Tot het 4e Internationaal Thomistisch Congres te Rome
x
Informatie over dit document
Tot het 4e Internationaal Thomistisch Congres te Rome
Paus Pius XII
14 september 1955
Pauselijke geschriften - Toespraken
2008, Vertaling uit het Frans: Drs. J. Vijgen
Bron: AAS 47 (1955) 683-691
Bron: AAS 47 (1955) 683-691
14 september 1955
15 maart 2010
2535
nl
Referenties naar dit document van thema's en berichten
Open uitgebreid overzichtExtra opties voor dit document
Kopieer document-URL naar klembord Reageer op dit document Deel op social mediaInhoudsopgave
Uitklappen
- Inhoud
1
Wij heten u zeer hartelijk welkom, dierbare Zonen, leden van de Pauselijke Academie van Sint Thomas van Aquino. Om de leer van de „Doctor angelicus" te bevorderen — zoals uw streven is en uw plicht —, neemt u ook ondermeer uw toevlucht tot de organisatie een internationaal congres om de vijf jaar. Wij zegenen u met alle liefde van Ons vaderlijk hart, opdat overdaad van hemels licht over u allen neerdale bij het werk dat u op het ogenblik aanvat, als ook bij het werk dat u verrichten zal de toekomst. Wij bidden de Goddelijke Geest, dat Hij dat werk vruchtbaar en vruchtdragend moge maken, niet alleen voor uzelf, maar ook voor al degenen die vandaag, onder invloed van de drang naar wetenschap, zich bijzonder bezighouden met de objectieve en permanente waarde van het ware en het goede.
Referenties naar alinea 1: 0
Geen referenties naar deze alineaExtra opties voor deze alinea
Kopieer alinea-URL naar klembord Reageer op deze alinea Deel op social media
2
Het is u voldoende bekend, hoezeer de grondige en toegewijde studie van de leer van de „Doctor communis" Ons ter harte gaat. Wij hebben dit bij tal van gelegenheden, en zelfs in officiële documenten verklaard er ondermee erop gewezen, dat de methode en de principes van Sint-Thomas alle andere overtreffen, of het nu gaat om het verstand van de jongeren te vormen, dan wel, reeds gevormde geesten tot in de meest verborgen betekenis van de waarheden te doen doordringen. Aangezien deze leer bovendien in volkomen overeenstemming is met de goddelijke Openbaring, is zij als geen andere geschikt om op betrouwbare wijze de grondslagen van het geloof vast te stellen, alsook om de vruchten van de ware vooruitgang te plukken. vgl: Humani Generis [[[470|31]]]
En Wij aarzelen niet, te verklaren, dat de befaamde encycliek " Aeterni Patris [2514]", waarin Onze onsterfelijke Voorganger Leo XIII de katholieke geesten terugriep tot de eenheid van de leer in het wijsgerig stelsel van Sint-Thomas, haar volle waarde behoudt. Gaarne maken Wij de volgende ernstige woorden van die grote Opperherder tot de Onze: „Discedere inconsulte ac temere a sapientia Doctoris angelici, res aliena est a voluntate Nostra eademque plena periculi” (Onbezonnen en roekeloos van de wijsheid van de Engelachtige Leraar afwijken is met Onze wil in strijd en vol gevaren). Ad Ministrum Generalis Ordinis Fratrum Minorum [[2536]]
En Wij aarzelen niet, te verklaren, dat de befaamde encycliek " Aeterni Patris [2514]", waarin Onze onsterfelijke Voorganger Leo XIII de katholieke geesten terugriep tot de eenheid van de leer in het wijsgerig stelsel van Sint-Thomas, haar volle waarde behoudt. Gaarne maken Wij de volgende ernstige woorden van die grote Opperherder tot de Onze: „Discedere inconsulte ac temere a sapientia Doctoris angelici, res aliena est a voluntate Nostra eademque plena periculi” (Onbezonnen en roekeloos van de wijsheid van de Engelachtige Leraar afwijken is met Onze wil in strijd en vol gevaren). Ad Ministrum Generalis Ordinis Fratrum Minorum [[2536]]
Referenties naar alinea 2: 0
Geen referenties naar deze alineaExtra opties voor deze alinea
Kopieer alinea-URL naar klembord Reageer op deze alinea Deel op social media
3
Wij waren dan ook zeer verheugd, toen Wij vernamen, dat u van plan was om op dit congres de leer van de Engelachtige Leraar te vergelijken met de voornaamste stromingen van het moderne en hedendaagse denken. Daardoor geeft u er blijk van, terecht in te zien, dat er nauwelijks vraagstukken zijn, zelfs onder die welke vandaag worden opgeworpen, die niet verklaard kunnen worden door er het een of ander beginsel van Sint-Thomas op toe te passen; en niemand, zo is uw overtuiging, kan nog het nut in twijfel trekken van een grondige kennis van die leer, wil men zich tenminste niet te gemakkelijk laten meesleuren door modieuze filosofieën, die tot een kortstondig bestaan zijn gedoemd en slechts verwarring en scepticisme achter zich laten. Maar er is een fundamentele, zeer actuele kwestie, die in het bijzonder uw aandacht vraagt. Wij bedoelen de betrekkingen tussen de natuurwetenschappelijke ervaring en de wijsbegeerte: dit is een terrein waarop recente studies en ontdekkingen tal van problemen hebben doen rijzen. Laten wij er van meet af aan op wijzen, dat in het algemeen de eerlijke en diepgaande studie van natuurwetenschappelijke vraagstukken niet alleen, uiteraard, niet tot tegenspraak leidt met de vaststaande beginselen van de „philosophia perennis", maar integendeel daarvan juist een licht ontvangt waarop filosofen zelf misschien niet bedacht waren, of waarvan zij in elk geval niet konden hopen, dat het zo gestadig en zo intens zou zijn.
Referenties naar alinea 3: 0
Geen referenties naar deze alineaExtra opties voor deze alinea
Kopieer alinea-URL naar klembord Reageer op deze alinea Deel op social media
4
Maar Wij laten gaarne aan uw geleerde sprekers en inleiders de zorg over om de grote vraagstukken van uw congres te behandelen: Wij willen er ons hier toe beperken, u te onderhouden over drie bijzondere punten van de moderne fysica, die betrekking hebben op de innerlijke structuur van de materie.
Referenties naar alinea 4: 0
Geen referenties naar deze alineaExtra opties voor deze alinea
Kopieer alinea-URL naar klembord Reageer op deze alinea Deel op social media- Paragraaf 1 De materie
5
De vooruitgang, die het natuurwetenschappelijk onderzoek op het gebied van de materie heeft geboekt, heeft het noodzakelijk gemaakt, tot de constructie van modellen over te gaan, die langs de weg van de analyse behulpzaam zouden kunnen zijn voor het verstaan van nog niet geheel opgehelderde feiten.
Referenties naar alinea 5: 0
Geen referenties naar deze alineaExtra opties voor deze alinea
Kopieer alinea-URL naar klembord Reageer op deze alinea Deel op social media
6
De geweldige resultaten, die bij de bestudering van de macrocosmos verkregen werden dank zij de toepassing van de wetten van de mechanica, wekten de hoop, dat de gehele natuur zou kunnen worden gevat in algemene begrippen van hetzelfde type. Uitgaande van deze hypothese heeft zich het wetenschappelijk mechanisme ontwikkeld.De methode bleef ook uitmuntende resultaten opleveren toen men ze, in plaats van op de wereld van de hemellichamen, op die der kristallen en moleculaire structuren toepaste. Een typisch voorbeeld is de kinetische gastheorie welke, uitgaande van zuiver mechanische hypothesen, erin slaagde, op nauwkeurige wijze het merendeel van de verschijnselen, die de gedragingen van gassen bepalen, te voorzien.
Referenties naar alinea 6: 0
Geen referenties naar deze alineaExtra opties voor deze alinea
Kopieer alinea-URL naar klembord Reageer op deze alinea Deel op social media
7
Microcosmos
Zo kwam men er als vanzelf toe, te denken, dat ook de microcosmos volgens mechanische modellen verklaard kon worden en dat de wetten, die de beweging van de hemellichamen bepalen, eveneens moesten gelden voor de bouw van atomen en moleculen. Op grond van deze gedachtegang ontstonden de eerste planetenmodellen van het atoom, dat men zich voorstelde als een minuscuul zonnestelsel, waarin deeltjes wentelen rondom een veel grotere massakern. Maar naarmate de experimenten vorderden, bleek het model steeds minder bruikbaar. Men stond voor de geleidelijk aan inzettende ondergang van de mechanistische conceptie: van de in samenhang wisselende omloopbanen ging men over naar de niet-samenhangende; van deze naar de quantensprongen, naar de nieuwe opvattingen omtrent krachtenniveaus, om uiteindelijk te belanden bij de benaming van quantenstaat, waarin het oorspronkelijke banenconcept als overwonnen kan worden beschouwd. De aanwezigheid van het elektron in de bouw van het atoom maakte de volgende ontwikkeling door: van een soort wentelend bolletje, te vergelijken met een planeet, elk ogenblik volkomen bepaalbaar en uitgerust met een nauwkeurig omschreven hoeveelheid energie, kwam men tot het idee van een storing in het elektromagnetische veld rondom de kern. De deeltjes verloren daarbij steeds meer aan individualiteit.
Zo kwam men er als vanzelf toe, te denken, dat ook de microcosmos volgens mechanische modellen verklaard kon worden en dat de wetten, die de beweging van de hemellichamen bepalen, eveneens moesten gelden voor de bouw van atomen en moleculen. Op grond van deze gedachtegang ontstonden de eerste planetenmodellen van het atoom, dat men zich voorstelde als een minuscuul zonnestelsel, waarin deeltjes wentelen rondom een veel grotere massakern. Maar naarmate de experimenten vorderden, bleek het model steeds minder bruikbaar. Men stond voor de geleidelijk aan inzettende ondergang van de mechanistische conceptie: van de in samenhang wisselende omloopbanen ging men over naar de niet-samenhangende; van deze naar de quantensprongen, naar de nieuwe opvattingen omtrent krachtenniveaus, om uiteindelijk te belanden bij de benaming van quantenstaat, waarin het oorspronkelijke banenconcept als overwonnen kan worden beschouwd. De aanwezigheid van het elektron in de bouw van het atoom maakte de volgende ontwikkeling door: van een soort wentelend bolletje, te vergelijken met een planeet, elk ogenblik volkomen bepaalbaar en uitgerust met een nauwkeurig omschreven hoeveelheid energie, kwam men tot het idee van een storing in het elektromagnetische veld rondom de kern. De deeltjes verloren daarbij steeds meer aan individualiteit.
Referenties naar alinea 7: 0
Geen referenties naar deze alineaExtra opties voor deze alinea
Kopieer alinea-URL naar klembord Reageer op deze alinea Deel op social media
8
Komt men te spreken over de structuur van de atoomkern zelf, dan worden de problemen nog ingewikkelder, en de uit de mechanica afgeleide schema’s zijn op zijn hoogst bruikbaar om een terminologie aan de hand te doen, waarbij men tevoren weet, dat aan de verschillende termen (deeltje, omloopbaan, quantensprong, botsing, ‘capture’, bewegingsomzetting) werkelijkheden beantwoorden, die niet gelijk te stellen zijn met dé gewone voorstellingen van de macrocosmos.
Referenties naar alinea 8: 0
Geen referenties naar deze alineaExtra opties voor deze alinea
Kopieer alinea-URL naar klembord Reageer op deze alinea Deel op social media
9
Deze enkele, slechts even aangestipte, feiten zijn voldoende om het bankroet van de mechanistische hypothese te bewijzen: ze is dan ook tegenwoordig door de specialisten van de natuurwetenschappen praktisch verlaten voor wat de verklaring van de microcosmos betreft.
Referenties naar alinea 9: 0
Geen referenties naar deze alineaExtra opties voor deze alinea
Kopieer alinea-URL naar klembord Reageer op deze alinea Deel op social media
10
Het is daarom wel duidelijk, dat het noodzakelijk wordt te onderzoeken, op welke wijsgerige grondslagen de nieuwe resultaten van de natuurwetenschap gericht kunnen worden. Toen éénmaal de theorie van het positivistisch mechanisme in elkaar gestort was, trachtte men deze te vervangen door meer idealistische opvattingen, die steunden op het primaatschap, dat werd toegekend aan het kennende subject en aan zijn wijze van kennen. Wij kunnen hier geen diepgaande bespreking van deze procédés geven. Mogen Wij volstaan met op te merken, dat de eerlijkheid van geweten, die de geleerden bij het wetenschappelijk onderzoek heeft geleid, het moderne denken gevoerd heeft tot voor de drempel van de enige wijsbegeerte, die in staat is een redelijke verklaring te geven voor de door de ervaring verkregen resultaten. Wanneer men de fundamentele beginselen van die wijsbegeerte goed voor ogen hield, zou men kunnen constateren, dat zij op dit gebied evenmin als op andere in tegenspraak zijn met de postulaten van de moderne gedachte.
Referenties naar alinea 10: 0
Geen referenties naar deze alineaExtra opties voor deze alinea
Kopieer alinea-URL naar klembord Reageer op deze alinea Deel op social media
11
Wat beweert de „philosophia perennis" dan? Dat er in de lichamen een éénmakend beginsel aanwezig is, dat des te meer afdoende blijkt naarmate men van meer nabij de innerlijke samenstelling van die lichamen bestudeert.
Referenties naar alinea 11: 0
Geen referenties naar deze alineaExtra opties voor deze alinea
Kopieer alinea-URL naar klembord Reageer op deze alinea Deel op social media
12
Men vertrekt (op het terrein van het niet-levende) van “gehelen”, die gevormd worden door gedeelten, die met elkaar door zuiver accidentele en uiterlijke banden verbonden zijn: de wetten van de mechanica zijn in dat geval voldoende om de afzonderlijke en onderlinge werkingen van de verschillende elementen te verklaren. Naarmate men echter afdaalt naar de meer fundamentele elementen, treden hechtere banden dan de zuiver mechanische aan het licht: die banden doen een bepaalde eenheid veronderstellen van de beginselen, welke optreden in de verscheidenheid van de samenstellende delen. En juist op dit terrein blijkt het nut van de leer van het hylemorfisme. Terwijl in de macrocosmos het probleem zich nog niet met zoveel klem stelt, wordt het in de microcosmos steeds dringender. De leer van materie en vorm, van potentie en act, is in staat om de postulaten van de moderne wetenschap te overstralen met een licht dat met de resultaten van de ervaring in volkomen overeenstemming is. Die leer beweert, dat er fundamentele structuren moeten bestaan, die de basis vormen van de eigenschappen van de lichamen, en dat deze lichamen een intrinsieke, en geen accidentele, eenheid moeten hebben: dat zij dus niet samengesteld kunnen zijn uit delen, die elk hun eigen individualiteit zouden behouden en zo bij elkaar gevoegd zouden zijn, dat zij een aggregaat vormen. Ieder deeltje speelt wel zijn rol in de samenstelling van het éne geheel, maar verliest daarbij enkele van zijn kenmerkende eigenschappen, zodat het niet meer beschouwd kan worden op dezelfde manier als toen het niet in het geheel was opgenomen. Het elektron buiten het atoom kan niet op precies dezelfde wijze worden onderzocht als wanneer het deel uitmaakt van het atoomlichaam. Het is in het atoom aanwezig volgens een nieuwe zienswijze: virtueel aanwezig, in staat om opnieuw al zijn eigenschappen te activeren als een fysiek proces het scheidt van het geheel.
Referenties naar alinea 12: 0
Geen referenties naar deze alineaExtra opties voor deze alinea
Kopieer alinea-URL naar klembord Reageer op deze alinea Deel op social media
13
Men kan hetzelfde zeggen van de kern, die in nog engere zin één geheel vormt. De delen waaruit deze kern is samengesteld, de nucleonen, kunnen niet bestudeerd worden in het licht van de eigenschappen, die ze buiten de kern karakteriseren. Hun aanwezigheid wordt virtueel: zij brengen bepaalde nieuwe eigenschappen mee, terwijl zij andere eigenschappen verliezen. De elektrodynamische en elektromagnetische wetten, die geldig zijn voor de macrocosmos, gaan dus niet meer geheel en al op voor de microcosmos: men ziet nieuwe verbindingskrachten ontstaan, die op geen enkele wijze gelijkgesteld kunnen worden met die, welke gewoonlijk onder de waarneming van de zintuigen vallen. Het is gemakkelijk om het grote nut in te zien, dat een zo diepzinnige wijsbegeerte kan hebben om de wetenschap te helpen bij het ophelderen van de problemen van de natuur. Zonder twijfel kan de wijsbegeerte niet zeggen, wat de kleinste structuur is die als innerlijke eenheid moet worden beschouwd, maar zij stelt vast dat een dergelijke structuur zeker moet bestaan en dat, hoe fundamenteler een geheel is, des te meer de werking van zijn samenstellende delen op eenheid moet zijn gericht.
Referenties naar alinea 13: 0
Geen referenties naar deze alineaExtra opties voor deze alinea
Kopieer alinea-URL naar klembord Reageer op deze alinea Deel op social media- Paragraaf 2 Determinisme en indeterminisme
14
Er is een ander vraagstuk, waarvan u allen de weerklank kent in de moderne natuurwetenschap: het vraagstuk dat betrekking heeft op determinisme en indeterminisme.
Referenties naar alinea 14: 0
Geen referenties naar deze alineaExtra opties voor deze alinea
Kopieer alinea-URL naar klembord Reageer op deze alinea Deel op social media
15
Zoals Wij daarnet reeds aanduidden, hadden de bewonderenswaardige resultaten, die de mechanica had verkregen, de overtuiging doen postvatten, dat de geschiedenis van een mechanisch model, welk dan ook, met onbetwistbare zekerheid kon worden voorspeld; en wel voor om het even welk ogenblik van de toekomst, wanneer de begintoestand van plaats en snelheid van de verschillende deeltjes, alsook de verdeling der krachtvelden, tevoren maar gegeven zijn. Deze wijze van opvatting, die de natuur als rigoureus samenhangend in haar mechanische processen beschouwde, deed, zoals u weet, het mechanistisch determinisme ontstaan. Dit systeem is naderhand overtuigend ontzenuwd door de vooruitgang, die het natuurwetenschappelijk onderzoek in steeds dieper liggende gebieden van de structuur van de lichamen boekte, en is op deze wijze tenslotte toepasselijk gebleken op zeer veel vraagstukken van de microcosmos.
Referenties naar alinea 15: 0
Geen referenties naar deze alineaExtra opties voor deze alinea
Kopieer alinea-URL naar klembord Reageer op deze alinea Deel op social media
16
Maar de geleerden voelden evenmin volkomen bevrediging bij de verklaring van de feiten, zoals die werd voorgesteld door de waarschijnlijkheidstheorie. Er valt niets te zeggen tegen het gebruik van de waarschijnlijkheidsberekening, wanneer de veelheid van de oorzaken die bij een verschijnsel optreden zodanig is, dat een onderzoek naar elk van de oorzaken afzonderlijk onmogelijk wordt. Het wiskundige hulpmiddel van de statistische berekening heeft tot gelukkige en zeer belangrijke resultaten geleid, dat valt niet te betwijfelen. Verder gaand op het plan van de concepten, heeft men echter willen staande houden, dat de waarschijnlijkheid niet alleen een praktisch systeem is voor de bestudering van de verschijnselen, maar dat zij intrinsiek is aan de natuur van de lichamen. Dit is hetzelfde als te beweren dat de gedragingen van welk lichaampje ook in wezen door geen enkele nauwkeurig omschreven wet zijn bepaald, en dat zij zijn overgeleverd aan schommelingen, die alleen gehoorzamen aan de criteria van de waarschijnlijkheid.
Referenties naar alinea 16: 0
Geen referenties naar deze alineaExtra opties voor deze alinea
Kopieer alinea-URL naar klembord Reageer op deze alinea Deel op social media
17
Deze probabilistische kijk op de dingen werd nog versterkt door de ontwikkeling van het beginsel van het indeterminisme, waarvan men de betekenis niet kan ontkennen, gebaseerd als het is op diepgaande observaties van zowel experimentele als theoretische aard.
Referenties naar alinea 17: 0
Geen referenties naar deze alineaExtra opties voor deze alinea
Kopieer alinea-URL naar klembord Reageer op deze alinea Deel op social media
18
Volgens dit beginsel is de onmogelijkheid om nauwkeurig plaats en snelheid van een deeltje op een gegeven ogenblik te kennen, niet alleen te wijten aan moeilijkheden van experimentele aard: deze onmogelijkheid staat geschreven in de natuur zelf. Men stelt — op het gebied van de fysica — dat men geen uitspraak kan doen over elementaire deeltjes en processen, zolang deze door een of ander begripsmatig mogelijk experiment, volgens de indeterminatietheorie van Heisenberg, nog niet aangetoond konden worden. Dit principe toont duidelijk, hoezeer de natuurwetenschap, ter verklaring van haar resultaten, telkens opnieuw teruggrijpt op systemen van wijsgerige aard: hier gaat zij te leen bij idealistische opvattingen, volgens dewelke het zoekende subject in de plaats treedt van de objectieve werkelijkheid. Maar het is voor éénieder zonneklaar, hoe weinig deze handelwijze in overeenstemming is met de wetenschappelijke methode.
Referenties naar alinea 18: 0
Geen referenties naar deze alineaExtra opties voor deze alinea
Kopieer alinea-URL naar klembord Reageer op deze alinea Deel op social media
19
Na deze verkeerde weg ingeslagen te hebben, zijn sommigen nog verder gegaan: zij kenden aan de deeltjes van de microcosmos een soort ‘vrije wil’ toe: en zo kwamen zij er toe te denken, dat zij, tenminste voor wat de microcosmos betreft, het causaliteitsbeginsel in twijfel moesten trekken. Maar dit beginsel heeft niets te maken met determinisme of indeterminisme, aangezien het van nature ver uitgaat boven de experimentele ervaring. Nog veel minder kan het beginsel van voldoende grond ter sprake worden gebracht, zoals duidelijk is voor een ieder die het probleem beziet in zijn wezenlijke termen.
Referenties naar alinea 19: 0
Geen referenties naar deze alineaExtra opties voor deze alinea
Kopieer alinea-URL naar klembord Reageer op deze alinea Deel op social media
20
Een diepere en meer adequate kennis van de Thomistische wijsbegeerte zou voldoende zijn om de weg vrij te maken voor de waarheid, tussen de excessen van mechanistisch determinisme en probabilistisch indeterminisme door. Immers, de “philosophia perennis” neemt het bestaan van actieve beginselen aan, intrinsiek aan de natuur van de lichamen, waarvan de elementen, met een minieme tussenruimte, op dezelfde inwerkingen van buiten verschillend reageren, én waarvan de effecten dientengevolge niet eensluidend bepaald kunnen worden: vandaar de onmogelijkheid om alle effecten met behulp van enkel de experimentele kennis van de uiterlijk waarneembare toestanden te voorspellen. Maar van de andere kant hebben deze actieve beginselen van stoffelijke aard hun eigen inwendige gedragingen, zonder enige vrijheid, en dus zonder probabiliteit, onderworpen als zij zijn aan een waarachtig intrinsiek determinisme.
Referenties naar alinea 20: 0
Geen referenties naar deze alineaExtra opties voor deze alinea
Kopieer alinea-URL naar klembord Reageer op deze alinea Deel op social media- Paragraaf 3 De verhoudingen tussen materie en energie
21
Er is tot slot een derde kwestie, waarop Wij uw aandacht zouden willen vestigen, omdat zij van zeer groot belang is: dat is het vraagstuk van de verhoudingen, welke er bestaan tussen materie en energie.
Referenties naar alinea 21: 0
Geen referenties naar deze alineaExtra opties voor deze alinea
Kopieer alinea-URL naar klembord Reageer op deze alinea Deel op social media
22
Het observeren van de feiten in de natuur toont aan, hoe de stof onderhevig is aan veranderingen in plaats, vorm en eigenschappen, hoe zelfs haar wijze van handelen, van voorkomen, van zich waarneembaar maken, van zich activeren in voortdurende wisseling is. Die werkingen en manifestaties worden teweeggebracht door fysieke eenheden, die krachten worden genoemd en van verschillende oorsprong zijn: zij kunnen hun oorsprong vinden in inertie- of gravitatie-velden, in elektrische, elektromagnetische, nucleaire of andere velden.
Referenties naar alinea 22: 0
Geen referenties naar deze alineaExtra opties voor deze alinea
Kopieer alinea-URL naar klembord Reageer op deze alinea Deel op social media
23
In het geheel van die activiteiten en mutaties merkt men het bestaan op van een geheimzinnige grootheid, welke kwantitatief bepaalbaar is en van de ene kant gekarakteriseerd wordt door het feit dat zij, in de wijze waarop zij zich voordoet, kwalitatief onder steeds wisselende gedaante verschijnt, maar van de andere kant kwantitatief zichzelf gelijk blijft in het behoud van haar waarde. Die grootheid heet energie, en kan van kinetische, potentiële, elastische, thermische, chemische, elektrostatische, elektromagnetische of stralings-energetische enz. aard zijn.
Referenties naar alinea 23: 0
Geen referenties naar deze alineaExtra opties voor deze alinea
Kopieer alinea-URL naar klembord Reageer op deze alinea Deel op social media
24
Zie hier een, overigens zeer bekend, voorbeeld van haar wonderlijke gedragingen.
Referenties naar alinea 24: 0
Geen referenties naar deze alineaExtra opties voor deze alinea
Kopieer alinea-URL naar klembord Reageer op deze alinea Deel op social media
25
Uitgestraald door de zon, bereikt zij de aardbol als licht, dat wil zeggen: in de vorm van elektromagnetische stralen. Zij wordt daar geabsorbeerd door de zee en omgezet in warmte: zodoende stelt zij het water in staat, om van vloeibare toestand over te gaan in een toestand van verdamping. Deze damp nu verkrijgt een potentiële energie en stijgt op in de lucht, om vervolgens opnieuw tot de vloeibare toestand over te gaan en in waterbekkens te worden opgevangen; uit deze waterbekkens stromend, wordt het water gekanaliseerd en krijgt al vallend kinetische energie. Deze vorm van mechanische energie wordt op haar beurt door middel van turbines en wisselstroomdynamo's omgezet in elektrische energie, en deze tenslotte wordt weer opnieuw tot lichtenergie. Een wonderlijke kringloop, tijdens dewelke een gegeven kwantiteit niet verloren gaat, maar een andere vorm aanneemt, en zich nooit als op zichzelf bestaande voordoet, doch in welke verschijningsvorm dan ook steeds gebonden is aan iets stoffelijks: het gaat hier over een essentiële eigenschap, niet over een substantie.
Referenties naar alinea 25: 0
Geen referenties naar deze alineaExtra opties voor deze alinea
Kopieer alinea-URL naar klembord Reageer op deze alinea Deel op social media
26
Zo zijn de karakteristieke eigenschappen van de energie drie in getal:
- kwantitatieve duurzaamheid,
- veelvormige wisseling in aspecten,
- absolute afhankelijkheid met betrekking tot een stoffelijke substantie.
Referenties naar alinea 26: 0
Geen referenties naar deze alineaExtra opties voor deze alinea
Kopieer alinea-URL naar klembord Reageer op deze alinea Deel op social media
27
Uit de talloze voorbeelden, die de natuur verschaft, heeft men twee voor de wetenschap fundamentele beginselen afgeleid: het beginsel van het behoud van de materie en het beginsel van het behoud van de energie. Maar de theoretische én experimentele onderzoekingen van deze eeuw leidden tot resultaten, die op het eerste gezicht verbijsterend waren. Bij vele atomaire processen ontdekte men bv., dat de kern van een zwaar atoom twee lichtere atomen kan doen ontstaan: in die mate dat de som van hun massa niet gelijk is aan de oorspronkelijke massa. Hieruit moet men concluderen, dat een zekere hoeveelheid massa verloren is gegaan.
Referenties naar alinea 27: 0
Geen referenties naar deze alineaExtra opties voor deze alinea
Kopieer alinea-URL naar klembord Reageer op deze alinea Deel op social media
28
Tegelijkertijd ziet men in het proces een bepaalde hoeveelheid energie optreden, die door geen enkele andere bron wordt geleverd, maar strikt gebonden is aan de hoeveelheid verloren massa, volgens de bekende formule 'E = Mc². Dit feit is de grondslag, zoals u weet, van de kernenergie, een van de grootste verwachtingen van de mensheid op het gebied van de technische vooruitgang; en de onlangs gehouden Conferentie van Genève over het gebruik van de atoomenergie voor vredesdoeleinden heeft aan de stomverbaasde ogen van de mensheid de schitterende resultaten voorgehouden, die reeds door verschillende landen zijn verkregen inzake de toepassing van atoomenergie in de industriële, biologische en medische sector. Een sereen perspectief van vrede kan ontstaan uit deze triomf van de waarheid, ontdekt door de studie van de natuur, die met zulke heerlijke eigenschappen door Gods Voorzienigheid is toegerust, als de harten van de mensen er zich maar op toeleggen, om het geloof in een scheppende God en de broederlijke liefde tot alle mensen tot grondslag van hun verwachtingen te nemen. Maar het is een andere kwestie die Wij hier in het licht willen stellen.
Referenties naar alinea 28: 0
Geen referenties naar deze alineaExtra opties voor deze alinea
Kopieer alinea-URL naar klembord Reageer op deze alinea Deel op social media
29
Sommigen hebben gemeend te kunnen beweren, dat de materie zich omzet in energie, en omgekeerd, en dat dientengevolge materie en energie slechts twee aspecten van eenzelfde substantie zijn. Volgens anderen zou de wereld in haar geheel niets anders zijn dan min of meer verstoffelijkte energie; en zo zijn met betrekking tot door de natuurwetenschap verstrekte gegevens verschillende interpretaties van wijsgerige aard ontstaan.
Referenties naar alinea 29: 0
Geen referenties naar deze alineaExtra opties voor deze alinea
Kopieer alinea-URL naar klembord Reageer op deze alinea Deel op social media- Paragraaf 4 Slot
30
Om conclusies te vermijden, die wellicht tot dwaling zouden kunnen leiden, moet men altijd het natuurwetenschappelijke feit helder voor ogen houden: aan het verdwijnen van een zekere hoeveelheid massa, dat wil zeggen: van een zekere hoeveelheid materie, beschouwd onder het opzicht van haar traagheid en zwaarte, beantwoordt het verschijnen van een hoeveelheid nauwkeurig omschreven energie, welke aan die massa gebonden is volgens het verband van de boven aangehaalde formule (E = Mc²). Dat geeft echter nog niet het recht om te zeggen, dat de materie zich heeft omgezet in energie. Laten wij aandachtig de beide verschijnselen vanuit wijsgerig standpunt beschouwen:1. Voor de stoffelijkheid van een entiteit is niet het wezenlijk noodzakelijk, dat zij de eigenschappen van traagheid en zwaarte bezit: er kan materie bestaan zonder deze eigenschappen.2. De energie doet zich voor als een “accidens”, niet als een “substantie”: als dit waar is, kan zij zich niet omzetten in haar drager, dat wil zeggen: in materie. Men kan dus heden ten dage op goede grond concluderen, dat er in de natuur verschijnselen bestaan, waarbij een gedeelte van de materie haar kenmerken van massa verliest en radicaal in haar fysieke eigenschappen verandert, maar toch geheel en al materie blijft; zo is het mogelijk, dat de nieuwe staat die zij aanneemt niet meer waarneembaar is met de experimentele methodes, die op het constateren van massa-eigenschappen zijn gericht. Evenredig aan deze verandering maakt een bepaalde hoeveelheid energie zich los en wordt in de weegbare materie waarneembaar door de effecten die zij er uitwerkt: deze effecten kunnen geobserveerd en gemeten worden. Met deze formulering komen de natuurwetenschappelijke gegevens volkomen tot hun recht en behouden de wijsgerige inzichten hun geldigheid.
Referenties naar alinea 30: 0
Geen referenties naar deze alineaExtra opties voor deze alinea
Kopieer alinea-URL naar klembord Reageer op deze alinea Deel op social media
31
Ziedaar, dierbare Zonen, wat Wij nodig oordeelden u te zeggen over enkele onderwerpen, die van zo groot belang zijn met betrekking tot wijsbegeerte en natuurwetenschap. U begrijpt, hoe nuttig en noodzakelijk het is voor een wijsgeer om zijn eigen kennis aangaande de natuurwetenschappelijke vooruitgang te verdiepen. Alleen wanneer men een helder inzicht heeft in de resultaten van de ervaring, in de wiskundige theorema's en in de theoretische constructies, kan men op waardevolle wijze bedragen tot hun interpretatie in naam van de “philosophia perennis”. Elke tak van wetenschap heeft zijn eigen karakteristieke kenmerken en moet onafhankelijk werken van de andere, maar dat wil niet zeggen, dat zij onbekend met elkaar moeten blijven. Alleen uit wederzijds begrip en samenwerking kan het grote gebouw verrijzen van een menselijk weten, dat de harmonie bewaart met het hogere licht van de goddelijke Wijsheid.
Referenties naar alinea 31: 0
Geen referenties naar deze alineaExtra opties voor deze alinea
Kopieer alinea-URL naar klembord Reageer op deze alinea Deel op social mediahttps://rkdocumenten.nl/toondocument/2535-tot-het-4e-internationaal-thomistisch-congres-te-rome-nl