Inhoudsopgave
- Inhoud
1
Dierbare broeders en zusters, goede dag.
hebben we een korte aangevat, beginnend met het Doopsel. Ook vandaag zou ik willen stilstaan bij het Doopsel om een belangrijke vrucht van dit Sacrament te onderlijnen: het doet ons lidmaten worden van het Lichaam van Christus en van het Volk van God. Sint Thomas van Aquino stelt dat wie het Doopsel ontvangt ingelijfd wordt in Christus bijna als zijn eigen ledemaat en opgenomen wordt in de gemeenschap van de gelovigen , met andere woorden in het Volk van God. In de school van het Tweede Vaticaans Concilie zeggen we op onze dagen dat het Doopsel ons doet t
oetreden tot het Volk van God, het doet ons leden worden
van een Volk onderweg, een Volk, pelgrimerend doorheen de geschiedenis.
Referenties naar alinea 1: 0
Geen referenties naar deze alineaExtra opties voor deze alinea
Kopieer alinea-URL naar klembord Reageer op deze alinea Deel op social media
2
Inderdaad, zoals van generatie op generatie het leven wordt doorgegeven, wordt ook van generatie op generatie, door de wedergeboorte uit de doopvont, de genade doorgegeven, en met deze genade gaat het Christenvolk door de tijd als een stroom die de aarde bevloeit en in de wereld Gods zegen verspreidt. Van het ogenblik dat Jezus zei wat we in het Evangelie gehoord hebben, zijn de leerlingen op weg gegaan om te dopen; en vanaf die tijd tot op vandaag is er een ketting bij het doorgeven van het geloof door middel van het Doopsel. Ieder van ons is een schakel in die ketting; een stap vooruit, altijd; als een stroom die bevloeit. Zo is Gods genade en zo is ons geloof dat we aan onze nakomelingen moeten doorgeven, doorgeven aan de kindjes, zodat zij, eens volwassen, het kunnen doorgeven aan hun kinderen. Zo is het Doopsel. Waarom? Omdat het Doopsel ons doet toetreden tot het Volk van God dat het geloof doorgeeft. Dat is heel belangrijk. Een Volk van God op tocht en dat het geloof doorgeeft.
Referenties naar alinea 2: 0
Geen referenties naar deze alineaExtra opties voor deze alinea
Kopieer alinea-URL naar klembord Reageer op deze alinea Deel op social media
3
Krachtens het Doopsel worden we leerling-missionarissen, geroepen om het Evangelie aan de wereld te brengen. “Elke gedoopte, wat ook zijn functie in de Kerk is en het onderwijsniveau van zijn geloof, is een actief subject van evangelisatie… De nieuwe evangelisatie moet een nieuwe betrokkenheid meebrengen” van allen, van geheel het Volk van God, een nieuwe betrokkenheid van elke gedoopte. Het volk van God is een volk van leerlingen – want het ontvangt het geloof – en missionaris – want het geeft het geloof door. En dat bewerkt het Doopsel in ons. Het geeft ons de Genade en het geeft het geloof door. Allen in de Kerk zijn wij leerlingen, en we zijn het altijd, voor heel het leven; en allen zijn we missionarissen, elkeen op de plaats die de Heer hem heeft aangewezen. Allen: ook de kleinste is missionaris en wie de grootste lijkt is leerling. Misschien zegt iemand van jullie: “De Bisschoppen zijn geen leerlingen, de Bisschoppen weten alles; de Paus weet alles, hij is geen leerling”. Neen, ook de Bisschoppen en de Paus moeten leerlingen zijn, want, als ze geen leerlingen zijn doen ze het goede niet, kunnen ze geen missionarissen zijn, kunnen ze het geloof niet doorgeven. Wij allen zijn leerlingen en missionarissen.
Referenties naar alinea 3: 0
Geen referenties naar deze alineaExtra opties voor deze alinea
Kopieer alinea-URL naar klembord Reageer op deze alinea Deel op social media
4
Er bestaat een onlosmakelijke band tussen de mystieke en de missionaire dimensie van de christelijke roeping, beiden zijn in het Doopsel geworteld. “Door het geloof en het doopsel te ontvangen, aanvaarden wij christenen de werking van de Heilige Geest die er toe leidt Jezus Christus te belijden als Zoon van God en God ‘Abba’, Vader, te noemen. Alle gedoopte mannen en vrouwen… zijn geroepen om de gemeenschap met de Drie-eenheid te beleven en door te geven, want de evangelisatie is een roeping om deel te nemen aan de trinitaire gemeenschap”.
Referenties naar alinea 4: 0
Geen referenties naar deze alineaExtra opties voor deze alinea
Kopieer alinea-URL naar klembord Reageer op deze alinea Deel op social media
5
Niemand redt zich alleen. We zijn een gemeenschap van gelovigen, we zijn Volk van God en in deze gemeenschap ervaren we de schoonheid van het delen van de ervaring dat een liefde ons allen vooruit gaat en die tegelijkertijd ons vraagt voor elkaar “kanalen” van genade te zijn, ondanks onze beperktheden en onze zonden. De gemeenschapsdimensie is niet slechts een ‘omlijsting’, een ‘garnering’, maar ze vormt een integrerend deel van het christelijk leven, van het getuigenis en van de evangelisatie. Het christelijk geloof wordt in de Kerk geboren en leeft daar, en in het Doopsel vieren de gezinnen en de parochies de inlijving van een nieuw lid in Christus en in zijn lichaam dat de Kerk is.
Referenties naar alinea 5: 0
Geen referenties naar deze alineaExtra opties voor deze alinea
Kopieer alinea-URL naar klembord Reageer op deze alinea Deel op social media
6
Wat het belang van het Doopsel voor het Volk van God betreft, is er het voorbeeldige verhaal van de christelijke gemeenschap in Japan. Aan het begin van de XVII eeuw was zij slachtoffer van een zware vervolging. Er waren vele martelaren, de leden van de clerus werden verbannen en duizenden gelovigen werden gedood. In Japan bleef geen enkele priester over, allen werden ze verbannen. Van dan af ging de gemeenschap ondergronds, ze bewaarde het geloof en het gebed in het verborgene. En wanneer een kindje werd geboren, werd het door de papa of de mama gedoopt. In bijzondere omstandigheden kunnen alle gelovigen dopen. Wanneer, na ongeveer twee en een halve eeuw, na 250 jaar, de missionarissen terug in Japan kwamen, traden duizenden christenen in de openbaarheid en kon de Kerk opnieuw bloeien. Ze hadden overleefd door de genade van hun Doopsel! Dat is groots: het Volk van God geeft het geloof door, doopt zijn kinderen en gaat verder. Ze hadden, zelfs ondergronds, een sterke geest van gemeenschap bewaard. Het Doopsel had hen in Christus één lichaam doen worden: ze waren geïsoleerd en ondergedoken, maar ze waren steeds leden van het Volk van God, leden van de Kerk. Van dit verhaal kunnen we heel veel leren!
Referenties naar alinea 6: 0
Geen referenties naar deze alineaExtra opties voor deze alinea
Kopieer alinea-URL naar klembord Reageer op deze alinea Deel op social media
https://rkdocumenten.nl/toondocument/1924-genade-van-generatie-op-generatie-doorgeven-nl