leersysteem volgens de methoden en de beginselen van St. Thomas van Aquino”; en in de theologie “moet men, na de geloofswaarheden uiteengezet en uit Schrift en Traditie bewezen te hebben, de aard en de diepere zin van deze waarheden volgens de beginselen en de leer van St. Thomas van Aquino onderzoeken en uitleggen” Deus Scientiarum Dominus [[1474|(29)]].
Referenties naar alinea 8: 0
Geen referenties naar deze alineaExtra opties voor deze alinea
Kopieer alinea-URL naar klembord Reageer op deze alinea Deel op social media
9
Blijkens de ervaring en het gebruik zal het niet moeilijk vallen om, zo nodig, voor de niet-vakmensen enkele z.g. technische formuleringen, die gewoonlijk duister zijn voor wie in deze wetenschap niet bedreven is, in duidelijke moderne termen om te zetten en door omschrijvingen uit te leggen.
Referenties naar alinea 9: 0
Geen referenties naar deze alineaExtra opties voor deze alinea
Kopieer alinea-URL naar klembord Reageer op deze alinea Deel op social media
10
Aangezien dit alles de kracht bezit van een wet, die voor elk katholiek filosofisch en theologisch onderwijs gelding heeft, verwachten Wij van u nog des te meer, dat gij u, niet alleen in uw uiterlijk gedrag, maar ook met innerlijke overtuiging en toeleg, zult richten naar deze verheven voorschriften, die op heel de katholieke leer betrekking hebben, dus ook op datgene wat met recht en sociale orde samenhangt.
Referenties naar alinea 10: 0
Geen referenties naar deze alineaExtra opties voor deze alinea
Kopieer alinea-URL naar klembord Reageer op deze alinea Deel op social media
11
Neemt dus vol ijver de boeken ter hand, waarin de inrichting, de wetgeving en de geschiedenis van de godsdienst vervat liggen; wat de nieuwe tijd brengt, keurt dat met een schrander doorzicht en maakt het ten nutte aan de gewijde wetenschap. Moge uw vrede, vriendin en gezellin van een rustige arbeidzaamheid, schitteren door de weerschijn van de hemelse waarheid. Zo weerspiegelt te midden van steile bergen een stil meer, door dennengroen omkranst, het blauwe hemelgewelf.
Referenties naar alinea 11: 0
Geen referenties naar deze alineaExtra opties voor deze alinea
Kopieer alinea-URL naar klembord Reageer op deze alinea Deel op social media
12
Iets anders nog, dat Ons zeer ter harte gaat, willen Wij niet stilzwijgend voorbijgaan, nl. de Editio Leonina (de door Paus Leo XIII verordende uitgave) van de werken van den H. Thomas van Aquino, die met vernieuwde ijver voortgezet moet worden. Het betreft immers een onderneming, die u bijzonder tot eer strekt, en die voor de filosofische en theologische wetenschappen - waarvoor immers de Engelachtige Leraar steeds een uiterst deskundig leidsman en een nooit verduisterend licht is - een hulpmiddel betekent, dat altijd blijvend zal zijn en eens naar waarde geschat zal worden.
Referenties naar alinea 12: 0
Geen referenties naar deze alineaExtra opties voor deze alinea
Kopieer alinea-URL naar klembord Reageer op deze alinea Deel op social media- Paragraaf 3 Vol vuur bij de prediking
13
De prediking, geliefden, is een groot geheim. Het heil immers van het menselijk geslacht ligt in het geloof, het geloof echter wordt verwekt door de prediking, zoals er geschreven staat: “Het geloof ontstaat door het horen” (Rom. 10, 17) [b:Rom. 10, 17]. Tussen de menswording van Gods Woord en de prediking is een sterke overeenkomst, een wonderbare betrekking en verwantschap. De leerling immers van Christus, evenals de allerzaligste Maagd Maria, brengt, schenkt, geeft Christus aan de menen; hij is Christusdrager. De H. Maagd en Moeder Gods Maria bekleedde Christus met het omhulsel der ledematen; de verkondiger van het Evangelie bekleedt Hem met het ijle lichaam van het woord; daar evenals hier is de Waarheid, die de mensen onderricht, die de mensen verlicht en beschut; de zijnswijze is verschillende maar de kracht is gelijk.
Referenties naar alinea 13: 0
Geen referenties naar deze alineaExtra opties voor deze alinea
Kopieer alinea-URL naar klembord Reageer op deze alinea Deel op social media
14
Deze moederlijke eer echter, deze lof en deze waardigheid behoren u op een bijzondere titel toe. Houdt uw naam, houdt uw krijgsdienst hoog; niemand mag zich, uit zorgeloosheid of uit vrees, van de bediening van de prediking onthouden.
Referenties naar alinea 14: 0
Geen referenties naar deze alineaExtra opties voor deze alinea
Kopieer alinea-URL naar klembord Reageer op deze alinea Deel op social media
15
Meer nog, het is uw plicht in deze arbeid boven de anderen uit te blinken. Uw woord moet daarom altijd in overeenstemming zijn met uw gedrag; wat gij zegt, staaf dat door uw voorbeeld. De menselijke welsprekendheid moet met vrucht aangeleerd en beoefend worden, opdat het woord Gods de sierlijkheid, die het vereist, niet zou verliezen; maar niettemin ligt de kracht van de prediking Gods in de hemelse genade van de H. Geest, die afgesmeekt moet worden door het gebed en door vrome werken. “Hij treedt op als een ware redenaar, die juiste, heilige en goede dingen zegt; hij treedt op naar vermogen, als hij dat alles zó zegt, dat men met begrip, met genoegen en met volgzaamheid naar hem luistert; en hij moet er niet aan twijfelen, dat hij dat kan (als, en in zover hij het kan) meer door zijn vroom gebed, dan door zijn redenaarstalent, zodat hij, door te bidden voor zichzelf en voor hen, die hij zal toespreken, eerst een bidder (orator), dan een spreker is” c. 15, n. 32 — Migne PL dl. 34, kol. 103 [[2077]].
Referenties naar alinea 15: 0
Geen referenties naar deze alineaExtra opties voor deze alinea
Kopieer alinea-URL naar klembord Reageer op deze alinea Deel op social media- Paragraaf 4 Afsluiting
16
Op deze drie dingen moet gij dus voortdurend uw zorgzaamheid en uw gedachten richten, opdat gij, in naam en metterdaad Dominicaan moogt zijn: de vrede, de studie van de leer, en de prediking; niet afzonderlijk, maar verenigd, niet gescheiden, maar in een liefde omvat. Met deze middelen moet gij uw professie eer aandoen. Ons dienstwerk ondersteunen, de ontwortelde wereld te hulp snellen. "Moge de genade, de barmhartigheid en de vrede van God de Vader en van Christus Jezus Zijn Zoon in de waarheid en de liefde met U zijn" (2 Joh. 3) [b:2 Joh. 3]. U dit van harte toewensend, verlenen Wij U met liefde Onzen Apostolische Zegen.
Referenties naar alinea 16: 0
Geen referenties naar deze alineaExtra opties voor deze alinea
Kopieer alinea-URL naar klembord Reageer op deze alinea Deel op social mediaReferenties naar dit document: 1
Open uitgebreid overzichthttps://rkdocumenten.nl/toondocument/2621-par-est-taeto-nl