
H. Paus Johannes Paulus II - 18 september 1984
Mijn voorganger Paulus VI verklaarde zeer duidelijk, dat er nauwe banden bestaan tussen de verkondiging van het evangelie en de menselijke vooruitgang. En menselijke vooruitgang omvat ontwikkeling en bevrijding. Vgl. H. Paus Paulus VI, Postsynodale Apostolische Exhortatie, Over de Evangelisatie in de Moderne Wereld, Evangelii Nuntiandi (8 dec 1975), 30-31 En zo stel ik vandaag tot u sprekend de evangelische boodschap voor met haar gebod van broederlijke liefde, met haar eisen van rechtvaardigheid en mensenrechten en met heel haar bevrijdende kracht.
De heilige Paulus wil ons allen het belang van de christelijke vrijheid doen begrijpen - vrijheid van zonde en van alles wat ons tot slaven maakt. De heilige Paulus blijft de wereld toeroepen: 'Voor die vrijheid heeft Christus ons vrijgemaakt. Houdt dus stand en laat u niet opnieuw het slavenjuk opleggen' (Gal. 5, 1). En tegelijkertijd houden zowel hij als de heilige Petrus ons het beginsel voor, dat vrijheid geen excuus mag zijn voor losbandigheid. Vgl. Gal. 5, 13
Vandaag wil ik graag die vrijheid verkondigen welke vereist is voor een juiste en billijke mate van zelfbeschikking in uw eigen leven als autochtone volkeren. In eenheid met de hele Kerk verkondig ik al uw rechten - en daarmee overeenkomende plichten. En ik veroordeel ook lichamelijke, culturele en godsdienstige onderdrukking en alles wat op een of andere manier u of enige groep zou beroven van wat u rechtens toebehoort.