Veterum Sapientia
x
Informatie over dit document
Veterum Sapientia
Ter bevordering van de studie van de Latijnse taal
Paus Johannes XXIII
22 februari 1962
Pauselijke geschriften - Apostolische Constituties
1962, Katholiek Archief jrg. 17, nr. 11, 241-246
Vert. uit het Latijn
Zie de gebruiksvoorwaarden van de documenten
Zie de gebruiksvoorwaarden van de documenten
april 1962
Katholiek Archief
11 oktober 2022
215
nl
Referenties naar dit document: 3
Open uitgebreid overzichtReferenties naar dit document van thema's en berichten
Open uitgebreid overzichtExtra opties voor dit document
Kopieer document-URL naar klembord Reageer op dit document Deel op social mediaInhoudsopgave
Uitklappen
- DEEL 1 De waarde en het belang van het Latijn
- Artikel 1 De nalatenschap van de Kerk
1
De wijsheid der ouden, vervat in de Griekse en Romeinse letteren, en de uitmuntende wetenschappelijke geschriften van de oude volkeren dient men te beschouwen als de voorbode en de dageraad van de waarheid van het Evangelie, die de Zoon van God, "de beoordelaar en leraar van de genade en van de leer, het licht en de gids van het mensdom" 21; Migne, PL 1, 394 [[968]] op deze aarde heeft geopenbaard; de Kerkvaders en Kerkleraren hebben immers in de zo voortreffelijke geschriften van die oude tijden een zekere voorbereiding van de geest gezien om de bovennatuurlijke rijkdommen te kunnen ontvangen, die Christus Jezus "ter verwezenlijking van de volheid der tijden" (Ef. 1, 10) [b:Ef. 1, 10] aan de mensen heeft medegedeeld; dit blijkt hieruit dat bij het begin van het Christendom zeker niets verloren is gegaan, wat de voorafgaande eeuwen vroeger aan waarheid, rechtvaardigheid, adel en schoonheid hebben voortgebracht.
Referenties naar alinea 1: 0
Geen referenties naar deze alineaExtra opties voor deze alinea
Kopieer alinea-URL naar klembord Reageer op deze alinea Deel op social media
2
Daarom heeft de H. Kerk deze geschriften vol wijsheid en vooral ook de Griekse en Latijnse taal, die als het ware het gouden omhulsel van die wijsheid vormen, in hoge ere gehouden: zij heeft zich ook van die andere eerbiedwaardige talen bediend, die in het Oosten hebben gebloeid, daar zij niet weinig hebben bijgedragen tot de vooruitgang en de beschaving van het mensdom; doordat de Kerk deze talen gebruikte bij de godsdienstige ceremoniën of bij de verklaring van de H. Schrift, zijn zij in sommige streken tot op deze tijd van kracht gebleven als de uitdrukking van een nooit onderbroken levende oudheid.
Referenties naar alinea 2: 0
Geen referenties naar deze alineaExtra opties voor deze alinea
Kopieer alinea-URL naar klembord Reageer op deze alinea Deel op social media
3
Onder die verschillende talen munt vooral deze uit, die eerst in Latium ontstaan is en vervolgens op geheel bijzondere wijze bijgedragen heeft tot de verspreiding van het Christendom in de landen van het Westen. Het is immers niet zonder het plan van de goddelijke voorzienigheid gebeurd, dat deze taal, die de zo uitgestrekte gemeenschap van volkeren onder het gezag van het Romeinse Imperium gedurende vele eeuwen heeft verbonden, de eigen taal werd van de Apostolische Stoel Ench. Cler. n. 820 [[4514]] vgl: AAS 16 (1924), 141 [[[4515]]] en de christelijke volkeren van Europa in een nauwe band van eenheid met elkaar verenigde, daar zij voor het nageslacht is behouden gebleven.
Referenties naar alinea 3: 0
Geen referenties naar deze alineaExtra opties voor deze alinea
Kopieer alinea-URL naar klembord Reageer op deze alinea Deel op social media- Artikel 2 De culturele waarde van het Latijn
4
Want krachtens haar eigen natuur is het Latijn zeer geschikt om bij alle volkeren iedere vorm van beschaving te bevorderen: immers zij wekt niet de afgunst op, voor ieder volk blijft zij zichzelf gelijk, zij begunstigt geen enkele partij en zij is tenslotte bekoorlijk en aanvaardbaar voor allen. Men moet niet vergeten dat het Latijn een edele vorm en een eigen karakter heeft: zij heeft immers een bondige, afwisselende en welluidende stijl, vol verhevenheid en waardigheid AAS 14(1922), 452-453 [[1013]], die op geheel bijzondere wijze bevorderlijk is voor de duidelijkheid en de sierlijkheid.
Referenties naar alinea 4: 0
Geen referenties naar deze alineaExtra opties voor deze alinea
Kopieer alinea-URL naar klembord Reageer op deze alinea Deel op social media- Artikel 3 De religieuze waarde
5
Daarom heeft de Apostolische Stoel er steeds zorg voor gedragen dat het Latijn ijverig zou gehandhaafd blijven en zij heeft deze taal waardig geacht om haar "als een prachtig gewaad voor de goddelijke geloofs- en zedenleer" AAS 16 (1924) 417 [[4516]] in de uitoefening van haar magisterium te gebruiken en door haar gewijde dienaren te laten gebruiken. Want deze priesters - tot welk volk zij ook behoren - kunnen met gebruik van de Latijnse taal gemakkelijker de richtlijnen van de H. Stoel begrijpen en tevens met haar en onder elkaar een vlottere omgang hebben.
Referenties naar alinea 5: 0
Geen referenties naar deze alineaExtra opties voor deze alinea
Kopieer alinea-URL naar klembord Reageer op deze alinea Deel op social media
6
Het Latijn, dat zo nauw met het leven van de Kerk verbonden is, "door studie en gebruik te beheersen, is niet zozeer van belang voor de klassieke beschaving en letterkunde als wel voor de godsdienst" A.A.S. 14 (1922), 452 [[1013]], zoals Onze Voorganger Pius XI onsterfelijker gedachtenis heeft geleerd; na deze kwestie systematisch behandeld te hebben, geeft hij drie eigenschappen van deze taal aan, die wonderlijk overeenstemmen met de natuur van de Kerk: "Om door haar liefde alle volkeren te kunnen omvatten en te blijven voortbestaan tot het einde der eeuwen, eist de Kerk krachtens haar natuur een taal, die universeel, onveranderlijk en gecultiveerd is." A.A.S. 14 (1922), 452 [[1013]]
Referenties naar alinea 6: 0
Geen referenties naar deze alineaExtra opties voor deze alinea
Kopieer alinea-URL naar klembord Reageer op deze alinea Deel op social media- Artikel 4 De levende taal van de Kerk
- Paragraaf 1 Universeel
7
Want daar "iedere kerk met de Kerk van Rome betrekkingen moet onderhouden" 3, 3, 2; Migne PG 7, 848 [[848]] en daar de Pausen een werkelijk bisschoppelijke, rechtstreekse en onmiddellijke macht bezitten over iedere Kerk en over alle herders en gelovigen" vgl: par. 2 [[[2620|(218)]]] van iedere ritus, volk en taal, is het geheel en al duidelijk dat het instrument van wederzijdse omgang universeel en gelijkvormig dient te zijn, vooral tussen de Apostolische Stoel en de Kerken, die dezelfde Latijnse ritus gebruiken. Derhalve wanneer de Pausen de katholieke volkeren willen onderrichten en wanneer de Romeinse Congregaties zaken behandelen en decreten uitvaardigen, die alle gelovigen betreffen, dan bedienen zij zich altijd van het Latijn alsof deze taal door de talrijke volkeren als een moederlijke stem aanvaard wordt.
Referenties naar alinea 7: 0
Geen referenties naar deze alineaExtra opties voor deze alinea
Kopieer alinea-URL naar klembord Reageer op deze alinea Deel op social media- Paragraaf 2 Onveranderlijk
8
De taal, die door de Kerk gebruikt moet worden, dient echter niet alleen universeel maar ook onveranderlijk te zijn. Want indien de waarheden van de katholieke Kerk worden overgeleverd door enige of meerdere levende talen van deze tijd, dan zou toch geen enkele ervan de andere in gezag overtreffen; het gevolg hiervan zou zijn dat van de ene kant de betekenis van die waarheden wegens die verschillende talen dan ook niet voor iedereen duidelijk of helder genoeg zou blijken en van de andere kant zou er geen enkele gemeenschappelijke vaste norm zijn, waaraan de betekenis van de waarheid in de andere talen kan worden getoetst. Het Latijn moet dan ook inderdaad stabiel en onveranderlijk geacht worden, daar het reeds sedert lang gevrijwaard is voor verschillende betekenissen, die door het dagelijks spraakgebruik van het volk gewoonlijk aan de woorden worden gegeven; bovendien zijn van sommige Latijnse woorden de nieuwe betekenissen, welke de vooruitgang, de verklaring en de verdediging van de christelijke waarheden noodzakelijk maakten, reeds sedert lang vastgesteld en bepaald.
Referenties naar alinea 8: 0
Geen referenties naar deze alineaExtra opties voor deze alinea
Kopieer alinea-URL naar klembord Reageer op deze alinea Deel op social media
9
Daar de katholieke Kerk tenslotte al de andere menselijke maatschappijen verre in waardigheid overtreft doordat ze door Christus is gesticht, past het dat zij geen volkstaal gebruikt, maar een veredelde en gecultiveerde taal.
Referenties naar alinea 9: 0
Geen referenties naar deze alineaExtra opties voor deze alinea
Kopieer alinea-URL naar klembord Reageer op deze alinea Deel op social media- Artikel 5 Andere voordelen van het Latijn: opvoedkundige waarde
10
Bovendien dient het Latijn, dat "we waarlijk katholiek kunnen noemen" A.A.S. 14 (1922), 453 [[1013]] daar het immers door het voortdurend gebruik van de Apostolische Stoel, moeder en leermeesteres van alle Kerken, is geconsacreerd, ook beschouwd te worden als "een schatkamer van onvergelijkelijke waarde" AAS 43(1951), 737 [[3624]] en als een soort poort, waardoor aan allen de toegang wordt verschaft tot de christelijke waarheden, die van ouds zijn aanvaard, en tot de geschriften, die de leer van de Kerk uiteenzetten Acta Leoniis XIII, 19 (1899), 166 [[2897]] en tenslotte als een bijzonder geschikte band, waardoor de tegenwoordige tijd van de Kerk op wonderlijke wijze met het verleden en de toekomst wordt verbonden.
Referenties naar alinea 10: 0
Geen referenties naar deze alineaExtra opties voor deze alinea
Kopieer alinea-URL naar klembord Reageer op deze alinea Deel op social media
11
Er kan geen twijfel bestaan of in de taal en de literatuur van de Romeinen ligt zo'n krachtige invloed besloten, dat zij zeer geschikt geacht moet worden om het jeugdige intellect van de jongeren te onderrichten en te vormen, daar zij immers de voornaamste geestelijke vermogens oefenen, doen rijpen en vervolmaken; bovendien worden de schranderheid van de geest en het vermogen om te oordelen verscherpt; het jeugdig verstand wordt geschikt gemaakt om alles juist te begrijpen en te beoordelen en tenslotte leert men daardoor zo systematisch mogelijk denken en redeneren.
Referenties naar alinea 11: 0
Geen referenties naar deze alineaExtra opties voor deze alinea
Kopieer alinea-URL naar klembord Reageer op deze alinea Deel op social media- Artikel 6 De politiek van de Kerk aangaande het Latijn
12
Krachtens deze beweegredenen begrijpt men stellig waarom de Pausen herhaaldelijk niet alleen het belang en de voortreffelijkheid van het Latijn zozeer hebben geprezen, maar ook de studie en het gebruik ervan hebben bevolen aan de seculiere en reguliere geestelijkheid, daarbij wijzend op de gevaren, die voortkomen uit het verwaarlozen ervan.
Referenties naar alinea 12: 0
Geen referenties naar deze alineaExtra opties voor deze alinea
Kopieer alinea-URL naar klembord Reageer op deze alinea Deel op social media
13
Om dezelfde zeer ernstige motieven als Onze Voorgangers en de Provinciale Synoden Cfr. Collectio Lacensis,.. Cfr. Collectio Lacensis, praesertim: vol. III, 1018 S. (Conc. Prov. West-monasteriense, a. 1859); vol. IV, 29 (Conc. Prov. Parisiense, a. 1849); vol. IV, 149, 153 (Conc. Prov. Rhemense, a. 1849); vol. IV, 359, 361 (Conc. Prov. Avenionense, a. 1849); vol. IV, 394, 396 (Conc. Prov. Burdigalense, a. 1850); vel. V, 61 (Conc. Strigoniense, a. 1858); vcil. V, 664 (Conc. Prov. Colocense, a. 1863); vol. VI, 619 (Synod. Vicariatus Suchnensis, a. 1803). streven ook Wij er krachtig naar om deze taal in haar volle waardigheid te herstellen en de bestudering en de beoefening ervan altijd weer te bevorderen. Daar in deze tijd het gebruik van het latijn op talrijke plaatsen een onderwerp van discussie begint te worden en omdat daardoor velen wensen te weten wat de Apostolische Stoel hierover denkt, hebben Wij het plan opgevat om door de juiste richtlijnen van dit belangrijk schrijven erover te waken, dat het oude en nooit onderbroken gebruik van de Latijnse taal blijft gehandhaafd en dat het volledig in ere wordt hersteld, waar het bijna is afgeschaft.
Referenties naar alinea 13: 0
Geen referenties naar deze alineaExtra opties voor deze alinea
Kopieer alinea-URL naar klembord Reageer op deze alinea Deel op social media
14
Onze eigen mening over deze kwestie hebben Wij overigens, naar het Ons schijnt, duidelijk genoeg uiteengezet toen Wij tot voortreffelijke aanhangers van de Latijnse taal zeiden: "Velen worden, jammer genoeg, in onevenredige mate geboeid door de buitengewone vooruitgang der exacte wetenschappen en willen de studie van het Latijn en andere dergelijke vakken afschaffen of beperken... Het is juist de drang van deze behoefte die Ons de opvatting bijbrengt dat men in tegenovergestelde richting dient te gaan. Wanneer de geest zich op een meer intense wijze bezighoudt met de dingen, die nadrukkelijk verband houden met de menselijke natuur en zijn waardigheid, dient hij alleen maar meer uit te zijn op wat zijn cultuur en rijkdom uitmaakt, opdat de arme stervelingen niet gelijk zouden worden aan de machines die zij vervaardigen: koud, hard en liefdeloos". Ad Conventum internat... Ad Conventum internat. "Ciceronianis Studiis provehendis", 7 sept. 1959; X.A. XIV, 700, 710; in "Discorsi Messaggi Colloquill del Santo Padre Giovanni XXIII, L pp. 234-235; cfr. etiam Alloc. ad elves dioecesis Placentinae Romani peregrinantes habita, 15 apr. 1959; L'Osservatore Romano, 16 apr. 1959; Epist. Pater misericordiarum, 22 aug. 1961; A.A.S. 53 (1961), 677; Alloc. in sollemni auspicatione Collegii Insularum Philippinarum de Urbe habita, 7 okt. 1961. L'Osservatore Romano, 9-10 okt. 1961; Epist. vgl: Iucunda Laudatio [[[214]]]
Referenties naar alinea 14: 0
Geen referenties naar deze alineaExtra opties voor deze alinea
Kopieer alinea-URL naar klembord Reageer op deze alinea Deel op social media- DEEL 2 Voorschriften voor een herleving van de studie en van het gebruik van het Latijn
15
Krachtens deze duidelijke en wel overwogen feiten, verordenen en bevelen Wij in het bewustzijn en op het gezag van Ons ambt het volgende:
- De Bisschoppen en de Oversten van de Religieuze Orden moeten er gelijkelijk voor zorgen, dat al degenen, die op hun Seminaria of Scholen tot het priesterschap worden voorbereid, ijverig tegemoet komen aan het verlangen van de Apostolische Stoel in deze kwestie en zo zorgvuldig mogelijk aan Onze voorschriften gehoorzamen.
- Met vaderlijke bezorgdheid moeten zij erover waken dat niemand van hun ondergeschikten uit vernieuwingszucht schrijft tegen het gebruik van het Latijn in het seminarie-onderwijs en in de liturgie en door een vooropgezette mening het gezag van de Apostolische Stoel in deze kwestie vermindert of verkeerd uitlegt.
- Zoals in het Kerkelijk Wetboek Codex Iuris Canonici (1917) [[2620|(1364)]] en in de voorschriften van Onze Voorgangers wordt bepaald, moeten de leerlingen, die zich voorbereiden op het priesterschap, door zeer ervaren professoren volgens de juiste methode en in de vereiste tijd zeer nauwkeurig in de Latijnse taal onderwezen worden alvorens de eigenlijke hogere studie te beginnen, ën wel hierom, opdat zij later, wanneer zij tot de hogere studies zijn gekomen, wegens gebrek aan kennis van de taal geen volledig inzicht in die wetenschappen zouden kunnen verkrijgen en zich niet in die scholastieke disputen zouden kunnen oefenen, waardoor het verstand van die jongelingen zo voortreffelijk gescherpt wordt om de waarheid te kunnen verdedigen". A.A.S. 14 (1922), 453. [[1013]] Wij willen dat dit ook voor hen geldt, die, op latere leeftijd door God tot het priesterschap geroepen, zich in het geheel niet of veel te weinig hebben gewijd aan de klassieke studies. Niemand mag dus tot de filosofie of de theologie worden toegelaten, als hij niet volledig en zo goed mogelijk in die taal is onderwezen en haar niet in praktijk heeft gebracht.
- Indien echter ergens, om de gelijkstelling te verkrijgen met de studies van de staatsscholen, de beoefening van het Latijn ten nadele van de juiste en hechte vorming enigszins op de achtergrond is geraakt, zijn Wij van oordeel dat daar de traditionele methode om deze taal te leren weer opnieuw moet worden ingevoerd; iedereen moet er immers van overtuigd zijn dat in deze kwestie het onderricht van de priesterstudenten stipt gehandhaafd dient te worden, zowel wat betreft het aantal en de soort van de vakken als de tijdsruimte, nodig ter bestudering daarvan. Indien de omstandigheden van tijd en plaats eisen, dat aan de gewone vakken noodzakelijk andere moeten worden toegevoegd, dan zal men hierom de studieduur moeten verlengen of die vakken moeten beperken of de bestudering hiervan naar een andere tijd verwijzen.
- Zoals herhaaldelijk is voorgeschreven, moeten de theologische leervakken in het Latijn onderwezen worden; zoals Ons uit de ervaring van meerdere eeuwen blijkt, "wordt deze taal zeer geschikt geacht om de moeilijkste en meest ingewikkelde ideeën en begrippen zeer goed en duidelijk te verklaren" Ench. Cler., n. 821. [[4514]]; daar zij bovendien reeds vroeger uitgebreid is met geëigende en juiste termen, die zijn aangepast om het katholieke geloof zuiver en ongerept te bewaren, zal zij ook in hoge mate geschikt zijn om nutteloze breedsprakigheid uit te bannen. Wie op hogere Faculteiten of op Groot Seminaria deze wetenschappen doceren, dienen dan ook Latijn te spreken en studieboeken te gebruiken, die in het Latijn zijn geschreven. Zij echter, die zelf wegens hun onkunde van die taal niet in staat zijn om deze voorschriften van de H. Stoel op te volgen, moeten langzamerhand door hiertoe geschikte professoren vervangen worden. Maar indien er bezwaren komen van de kant van de leerlingen of van de professoren, dan moeten deze van de ene kant door de vasthoudendheid van de Bisschoppen en van de Kloosteroversten en van de andere kant door de goede wil van de leraren worden opgelost.
- Daar het Latijn de levende taal van de Kerk is, moet zij vergeleken worden met de dagelijks toenemende behoeften van de taal en derhalve verrijkt worden met nieuwe, geschikte en passende woorden, die gelijkvormig en universeel zijn en overeenkomen met het karakter van de oude Latijnse taal: deze methode hebben zowel de Kerkvaders als de beste schrijvers van de scholastiek gevolgd. Wij vertrouwen dan ook aan de H. Congregatie voor de Seminaries en Universiteiten [d:119] de zorg toe om een Academisch Instituut van de Latijnse taal op te richten. Dit Instituut, waar uit de verschillende delen van de wereld een corps moet samengesteld worden van professoren, die bedreven zijn in de Latijnse en Griekse taal, zal vooral tot taak hebben om - evenals bij de Academies van de verschillende landen ter bevordering van hun eigen taal - te zorgen voor een passende ontwikkeling van het Latijn en, indien het nodig is, om een Latijns lexicon samen te stellen, met toevoeging van nieuwe woorden, die met de aard en de eigen kleur van het Latijn overeenkomen; er zullen leergangen worden ingesteld voor ieder tijdvak van het Latijn, vooral over het christelijke tijdvak. Voor een uitgebreider kennis, de praktijk en een eigen sierlijke stijl van het Latijn zullen zij op de leergangen gevormd worden, die bestemd zijn om deze taal op de Seminaria en de kerkelijke Colleges te onderwijzen of om decreten, uitspraken en brieven op te stellen in de Congregaties van de H. Stoel, de diocesane Curies of de Secretariaten van de Religieuze Orden.
- Daar echter de Latijnse taal in het nauwste verband staat met de Griekse zowel door haar natuurlijke vorm als door de betekenis van haar oude geschriften, is het noodzakelijk - zoals Onze Voorgangers herhaaldelijk hebben geleerd - dat de toekomstige priesters reeds vanaf de scholen van klassiek middelbaar en hoger onderwijs in de Griekse taal worden onderwezen. Daardoor wordt aan hen, die zich toeleggen op de hogere wetenschappen en vooral aan hen, die de academische graden in de Bijbelwetenschappen of in de Theologie willen behalen, niet alleen de mogelijkheid gegeven om kennis te nemen van de Griekse bronnen van de scholastieke filosofie, maar ook om de eerste handschriften van de H. Schrift, de Liturgie en de Griekse Kerkvaders te bestuderen en deze behoorlijk te begrijpen. Providentissimus Deus [[615]] Acta 5, 63-64 [[3623]] A.A.S. 43 (1951), 737 [[3624]]
- Bovendien dragen Wij aan deze Congregatie op om een studieprogram voor het Latijn uit te werken, dat door allen zo zorgvuldig mogelijk dient in acht genomen te worden, zodat zij, die dit volgen, zullen komen tot een juiste kennis en een goed gebruik van deze taal. Als de omstandigheden het wenselijk maken, zullen de Bisschoppelijke vergaderingen dit program wel anders kunnen regelen, maar nooit zo dat zij er het wezen van veranderen of verzwakken. Deze Bisschoppen mogen er echter niet toe overgaan hun plannen te verwezenlijken, tenzij deze door de H. Congregatie onderzocht en goedgekeurd zijn.
Gegeven te Rome bij Sint Pieter op 22 februari, het feest van de Stoel van de Apostel Petrus, in het jaar 1962, het vierde van Ons Pontificaat. Paus Johannes XXIII
Referenties naar alinea 15: 1
Studia Latinitatis ->=geentekst=Extra opties voor deze alinea
Kopieer alinea-URL naar klembord Reageer op deze alinea Deel op social mediaReferenties naar dit document: 3
Open uitgebreid overzichthttps://rkdocumenten.nl/toondocument/215-veterum-sapientia-nl