Inhoudsopgave
- Inhoud
Mededeling aan de priesters en diakens Enige tijd geleden heeft de Generale Synode van de Nederlandse Hervormde Kerk - na advies te hebben ingewonnen bij het Hervormde Beraad over de verhouding tot de Rooms-Katholieke Kerk - richtlijnen verstrekt aan gemeenten, die geconfronteerd worden met de wens van gemeenteleden om interkerkelijke doopdiensten te doen houden, speciaal met betrekking tot kinderen geboren uit gemengde huwelijken van Nederlands Hervormden en Rooms-Katholieken. De richtlijnen beginnen met de volgende overweging:
"Theologisch bestaat er geen enkele noodzaak om interkerkelijke doopdiensten met de Rooms-Katholieke Kerk te beleggen. Op grond van de doopovereenkomst van 20juli1967 wordt immers de geldigheid van de op de juiste wijze bediende doop over en weer erkend. Daarom komt de oecumenische strekking van deze consensus het meest tot haar recht, indien de doop geschiedt onder verantwoordelijkheid van één der kerken. Deze doopbediening heeft dan immers ook geldigheid voor de andere kerk. De Generale Synode wil kerkenraden en predikanten adviseren om in voorkomende gevallen de doopouders te wijzen op deze oecumenische strekking van de doop op grond van de consensus".
De bisschoppen verklaren zich met deze overweging akkoord en geven hiermee aan hun priesters hetzelfde advies als de Hervormde Synode gaf aan de kerkenraden en predikanten.
Indien het echter toch op pastorale gronden gewenst zou geacht worden om aan de doopdienst in een Katholieke Kerk een interkerkelijk karakter te geven, dan zou uit twee mogelijkheden gekozen kunnen worden:
- De doop geschiedt door de priester met gebruikmaking van de doopliturgie van de Katholieke Kerk. De andere kerk laat zich vertegenwoordigen door officieel door de kerkenraad aangewezen vertegenwoordigers. Deze vertegenwoordigers treden in dcc dienst niet handelend op, maar onderstrepen door hun aanwezigheid het interkerkelijk karakter van deze dienst.
- De doop geschiedt door de priester met gebruikmaking van de doopliturgie van de Katholieke Kerk. En officieel door de andere kerk naar deze dienst afgevaardigde ambtsdrager kan aan deze dienst mee-werken door bepaalde onderdelen van de liturgie te verzorgen. De doophandeling wordt echter in dit geval verricht door de priester.
Deze aanwijzingen lopen parallel met die welke de Hervormde Synode aan haar gemeenten heeft gegeven betreffende een interkerkelijke doopdienst in een Hervormde Kerk. Indien er pastorale gronden zijn om deel te nemen aan een interkerkelijke doopdienst in een Hervormde Kerk, houde men zich aan deze aanwijzingen.
Utrecht, 10 maart 1970
De Bisschoppen van Nederland.
Referenties naar deze alinea: 0
Geen referenties naar deze alineaExtra opties voor deze alinea
Kopieer alinea-URL naar klembord Reageer op deze alinea Deel op social media
https://rkdocumenten.nl/toondocument/232-interkerkelijke-doopbediening-tussen-nederlands-hervormden-nl