Inhoudsopgave
- Inhoud
1
Beste broeders en zusters,
op onze excursie in de wereld van de Kerkvaders, zou ik u vandaag naar een deel van dit geloofsuniversum willen leiden dat weinig bekend is, naar die gebieden namelijk waar de Kerken van Semitische taal gebloeid hebben die nog niet door het Griekse denken beïnvloed waren. Deze kerken ontwikkelen zich in het Nabije Oosten gedurende de IV-de eeuw van het Heilig Land tot Libanon en Mesopotamië toe. In die eeuw, die een periode was van vorming op kerkelijke en literair vlak, hadden die gemeenschappen te maken met het verschijnsel van het ascetische monnikendom met autochtone, niet door het Egyptisch monnikendom beïnvloede kenmerken. De Syrische gemeenschappen van de IV-de eeuw vertegenwoordigen daarmee de Semitische wereld waaruit de Bijbel zelf is voortgekomen, terwijl ze tevens de uitdrukking zijn van een christendom waarvan de theologische formulering nog niet in contact gekomen is met andere culturele stromingen maar dat nog in eigen gedachtevormen leeft. Het zijn Kerken waarin het ascetendom in diverse kluizenaarsvormen (kluizenaars in de woestijn, in grotten, gekluisden en stylieten), en het monnikendom in vormen van gemeenschapsleven, een rol van vitaal belang spelen in de ontwikkeling van het theologische en geestelijke denken.
Referenties naar alinea 1: 0
Geen referenties naar deze alineaExtra opties voor deze alinea
Kopieer alinea-URL naar klembord Reageer op deze alinea Deel op social media
2
Ik zou deze wereld willen laten zien doorheen de grote gestalte van Afrahat, ook wel bekend onder zijn bijnaam "de Wijze", een van de belangrijkste en tegelijkertijd meest raadselachtige persoonlijkheden uit het Syrische christendom van de IV-de eeuw. Hij is afkomstig uit de streek van Nineve-Mossoul, dat tegenwoordig in Irak ligt, en leefde in de eerste helft van de IV-de eeuw. Wij hebben weinig gegevens over zijn leven. Toch onderhield hij nauwe betrekkingen met de ascetisch-monastieke milieus van de Syrische Kerk, waarover hij voor ons gegevens heeft bewaard in zijn werk en waaraan hij een deel van zijn gedachtegoed heeft gewijd. Volgens sommige bronnen stond hij zelfs aan het hoofd van een klooster en werd hij tenslotte ook tot Bisschop gewijd. Hij schreef 23 verhandelingen die bekend staan onder naam van , Uiteenzettingen of Bewijsvoeringen waarin hij verschillende thema's behandeld met betrekking tot het christelijk leven, zoals het geloof, de liefde, het vasten, het gebed, het ascetische leven zelf, en ook de verhouding tussen jodendom en christendom, tussen het Oude en het Nieuwe Testament. Hij schrijft in een eenvoudige stijl, met korte zinnen en met soms contrasterende parallellismen. Toch lukt het hem een samenhangend betoog te weven met een goed onderverdeelde ontwikkeling van de verschillende thema's die hij behandelt.
Referenties naar alinea 2: 0
Geen referenties naar deze alineaExtra opties voor deze alinea
Kopieer alinea-URL naar klembord Reageer op deze alinea Deel op social media
3
Afrahat kwam zelf uit een kerkelijke gemeenschap die zich op de grens bevond tussen het jodendom en het christendom. Het was een gemeenschap die sterk verbonden was met de moederkerk van Jeruzalem, en haar bisschoppen werden traditiegetrouw gekozen uit de zogenaamde "familieleden" van Jakobus, de "broeder van de Heer" : dat wil zeggen dat het personen waren die met banden van bloed en geloof verbonden waren met de Kerk van Jeruzalem. De taal van Afrahat is het Syrisch, een Semitische taal dus, zoals het Henreeuws van het Oude Testament en zoals het Aramees dat door Jezus zelf gesproken werd. De kerkelijke gemeenschap waarin Afrahat leefde, was een gemeenschap die probeerde trouw te blijven aan de joods-christelijke overlevering, waarvan zij zich een dochter voelde. Zij onderhield daarom een nauwe betrekking met de hebreeuwse wereld en met zijn heilige Boeken. Het is betekenisvol dat Afrahat zichzelf een "leerling van de Heilige Schrift" van het Oude en het Nieuwe Testament noemt , die hij beschouwt als zijn enige inspiratiebron, waar hij zo overvloedig op teruggrijpt dat hij er het centrum van zijn denken van maakt.
Referenties naar alinea 3: 0
Geen referenties naar deze alineaExtra opties voor deze alinea
Kopieer alinea-URL naar klembord Reageer op deze alinea Deel op social media
4
De thema's die Afrahat in zijn ontwikkelt zijn verschillend. Trouw aan de Syrische traditie geeft hij het door Christus bewerkte heil dikwijls weer als een genezing, en Christus zelf daarom dikwijls als een geneesheer. De zonde daarentegen wordt als een wonde beschouwd die alleen de boetvaardigheid kan genezen:
"Een man die in de strijd gewond is geraakt, schaamt zich niet zich aan de handen van een wijze geneesheer toe te vertrouwen...; op dezelfde wijze moet wie door Satan verwond is, zich niet schamen zijn schuld te bekennen en zich ervan te verwijderen door om de boete te vragen" .
Een ander belangrijk aspect in het werk van Afrahat is zijn onderricht over het gebed, en speciaal over Christus als leermeester in het gebed. De christen bidt door het onderricht van Jezus te volgen en zijn voorbeeld als bidder:
"Onze Heiland leerde ons zo te bidden toen Hij zei: 'Bidt tot Hem die in het verborgene is, maar die alles ziet'; en die ook zei: 'Ga uw binnenkamer binnen en bidt tot uw Vader in het verborgene, en de Vader die in het verborgene ziet, zal het u vergelden' ... Wat onze Heiland wil zeggen is dat God de verlangens en de gedachten van het hart kent" .
Referenties naar alinea 4: 0
Geen referenties naar deze alineaExtra opties voor deze alinea
Kopieer alinea-URL naar klembord Reageer op deze alinea Deel op social media
5
Voor Afrahat bestaat het middelpunt van het christelijk leven in de navolging van Christus, in het op zich nemen van zijn juk en in het volgen van Hem op de weg van het Evangelie. Een van de deugden die het meeste past bij de leerling van Christus is de nederigheid. Zij is geen bijkomstig aspect van het geestelijk leven van de christen: de natuur van de mens is nederig en het is God die haar verheft tot zijn eigen heerlijkheid. De nederigheid, zo merkt Afrahat op, is geen negatieve waarde: "Is de wortel van de mens in de aarde geplant. zijn vruchten klimmen op voor de Heer van de grootheid" . Door nederig te blijven, ook in de aardse werkelijkheid waarin hij leeft, kan de christen in relatie treden met de Heer: "De nederige is nederig, maar zijn hart verheft zich tot hemelse hoogten. De ogen in zijn gelaat beschouwen de aarde en de ogen van zijn geest de hemelse hoogte" .
Referenties naar alinea 5: 0
Geen referenties naar deze alineaExtra opties voor deze alinea
Kopieer alinea-URL naar klembord Reageer op deze alinea Deel op social media
6
Het zicht dat Afrahat heeft op de mens en op zijn lichamelijke werkelijkheid is heel positief: het menselijk lichaam is, naar het voorbeeld van de nederige Christus, geroepen tot de schoonheid, de vreugde, het licht: "God komt naar de mens toe die Hij liefheeft, en het is goed de nederigheid lief te hebben en in nederige omstandigheden te blijven. De nederigen zijn eenvoudig, geduldig, geliefd, integer, rechtvaardig, ervaren in het goede, prudent, sereen, rustig, vreedzaam, barmhartig, bereid zich te bekeren, welwillend, diepzinnig, bedachtzaam, mooi en begerenswaardig" . Bij Afrahat wordt het christelijk leven dikwijls gepresenteerd in een heldere ascetische en geestelijke dimensie: het geloof is er de basis, de grondslag van; het maakt van de mens een tempel waar Christus zelf woont. Het geloof maakt daardoor een oprechte liefde (caritas) mogelijk, die zich uitdrukt in de liefde (amor) jegens God en jegens de naaste. Een ander belangrijk aspect bij Afrahat is het vasten, dat door hem in een brede zin wordt verstaan. Hij spreekt over het vasten wat het voedsel betreft als van een noodzakelijke praktijk om liefdevol en maagdelijk te kunnen zijn; over het vasten (zich onthouden) van ijdele of afschuwelijke woorden, over het vasten (zich weerhouden) van de toorn, over het vasten (zich ontzeggen) van het eigendom van goederen met het oog op het dienstwerk, over het vasten (zich ontzeggen) van de slaap om zich aan het gebed te wijden.
Referenties naar alinea 6: 0
Geen referenties naar deze alineaExtra opties voor deze alinea
Kopieer alinea-URL naar klembord Reageer op deze alinea Deel op social media
7
Beste broeders en zusters, keren we tot besluit nog eens terug naar het onderricht van Afrahat over het gebed. Volgens deze "Wijze" uit de oudheid, verwezenlijkt zich het gebed wanneer Christus woont in het hart van de christen, en hem uitnodigt tot een coherente inspanning van liefde jegens de naaste. Hij schrijft immers:
"Breng verlichting aan wie gebroken is, bezoek de zieken,
draag zorg voor de armen: dit is het gebed.
Het gebed is goed, en zijn werken zijn mooi.
Het gebed is aanvaard wanneer het verlichting geeft aan de naaste.
Het gebed is gehoord wanneer daarin ook de vergeving van de beledigingen vervat is.
Het gebed is krachtig wanneer het vervuld is van de kracht van God" .
Referenties naar alinea 7: 0
Geen referenties naar deze alineaExtra opties voor deze alinea
Kopieer alinea-URL naar klembord Reageer op deze alinea Deel op social media
https://rkdocumenten.nl/toondocument/2108-afrahat-de-wijze-pers-nl