
H. Paus Johannes Paulus II - 10 augustus 1994
De Kerk erkend de ieders “recht zijn land van herkomst om verschillende reden te verlaten… en in een ander land een betere levensvoorwaarden te zoeken” H. Paus Johannes Paulus II, Encycliek, Op de negentigste verjaardag van de encycliek Rerum Novarum, Laborem Exercens (14 sept 1981), 23 Zij stelt: “De rijke naties zijn verplicht zoveel mogelijk onderdak te bieden aan de vreemdeling die op zoek is naar veiligheid en het levensonderhoud dat hij in eigen land niet kan vinden” Catechismus-Compendium, Catechismus van de Katholieke Kerk (15 aug 1997), 2241 Tegelijkertijd ontkend ze echter dat het openbaar gezag het recht heeft om de migratiestroom in de hand te houden en te beperken, indien er wat het algemeen welzijn betreft ernstige en objectieve redenen zijn die het belang van de migranten zelf aangaan.
Het openbaar gezag mag de ogen niet sluiten voor de talrijke en vaak zwaarwegende redenen die zoveel vrouwen ertoe brengen om hun geboortegrond te verlaten. Hun besluit komt niet alleen maar voort uit het verlangen naar grotere mogelijkheden; vaak worden zij ertoe gedreven om te ontsnappen aan de culturele, maatschappelijke of religieuze conflicten, aan als maar voordurende en ingekankerde uitbuiting, aan onrechtvaardige en discriminerende wetten, om maar enkele voorbeelden te geven.