H. Chromatius van Aquileia
x
Informatie over dit document
H. Chromatius van Aquileia
61e catechese in de reeks: Christus en Zijn Kerk
Paus Benedictus XVI
5 december 2007
Pauselijke geschriften - Audiënties
2007, Libreria Editrice Vaticana
Vertaling uit het Italiaans, alineaverdeling en -nummering: Past. Chr. van Buijtenen, pr.
Vertaling uit het Italiaans, alineaverdeling en -nummering: Past. Chr. van Buijtenen, pr.
5 december 2007
15 maart 2010
2116
nl
Referenties naar dit document: 1
Open uitgebreid overzichtReferenties naar dit document van thema's en berichten
Open uitgebreid overzichtExtra opties voor dit document
Kopieer document-URL naar klembord Reageer op dit document Deel op social mediaInhoudsopgave
- Inhoud
1
In 388, toen Chromatius op de bisschopszetel plaats nam, was de plaatselijke christengemeenschap al gerijpt in een glorierijke geschiedenis van trouw aan het Evangelie. Tussen het midden van de derde en de eerste jaren van de vierde eeuw hadden de vervolgingen onder Decius, Valerianus en Diocletianus een groot aantal martelaren gedood. Bovendien had de Kerk van Aquileia, zoals zoveel andere Kerken uit die tijd, te maken gehad met de dreiging van de Ariaanse ketterij. Athanasius zelf, die door de Arianen in ballingschap was gejaagd, de vaandeldrager van de Niceense orthodoxie, vond enige tijd zijn toevlucht in Aquileia. Onder de leiding van haar Bisschoppen weerstond de christengemeenschap er de aanvallen van de ketterij en versterkte de eigen adhesie aan het katholieke geloof.
Beste broeders en zusters!In de laatste twee catecheses hebben we een excursie gemaakt door de Oosterse, Semitisch-talige Kerken, door te mediteren over Afrahat, de Pers [2108], en Efrem, de Syriër [2111]. Vandaag keren we met de heilige Chromatius van Aquileia terug naar de Latijnse wereld, naar het Noorden van het Romeinse Rijk. Deze Bisschop oefende zijn ambt uit in de oude Kerk van Aquileia, een vurig centrum van christelijk leven, gelegen in de Decima regio van het Romeinse Rijk, het Venetia et Histria.
In 388, toen Chromatius op de bisschopszetel plaats nam, was de plaatselijke christengemeenschap al gerijpt in een glorierijke geschiedenis van trouw aan het Evangelie. Tussen het midden van de derde en de eerste jaren van de vierde eeuw hadden de vervolgingen onder Decius, Valerianus en Diocletianus een groot aantal martelaren gedood. Bovendien had de Kerk van Aquileia, zoals zoveel andere Kerken uit die tijd, te maken gehad met de dreiging van de Ariaanse ketterij. Athanasius zelf, die door de Arianen in ballingschap was gejaagd, de vaandeldrager van de Niceense orthodoxie, vond enige tijd zijn toevlucht in Aquileia. Onder de leiding van haar Bisschoppen weerstond de christengemeenschap er de aanvallen van de ketterij en versterkte de eigen adhesie aan het katholieke geloof.
Referenties naar alinea 1: 0
Geen referenties naar deze alineaExtra opties voor deze alinea
Kopieer alinea-URL naar klembord Reageer op deze alinea Deel op social media
2
In september 381 was Aquileia de zetel van een Synode, die ongeveer 35 Bisschoppen zag samenkomen van de kusten van Afrika, uit de vallij van de Rodano en uit heel de Decima Regio. De Synode had zich voorgenomen de laatste restanten van het Arianisme in het Westen te overwinnen. Aan het Concilie nam ook de priester Chromatius deel, in de hoedanigheid van "peritus" van de Bisschop van Aquileia, Valerianus (370/1 - 387/8). De jaren rond de Synode van 381 vormen "de gouden tijd" van de Aquileense gemeenschap. De heilige Hiëronymus [2097], die geboortig was uit Dalmatië, en Rufinus van Concordia spreken met weemoed over hun verblijf in Aquileia, over dat om zo te zeggen "theologisch Cenakel" dat Hiëronymus niet aarzelt te omschrijven tamquam chorus beatorum, "als een koor van zaligen" PL XXVII, 697-698 [[2118]]. In dit Cenakel - dat in sommige opzichten herinnert aan de ervaringen van Eusebius van Vercelli [2066] en van Augustinus wat betreft een communauteit - zijn de bekendste persoonlijkheden gevormd van de Kerken aan de kop van de Adriatische Zee.
Referenties naar alinea 2: 0
Geen referenties naar deze alineaExtra opties voor deze alinea
Kopieer alinea-URL naar klembord Reageer op deze alinea Deel op social media
3
Maar reeds in zijn gezin had Chromatius Christus leren kennen en liefhebben. Diezelfde Hiëronymus spreekt daarover in termen vol bewondering, en vergelijkt de moeder van Chromatius met de profetes Hanna, zijn beide zussen met de wijze maagden uit de evangelische gelijkenis, en Chromatius zelf en zijn broer Eusebius met de jonge Samuël vgl: VII: PL XXII, 341 [[[1052]]]. Over Chromatius en Eusebius schrijft Hiëronymus ook: "De zalige Chromatius en de heilige Eusebius waren broers door de band van het bloed maar evenzeer doordat zij dezelfde idealen hadden" VIII: PL XXII, 342 [[1052]].
Referenties naar alinea 3: 0
Geen referenties naar deze alineaExtra opties voor deze alinea
Kopieer alinea-URL naar klembord Reageer op deze alinea Deel op social media
4
Chromatius werd in Aquileia geboren rond 345. Hij werd diaken gewijd, en vervolgens priester; tenslotte werd hij tot Herder gekozen van die Kerk (in 388). Nadat hij de bisschopswijding ontvangen had van Bisschop Ambrosius [2090], wijdde hij zich met moed en energie toe aan een taak die enorm was vanwege de weidsheid van het gebied dat aan zijn pastorale zorgen was toevertrouwd: de kerkelijke jurisdictie van Aquileia strekte zich immers uit over het huidige territorium van Zwitserland, Beieren, Oostenrijk en Slovenië tot aan Hongarije toe. Hoezeer Chromatius gekend en geacht werd in de Kerk van zijn tijd, laat zich afleiden uit een episode uit het leven van de heilige Johannes Chrysostomus [2037]. Toen de Bisschop van Constantinopel van zijn zetel verdreven was en in ballingschap verbleef, schreef hij drie brieven aan degenen die hij voor de belangrijkste Bisschoppen van het Westen hield, om van hen steun te verkrijgen bij de keizers: een brief schreef hij aan de Bisschop van Rome, de tweede aan de Bisschop van Milaan, de derde aan de Bisschop van Aquileia, aan Chromatius dus CLV: PG LII, 702 [[2119]]. Ook voor hem waren dat moeilijke tijden vanwege de precaire politieke situatie. Naar alle waarschijnlijkheid stierf Chromatius in 407, in ballingschap, terwijl hij trachtte te ontkomen aan de strooptochten van de barbaren, in hetzelfde jaar dat ook Chrysostomos stierf.
Referenties naar alinea 4: 0
Geen referenties naar deze alineaExtra opties voor deze alinea
Kopieer alinea-URL naar klembord Reageer op deze alinea Deel op social media
5
Wat aanzien en belangrijkheid betreft, was Aquileia de vierde stad van het Italiaanse schiereiland, en de negende van het Romeinse Rijk: mede hierom trok zij de aandacht en werd het doelwit van de Gothen en de Hunnen. Behalve zware verliezen en verwoestingen te veroorzaken, bemoeilijkten de invasies van deze volkeren in ernstige mate ook de doorgave van de werken van de Vaders, die bewaard werden in de bisschoppelijke bibliotheek, welke rijk was aan handschriften. Ook de geschriften van de heilige Chromatius raakten verspreid, kwamen her en der terecht en werden dikwijls aan andere auteurs toegeschreven: aan Johannes Chrysostomus (ook vanwege het gelijke begin van de beide namen, Chromatius en Chrysostomus); of aan Ambrosius en aan Augustinus; of ook aan Hiëronymus, die Chromatius geholpen had bij het nakijken van de tekst en bij het vertalen van de Bijbel in het Latijn. De herontdekking van een groot deel van het werk van Chromatius is te danken aan gelukkige en fortuinlijke omstandigheden die het pas in recente jaren mogelijk maakten om een tamelijk consistent corpus van geschriften te reconstrueren: meer dan een veertigtal preken, waarvan een tiental fragmentarisch, en meer dan zestig commentaarstukken bij het Evangelie volgens Matteüs.
Referenties naar alinea 5: 0
Geen referenties naar deze alineaExtra opties voor deze alinea
Kopieer alinea-URL naar klembord Reageer op deze alinea Deel op social media
6
Chromatius was een wijze leraar en een ijverige herder. Zijn eerste en belangrijkste ijver gold het luisteren naar het Woord, om in staat te zijn zich vervolgens tot de verkondiger ervan te maken: in zijn onderricht vertrekt hij steeds vanuit het Woord van God en keert er ook steeds weer bij terug. Enkele thema's zijn hem bijzonder dierbaar: op de eerste plaats het trinitaire of drie-ene mysterie dat hij beschouwt in zijn openbaring doorheen heel de heilsgeschiedenis. Vervolgens het thema van de Heilige Geest: voortdurend herinnert Chromatius de gelovigen aan de aanwezigheid en het handelen van de derde Persoon van de allerheiligste Drie-eenheid in het leven van de Kerk. Maar met bijzondere aanhoudendheid komt de heilige Bisschop steeds weer terug op het mysterie van Christus. Het vleesgeworden Woord is waarlijk God en waarlijk mens: Hij heeft de mensheid integraal aangenomen, om haar de gave van zijn eigen godheid te schenken. Deze waarheden, die hij met vasthoudendheid, ook in functie van de bestrijding van het Arianisme, steeds weer benadrukte, zullen zo'n vijftig jaar later uitmonden in de definitie van het Concilie van Chalcedon.
De sterke benadrukking van de menselijke natuur van Christus, brengt Chromatius ertoe te spreken over de Maagd Maria. Wat hij over Maria leert, - zijn mariologie - is helder en nauwkeurig. Aan hem hebben we enkele suggestieve omschrijvingen van de allerheiligste Maagd te danken: Maria is de "evangelische Maagd die bekwaam is God te ontvangen"; zij is het "onbevlekte en ongeschonden schaapje" dat het "Lam met de purperen mantel" ter wereld heeft gebracht vgl: XXIII, 3: Scrittori dell’area santambrosiana 3/1, p. 134 [[[1399]]].
De Bisschop van Aquileia brengt de Maagd dikwijls in relatie met de Kerk: beiden zijn immers "maagd" en "moeder". Zijn leer over de Kerk - zijn ecclesiologie - is vooral ontwikkeld in het commentaar bij Matteüs. Enkele steeds terugkerende begrippen zijn: de Kerk is één en enig, zij is geboren uit het bloed van Christus; zij is een kostbaar kleed, door de Heilige Geest geweven; de Kerk is dáár waar verkondigd wordt dat Christus geboren is uit de Maagd Maria, waar de broederliefde en de eendracht bloeien. Een beeld waaraan Chromatius bijzonder is gehecht, is dat van de boot op de stormachtige zee - en zijn tijd was een stormachtige, zoals we hebben gezien - : "Er is geen twijfel over" - zegt de heilige Bisschop - "dat deze boot de Kerk voorstelt" vgl: XLII, 5: Scrittori dell’area santambrosiana 3/2, p. 260 [[[2117]]].
De sterke benadrukking van de menselijke natuur van Christus, brengt Chromatius ertoe te spreken over de Maagd Maria. Wat hij over Maria leert, - zijn mariologie - is helder en nauwkeurig. Aan hem hebben we enkele suggestieve omschrijvingen van de allerheiligste Maagd te danken: Maria is de "evangelische Maagd die bekwaam is God te ontvangen"; zij is het "onbevlekte en ongeschonden schaapje" dat het "Lam met de purperen mantel" ter wereld heeft gebracht vgl: XXIII, 3: Scrittori dell’area santambrosiana 3/1, p. 134 [[[1399]]].
De Bisschop van Aquileia brengt de Maagd dikwijls in relatie met de Kerk: beiden zijn immers "maagd" en "moeder". Zijn leer over de Kerk - zijn ecclesiologie - is vooral ontwikkeld in het commentaar bij Matteüs. Enkele steeds terugkerende begrippen zijn: de Kerk is één en enig, zij is geboren uit het bloed van Christus; zij is een kostbaar kleed, door de Heilige Geest geweven; de Kerk is dáár waar verkondigd wordt dat Christus geboren is uit de Maagd Maria, waar de broederliefde en de eendracht bloeien. Een beeld waaraan Chromatius bijzonder is gehecht, is dat van de boot op de stormachtige zee - en zijn tijd was een stormachtige, zoals we hebben gezien - : "Er is geen twijfel over" - zegt de heilige Bisschop - "dat deze boot de Kerk voorstelt" vgl: XLII, 5: Scrittori dell’area santambrosiana 3/2, p. 260 [[[2117]]].
Referenties naar alinea 6: 0
Geen referenties naar deze alineaExtra opties voor deze alinea
Kopieer alinea-URL naar klembord Reageer op deze alinea Deel op social media
7
IJverige herder die hij is, weet Chromatius tot zijn volk te spreken in frisse, kleurrijke en pakkende taal. Hoewel hij niet onbekend is met de volmaakte cursus latinus, gebruikt hij liever de volkstaal die rijk is aan gemakkelijke verstaanbare beelden. Zo vergelijkt hij bijvoorbeeld, uitgaande van de zee, van de ene kant het gewone vissen van vissen, die als zij aan de oever zijn gebracht, sterven; en van de andere kant de prediking van het Evangelie, waardoor de mensen in veiligheid worden gebracht uit de troebele wateren van de dood en ingeleid worden in het ware leven vgl: XVI, 3: Scrittori dell’area santambrosiana 3/2, p. 106 [[[2117]]]. In datzelfde perspectief van de goede herder ligt ook dat hij, in een stormachtige, door de strooptochten van de barbaren in rouw gedompelde tijd als de zijne, zich aan de zijde weet te plaatsen van de gelovigen om hen te troosten en hun hart te openen voor het vertrouwen in God, die zijn kinderen nooit in de steek laat.
Referenties naar alinea 7: 0
Geen referenties naar deze alineaExtra opties voor deze alinea
Kopieer alinea-URL naar klembord Reageer op deze alinea Deel op social media
8
Luisteren we tenslotte, tot besluit van deze overwegingen, naar een aansporing van Chromatius die ook vandaag de dag nog geldt:
Bidden wij de Heer met heel ons hart en met heel ons geloof - zo beveelt de Bisschop van Aquileia in een van zijn Preken [1399] aan - bidden wij Hem ons te bevrijden van elke inval door de vijanden, van alle vrees voor de tegenstanders. Dat Hij niet kijkt naar onze verdiensten, maar naar zijn barmhartigheid, Hij, die ook in het verleden zich vergewaardigde de kinderen van Israël niet om hun verdiensten te bevrijden maar vanwege zijn barmhartigheid. Dat Hij ons met zijn gebruikelijke barmhartige liefde beschermt en voor ons wil doen wat Mozes aan de kinderen van Israël zei: De Heer zal strijden om u te verdedigen, en u zult u stil houden. Hij is het die strijdt, Hij is het die de overwinning behaalt... En opdat Hij zich vergewaardigt dat te doen, moeten wij zo veel mogelijk bidden. Zelf immers zegt Hij bij monde van de profeet: Roep mij aan op de dag van de kwelling; ik zal u bevrijden en gij zult Mij verheerlijken" XVI, 4: Scrittori dell’area santambrosiana 3/1, pp. 100-102 [[1399]].
Referenties naar alinea 8: 0
Geen referenties naar deze alineaExtra opties voor deze alinea
Kopieer alinea-URL naar klembord Reageer op deze alinea Deel op social media
9
Zo herinnert ons de heilige Cromatius juist aan het begin van de Adventstijd [d:228] eraan dat de Advent een tijd van gebed is, waarin men met God in contact hoort te treden. God kent ons, kent mij, kent ieder van ons, heeft mij lief en laat mij niet in de steek. Laten wij in dit vertrouwen voortgaan in de zojuist begonnen liturgische tijd.
Referenties naar alinea 9: 0
Geen referenties naar deze alineaExtra opties voor deze alinea
Kopieer alinea-URL naar klembord Reageer op deze alinea Deel op social mediaReferenties naar dit document: 1
Open uitgebreid overzichthttps://rkdocumenten.nl/toondocument/2116-h-chromatius-van-aquileia-nl