Ecclesia in Africa
x
Informatie over dit document
Ecclesia in Africa
De Kerk in Afrika
Paus Johannes Paulus II
14 september 1995
Pauselijke geschriften - Postsynodale Apostolische Exhortaties
Libreria Editrice Vaticana / Stg. InterKerk / SRKK
14 september 1995
19 maart 2022
1811
nl
Referenties naar dit document: 4
Open uitgebreid overzichtReferenties naar dit document van thema's en berichten
Open uitgebreid overzichtExtra opties voor dit document
Kopieer document-URL naar klembord Reageer op dit document Deel op social mediaInhoudsopgave
Uitklappen
- Inleiding
1
Gedurende vier weken heeft de kerk in Afrika tijdens een Speciale Vergadering van de Bisschoppensynode met vreugde en groot vertrouwen haar geloof in de verrezen Christus gevierd. Heel de kerkgemeenschap herinnert zich dit nog levendig. Getrouw aan de traditie uit de eerste eeuwen van het christendom in Afrika hebben de herders van dit werelddeel, in verbondenheid met de opvolger van Petrus en met de leden van het bisschoppencollege uit andere delen van de wereld, een synode gehouden die een manifestatie wilde zijn van hoop en opstanding, juist nu de gebeurtenissen die er in Afrika plaatsvonden, aanleiding schenen te geven tot ontmoediging en wanhoop. In samenwerking met de daartoe aangewezen vertegenwoordigers van geestelijkheid, religieuzen en leken hebben de synodevaders een realistisch en grondig onderzoek ingesteld naar de lichtpunten en schaduwzijden, de uitdagingen en vooruitzichten van de evangelisering in Afrika, nu we staan aan de vooravond van het derde millennium van het christelijk geloof. De deelnemers aan de synodebijeenkomst hebben mij verzocht heel de kerk deelgenoot te maken van hun beschouwingen en gebed, hun debatten en uitwisseling van informatie. vgl: Propositiones van de 1e Bijzondere Bisschoppensynode over Afrika [[[4197|1]]] Met blijdschap en in dankbaarheid jegens de Heer heb ik dit verzoek aanvaard; en vandaag, precies op het moment dat ik in verbondenheid met de herders en gelovigen van de Rooms-katholieke Kerk in Afrika begin aan de uitvoeringsfase van de speciale vergadering voor Afrika, doe ik de tekst het licht zien van deze postsynodale apostolische exhortatie, het resultaat van intense en collegiale arbeid. Maar alvorens uiteen te zetten wat er tijdens de synode aan de orde is gekomen, dunkt het mij goed in het kort de verschillende stadia te doorlopen die geleid hebben tot dit voor de kerk in Afrika zo beslissend gebeuren.
Referenties naar alinea 1: 0
Geen referenties naar deze alineaExtra opties voor deze alinea
Kopieer alinea-URL naar klembord Reageer op deze alinea Deel op social media- Paragraaf 1 Het concilie
2
In het licht van de heilsgeschiedenis kan het Tweede Vaticaans Concilie [d:4] ongetwijfeld beschouwd worden als de hoeksteen van deze eeuw, die binnenkort in het derde millennium overgaat. In het kader van dit belangrijk gebeuren heeft de kerk van God in Afrika waarlijk genadevolle momenten beleefd. De gedachte immers aan een of ander soort bijeenkomst van de bisschoppen uit Afrika om de evangelisering van het werelddeel te bespreken, dateert uit de tijd van het concilie. Dit historisch gebeuren was waarlijk de smeltkroes van de collegialiteit en maakte op bijzondere wijze de affectieve en effectieve communio zichtbaar van het wereldepiscopaat. Naar aanleiding van het concilie zochten de bisschoppen naar wegen om met anderen te delen en om hun zorg voor alle kerken concrete vorm te geven (2 Kor. 11, 28) [[b:2 Kor. 11, 28]] en begonnen zij structuren te bedenken op nationaal, regionaal en continentaal niveau die daartoe geschikt zouden zijn.
Referenties naar alinea 2: 0
Geen referenties naar deze alineaExtra opties voor deze alinea
Kopieer alinea-URL naar klembord Reageer op deze alinea Deel op social media- Paragraaf 2 Het symposium van de Bisschoppenconferenties van Afrika en Madagaskar
3
In die sfeer besloten de bij het concilie aanwezige bisschoppen van Afrika en Madagaskar een Algemeen Secretariaat op te richten om hun interventies te coördineren en zoveel mogelijk met een gemeenschappelijk standpunt voor de concilievaders te verschijnen. Deze eerste vorm van samenwerking tussen de bisschoppen van Afrika heeft daarna een vaste vorm aangenomen doordat te Kampala het Symposium van de Bisschoppenconferenties van Afrika en Madagaskar (SECAM) werd gesticht bij gelegenheid van het bezoek dat paus Paulus VI in juli-augustus 1969 aan Oeganda bracht, het eerste pausbezoek aan Afrika in de moderne tijd.
Referenties naar alinea 3: 0
Geen referenties naar deze alineaExtra opties voor deze alinea
Kopieer alinea-URL naar klembord Reageer op deze alinea Deel op social media- Paragraaf 3 De bijeenroeping van de Speciale Vergadering voor Afrika van de Bisschoppensynode
4
Sinds 1967 zijn er in regelmatige opeenvolging algemene vergaderingen van de Bisschoppensynode gehouden; deze waren voor de kerk die in Afrika is een geschikte gelegenheid om overal ter wereld haar stem in de kerk te doen horen. Zo hebben bij de Tweede Gewone Algemene Vergadering (1971) de synodevaders dankbaar gebruik gemaakt van de hun geboden gelegenheid om op te roepen tot groter rechtvaardigheid in de wereld. De Derde Gewone Algemene Vergadering (1974) met als thema de evangelisering in de moderne wereld bood de mogelijkheid om meer in het bijzonder in te gaan op de problemen op het gebied van de evangelisering in Afrika. De aan de synode deelnemende bisschoppen uit dat continent hebben toen een belangrijke boodschap gepubliceerd met als titel Bevordering van de evangelisering in onderlinge verantwoordelijkheid. Aan het einde van de 3e Gewone Bisschoppensynode over "Evangelisatie in de moderne wereld" [[446]] Kort daarna, in het Heilig Jaar 1975, belegde het SECAM zijn voltallige vergadering in Rome, om dieper in te gaan op het thema van de evangelisering.
Referenties naar alinea 4: 0
Geen referenties naar deze alineaExtra opties voor deze alinea
Kopieer alinea-URL naar klembord Reageer op deze alinea Deel op social media
5
Aansluitend daarbij hebben tussen 1977 en 1983 bisschoppen, godgewijde mensen, theologen en leken te kennen gegeven dat zij een Afrikaans Concilie of een Afrikaanse Synode verlangden die tot opdracht zou hebben de balans op te maken van de evangelisering in Afrika met het oog op de belangrijke keuzes die voor de toekomst van het continent gemaakt moeten worden. Graag heb ik de gedachte aan “een of andere vorm van gemeenschappelijk overleg” van het hele Afrikaanse episcopaat overgenomen en gestimuleerd “om de godsdienstige vraagstukken te bestuderen waarvoor het hele continent gesteld is”. Tot de Bisschoppenconferentie van Zaïre bij gelegenheid van hun bezoek "Ad Liminia" [[4249|(9)]] Het SECAM heeft dus wegen en middelen gezocht om het plan voor een dergelijke continentale ontmoeting te realiseren. De bisschoppenconferenties en alle bisschoppen van Afrika en Madagaskar werden geconsulteerd, waarna ik kon besluiten tot het bijeenroepen van een Speciale Vergadering voor Afrika van de Bisschoppensynode. Op 6 januari 1989, het feest van de Openbaring van de Heer – liturgisch feest waar tijdens de kerk zich meer dan anders rekenschap geeft van de universaliteit van haar zending en dus van haar plicht om het licht van Christus te brengen aan alle volkeren – heb ik aangekondigd dat ik “tot het initiatief hiertoe had besloten, een initiatief dat van groot belang was voor de verspreiding van het evangelie”. Daarmee, zo zei ik, ging ik in op het sinds enige tijd vaak door de bisschoppen van Afrika, de priesters, theologen en de vertegenwoordigers van de leken geuite verzoek, “met als doel om een organisch samenhangende pastorale solidariteit te bevorderen op heel het Afrikaanse territorium en de aanleggende eilanden”. Op het Hoogfeest van Epifanie [[4250|(2)]]
Referenties naar alinea 5: 0
Geen referenties naar deze alineaExtra opties voor deze alinea
Kopieer alinea-URL naar klembord Reageer op deze alinea Deel op social media- Paragraaf 4 Een genadevol gebeuren
6
De Speciale Vergadering voor Afrika van de Bisschoppensynode was een historisch genademoment: de Heer heeft zijn volk in Afrika bezocht. Dit continent beleeft op het ogenblik inderdaad wat we zouden kunnen noemen de tekenen van de tijd, een gunstige tijd, een dag van heil voor Afrika. Het schijn dat ‘het uur van Afrika’ is aangebroken, een gunstige tijd die aan de boodschappers van Christus met aandrang vraagt het diepe water op te zoeken en de netten uit te werpen voor de visvangst. (Lc. 5, 4) [[b:Lc. 5, 4]] Zoals in de begintijd van het christendom een hoveling van Kándake, koningin van Ethiopië, vol blijdschap over het met het doopsel ontvangen geloof, zijn reis voortzette terwijl hij getuigenis aflegde van Christus, (Hand. 8, 27-39) [[b:Hand. 8, 27-39]] moet thans de kerk in Afrika, in blijde dankbaarheid voor het ontvangen geloof, met haar opdracht tot evangelieverkondiging doorgaan om alle volkeren van dit continent tot volgelingen te maken van de Heer, door hen alles te leren wat Hij heeft bevolen. (Mt. 28, 20) [[b:Mt. 28, 20]] Bij de eucharistische openingsliturgie, waarin ik in de Sint Pieter op 10 april 1994 voorging, met om mij heen vijfendertig kardinalen, één patriarch, negenendertig aartsbisschoppen en honderdzesenveertig bisschoppen en negentig priesters, was de kerk, die de familie is van God vgl: Lumen Gentium [[[617|6]]] en het volk van de gelovigen, verzameld rond het graf van Petrus. Samen met het volk van God was Afrika met al zijn diverse riten daar dansend van vreugde aanwezig, en bracht met de klanken van trommels en andere Afrikaanse muziekinstrumenten zijn geloof in het leven tot uiting. Bij die gelegenheid heeft Afrika gemerkt dat het, om met Paulus VI te spreken, “een nieuw thuisland van Christus” "Hi, qui amicti" [[727]] is, een land dat door de Eeuwige Vader bemind wordt. vgl: Op het Hoogfeest van Epifanie [[[4250|(7)]]] Daarom heb ik dit genademoment begroet met de woorden van de psalmist: “Zie, deze dag schept de Heer, laat ons hem vieren met vreugde” (Ps. 118, 24) [b:Ps. 118, 24].
Referenties naar alinea 6: 0
Geen referenties naar deze alineaExtra opties voor deze alinea
Kopieer alinea-URL naar klembord Reageer op deze alinea Deel op social media- Paragraaf 5 Tot wie de exhortatie bedoeld is
7
Bij het schrijven van deze postsynodale apostolische exhortatie zou ik, in verbondenheid met de Speciale Vergadering voor Afrika van de Bisschoppensynode, mij allereerst willen richten tot de herders en katholieke gelovigen, vervolgens tot de broeders en zusters van de andere christelijke confessies, tot hen die de grote monotheïstische godsdiensten belijden, met name tot hen die de Afrikaanse traditionele religie aanhangen, en tot alle mensen van goede wil die zich op een of andere manier betrokken voelen bij de spirituele en materiële ontwikkeling van Afrika, of die het lot van dit grote continent in handen hebben. Voor alles gaan mijn gedachten vanzelfsprekend uit naar de Afrikanen zelf en naar allen die op het continent leven; ik denk met name aan de zonen en dochters van de Rooms-katholieke Kerk: bisschoppen, priesters, diakens, seminaristen, leden van de instituten van godgewijd leven en de sociëteiten van apostolisch leven, catechisten en allen die hun leven in dienst hebben gesteld van hun broeders en zusters. Ik zou hen in hun geloof willen bevestigen (Lc. 22, 23) [[b:Lc. 22, 23]] en hen willen aansporen te volharden in de hoop die de verrezen Christus schenkt waardoor ze iedere aanvechting om de moed te verliezen kunnen overwinnen.
Referenties naar alinea 7: 0
Geen referenties naar deze alineaExtra opties voor deze alinea
Kopieer alinea-URL naar klembord Reageer op deze alinea Deel op social media- Paragraaf 6 Opzet van de exhortatie
8
De Speciale Vergadering voor Afrika van de Bisschoppensynode heeft diepgaand het haar voorgelegde onderwerp bestudeerd: “De kerk in Afrika en haar opdracht tot evangelisering op weg naar het jaar 2000: ‘Gij zult mijn getuigen zijn’ (Hand. 1, 8) [b:Hand. 1, 8].” Daarom zal deze exhortatie trachten nauw aan te sluiten bij de daar gevolgde werkwijze. We zullen uitgaan van het historisch moment, de synode, waarlijk kairos van genade; daarbij zullen we nagaan wat haar doelstellingen waren, hoe zij werd voorbereid en hoe zij is verlopen. Daarna zullen wij spreken over de huidige situatie van de kerk in Afrika, waarbij wij zullen herinneren aan de verschillende fasen in de missioneringsarbeid. We zullen de verschillende aspecten beschouwen van de evangeliseringsopdracht waaraan de kerk op het ogenblik moet beantwoorden: evangelisering, inculturatie, dialoog, gerechtigheid en vrede, de sociale communicatiemiddelen. Na gesproken te hebben over de dringende taken en uitdagingen waarvoor de kerk in Afrika op de drempel van het jaar 2000 staat, zullen wij vervolgens de verschillende taken behandelen die de getuige van Christus in Afrika dient te vervullen om doeltreffender mee te werken aan het opbouwen van het Godsrijk. Tenslotte zullen we de taken van de kerk in Afrika als missionaire kerk kunnen vaststellen, een missiekerk die zelf missionair wordt: “Gij zult mijn getuigen zijn … tot het uiteinde der aarde” (Hand. 1, 8) [b:Hand. 1, 8].
Referenties naar alinea 8: 0
Geen referenties naar deze alineaExtra opties voor deze alinea
Kopieer alinea-URL naar klembord Reageer op deze alinea Deel op social media- HOOFDSTUK 1 Een historisch kerkelijk gebeuren
9
“Deze Speciale Vergadering voor Afrika van de Bisschoppensynode is een providentieel gebeuren waarvoor wij lof en dank moeten brengen aan de almachtige en barmhartige Vader door zijn Zoon in de Geest”. Relation ante Disceptationem [[4252|1]]
Met deze woorden hebben de synodevaders bij hun eerste algemene zitting plechtig de bespreking geopend van het thema van de synode. Daaraan voorafgaand had ik dezelfde overtuiging uitgesproken toen ik zei: “De speciale vergadering is een kerkelijk gebeuren van fundamenteel belang voor Afrika, een kairos, een genademoment, waarop God zijn heil zichtbaar maakt. De gehele kerk wordt uitgenodigd om deze genadetijd ten diepste te beleven, de Blijde Boodschap te aanvaarden en te verspreiden. Wat ter voorbereiding op de synode gedaan wordt, zal niet alleen gunstig effect hebben op de viering van de synode zelf maar zal nu al zijn weerslag hebben op de plaatselijke kerken die in Afrika hun tocht door de tijd vervolgen: ”hun geloof en getuigenis worden versterkt en ze groeien naar steeds grotere volwassenheid.” Tot de derde bijeenkomst van de Raad van het Secretariaat van de Speciale Vergadering voor Afrika van de Bisschoppensynode [[4253|(5)]]
Met deze woorden hebben de synodevaders bij hun eerste algemene zitting plechtig de bespreking geopend van het thema van de synode. Daaraan voorafgaand had ik dezelfde overtuiging uitgesproken toen ik zei: “De speciale vergadering is een kerkelijk gebeuren van fundamenteel belang voor Afrika, een kairos, een genademoment, waarop God zijn heil zichtbaar maakt. De gehele kerk wordt uitgenodigd om deze genadetijd ten diepste te beleven, de Blijde Boodschap te aanvaarden en te verspreiden. Wat ter voorbereiding op de synode gedaan wordt, zal niet alleen gunstig effect hebben op de viering van de synode zelf maar zal nu al zijn weerslag hebben op de plaatselijke kerken die in Afrika hun tocht door de tijd vervolgen: ”hun geloof en getuigenis worden versterkt en ze groeien naar steeds grotere volwassenheid.” Tot de derde bijeenkomst van de Raad van het Secretariaat van de Speciale Vergadering voor Afrika van de Bisschoppensynode [[4253|(5)]]
Referenties naar alinea 9: 0
Geen referenties naar deze alineaExtra opties voor deze alinea
Kopieer alinea-URL naar klembord Reageer op deze alinea Deel op social media- Paragraaf 1 Geloofsbelijdenis
10
Dit moment van genade werd allereerst onderstreept met een plechtige geloofsbelijdenis. Bijeen rond het graf van Petrus voor de opening van de speciale vergadering, beleden de synodevaders hun geloof, het geloof van Petrus die op de vraag van Christus: “wilt ook gij soms weggaan?” antwoordde: “Heer, naar wie zouden wij gaan? Uw woorden zijn woorden van eeuwig leven, en wij geloven en weten dat Gij de Heilige Gods zijt” (Joh. 6, 68-69) [b:Joh. 6, 68-69]. De bisschoppen van Afrika, in wie de Rooms-katholieke kerk zich op bijzondere wijze rond het graf van Petrus uitsprak, spraken op hun beurt hun vast geloof uit dat de almacht en barmhartigheid van de éne God allereerst zichtbaar is geworden in de verlossende Menswording van Gods Zoon, Hij die één van wezen is met de Vader in de Heilige Geest, en die in deze Drie-eenheid ten volle alle roem en eer ontvangt. Dát geloven wij – zo zeiden de synodevaders – dát is het geloof van de kerk, dát is het geloof van alle plaatselijke kerken die verspreid zijn over het Afrikaans continent en die op pelgrimstocht zijn naar het huis van God. Dit geloof in Jezus Christus kwam constant, krachtig en unaniem naar voren bij de interventies van de synodevaders gedurende de gehele speciale vergadering. In de kracht van dat geloof hebben de bisschoppen van Afrika hun continent aan Christus de Heer toevertrouwd, in de overtuiging dat alleen Hij door zijn evangelie en zijn kerk Afrika kan redden uit de huidige moeilijkheden en het genezen van zijn talrijke kwalen. vgl: Relatio post disceptionem [[[4254|(2)]]]
Referenties naar alinea 10: 0
Geen referenties naar deze alineaExtra opties voor deze alinea
Kopieer alinea-URL naar klembord Reageer op deze alinea Deel op social media
11
Tegelijk hebben bij de opening van de speciale vergadering de bisschoppen van Afrika publiek hun geloof beleden in de “éne kerk van Christus waarvan wij in het symbolum fidei belijden dat zij één, heilig, katholiek en apostolisch is.” Lumen Gentium [[617|8]] Met deze eigenschappen worden de wezenlijke kenmerken van de kerk en haar zending aangeduid. “De kerk heeft die niet uit zichzelf; Christus bewerkt door de Heilige Geest dat zijn kerk één, heilig, katholiek en apostolisch is, en Hij is het ook die haar oproept ieder van deze hoedanigheden te verwezenlijken.” Catechismus van de Katholieke Kerk [[1|811-812]] Allen die de speciale vergadering voor Afrika mochten bijwonen, zagen met vreugde dat de katholieken van Afrika in hun plaatselijke kerken steeds meer verantwoordelijkheden op zich nemen en trachten te komen tot een beter begrip van wat het betekent zowel katholiek als Afrikaan te zijn. De viering van de speciale vergadering liet aan de hele wereld zien dat de plaatselijke kerken van Afrika een rechtmatige plaats innemen in de communio van de kerk, dat zij het recht hebben om hun eigen tradities te bewaren en verder te ontwikkelen, “maar dat zij het primaat van Petrus erkennen. Deze neemt het voorzitterschap over heel de liefdesgemeenschap waar, beschermt de rechtmatige verscheidenheid en zorgt er tevens voor, dat het bijzondere de eenheid niet zou schaden, maar veeleer bevorderen.” Lumen Gentium [[617|13]]
Referenties naar alinea 11: 0
Geen referenties naar deze alineaExtra opties voor deze alinea
Kopieer alinea-URL naar klembord Reageer op deze alinea Deel op social media- Paragraaf 2 Synode van opstanding, synode van hoop
12
Door een bijzonder plan van de Voorzienigheid had de plechtige opening van de Speciale Vergadering voor Afrika van de Bisschoppensynode plaats op de tweede zondag van Pasen, dat wil zeggen op de zondag van het Paasoctaaf. De synodevaders, op die dag in de basiliek van Sint Pieter bijeen, waren zich er levendig van bewust dat de vreugde van hun kerk voortvloeide uit hetzelfde gebeuren dat op de Paasdag het hart van de apostelen met blijdschap had vervuld, de opstanding van Jezus onze Heer. (Lc. 24, 40-41) [[b:Lc. 24, 40-41]] Zij waren zich ook diep bewust van de aanwezigheid van de verrezen Heer, die tot hen zei, zoals tot de apostelen: “Vrede zij U!” (Joh. 20, 21.26) [b:Joh. 20, 21.26]. Zij waren zich bewust van zijn belofte dat Hij voor altijd met zijn kerk zou zijn, (Mt. 28, 20) [[b:Mt. 28, 20]] en dus ook gedurende de gehele synodevergadering. De paassfeer waarin de speciale vergadering haar werk begon, terwijl haar leden bijeen waren om hun geloof in de verrezen Christus te vieren, deed mij spontaan denken aan de woorden die Jezus tot de apostel Thomas richtte: “Zalig die niet gezien en toch geloofd hebben” (Joh. 20, 29) [b:Joh. 20, 29].
Referenties naar alinea 12: 0
Geen referenties naar deze alineaExtra opties voor deze alinea
Kopieer alinea-URL naar klembord Reageer op deze alinea Deel op social media
13
Dit was inderdaad de synode van de opstanding en de hoop, zoals de synodevaders vreugdevol en enthousiast verklaarden in de eerste zinnen van hun Boodschap aan het volk van God. Graag neem ik die woorden over: “Zoals Maria Magdalena op de Paasmorgen, zoals de Emmaüsgangers met brandend hart en verlichte geest dat deden, verkondigt de Speciale Vergadering voor Afrika van de Bisschoppensynode: ‘Christus, onze hoop, is verrezen. Hij heeft zich bij ons gevoegd, Hij is met ons meegegaan. Hij heeft ons de Schriften uitgelegd, en Hij zei ons het volgende: ‘Ik ben de eerste en de laatste, de levende. Ik was dood, en zie, Ik leef in de eeuwen der eeuwen. En Ik heb de sleutels van de dood en het dodenrijk.’ (Openb. 1, 17-18) [b:Openb. 1, 17-18]… En zoals Johannes op Patmos in bijzonder moeilijke tijden profetieën van hoop ontving voor het volk van God, zo brengen ook wij een boodschap van hoop. Juist nu zoveel door politieke belangen veroorzaakte broederhaat onze volkeren verscheurt, juist nu ze diep gebukt gaan onder de last van de internationale schuld en de geldontwaarding, juist nu willen wij bisschoppen van Afrika samen met allen die deelnemen aan deze heilige synode, in vereniging met de Heilige Vader en met al onze medebroeders in het episcopaat die ons gekozen hebben, tot u, familie van God in Afrika, tot u, familie van God over heel de wereld, een woord richten van hoop en troost: ‘Christus onze Hoop leeft; wij zullen leven!’.” Boodschap van de Synode over Afrika [[4255|(1-2)]]
Referenties naar alinea 13: 0
Geen referenties naar deze alineaExtra opties voor deze alinea
Kopieer alinea-URL naar klembord Reageer op deze alinea Deel op social media
14
Ik spoor heel het volk van God in Afrika aan met open hart de door de synodevergadering tot dit volk gerichte boodschap van hoop te willen aanvaarden. Tijdens hun besprekingen hebben de synodevaders in het volle besef dat zij de verwachtingen vertegenwoordigden niet alleen van de Afrikaanse katholieken, maar ook van alle bewoners van het continent, onomwonden de talloze rampen onder ogen gezien waardoor Afrika tegenwoordig geteisterd wordt. Van alle kanten hebben zij de zo complexe vraag bestudeerd wat de kerk zou moeten doen om de begeerde verandering tot stand te brengen. Maar hun houding was daarbij totaal vrij van pessimisme of wanhoop. Ondanks het grotendeels negatieve beeld dat veel gebieden van Afrika op het ogenblik bieden, ondanks de droeve toestanden die er in talrijke landen heersen, heeft de kerk de plicht om met kracht te verzekeren dat die moeilijkheden overwonnen kunnen worden. Zij dient bij alle Afrikanen de hoop op een ware bevrijding te vestigen. Haar vertrouwen berust uiteindelijk op het besef van Gods belofte waardoor wij weten dat de geschiedenis niet een in zichzelf gesloten geheel is maar open staat voor het Godsrijk. Aangaande de toekomst van Afrika en van alle andere gebieden der wereld zijn daarom pessimisme noch wanhoop gerechtvaardigd.
Referenties naar alinea 14: 0
Geen referenties naar deze alineaExtra opties voor deze alinea
Kopieer alinea-URL naar klembord Reageer op deze alinea Deel op social media- Paragraaf 3 Affectieve en effectieve collegialiteit
15
Alvorens over te gaan tot de bespreking van de verschillende onderwerpen, wil ik erop wijzen dat de bisschoppensynode een bijzonder geschikt instrument is om de kerkelijke eenheid te bevorderen. Toen paus Paulus VI tegen het einde van het Tweede Vaticaans Concilie [d:4] de synode in het leven riep, gaf hij duidelijk te kennen dat een van de wezenlijke taken ervan zou zijn om, onder leiding van Petrus’ opvolger, de communio onder de bisschoppen over de hele wereld gestalte te geven en te bevorderen. vgl: Apostolica Sollicitudo [[[785|2]]] Het beginsel dat ten grondslag ligt aan de oprichting van de bisschoppensynode is eenvoudig: hoe nauwer de onderlinge verbondenheid is van de bisschoppen, hoe rijker de communio wordt van de kerk als geheel. De kerk in Afrika is een bewijs hoe juist deze woorden zijn, want zij heeft het enthousiasme en de concrete resultaten gezien waarmee de voorbereidingen op de Speciale Vergadering voor Afrika van de Bisschoppensynode gepaard gingen.
Referenties naar alinea 15: 0
Geen referenties naar deze alineaExtra opties voor deze alinea
Kopieer alinea-URL naar klembord Reageer op deze alinea Deel op social media
16
Bij mijn eerste ontmoeting met de Raad van het Secretariaat van de Bisschoppensynode dat was opgericht voor de speciale vergadering voor Afrika, heb ik uiteengezet waarom ik het goed achtte deze vergadering bijeen te roepen: het bevorderen van “een organisch samenhangende pastorale solidariteit op heel het Afrikaans grondgebied en op de aanliggende eilanden”. Tot de Raad van het Secretariaat van de Speciale Vergadering voor Afrika van de Bisschoppensynode [[4256|1]] vgl: Op het Hoogfeest van Epifanie [[[4250]]] Met deze woorden wilde ik de voornaamste doelstellingen en oogmerken aangeven die de Vergadering zou moeten nastreven. Om te verduidelijken wat ik ervan verwachtte, heb ik eraan toegevoegd dat in de beschouwingen ter voorbereiding van de vergadering “alle belangrijke facetten van het leven van de kerk in Afrika betrokken moesten worden, en dat daartoe met name gerekend moesten worden de evangelisering, de inculturatie, de dialoog, de pastoraal op sociaal gebied en de sociale communicatiemiddelen”. Tot de Raad van het Secretariaat van de Speciale Vergadering voor Afrika van de Bisschoppensynode [[4256|(5)]]
Referenties naar alinea 16: 0
Geen referenties naar deze alineaExtra opties voor deze alinea
Kopieer alinea-URL naar klembord Reageer op deze alinea Deel op social media
17
Tijdens mijn pastorale bezoeken in Afrika heb ik herhaaldelijk gesproken over de speciale vergadering voor Afrika en over de voornaamste bedoelingen waarom zij was bijeengeroepen. Toen ik voor de eerste keer, op Afrikaanse bodem, een vergadering bijwoonde van de synoderaad, heb ik niet nagelaten mijn krachtige overtuiging uit te spreken dat een synodevergadering niet beperkt mag blijven tot een raadpleging over praktische onderwerpen. Haar werkelijke bestaansreden is gelegen in het feit dat de kerk slechts voortgang kan maken door de communio onder haar leden, allereerst onder haar herders, te versterken. vgl: Tot de Raad van het Secretariaat van de Speciale Vergadering voor Afrika van de Bisschoppensynode [[[4257|(3)]]] De solidariteit onder de leiders van de particulieren kerken bij het vervullen van hun zending over de grens van hun diocees heen wordt door iedere synodevergadering zichtbaar gemaakt en vergroot. Het Tweede Vaticaans Concilie [d:4] leert: “Als rechtmatige opvolgers van de apostelen en als leden van het bisschoppencollege dienen de bisschoppen steeds te beseffen dat zij onderling nauw met elkaar verbonden zijn. Ook moeten zij zorg betonen voor het welzijn van alle kerken, daar ieder van hen krachtens goddelijke instelling en krachtens hun apostolisch ambt samen met de andere bisschoppen borg staat voor de gehele kerk.” Christus Dominus [[646|6]]
Referenties naar alinea 17: 0
Geen referenties naar deze alineaExtra opties voor deze alinea
Kopieer alinea-URL naar klembord Reageer op deze alinea Deel op social media
18
Het thema dat ik voor de speciale vergadering heb vastgesteld – De kerk in Afrika en haar opdracht tot evangelisering op weg naar het jaar 2000: ‘Gij zult mijn getuigen zijn’ (Hand. 1, 8) [b:Hand. 1, 8] – bewijst mijn wens dat de kerk de tijd die naar het grote Jubileumjaar leidt zal beleven als een ‘nieuwe advent’, als een tijd van verwachting en voorbereiding. Ik beschouw namelijk de voorbereiding op het jaar 2000 als het ware een hermeneutische sleutel voor mijn pontificaat. vgl: Tertio millennio adveniente [[[265|23]]] De synodevergaderingen die in de afgelopen bijna dertig jaar gehouden zijn – algemene synodevergaderingen en speciale vergaderingen op continentaal, regionaal of nationaal vlak – maken alle deel uit van de voorbereiding op het grote Jubileumjaar. Evangelisering was het onderwerp van al deze vergaderingen, hetgeen bewijst hoe levendig de kerk zich op het ogenblik bewust is van de heilsopdracht die zij van Christus heeft ontvangen. Dit besef ziet men bijzonder duidelijk in de postsynodale apostolische exhortaties die gewijd waren aan evangelisering, de catechese, het gezin, het berouw en de verzoening in het leven van de kerk en dat van de gehele mensheid, de roeping en zending van de leken, de vorming van de priester.
Referenties naar alinea 18: 0
Geen referenties naar deze alineaExtra opties voor deze alinea
Kopieer alinea-URL naar klembord Reageer op deze alinea Deel op social media- Paragraaf 4 In volle communio met de gehele kerk
19
Vanaf het begin van de voorbereiding op de speciale vergadering was het mijn vurige wens, die geheel gedeeld werd door de Raad van het Secretariaat, dat deze synode echt en ondubbelzinnig een Afrikaans karakter zou hebben. Tegelijk was het van wezensbelang dat de speciale vergadering gehouden zou worden in volle communio met de gehele kerk. Inderdaad heeft de vergadering steeds met de gehele kerk rekening gehouden. In dezelfde geest heb ik bij de publicatie van de Lineamenta mijn broeders in het bisschopsambt en heel het volk van God overal in de wereld opgeroepen te bidden voor de speciale vergadering voor Afrika en zich betrokken te voelen bij de activiteiten die ter voorbereiding daarvan werden ontwikkeld. Ik heb vaak gewezen op het grote belang van deze vergadering voor de gehele kerk, niet alleen vanwege de grote belangstelling die haar bijeenroepen overal heeft gewekt, maar ook vanwege het karakter zelf van de kerkelijke communio die alle grenzen van tijd en ruimte overschrijdt. In feite heeft de speciale vergadering aanleiding gegeven tot veel gebed en goede werken, waarmee de gelovigen zelf en de kerkgemeenschappen in de andere werelddelen het synodaal gebeuren hebben begeleid. En hoe zouden we kunnen betwijfelen dat, in het mysterie van de kerkelijke communio, dit ook gebeurd is door de gebeden van de heiligen in de hemel? Toen ik bepaalde dat de speciale vergadering voor de eerste fase van haar werkzaamheden in Rome zou bijeenkomen, heb ik dit gedaan om duidelijker de verbondenheid van de kerk in Afrika met de gehele kerk tot uiting te brengen, en om te onderstrepen dat alle gelovigen bij Afrika betrokken zijn.
Referenties naar alinea 19: 0
Geen referenties naar deze alineaExtra opties voor deze alinea
Kopieer alinea-URL naar klembord Reageer op deze alinea Deel op social media
20
De plechtige eucharistische concelebratie bij de opening van de synode, waarin ik in de basiliek van Sint Pieter voorging, was een duidelijke en ontroerende manifestatie van de universaliteit van de kerk. Die universaliteit, “die geen uniformiteit is maar communio van alle verschillen die met het evangelie verenigbaar zijn”, Boodschap van de Synode over Afrika [[4255|(7)]] werd door alle bisschoppen beleefd. Allen beseften zij gewijd te zijn tot leden van het corps van bisschoppen dat het college van apostelen opvolgt, niet alleen voor een of ander bisdom, maar voor het heil van de hele wereld. vgl: Ad Gentes Divinitus [[[703|38]]] Ik breng de almachtige God dank dat Hij ons door de speciale vergadering heeft doen ervaren wat ware katholiciteit inhoudt. “Dankzij deze algemeenheid brengen de afzonderlijke delen hun eigen gaven aan ten gunste van de andere delen en van de gehele kerk.“ Lumen Gentium [[617|13]]
Referenties naar alinea 20: 0
Geen referenties naar deze alineaExtra opties voor deze alinea
Kopieer alinea-URL naar klembord Reageer op deze alinea Deel op social media- Paragraaf 5 Een duidelijke en geloofwaardige boodschap
21
Volgens de synodevaders is de eerste vraag waarvoor de kerk in Afrika staat, zo duidelijk mogelijk te beschrijven wat zij is en alles wat zij moet doen opdat haar boodschap duidelijk en geloofwaardig zij. vgl: Relation ante Disceptationem [[[4252|(34)]]] Alle discussies op de speciale vergadering hadden betrekking op deze wezenlijke en fundamentele vraag die een ware uitdaging is voor de kerk in Afrika. Het is natuurlijk zonder meer waar dat “de Heilige Geest bij de verbreiding van het evangelie de eerste plaats inneemt, aangezien Hij het is die beweegt tot de prediking en het hart van de mensen voorbereidt op de aanvaarding en het begrip van het woord van het heil”. Evangelii Nuntiandi [[519|75]] Maar na opnieuw deze waarheid te hebben bevestigd, voegde de speciale vergadering terecht eraan toe dat de evangelisering ook een zending is die de Heer Jezus aan zijn kerk heeft toevertrouwd, onder de leiding en uit de kracht van de Heilige Geest. Wij moeten meewerken, door vurig te bidden, ernstig ons te bezinnen, geschikte plannen te maken en de middelen waarover we beschikken, te gebruiken. vgl: Relation ante Disceptationem [[[4252|(34)]]] De discussie van de synode over de duidelijkheid en geloofwaardigheid van de boodschap van de kerk in Afrika betekende onvermijdelijk een bezinning op de eigen geloofwaardigheid van hen die deze boodschap brengen. De synodevaders bespraken deze vraag onomwonden, met grote oprechtheid, zonder zichzelf te sparen. Paus Paulus VI had deze kwestie reeds aangeroerd met de gedenkwaardige woorden: “Dikwijls zeggen de mensen, dat onze tijd dorst naar oprechtheid en waarheid. Vooral de jongeren hebben een afkeer, zegt men, van alles wat verzonnen is en onecht, en zoeken daarentegen naar waarheid en duidelijkheid. Deze tekenen des tijds vragen grote waakzaamheid van ons. Immers altijd – hetzij luid of stilzwijgend – vragen ze ons: Gelooft gij zelf wel, wat gij zegt? Beleeft gij, wat gij gelooft? Predikt gij inderdaad ook wat gij beleeft? Meer dan ooit is zo het getuigenis van het leven de noodzakelijke voorwaarde geworden voor de volledige werkzaamheid van de prediking. Ziet daarom dat elke vooruitgang en uitwerking van het evangelie dat we verkondigen, tot op zekere hoogte op onszelf als getuigen neerkomt.” Evangelii Nuntiandi [[519|76]] Vandaar dat ikzelf aangaande de evangeliseringsopdracht van de kerk op het terrein van gerechtigheid en vrede gezegd heb: “Voor de kerk moet de sociale boodschap van het evangelie niet beschouwd worden als een theorie, maar voor alles als een fundament en een beweegreden voor actie.” Centesimus Annus [[3|57]]
Referenties naar alinea 21: 0
Geen referenties naar deze alineaExtra opties voor deze alinea
Kopieer alinea-URL naar klembord Reageer op deze alinea Deel op social media
22
Graag wil ik er hier aan herinneren dat de achtste voltallige vergadering van het SECAM te Lagos in Nigeria (1987) reeds bijzonder duidelijk de vraag had behandeld aangaande de geloofwaardigheid en de duidelijkheid van de boodschap van de kerk in Afrika. Dezelfde vergadering had verklaard dat de geloofwaardigheid van de kerk in Afrika afhing van de bisschoppen en priesters die in navolging van Christus blijk geven van een voorbeeldig leven; van werkelijk trouwe religieuzen die in hun manier van leven oprechte getuigen zijn van de evangelische raden; van een bezield lekendom; van diepgelovige ouders; van opvoeders die zich bewust zijn van hun verantwoordelijkheden; van politieke leiders die bewogen worden door een groot zedelijk besef. vgl: Boodschap van de 8e voltallige Vergadering [[[4258]]]
Referenties naar alinea 22: 0
Geen referenties naar deze alineaExtra opties voor deze alinea
Kopieer alinea-URL naar klembord Reageer op deze alinea Deel op social media- Paragraaf 6 De familie van God in het synodaal proces
23
In mijn toespraak van 23 juni 1989 tot de leden van de Raad van het Secretariaat heb ik er veel nadruk op gelegd dat heel het volk van God op alle niveaus, speciaal in Afrika, betrokken moest worden in de voorbereiding van de speciale vergadering. “Als de synodezitting goed wordt voorbereid”, zo zei ik, “zal zij alle sectoren van de christengemeenschap daarbij kunnen betrekken: individuen, kleine gemeenschappen, parochies, diocesen en instellingen op plaatselijk, landelijk en internationaal niveau.” Tot de Raad van het Secretariaat van de Speciale Vergadering voor Afrika van de Bisschoppensynode [[4256|(6)]] Tussen het begin van mijn pontificaat en de plechtige aanvang van de Speciale Vergadering voor Afrika van de Bisschoppensynode heb ik tienmaal een pastoraal bezoek gebracht aan Afrika en Madagaskar, in zesendertig landen. Bij mijn ontmoetingen met het volk van God in Afrika tijdens mijn apostolische reizen die ik na de bijeenroeping van de speciale vergadering gemaakt heb, ging het steeds op de eerste plaats over de synode en over de noodzaak dat alle gelovigen zich zouden voorbereiden op de synodevergadering. Ook heb ik, als bisschoppen van dit continent hun Ad Limina-bezoek kwamen afleggen, van de gelegenheid gebruik gemaakt om aller medewerking te vragen bij de voorbereiding op de speciale bijeenkomst voor Afrika. Bij drie verschillende gelegenheden heb ik een werkbijeenkomst gehouden met de Raad van het Secretariaat van de Synode, en wel op Afrikaanse bodem: in 1990 te Yamoussoukro (Ivoorkust), in 1992 te Luanda (Angola), en in 1993 te Kampala (Oeganda), steeds met de bedoeling om de Afrikanen ertoe te bewegen om allen samen intens mee te doen aan de voorbereiding van de synodevergadering.
Referenties naar alinea 23: 0
Geen referenties naar deze alineaExtra opties voor deze alinea
Kopieer alinea-URL naar klembord Reageer op deze alinea Deel op social media
24
Een nieuwe en belangrijke stap tijdens de voorbereiding op de speciale vergadering was de aanbieding op 25 juli 1990 te Lomé (Togo) van de Lineamenta aan de negende voltallige bijeenkomst van het SECAM. Men kan zeggen dat bij de publicatie van de Lineamenta de voorbereiding op de synode in alle particuliere kerken van Afrika zeer serieus een aanvang hebben genomen. De bijeenkomst van het SECAM te Lomé heeft haar goedkeuring gehecht aan een Gebed voor de speciale vergadering, en gevraagd dat dit gebed in het openbaar en in privé zou worden gebeden in alle Afrikaanse parochies tot aan de viering van de synode. Dit gelukkige initiatief van het SECAM bleef in de universele kerk niet onopgemerkt. Om de verspreiding van de Lineamenta te bevorderen hebben vele bisschoppenconferenties en diocesen het document in de eigen taal vertaald, bijvoorbeeld in het Swahili, Arabisch, Malgache en andere talen. “Over de onderwerpen van de synode zijn publicaties verzorgd, conferenties en symposia georganiseerd door de verschillende Bisschoppenconferenties, theologische instituten en seminaries, verenigingen van instituten voor godgewijd leven, diocesen, enige belangrijke kranten en tijdschriften, bisschoppen en theologen.” Rapport van de Algemene Secretaris voor de Speciale Vergadering van de Bisschoppensynode voor Afrika [[4261|(6)]]
Referenties naar alinea 24: 0
Geen referenties naar deze alineaExtra opties voor deze alinea
Kopieer alinea-URL naar klembord Reageer op deze alinea Deel op social media
25
Vurig dank ik de almachtige God voor de grote zorg waarmee de Lineamenta en het Instrumentum laboris vgl: Lineamenta "De Kerk in Afrika en haar missie in de evangelisatie naar het jaar 2000 "Gij zult mijn getuigen zijn" (Hand. 1, 8)" [[[4259]]] vgl: Instrumentum Laboris voor de Speciale Bisschoppensynode voor Afrika [[[4260]]] van de synode zijn voorbereid. Deze voorbereiding was het werk van de Afrikanen zelf – bisschoppen en deskundigen – en allereerst van het werk van de commissie die het eerste voorbereidingswerk voor de synode verrichtte, in januari en maart 1989. Deze commissie werd daarna vervangen door de Raad van het Secretariaat van de Speciale Vergadering voor Afrika van de Bisschoppensynode, die ik op 20 juni 1989 heb ingesteld. Ik gevoel een grote dankbaarheid jegens de werkgroep die met zo grote zorg de eucharistische liturgie heeft verzorgd bij de opening en sluiting van de synode. Deze werkgroep, waaronder zich theologen bevonden, liturgisten en deskundigen op het gebied van Afrikaanse liederen en liturgische muziekinstrumenten, heeft overeenkomstig mijn wens ervoor gezorgd dat deze liturgische vieringen een duidelijk Afrikaans karakter droegen.
Referenties naar alinea 25: 0
Geen referenties naar deze alineaExtra opties voor deze alinea
Kopieer alinea-URL naar klembord Reageer op deze alinea Deel op social media
26
Ik moet er nu aan toevoegen dat er een werkelijk bewonderenswaardige respons is geweest van de Afrikanen op mijn oproep tot meedoen met de voorbereiding van de synode. De reacties op de Lineamenta, zowel binnen als buiten de Afrikaanse kerkelijke gemeenschappen hebben de stoutste verwachtingen overtroffen. Veel particuliere kerken hebben de Lineamenta gebruikt om de gelovigen in beweging te brengen; en we mogen stellen dat vanaf die tijd de vruchten van de synode zichtbaar beginnen te worden in een nieuwe betrokkenheid en bewustwording van de Afrikaanse christenen. vgl: van de 34 bisschoppenconferenties van Afrika en Madagaskar hebben 31 hun reactie ingezonden, terwijl de 3 anderen in moeilijke omstandigheden verkeerden. [[[4260]]] Tijdens de verschillende voorbereidingsstadia op de speciale vergadering hebben talrijke leden van de kerk in Afrika – geestelijken, religieuzen, leken – op voorbeeldige wijze aandeel gehad aan het synodaal proces: ‘ze trokken samen op’, stelden hun talenten in dienst van de kerk, en baden vurig samen voor het welslagen van de synode. Meermalen hebben de synodevaders tijdens de vergadering erop gewezen dat hun werk verlicht was geworden door “de uiterst zorgvuldige voorbereiding op de synode waarbij de kerk in Afrika in al haar geledingen actief betrokken was geweest”. Relation ante Disceptationem [[4252|1]] vgl: Relatio post disceptionem [[[4254|1]]]
Referenties naar alinea 26: 0
Geen referenties naar deze alineaExtra opties voor deze alinea
Kopieer alinea-URL naar klembord Reageer op deze alinea Deel op social media- Paragraaf 7 God wil Afrika redden
27
De apostel van de volkeren zegt ons dat God “wil dat alle mensen gered worden en tot de kennis van de waarheid komen. Want God is één, één is ook de middelaar tussen God en de mensen, de mens Christus Jezus, die zichzelf gegeven heeft als losprijs voor allen” (1 Tim. 2, 4-6) [b:1 Tim. 2, 4-6]. Omdat God alle mensen tot een en dezelfde bestemming roept, een goddelijke bestemming, “moeten wij eraan vasthouden dat de Heilige Geest aan allen de mogelijkheid schenkt om, op een wijze die aan God bekend is, aan dit Paasmysterie deel te hebben”. Gaudium et Spes [[575|22]] vgl: Catechismus van de Katholieke Kerk [[[1|1260]]] Gods verlossende liefde omhelst de gehele mensheid, rassen, stammen en volkeren, en dus ook de volkeren van Afrika. De Goddelijke Voorzienigheid wilde dat Afrika aanwezig zou zijn bij het lijden van Christus in de persoon van Simon van Cyrene die door de Romeinse soldaten gedwongen werd om onze Heiland het kruis te helpen dragen. (Mc. 15, 21) [[b:Mc. 15, 21]]
Referenties naar alinea 27: 0
Geen referenties naar deze alineaExtra opties voor deze alinea
Kopieer alinea-URL naar klembord Reageer op deze alinea Deel op social media
28
Tijdens de plechtige eucharistieviering tot besluit van de werksessie van de speciale vergadering, bood de liturgie van de zesde zondag van Pasen 1994 mij de gelegenheid tot het houden van een overweging over het door God gewilde heilsplan voor Afrika. In een van de Bijbellezingen, ontleend aan de Handelingen van de Apostelen, werd een gebeurtenis verhaald die beschouwd kan worden als de eerste stap in de zending van de kerk onder de heidenen: het verhaal van Petrus die onder ingeving van de Heilige Geest een heiden bezocht, de honderdman Cornelius. Tot dan toe was het evangelie vooral aan de joden verkondigd. Na een zekere aarzeling had Petrus gehoor gegeven aan het bevel van de Geest om naar het huis van een heiden te gaan. Toen hij daar aankwam zag hij tot zijn blijde verrassing dat de honderdman wachtte op Christus en het doopsel. Het boek van de Handelingen van de apostelen vertelt: “De gelovigen uit de besnijdenis, die met Petrus meegekomen waren, stonden verbaasd dat ook over de heidenen de gave van de Heilige Geest was uitgestort; want zij hoorden hen talen spreken en God verheerlijken” (Hand. 10, 45-46) [b:Hand. 10, 45-46]. In zeker opzicht werd in het huis van Cornelius het Pinksterwonder herhaald. Petrus zei toen: “Nu besef ik pas goed, dat er bij God geen aanzien des persoons bestaat, maar dat uit welk volk ook ieder, die Hem vreest en het goede doet, Hem welgevallig is … Kan iemand nog het water weigeren, zodat deze mensen, die juist als wij de Heilige Geest ontvangen hebben, niet gedoopt zouden worden?” (Hand. 10, 34-35.47) [b:Hand. 10, 34-35.47]. Zo begon de zending van de kerk ad gentes waarvan Paulus van Tarsus de voornaamste heraut zou worden. De missionarissen die voor het eerst in het hart van Afrika aankwamen hebben waarschijnlijk eenzelfde verbazing gekend als de christenen uit de apostolische tijden gevoelden bij de uitstorting van de Heilige Geest over de heidenen.
Referenties naar alinea 28: 0
Geen referenties naar deze alineaExtra opties voor deze alinea
Kopieer alinea-URL naar klembord Reageer op deze alinea Deel op social media
29
Gods plan voor het heil van Afrika staat aan de basis van de worsteling van de kerk in dat werelddeel. Maar omdat de door Christus gestichte kerk uit haar aard missionair is, volgt daaruit dat de kerk in Afrika zelf een actieve rol moet spelen in dienst van dat plan van God. Daarom heb ik vaak gezegd dat “de kerk in Afrika een missiekerk is en tegelijk een kerk met een missieopdracht”. Over de reis naar Afrika [[4262|(3)]] De Speciale Vergadering voor Afrika van de Bisschoppensynode had tot taak te onderzoeken met welke middelen de Afrikanen beter de opdracht zullen kunnen vervullen die de verrezen Heer aan zijn volgelingen gaf: “Gaat dus en maakt alle volkeren tot mijn leerlingen” (Mt. 28, 19) [b:Mt. 28, 19].
Referenties naar alinea 29: 0
Geen referenties naar deze alineaExtra opties voor deze alinea
Kopieer alinea-URL naar klembord Reageer op deze alinea Deel op social media- HOOFDSTUK 2 De kerk in Afrika
- Artikel 1 Korte geschiedenis van de evangelisering van het Afrikaans werelddeel
30
Op de openingsdag van de Speciale Vergadering voor Afrika van de Bisschoppensynode, de eerste bijeenkomst van dit soort in de geschiedenis, hebben de synodevaders herinnerd aan enige van de wonderwerken die God heeft gewrocht tijdens de evangelisering van Afrika. Deze geschiedenis gaat terug tot de tijd zelf van de geboorte van de kerk. De verspreiding van het evangelie in Afrika heeft in verschillende fasen plaats gehad. De eerste eeuwen van de christenheid zagen de evangelisering van Egypte en Noord Afrika. Een tweede fase, die de gebieden ten zuiden van de Sahara betrof, speelde zich af in de vijftiende en zestiende eeuw. Een derde fase, gekenmerkt door een buitengewone missionaire inzet, begon in de negentiende eeuw.
Referenties naar alinea 30: 0
Geen referenties naar deze alineaExtra opties voor deze alinea
Kopieer alinea-URL naar klembord Reageer op deze alinea Deel op social media- Paragraaf 1 Eerste fase
31
In een tot de bisschoppen en alle volkeren van Afrika gerichte boodschap aangaande de bevordering van het stoffelijk en geestelijk welzijn van hun continent heeft mijn vereerde voorganger paus Paulus VI met de volgende gedenkwaardige woorden aan de roemrijke glans herinnerd van Afrika’s christelijk verleden: “Onze gedachten gaan uit naar de christelijke kerken in Afrika waarvan de oorsprong teruggaat tot het apostolisch tijdvlak en waaraan volgens de traditie de naam en de verkondiging van de evangelist Marcus zijn verbonden. Eveneens brengen wij ons de ontelbare menigte heiligen, martelaren, belijders en maagden in herinnering die deze kerk toebehoort. Want het is een feit, dat de noordelijke streken van Afrika van de tweede tot de vierde eeuw na Christus een christelijk leven hebben gekend dat op een veelheid terreinen een avant-gardepositie innam, getuige het grote aantal theologische en literaire werken van uitzonderlijke kwaliteit. Onmiddellijk komen hier de namen bij ons op van grote leraren en schrijvers als Origenes, de heilige Athanasius en de heilige Cyrillus, de kopstukken van de Alexandrijnse school, en aan de andere zijde van de Afrikaanse noordkust onderscheiden zich namen als die van Tertullianus, van de heilige Cyprianus, maar vooral die van de heilige Augustinus, die wel als het helderste licht van de christenheid mag worden beschouwd. Wij willen ook de beroemde en grote woestijnvaders Paulus, Antonius, Pachomius vermelden, de grondleggers van het monastieke leven dat later in het oosten en westen werd verspreid op grond van hun schitterend voorbeeld. Wat de overigen betreft, willen wij niet stilzwijgend voorbijgaan aan de heilige Frumentius, Abba Salama genoemd, die, door de heilige Athanasius tot bisschop gewijd, de apostel van Ethiopië is geworden.” Africae Terrarum [[4263|(3)]] Tijdens deze eerste eeuwen van de kerk hebben ook vrouwen voor Christus getuigd. Onder haar verdienen Felicitas en Perpetua, Monica en Thecla speciaal genoemd te worden. “Zowel deze mensen van een voorbeeldige deugdzaamheid als de voortreffelijke en heilige pausen die uit Afrika kwamen, Victor I, Melchiades en Gelasius I, behoren als het ware tot het gemeenschappelijk erfgoed van de universele kerk. En de geschriften van de christelijke schrijvers van Afrika zijn nog altijd fundamenteel voor de bestudering en verdieping van de heilsgeschiedenis in het licht van de heilige Schrift. Maar bij de herdenking van de oude roem van christelijk Afrika willen wij ook ons diep respect tot uitdrukking brengen jegens de kerken warmee wij niet in volledige gemeenschap leven, namelijk de Koptische kerk van Egypte en de Ethiopische kerk. Zij hebben samen met de katholieke kerk immers hun oorsprong, leer en spiritualiteit ontvangen van de grote vaders en heiligen die niet alleen uit hun eigen gebied maar uit de gehele oude kerk afkomstig waren. Daar komt nog bij, dat zij veel voortreffelijks tot stand hebben gebracht en veel hebben moeten lijden om de Afrikaanse christenheid door de wisselende tijdsomstandigheden heen voor ondergang te bewaren.” Africae Terrarum [[4263|(3)-4]] Ook nu nog getuigen deze kerken van de christelijke vitaliteit die zij te danken hebben aan hun apostolische wortels. Dit geldt met name voor Egypte en Ethiopië, en tot de zeventiende eeuw ook voor Nubië. Maar in de rest van het continent begon toen een nieuwe fase in de evangelisering.
Referenties naar alinea 31: 0
Geen referenties naar deze alineaExtra opties voor deze alinea
Kopieer alinea-URL naar klembord Reageer op deze alinea Deel op social media- Paragraaf 2 Tweede fase
32
In de vijftiende en zestiende eeuw gingen de expedities van de Portugezen naar de Afrikaanse kusten al spoedig gepaard met de evangelisering van de gebieden in Afrika ten zuiden van de Sahara. Het ging hierbij onder andere om gebieden als het huidige Benin, São Tomé, Angola, Mozambique en Madagaskar.
Bij gelegenheid van de herdenking dat vijfhonderd jaar geleden de evangelisering van Angola begon, zei ik op Pinksterzondag 7 juni 1992 te Luanda: “De Handelingen van de apostelen noemen bij name de bewoners van de verschillende streken die rechtstreeks aanwezig waren bij de geboorte van de kerk door het blazen van de Heilige Geest. En wat zeiden ze? ‘Wij horen hen in onze eigen taal spreken van Gods grote daden’ (Hand. 2, 11) [b:Hand. 2, 11]. Vijfhonderd jaar geleden hebben de volkeren van Angola zich gevoegd bij dat koor van talen. Op dat ogenblik heeft in uw Afrikaans vaderland het Pinksteren van Jeruzalem opnieuw plaats gehad. Uw voorouders verstonden de verkondiging van de Blijde Boodschap die de taal is van de Geest. Hun hart ontving voor de eerste maal dat woord en zij bogen hun hoofd in het water van het doopbekken, waarin de mens door de kracht van de Heilige Geest met de gekruisigde Christus sterft en in zijn verrijzenis tot nieuw leven herboren wordt … Deze zelfde Geest bezielde ook die mannen van geloof, de missionarissen, die in 1491 aan de monding van de Zaïre te Pinda aankwamen, waarmee een waar missionair epos begon. Deze Geest ook, die de harten van de mensen beweegt zoals het Hem goed dunkt, inspireerde de grote koning van Kongo, Nzinga-a-Nkuwu, tot het vragen om missionarissen ter verkondiging van het evangelie. Deze Geest ondersteunde het leven van die eerste vier Angolese christenen die na hun terugkeer uit Europa, getuigden van de kracht van het christelijk geloof. Na de eerste missionarissen kwamen talrijke anderen uit Portugal en andere Europese landen om het begonnen werk voort te zetten, uit te bouwen en te bevestigen.” Bij gelegenheid van de 500ste verjaardag van de evangelisering van Angola [[4264|(2)]]
Er zijn tijdens die periode een aantal diocesen opgericht, en als een van de eerste vruchten van deze missionaire inspanning werd door paus Leo X in 1518 te Rome Don Henrique, de zoon van Don Alfonso I, koning van Kongo, tot titulair bisschop van Utica gewijd. Zo werd Don Henrique de eerste inheemse bisschop van zwart Afrika.
Tijdens deze periode ook riep mijn voorganger Gregorius XV blijvend de Congregatie de Propaganda Fide in het leven, met de bedoeling de missies beter te organiseren en uit te breiden. Tengevolge van allerlei moeilijkheden eindigde de tweede fase van de evangelisering van Afrika in de achttiende eeuw met het verdwijnen van bijna alle missies in de ten Zuiden van de Sahara gelegen gebieden.
Bij gelegenheid van de herdenking dat vijfhonderd jaar geleden de evangelisering van Angola begon, zei ik op Pinksterzondag 7 juni 1992 te Luanda: “De Handelingen van de apostelen noemen bij name de bewoners van de verschillende streken die rechtstreeks aanwezig waren bij de geboorte van de kerk door het blazen van de Heilige Geest. En wat zeiden ze? ‘Wij horen hen in onze eigen taal spreken van Gods grote daden’ (Hand. 2, 11) [b:Hand. 2, 11]. Vijfhonderd jaar geleden hebben de volkeren van Angola zich gevoegd bij dat koor van talen. Op dat ogenblik heeft in uw Afrikaans vaderland het Pinksteren van Jeruzalem opnieuw plaats gehad. Uw voorouders verstonden de verkondiging van de Blijde Boodschap die de taal is van de Geest. Hun hart ontving voor de eerste maal dat woord en zij bogen hun hoofd in het water van het doopbekken, waarin de mens door de kracht van de Heilige Geest met de gekruisigde Christus sterft en in zijn verrijzenis tot nieuw leven herboren wordt … Deze zelfde Geest bezielde ook die mannen van geloof, de missionarissen, die in 1491 aan de monding van de Zaïre te Pinda aankwamen, waarmee een waar missionair epos begon. Deze Geest ook, die de harten van de mensen beweegt zoals het Hem goed dunkt, inspireerde de grote koning van Kongo, Nzinga-a-Nkuwu, tot het vragen om missionarissen ter verkondiging van het evangelie. Deze Geest ondersteunde het leven van die eerste vier Angolese christenen die na hun terugkeer uit Europa, getuigden van de kracht van het christelijk geloof. Na de eerste missionarissen kwamen talrijke anderen uit Portugal en andere Europese landen om het begonnen werk voort te zetten, uit te bouwen en te bevestigen.” Bij gelegenheid van de 500ste verjaardag van de evangelisering van Angola [[4264|(2)]]
Er zijn tijdens die periode een aantal diocesen opgericht, en als een van de eerste vruchten van deze missionaire inspanning werd door paus Leo X in 1518 te Rome Don Henrique, de zoon van Don Alfonso I, koning van Kongo, tot titulair bisschop van Utica gewijd. Zo werd Don Henrique de eerste inheemse bisschop van zwart Afrika.
Tijdens deze periode ook riep mijn voorganger Gregorius XV blijvend de Congregatie de Propaganda Fide in het leven, met de bedoeling de missies beter te organiseren en uit te breiden. Tengevolge van allerlei moeilijkheden eindigde de tweede fase van de evangelisering van Afrika in de achttiende eeuw met het verdwijnen van bijna alle missies in de ten Zuiden van de Sahara gelegen gebieden.
Referenties naar alinea 32: 1
Evangelii Gaudium ->=geentekst=Extra opties voor deze alinea
Kopieer alinea-URL naar klembord Reageer op deze alinea Deel op social media- Paragraaf 3 Derde fase
33
De derde fase in de systematische evangelisering van Afrika begon in de negentiende eeuw, een periode die gekenmerkt werd door buitengewone prestaties van de grote apostelen en promotoren van de Afrikaanse missie. Het was een periode van snelle groei, zoals duidelijk blijkt uit de statistieken die door de Congregatie voor de Evangelisatie van de Volkeren aan de synodevergadering werden aangeboden. vgl. Situazione della Chiesa.. vgl. Situazione della Chiesa in Africa e in Madagascar (alcuni aspetti e osservazioni); L’Osservatore Romano, 16 april 1994, 6-8; Centrale dienst voor de kerkelijke statistieken, De kerk in Afrika: cijfers en statistieken: L’Osservatore Romano, 15 april 1994, 6. Afrika heeft edelmoedig op Christus’ oproep gereageerd. In de afgelopen decennia hebben verschillende Afrikaanse landen het begin herdacht van hun evangelisering, honderd jaar geleden. De groei van de kerk in Afrika sinds honderd jaar is werkelijk een wonder van Gods genade.
De glans van deze periode uit de nabije tijd waarin Afrika geëvangeliseerd werd, is op bewonderenswaardige wijze zichtbaar geworden in de heiligen die Afrika aan de kerk heeft geschonken. Paus Paulus VI heeft dit feit welsprekend onder woorden gebracht toen, bij gelegenheid van de Wereldmissiedag in 1964, Oegandese martelaren heilig werden verklaard: “Deze Afrikaanse martelaren voegen aan het martyrologium, het boek met de namen van hen die in de strijd overeind bleven, een tragische en schitterende bladzijde toe; een bladzijde die het werkelijk verdient gevoegd te worden bij de grote daden van het oude Afrika… Deze Afrikaanse martelaren luiden een nieuw tijdperk in …Afrika, besproeid met het bloed van deze martelaren, de eersten van de nieuwe tijd (en God geve dat ze ook de laatsten zijn, zo subliem, zo kostbaar was hun offer!) wordt herboren tot een vrij en verlost Afrika.” "Hi, qui amicti" [[727]]
De glans van deze periode uit de nabije tijd waarin Afrika geëvangeliseerd werd, is op bewonderenswaardige wijze zichtbaar geworden in de heiligen die Afrika aan de kerk heeft geschonken. Paus Paulus VI heeft dit feit welsprekend onder woorden gebracht toen, bij gelegenheid van de Wereldmissiedag in 1964, Oegandese martelaren heilig werden verklaard: “Deze Afrikaanse martelaren voegen aan het martyrologium, het boek met de namen van hen die in de strijd overeind bleven, een tragische en schitterende bladzijde toe; een bladzijde die het werkelijk verdient gevoegd te worden bij de grote daden van het oude Afrika… Deze Afrikaanse martelaren luiden een nieuw tijdperk in …Afrika, besproeid met het bloed van deze martelaren, de eersten van de nieuwe tijd (en God geve dat ze ook de laatsten zijn, zo subliem, zo kostbaar was hun offer!) wordt herboren tot een vrij en verlost Afrika.” "Hi, qui amicti" [[727]]
Referenties naar alinea 33: 1
Evangelii Gaudium ->=geentekst=Extra opties voor deze alinea
Kopieer alinea-URL naar klembord Reageer op deze alinea Deel op social media
34
De lijst van door Afrika aan de kerk geschonken heiligen, een lijst die zijn grootste eretitel is, blijft groeien. Zou ik de namen onvermeld mogen laten van de meest recente onder hen, Clementine Anwarite, maagd en martelares uit Zaïre, die ik op Afrikaanse bodem in 1985 heb zalig verklaard, Victoire Rasoamanarivo uit Madagaskar en Josephine Bakhita uit Soedan die beiden tijdens mijn pontificaat zalig werden verklaard? Of de naam van Isidore Bakanja, Zaïrees martelaar, die ik tot de eer der altaren heb mogen verheffen tijdens de speciale vergadering voor Afrika?
“Andere zaligverklaringprocessen zijn nog in voorbereiding. De kerk in Afrika dient haar eigen martyrologium te schrijven, en zij moet aan de grote figuren uit de eerste eeuwen… de martelaren en heiligen toevoegen uit de jongste tijden.” Bij de sluiting van de Speciale Vergadering van de Bisschoppensynode over Afrika [[4251|(6)]]
Voor de geweldige groei van de kerk in de laatste honderd jaar en voor de vruchten van heiligheid die zijn voorgebracht, is maar een verklaring mogelijk: dat alles is een gave van God, want menselijke toeleg alleen zou nooit in deze betrekkelijk korte tijd dit alles tot stand hebben kunnen brengen. Maar er is geen reden voor een werelds triomfalisme. Toen de synodevaders wezen op de glans van de kerk in Afrika, was hun enige bedoeling, de grote daden te prijzen van God voor Afrika’s bevrijding en heil.
“Door de Heer kreeg dit zijn bestand: het deed zich ons voor als een wonder” (Ps. 118, 23) [b:Ps. 118, 23]. “Omdat aan mij zijn wonderwerken deed Die machtig is, en heilig is zijn Naam” (Lc. 1, 49) [b:Lc. 1, 49].
“Andere zaligverklaringprocessen zijn nog in voorbereiding. De kerk in Afrika dient haar eigen martyrologium te schrijven, en zij moet aan de grote figuren uit de eerste eeuwen… de martelaren en heiligen toevoegen uit de jongste tijden.” Bij de sluiting van de Speciale Vergadering van de Bisschoppensynode over Afrika [[4251|(6)]]
Voor de geweldige groei van de kerk in de laatste honderd jaar en voor de vruchten van heiligheid die zijn voorgebracht, is maar een verklaring mogelijk: dat alles is een gave van God, want menselijke toeleg alleen zou nooit in deze betrekkelijk korte tijd dit alles tot stand hebben kunnen brengen. Maar er is geen reden voor een werelds triomfalisme. Toen de synodevaders wezen op de glans van de kerk in Afrika, was hun enige bedoeling, de grote daden te prijzen van God voor Afrika’s bevrijding en heil.
“Door de Heer kreeg dit zijn bestand: het deed zich ons voor als een wonder” (Ps. 118, 23) [b:Ps. 118, 23]. “Omdat aan mij zijn wonderwerken deed Die machtig is, en heilig is zijn Naam” (Lc. 1, 49) [b:Lc. 1, 49].
Referenties naar alinea 34: 0
Geen referenties naar deze alineaExtra opties voor deze alinea
Kopieer alinea-URL naar klembord Reageer op deze alinea Deel op social media- Paragraaf 4 Hulde aan de missionarissen
35
De heerlijke groei van de kerk in Afrika en alles wat zij tot stand heeft gebracht zijn voornamelijk te danken aan het heldhaftige en onbaatzuchtige toewijding van generaties van missionarissen: iedereen geeft dat toe. De gezegende grond van Afrika is bezaaid met talrijke graven van deze moedige evangelieverkondigers.
Toen de bisschoppen van Afrika bijeenkwamen voor de speciale vergadering, beseften zij terdege welke dankbaarheid hun continent nog steeds verschuldigd is aan deze mensen die hun voorvaderen waren in het geloof.
In zijn toespraak tot de eerste vergadering van het SECAM te Kampala, op 31 juli 1969, sprak paus Paulus VI over deze schuld van dankbaarheid: “Van nu af bent u, Afrikanen uw eigen missionarissen. De kerk van Christus heeft werkelijk wortel geschoten in deze gezegende grond. vgl: Ad Gentes Divinitus [[[703|6]]] Wij hebben nu een plicht te vervullen, wij moeten herinneren aan hen die vóór u, en ook tegenwoordig nog mèt u, het evangelie hebben verkondigd. De heilige Schrift vraagt dat van ons: ‘Gedenkt uw leiders, die u het eerst het woord van God verkondigd hebben. Haalt u weer hun leven en de afloop van hun leven voor de geest; neemt een voorbeeld aan hun geloof’ (Hebr. 13, 7) [b:Hebr. 13, 7]. Dat is een geschiedenis die wij niet mogen vergeten; de plaatselijke kerk ontleent daaraan haar waarachtig en adel, haar ‘apostolisch’ karakter. Deze geschiedenis is het aangrijpend verhaal van naastenliefde, heldhaftige moed en opoffering, waardoor de Afrikaanse kerk van het begin af aan een grote en heilige kerk is geweest.” Tot de deelnemers aan het symposium van de bisschoppen van Afrika te Kampala [[1222|1]]
Toen de bisschoppen van Afrika bijeenkwamen voor de speciale vergadering, beseften zij terdege welke dankbaarheid hun continent nog steeds verschuldigd is aan deze mensen die hun voorvaderen waren in het geloof.
In zijn toespraak tot de eerste vergadering van het SECAM te Kampala, op 31 juli 1969, sprak paus Paulus VI over deze schuld van dankbaarheid: “Van nu af bent u, Afrikanen uw eigen missionarissen. De kerk van Christus heeft werkelijk wortel geschoten in deze gezegende grond. vgl: Ad Gentes Divinitus [[[703|6]]] Wij hebben nu een plicht te vervullen, wij moeten herinneren aan hen die vóór u, en ook tegenwoordig nog mèt u, het evangelie hebben verkondigd. De heilige Schrift vraagt dat van ons: ‘Gedenkt uw leiders, die u het eerst het woord van God verkondigd hebben. Haalt u weer hun leven en de afloop van hun leven voor de geest; neemt een voorbeeld aan hun geloof’ (Hebr. 13, 7) [b:Hebr. 13, 7]. Dat is een geschiedenis die wij niet mogen vergeten; de plaatselijke kerk ontleent daaraan haar waarachtig en adel, haar ‘apostolisch’ karakter. Deze geschiedenis is het aangrijpend verhaal van naastenliefde, heldhaftige moed en opoffering, waardoor de Afrikaanse kerk van het begin af aan een grote en heilige kerk is geweest.” Tot de deelnemers aan het symposium van de bisschoppen van Afrika te Kampala [[1222|1]]
Referenties naar alinea 35: 0
Geen referenties naar deze alineaExtra opties voor deze alinea
Kopieer alinea-URL naar klembord Reageer op deze alinea Deel op social media
36
De speciale vergadering heeft zich bij haar eerste algemene bijeenkomst op waardige wijze van deze plicht tot dankbaarheid gekweten toen zij verklaarde: “Het is passend om hier warme hulde te brengen aan de missionarissen, mannen en vrouwen uit alle religieuze en seculiere instituten, en daarnaast ook aan alle landen die in de ongeveer tweeduizend jaar dat het Afrikaans continent werd geëvangeliseerd … hun beste krachten hebben gegeven om de fakkel van het christelijke geloof door te geven. …Als gelukkige erfgenamen van dit wonderbaar gebeuren willen wij daarom God uitdrukkelijk dank brengen bij deze plechtige gelegenheid.” Relation ante Disceptationem [[4252|(5)]] De synodevaders hebben hun hulde aan de missionarissen krachtig herhaald in hun Boodschap aan het volk van God. Daarbij hebben zij niet vergeten de zonen en dochters van Afrika te loven, met name hen die als catechist en tolk medewerkers waren van de missionarissen. vgl: Boodschap van de Synode over Afrika [[[4255|(10)]]]
Referenties naar alinea 36: 0
Geen referenties naar deze alineaExtra opties voor deze alinea
Kopieer alinea-URL naar klembord Reageer op deze alinea Deel op social media
37
Het is dankzij het grote missionaire epos dat zich in het Afrikaanse continent in de laatste twee eeuwen voltrok, dat wij in Rome bijeen hebben kunnen komen om de speciale vergadering voor Afrika te houden. Het toen uitgestrooide zaad heeft overvloedig vrucht gedragen. Mijn broeders in het bisschopsambt, zonen van de Afrikaanse volkeren, zijn hiervan de welsprekende getuigen. Samen met hun priesters dragen zij thans grotendeels de last van de evangelisering. Een ander bewijs hiervoor zijn de talrijke zonen en dochters uit Afrika die intreden in de oude missiecongregaties of in nieuwe instituten die op Afrikaanse grond zijn gesticht, en die de fakkel in eigen handen nemen van de totale toewijding aan de dienst van God en het evangelie.
Referenties naar alinea 37: 0
Geen referenties naar deze alineaExtra opties voor deze alinea
Kopieer alinea-URL naar klembord Reageer op deze alinea Deel op social media- Paragraaf 5 Worteling en groei van de kerk
38
Het feit dat in de loop van bijna twee eeuwen het aantal katholieken in Afrika snel is gegroeid, is in alle opzichten een opmerkelijk resultaat. Dat de kerk verankerd is op het continent valt ook uit andere gegevens af te leiden, zoals uit de snelle en grote toename van het aantal kerkdistricten, het toenemend aantal autochtone geestelijken, seminaristen en kandidaten voor de instituten van godgewijd leven, het voortdurend groeiend netwerk van catechisten, die, zoals men weet, een belangrijke rol vervullen bij de verspreiding van het evangelie onder de Afrikaanse volkeren. Tenslotte, van wezenlijk belang is ook het hoge percentage van uit Afrika geboortige bisschoppen die nu de hiërarchie vormen van het continent.
De synodevaders hebben vastgesteld dat door de kerk in Afrika veel belangrijke vorderingen gemaakt zijn op het gebied van inculturatie en oecumenische dialoog. vgl: Relatio post disceptionem [[[4254|(22-26)]]] De opmerkelijke en verdienstelijke resultaten van haar werk op het gebied van de opvoeding vinden algemene erkenning.
Hoewel het aantal katholieken slechts veertien procent vormt van de bevolking van Afrika, vormen katholieke inrichtingen voor de gezondheid zeventien procent van het totaal aantal van dergelijke instellingen op het hele continent.
Bewonderenswaardig zijn de moedige initiatieven die de jonge kerken van Afrika hebben genomen om het evangelie uit te dragen “tot het uiteinde der aarde” (Hand. 1, 8) [b:Hand. 1, 8]. Het aantal in Afrika gestichte missie-instituten is toegenomen, en zij zijn begonnen missionarissen uit te zenden, niet alleen naar de landen van het continent maar ook naar andere gebieden in de wereld. Een langzaam toenemend aantal diocesane priesters begint thans, voor een beperkte tijd, dienst te doen als fidei donum-priesters in andere diocesen die over weinig mankracht beschikken, in eigen land of elders. Ook de Afrikaanse provincies van religieuze instituten van pauselijk recht, zowel voor mannen als voor vrouwen, hebben hun ledental zien toenemen. Op die wijze stelt de kerk zich in dienst van de volkeren van Afrika, maar zij toont zich ook bereid om betrokken te worden bij de ‘uitwisseling van gaven’ met andere particuliere kerken, die samen het volk van God vormen. Dat alles is een duidelijk bewijs van de volwassenheid die de kerk van Afrika heeft bereikt; hierdoor is het mogelijk geworden de Speciale Vergadering voor Afrika van de Bisschoppensynode te houden.
De synodevaders hebben vastgesteld dat door de kerk in Afrika veel belangrijke vorderingen gemaakt zijn op het gebied van inculturatie en oecumenische dialoog. vgl: Relatio post disceptionem [[[4254|(22-26)]]] De opmerkelijke en verdienstelijke resultaten van haar werk op het gebied van de opvoeding vinden algemene erkenning.
Hoewel het aantal katholieken slechts veertien procent vormt van de bevolking van Afrika, vormen katholieke inrichtingen voor de gezondheid zeventien procent van het totaal aantal van dergelijke instellingen op het hele continent.
Bewonderenswaardig zijn de moedige initiatieven die de jonge kerken van Afrika hebben genomen om het evangelie uit te dragen “tot het uiteinde der aarde” (Hand. 1, 8) [b:Hand. 1, 8]. Het aantal in Afrika gestichte missie-instituten is toegenomen, en zij zijn begonnen missionarissen uit te zenden, niet alleen naar de landen van het continent maar ook naar andere gebieden in de wereld. Een langzaam toenemend aantal diocesane priesters begint thans, voor een beperkte tijd, dienst te doen als fidei donum-priesters in andere diocesen die over weinig mankracht beschikken, in eigen land of elders. Ook de Afrikaanse provincies van religieuze instituten van pauselijk recht, zowel voor mannen als voor vrouwen, hebben hun ledental zien toenemen. Op die wijze stelt de kerk zich in dienst van de volkeren van Afrika, maar zij toont zich ook bereid om betrokken te worden bij de ‘uitwisseling van gaven’ met andere particuliere kerken, die samen het volk van God vormen. Dat alles is een duidelijk bewijs van de volwassenheid die de kerk van Afrika heeft bereikt; hierdoor is het mogelijk geworden de Speciale Vergadering voor Afrika van de Bisschoppensynode te houden.
Referenties naar alinea 38: 0
Geen referenties naar deze alineaExtra opties voor deze alinea
Kopieer alinea-URL naar klembord Reageer op deze alinea Deel op social media- Paragraaf 6 Wat is er van Afrika geworden?
39
Bijna dertig jaar geleden hebben talrijke Afrikaanse landen zich onafhankelijk gemaakt van de koloniale mogendheden. Dat wekte toen grote verwachtingen voor de politieke, economische, sociale en culturele ontwikkeling van de Afrikaanse volkeren. Echter, “dat bepaalde staten de gewenste stabiliteit nog niet hebben bereikt, maar door het geweld werden en worden beheerst, geeft ons nog niet het recht om een heel volk of een hele natie of, wat erger is, een heel werelddeel in een en dezelfde beschuldiging in te sluiten.” Africae Terrarum [[4263|(6)]]
Referenties naar alinea 39: 0
Geen referenties naar deze alineaExtra opties voor deze alinea
Kopieer alinea-URL naar klembord Reageer op deze alinea Deel op social media
40
Maar hoe is op het ogenblik in feite de gezamenlijke situatie van het Afrikaanse continent, met name als men haar beziet vanuit de opdracht tot evangelisering van de kerk? De synodevaders hebben zich hierover aldus uitgesproken: “Hoe kan in een werelddeel dat verzadigd is van slecht nieuws, de christelijke boodschap een ‘blijde tijding’ zijn voor ons volk? Waar zijn, te midden van een alles overheersende wanhoop, de hoop en het optimisme die het evangelie brengt? Evangelisering zet zich in voor vele van die essentiële waarden waaraan ons continent zo een groot gebrek heeft: hoop, vrede, vreugde, harmonie, liefde en eenheid.” Relation ante Disceptationem [[4252|(2)]]
Na terecht te hebben opgemerkt dat Afrika een enorm werelddeel is, waar zeer uiteenlopende situaties worden aangetroffen, en dat men moet oppassen voor algemene uitspraken bij de beoordeling van de problemen of bij het aandragen van oplossingen, moest de speciale vergadering tot haar spijt vaststellen: “Ongetwijfeld geldt voor heel Afrika dat het eindeloos veel problemen heeft: bijna in al onze landen is een verschrikkelijke ellende, een slecht beheer van de schaarse beschikbare middelen, politieke instabiliteit, sociale ontwrichting. We zien met eigen ogen de gevolgen: ellende, oorlogen, wanhoop. In een wereld waarin de rijke en machtige landen de dienst uitmaken, is Afrika praktisch een onbelangrijk, vaak vergeten aanhangsel geworden waaraan iedereen achteloos voorbijgaat.” Relation ante Disceptationem [[4252|(4)]]
Na terecht te hebben opgemerkt dat Afrika een enorm werelddeel is, waar zeer uiteenlopende situaties worden aangetroffen, en dat men moet oppassen voor algemene uitspraken bij de beoordeling van de problemen of bij het aandragen van oplossingen, moest de speciale vergadering tot haar spijt vaststellen: “Ongetwijfeld geldt voor heel Afrika dat het eindeloos veel problemen heeft: bijna in al onze landen is een verschrikkelijke ellende, een slecht beheer van de schaarse beschikbare middelen, politieke instabiliteit, sociale ontwrichting. We zien met eigen ogen de gevolgen: ellende, oorlogen, wanhoop. In een wereld waarin de rijke en machtige landen de dienst uitmaken, is Afrika praktisch een onbelangrijk, vaak vergeten aanhangsel geworden waaraan iedereen achteloos voorbijgaat.” Relation ante Disceptationem [[4252|(4)]]
Referenties naar alinea 40: 0
Geen referenties naar deze alineaExtra opties voor deze alinea
Kopieer alinea-URL naar klembord Reageer op deze alinea Deel op social media
41
Volgens vele synodevaders kan het huidige Afrika vergeleken worden met de man die afdaalde van Jeruzalem naar Jericho; hij viel in de handen van rovers. Ze plunderden en mishandelden hem en toen ze aftrokken, lieten ze hem half dood liggen. (Lc. 10, 30-37) [[b:Lc. 10, 30-37]] Afrika is een werelddeel waar ontelbaar veel mensen – mannen, vrouwen, kinderen, jongeren – als het ware aan de rand van de weg liggen, ziek, gewond onmachtig, uitgestoten, in de steek gelaten. Ze hebben bittere behoefte aan barmhartige Samaritanen die hun te hulp willen komen. Van mijn kant spreek ik de hoop uit dat de kerk geduldig en onvermoeibaar zal doorgaan met haar werk als barmhartige Samaritaan. Inderdaad hebben thans verdwenen regimes de Afrikanen zwaar beproefd en hun weerstandsvermogen verzwakt: de gewonde mens moet alle vermogens van zijn mens-zijn weer terugkrijgen. De zonen en dochters van Afrika hebben een begripvolle aanwezigheid en pastorale bekommernis nodig. Ze moeten geholpen worden om hun krachten te bundelen voor het algemeen welzijn.
Referenties naar alinea 41: 1
Christus, hoop voor Afrika ->=geentekst=Extra opties voor deze alinea
Kopieer alinea-URL naar klembord Reageer op deze alinea Deel op social media- Paragraaf 7 Positieve waarden van de Afrikaanse cultuur
42
Ondanks zijn grote natuurlijke rijkdommen is Afrika in economisch opzicht nog steeds arm. Maar het is begiftigd met een breed scala van culturele waarden en onschatbare eigenschappen die het aan de kerken en aan heel de mensheid te bieden heeft. De synodevaders hebben gewezen op enige van deze culturele waarden, die werkelijk een providentiële voorbereiding zijn op de overdracht van het evangelie. Dankzij deze waarden kan zich in de dramatische situatie van het continent een positieve omslag voltrekken, waardoor er gemakkelijker een algemeen herstel kan optreden dat voorwaarde is voor de verhoopte ontwikkeling van de afzonderlijke landen. De Afrikanen bezitten een diep religieus besef, een besef voor het heilige, voor het bestaan van God als Schepper, en voor een geestelijke wereld. Zij zijn er zich zeer van bewust dat de zonde, in haar persoonlijke of maatschappelijke gedaante, een realiteit is. En dat geldt ook voor de zuiverings- en verzoeningsriten.
Referenties naar alinea 42: 0
Geen referenties naar deze alineaExtra opties voor deze alinea
Kopieer alinea-URL naar klembord Reageer op deze alinea Deel op social media
43
In de Afrikaanse cultuur en traditie beschouwt men alom de rol van het gezin als van fundamenteel belang. Met zijn positieve instelling ten opzichte van het gezin, de liefde en de eerbied voor het leven houdt de Afrikaan van kinderen; met vreugde worden ze als een geschenk van God verwelkomd. “De zonen en dochters van Afrika houden van het leven. Uit die liefde vloeit hun grote verering voort voor hun voorouders. Instinctief geloven zij dat de doden voortleven en met hen in contact willen blijven. Is dit niet in zekere zin een voorbereiding op het geloof in de gemeenschap van de heiligen? De Afrikanen eerbiedigen het ongeboren en geboren leven. Zij staan positief tegenover het leven, en verwerpen de gedachte dat het zou mogen worden vernietigd, ook al willen de zogenaamd vooruitstrevende beschavingen hen die weg op leiden. Langs de weg echter van economische stelsels waarmee alleen de zelfzucht van de rijken wordt gediend, krijgen ze praktijken opgedrongen die het leven belagen.” Bij de opening van de Speciale Vergadering van Bisschoppen voor Afrika [[4265|(3)]] De Afrikanen tonen hun respect voor het leven tot aan zijn natuurlijke afloop, en ruimen in hun gezin een plaats in voor ouderen en verwanten.
De Afrikaanse culturen hebben een krachtig besef van solidariteit en gemeenschapsleven. In Afrika is een feest ondenkbaar waaraan niet heel het dorp meedoet. In feite kan men in het gemeenschapsleven van de Afrikaanse maatschappij een vorm zien van het gezin in wijdere zin. Vurig hoop ik, bid ik en vraag ik te bidden dat Afrika deze kostbare culturele erfschat steeds mag behouden, en dat het nooit ten prooi valt aan de bekoring van het individualisme dat zozeer ingaat tegen zijn beste tradities.
De Afrikaanse culturen hebben een krachtig besef van solidariteit en gemeenschapsleven. In Afrika is een feest ondenkbaar waaraan niet heel het dorp meedoet. In feite kan men in het gemeenschapsleven van de Afrikaanse maatschappij een vorm zien van het gezin in wijdere zin. Vurig hoop ik, bid ik en vraag ik te bidden dat Afrika deze kostbare culturele erfschat steeds mag behouden, en dat het nooit ten prooi valt aan de bekoring van het individualisme dat zozeer ingaat tegen zijn beste tradities.
Referenties naar alinea 43: 0
Geen referenties naar deze alineaExtra opties voor deze alinea
Kopieer alinea-URL naar klembord Reageer op deze alinea Deel op social media- Paragraaf 8 Enige keuzes van de Afrikaanse volkeren
44
Ook al mag men niet licht denken over de schaduwzijden en de tragiek van de situatie in Afrika, waarover ik hierboven heb gesproken, toch dienen hier ook enige positieve punten genoemd te worden die de volkeren van het continent tot stand hebben gebracht, en die lof en aanmoediging verdienen. In hun Boodschap [4255] aan het volk van God hebben de synodevaders er bijvoorbeeld met vreugde op gewezen dat in heel wat Afrikaanse landen het democratiseringsproces op gang is gekomen, en zij hebben de hoop uitgesproken dat dit proces er vaste vorm mag aannemen, en dat alle belemmeringen en weerstanden tegen de rechtsstaat mogen verdwijnen door de gezamenlijke actie van hen die daarin voorop gaan, en dankzij hun gevoel voor het algemeen welzijn. vgl: Boodschap van de Synode over Afrika [[[4255|(36)]]] Er waait een krachtige ‘wind van verandering’ op veel plaatsen van het continent, en het volk vraagt steeds nadrukkelijker om erkenning en bevordering van de rechten en vrijheden van de mens. Wat dit betreft constateer ik met voldoening dat de kerk in Afrika overeenkomstig haar roeping zich resoluut opstelt aan de kant van de onderdrukten, van de gemarginaliseerde volken die hun stem niet kunnen doen horen. Met kracht spoor ik haar aan door te gaan met het uitdragen van dit getuigenis. “De keuze of voorkeursliefde voor de armen is een speciale vorm van voorrang in de beoefening van de christelijke liefde, waarvan heel de traditie van de kerk getuigt. …De stimulerende zorg voor de armen, die volgens de sprekende zegswijze ‘de armen van de Heer’ zijn, moet zich op alle niveaus vertalen in concrete daden om met beslistheid tot een reeks van noodzakelijke hervormingen te komen.” Sollicitudo Rei Socialis [[350|42-43]]
Referenties naar alinea 44: 0
Geen referenties naar deze alineaExtra opties voor deze alinea
Kopieer alinea-URL naar klembord Reageer op deze alinea Deel op social media
45
Hoewel de kerk in Afrika arm is en over weinig middelen beschikt, speelt zij een vooraanstaande rol op het gebied van de integrale ontwikkeling van de mens; regeringen en internationale deskundigen spreken vaak met bewondering over wat zij op dit gebied tot stand heeft weten te brengen.
De speciale vergadering voor Afrika heeft haar grote erkentelijkheid uitgesproken jegens “alle christenen en alle mensen van goede wil die samen met onze caritas of onze andere ontwikkelingsorganisaties werkzaam zijn op het gebied van bijstand en maatschappelijke emancipatie”. Boodschap van de Synode over Afrika [[4255|(39)]] De hulp die zij als barmhartige Samaritanen verlenen aan de oorlogsslachtoffers en bij rampen, aan vluchtelingen en van huis en haard verdrevenen, verdient ons aller bewondering, dankbaarheid en steun.
Tot slot wil ik de kerk in Afrika danken voor wat zij in de loop der jaren bij bepaalde conflictsituaties, politieke omwentelingen en burgeroorlogen, heeft gedaan voor vrede en verzoening.
De speciale vergadering voor Afrika heeft haar grote erkentelijkheid uitgesproken jegens “alle christenen en alle mensen van goede wil die samen met onze caritas of onze andere ontwikkelingsorganisaties werkzaam zijn op het gebied van bijstand en maatschappelijke emancipatie”. Boodschap van de Synode over Afrika [[4255|(39)]] De hulp die zij als barmhartige Samaritanen verlenen aan de oorlogsslachtoffers en bij rampen, aan vluchtelingen en van huis en haard verdrevenen, verdient ons aller bewondering, dankbaarheid en steun.
Tot slot wil ik de kerk in Afrika danken voor wat zij in de loop der jaren bij bepaalde conflictsituaties, politieke omwentelingen en burgeroorlogen, heeft gedaan voor vrede en verzoening.
Referenties naar alinea 45: 0
Geen referenties naar deze alineaExtra opties voor deze alinea
Kopieer alinea-URL naar klembord Reageer op deze alinea Deel op social media- Artikel 2 Huidige problemen van de kerk in Afrika
46
De bisschoppen van Afrika staan voor twee wezenlijke vraagstukken: hoe moet de kerk op weg naar het jaar 2000 verder gaan met haar opdracht tot evangelisering? Hoe zullen de Afrikaanse christenen steeds trouwere getuigen kunnen worden van Jezus onze Heer? Om op deze vragen een geëigend antwoord te kunnen geven, zowel vóór als tijdens de speciale vergadering, zijn de bisschoppen nagegaan, met welke dringende kwesties de Afrikaanse kerkelijke gemeenschap in deze tijd geconfronteerd wordt.
Referenties naar alinea 46: 0
Geen referenties naar deze alineaExtra opties voor deze alinea
Kopieer alinea-URL naar klembord Reageer op deze alinea Deel op social media- Paragraaf 1 Evangelisering op dieper niveau
47
Het eerste en meest fundamentele feit waarop de synodevaders hebben gewezen is het intense verlangen van de Afrikaanse volkeren naar God. Om deze verwachting niet te beschamen moeten de leden van de kerk allereerst hun geloof verdiepen. vgl: Relation ante Disceptationem [[[4252|(6)]]] Want als boodschapster van het evangelie moet de kerk “haar taak beginnen met zichzelf het evangelie te verkondigen”. Evangelii Nuntiandi [[519|15]] Zij moet de uitdaging aannemen van dit “onderwerp over de kerk die zichzelf onafgebroken bekeert en vernieuwt en zichzelf het evangelie verkondigt om zo op geloofwaardige wijze de wereld te kunnen evangeliseren”. Evangelii Nuntiandi [[519|15]] De synode heeft vastgesteld dat het dringend noodzakelijk is de Blijde Boodschap te verkondigen aan de miljoenen mensen in Afrika aan wie het evangelie nog niet is gebracht. De kerk heeft zeer zeker respect en hoogachting voor de door zeer velen in het Afrikaans werelddeel beleden niet-christelijke godsdiensten waarin de ziel van grote delen van de bevolking een levende uitdrukking vindt. En toch, “noch de eerbied en het respect voor die godsdiensten noch de ingewikkeldheid van de problemen kunnen de kerk ertoe brengen de boodschap van Jezus Christus voor de niet-christenen te verzwijgen. Integendeel, zij meent dat deze mensenmenigten het recht hebben de rijkdommen van het mysterie van Christus te kennen, (Ef. 3, 8) [[b:Ef. 3, 8]] waarin, zoals wij menen, heel de mensenfamilie op de meest volledige en onverwachte wijze alles kan vinden wat zijzelf al tastend vraagt over God, over de mens en zijn toekomstig lot, over het leven en de dood, over de waarheid.” Evangelii Nuntiandi [[519|53]]
Referenties naar alinea 47: 0
Geen referenties naar deze alineaExtra opties voor deze alinea
Kopieer alinea-URL naar klembord Reageer op deze alinea Deel op social media
48
Terecht stellen de synodevaders dat “met grote zorg gewerkt moet worden aan een werkelijke en evenwichtige inculturatie van het evangelie, opdat in onze aan snelle veranderingen onderhevige maatschappij verwarring en vervreemding worden vermeden”. Relation ante Disceptationem [[4252|(6)]] Bij mijn bezoek aan Malawi in 1989 heb ik gezegd: “Ik stel u vandaag voor een uitdaging, de uitdaging om af te zien van een levenswijze die niet strookt met het beste van uw plaatselijke tradities en uw christelijk geloof. Veel mensen in Afrika kijken, over de grenzen van Afrika heen, naar de zogenaamde vrijheid van de moderne levenswijze. Vandaag geef ik u de dringende raad te kijken naar uw eigen innerlijk. Kijk naar de rijkdommen van uw eigen tradities, kijk naar het geloof dat wij in deze bijeenkomst vieren. Hier zult u de ware vrijheid vinden, hier zult u Christus vinden die u tot de waarheid zal voeren.” Aan het slot van het zesde pastorale bezoek aan Afrika [[4266|(6)]]
Referenties naar alinea 48: 0
Geen referenties naar deze alineaExtra opties voor deze alinea
Kopieer alinea-URL naar klembord Reageer op deze alinea Deel op social media- Paragraaf 2 Het overwinnen van verdeeldheden
49
Een andere door de synodevaders onderkende dringende kwestie heeft betrekking op allerlei soorten van verdeeldheid die door oprechte dialoog moeten worden geheeld. vgl: Relation ante Disceptationem [[[4252|(6)]]] Terecht is opgemerkt dat binnen de grenzen die de erfenis zijn van de koloniale mogendheden, het samenleven van verschillende etnische groepen, tradities, talen, en zelfs godsdiensten, vaak stuit op ernstige moeilijkheden die het gevolg zijn van grote onderlinge vijandigheid. “Het mag zijn dat de tegenstellingen tussen de stammen de vrede niet in gevaar brengen, maar ze zijn wel een gevaar voor het welzijn van de gemeenschap als geheel; ze geven aanleiding tot moeilijkheden voor het leven van de kerken; geestelijke herders met een andere etnische afkomst worden moeilijker aanvaard.” De Kerk en het rascisme: naar een meer broederlijke samenleving [[4267|(12)]] Daarom ziet de kerk in Afrika het juist als haar opdracht om die kloven te dichten. Om dezelfde reden ook heeft de speciale vergadering het belang benadrukt van de oecumenische dialoog met de andere kerken en kerkelijke gemeenschappen, van de dialoog met de Afrikaanse traditionele godsdienst en met de islam. De synodevaders hebben ook bekeken met welke middelen dit doel bereikt kan worden.
Referenties naar alinea 49: 0
Geen referenties naar deze alineaExtra opties voor deze alinea
Kopieer alinea-URL naar klembord Reageer op deze alinea Deel op social media- Paragraaf 3 Huwelijk en roepingen
50
Bijna unaniem hebben de bisschoppenconferenties van Afrika in hun reacties op de Lineamenta met nadruk gewezen op de grote kwesties met betrekking tot het christelijk huwelijk en het gezinsleven. vgl: Instrumentum Laboris voor de Speciale Bisschoppensynode voor Afrika [[[4260|(68)]]] vgl: Relation ante Disceptationem [[[4252|(17)]]] vgl: Relatio post disceptionem [[[4254|(6.9.21)]]] Hierbij gaat het erom dat “de toekomst van de wereld en van de kerk loopt via het gezin”. Familiaris Consortio [[267|75]] Een andere fundamentele taak waarop de speciale vergadering met klem heeft gewezen, betreft de priesterroepingen en de roepingen tot het godgewijde leven. Ze moeten zorgvuldig worden getoetst; met de vorming moeten mensen worden belast die in staat zijn de roepingen te begeleiden; er moet worden toegezien op de kwaliteit van de gegeven vorming. Van de aan deze kwesties bestede zorg hangt af of men een rijke oogst van Afrikaanse missieroepingen mag verhopen die nodig zijn om het evangelie te verkondigen in alle streken van Afrika en zelfs daarbuiten.
Referenties naar alinea 50: 0
Geen referenties naar deze alineaExtra opties voor deze alinea
Kopieer alinea-URL naar klembord Reageer op deze alinea Deel op social media- Paragraaf 4 Sociale en politieke moeilijkheden
51
“In Afrika gevoelt men zeer sterk de noodzaak, het evangelie toe te passen op het concrete leven. Hoe zou iemand op dat immense continent Christus kunnen verkondigen, als hij vergeet dat het een van de armste gebieden van de wereld is? Hoe zou iemand kunnen nalaten aandacht te schenken aan de met lijden beladen geschiedenis van een gebied waarop talrijke landen nog kampen met honger, oorlog, spanningen tussen rassen en stammen, politieke instabiliteit en schending van de mensenrechten? Dat alles vormt een uitdaging voor de evangelisering.” Over de aanstaande Bisschoppensynode voor Afrika [[4268|1]] Alle voorbereidingsdocumenten, en daarnaast de discussies in de vergadering, hebben heel duidelijk naar voren gebracht dat vraagstukken als de steeds groter wordende armoede in Afrika, de verstedelijking, de internationale schuldenlast, de wapenhandel, de kwestie van de vluchtelingen en de van huis en haard verdrevenen, de demografische problemen en het van vele kanten bedreigde gezin, de vrouwenemancipatie, de verspreiding van aids, de op sommige plaatsen nog steeds bestaande praktijk van slavernij, het centraal stellen van de eigen etnische afkomst en de tegenstellingen tussen de stammen, horen tot de fundamentele grote kwesties waaraan de synode haar aandacht heeft gewijd.
Referenties naar alinea 51: 0
Geen referenties naar deze alineaExtra opties voor deze alinea
Kopieer alinea-URL naar klembord Reageer op deze alinea Deel op social media- Paragraaf 5 De oprukkende massamedia
52
Tot slot heeft de vergadering zich beziggehouden met de sociale communicatiemiddelen, een zeer belangrijke kwestie, want het zijn zowel middelen voor de evangelisering als voor de verspreiding van een nieuwe cultuur die geëvangeliseerd moet worden. vgl: Boodschap van de Synode over Afrika [[[4255|(45-48)]]] Zo zien de synodevaders zich gesteld voor het droeve feit dat “de ontwikkelingslanden onderdeel worden van een mechanisme, van een gigantisch raderwerk, in plaats van zelfstandige naties die zich bekommeren om de eigen vooruitgang naar een rechtvaardige deelname aan de goederen en diensten die voor allen bestemd zijn. Dat gebeurt ook vaak op het gebied van de sociale communicatiemiddelen, die meestal beheerd worden door centra in het noordelijke deel van de wereld, niet altijd de vereiste aandacht schenken aan de prioriteiten en problemen van ontwikkelingslanden, hun culturele fysionomie niet eerbiedigen, niet zelden een vertekend beeld van het leven en van de mens opdringen en zo niet beantwoorden aan de eisen van de echte ontwikkeling.” Sollicitudo Rei Socialis [[350|22]]
Referenties naar alinea 52: 0
Geen referenties naar deze alineaExtra opties voor deze alinea
Kopieer alinea-URL naar klembord Reageer op deze alinea Deel op social media- Artikel 3 Vorming van hen die met de evangelisering belast zijn
53
Met welke middelen zal de kerk in Afrika trachten in te gaan op de hierboven genoemde uitdagingen? “Na de genade van Christus is het volk het belangrijkste (middel). Het volk van God – verstaan in de theologische betekenis uit Lumen Gentium [617], waar dit volk de leden omvat van het Lichaam van Christus in zijn geheel – heeft de eervolle opdracht ontvangen die tegelijk een plicht is, om de boodschap van het evangelie te verkondigen. …Heel de gemeenschap dient te worden voorbereid op de evangelisering, daartoe gemotiveerd en gesterkt, ieder naar gelang zijn of haar eigen rol binnen de kerk.” Relation ante Disceptationem [[4252|(8)]] Daarom heeft de synode een sterk accent gelegd op de vorming van hen die met de evangelisering in Afrika belast zijn. Ik heb reeds gewezen op de noodzaak van een geëigende vorming van de toekomstige priesters en van hen die tot het Godgewijde leven zijn geroepen. De vergadering heeft ook passende aandacht besteed aan de vorming van de lekengelovigen en daarbij gewezen op hun onvervangbare rol bij de evangelisering van Afrika. Terecht heeft men met name de vorming benadrukt van de lekencatechisten.
Referenties naar alinea 53: 0
Geen referenties naar deze alineaExtra opties voor deze alinea
Kopieer alinea-URL naar klembord Reageer op deze alinea Deel op social media
54
Er rest nog een andere vraag: heeft de kerk in Afrika aan de leken voldoende vorming gegeven zodat ze al hun burgerplichten kunnen vervullen, en sociaal-politieke vraagstukken kunnen benaderen in het licht van het evangelie en het geloof in God? De christenen hebben de plicht, op het maatschappelijk bouwwerk een invloed uit te oefenen die de wijze van denken en de structuren van de maatschappij zo verandert dat ze Gods bedoelingen met de familie der mensen beter weerspiegelen. Daarom heb ik gewild dat de leken een volledige vorming zouden krijgen om hen te helpen een volledig coherent leven te leiden. Bij alles wat zij doen, in iedere situatie en verantwoordelijkheid wordt het gedrag van de ware volgelingen van Christus beïnvloed door het geloof, de hoop en de liefde. Aangezien “evangelisatie hetzelfde is als de Blijde Boodschap uitdragen aan alle gemeenschappen van het menselijke geslacht, opdat ze, doordat ze door haar eigen kracht diep daarin doordringt, de mensheid zelf vernieuwt”, Evangelii Nuntiandi [[519|18]] moet aan de christenen geleerd worden om hetgeen op maatschappelijk gebied uit het evangelie voortvloeit, in hun leven gestalte te geven zodat hun getuigenis een profetische uitdaging wordt tegen al wat schadelijk is voor het ware welzijn van mannen en vrouwen in Afrika en in alle andere werelddelen.
Referenties naar alinea 54: 0
Geen referenties naar deze alineaExtra opties voor deze alinea
Kopieer alinea-URL naar klembord Reageer op deze alinea Deel op social media- HOOFDSTUK 3 Evangelisering en inculturatie
- Paragraaf 1 Zending van de kerk
55
“Gaat uit over de hele wereld en verkondigt het evangelie aan heel de schepping” (Mc. 16, 15) [b:Mc. 16, 15]. Zo luidt de opdracht die de verrezen Christus voor zijn terugkeer bij de Vader gaf aan zijn apostelen. “Zij trokken uit om overal te preken” (Mc 16, 20) [b:Mc 16, 20]. “De taak om aan alle mensen het evangelie te brengen maakt wezenlijk de zending van de kerk uit. … De taak van de evangelisering moet immers beschouwd worden als de eigen genade en roeping van de kerk en is uitdrukking van haar meest ware aard. De kerk bestaat om het evangelie te verkondigen.” Evangelii Nuntiandi [[519|14]] De kerk vindt immers haar oorsprong in het werk van de evangelisatie van Jezus en de twaalf apostelen en zij wordt op haar beurt uitgezonden. “Als boodschapster van het evangelie begint de kerk haar taak met zichzelf het evangelie te verkondigen.” Vervolgens “zendt de kerk evangelieverkondigers uit. Hun leert zij het woord van het heil dat als het ware in hun mond is gelegd.” Evangelii Nuntiandi [[519|15]] Met de apostel der volkeren kan de kerk zeggen: “Dat ik het evangelie verkondig is voor mij geen reden om te roemen: ik kan niet anders. Wee mij, als ik het evangelie niet verkondig!” (1 Kor. 9, 16) [b:1 Kor. 9, 16]. De kerk in Afrika verkondigt de Blijde Boodschap niet alleen door de verkondiging van het woord dat zij van de Heer heeft ontvangen, maar ook door het getuigenis van het leven, waardoor de volgelingen van Christus rekenschap geven van het geloof, de hoop en de liefde die in hen wonen. (1 Pt. 2, 15) [[b:1 Pt. 2, 15]] Wanneer de christen van Christus en het evangelie getuigt, kan dit hem zelfs leiden tot het hoogste offer, het martelaarschap. (Mc. 8, 35) [[b:Mc. 8, 35]] Want de kerk en de christen verkondigen Hem die “een teken van tegenspraak” is (Lc. 2, 34) [b:Lc. 2, 34]. Zij verkondigen “een gekruisigde Christus, voor de joden een aanstoot, voor de heidenen een dwaasheid” (1 Kor. 1, 23) [b:1 Kor. 1, 23]. Zoals ik eerder heb gezegd, mag Afrika zich niet alleen beroemen op zijn vermaarde martelaren uit de eerste eeuwen maar ook op zijn heiligen en martelaren uit de moderne tijd. De evangelisering geschiedt “opdat ze, doordat zij door haar eigen kracht diep in het menselijk geslacht doordringt, de mensheid zelf vernieuwt”. Evangelii Nuntiandi [[519|18]] In en door de eengeboren Zoon zullen de betrekkingen van de mensen met God, met elkaar, en met de hele schepping worden vernieuwd. Daarom kan de verkondiging van het evangelie bijdragen tot innerlijke omvorming van alle mensen van goede wil wier hart open staat voor de werking van de Heilige Geest.
Referenties naar alinea 55: 1
Sacramentum Caritatis ->=geentekst=Extra opties voor deze alinea
Kopieer alinea-URL naar klembord Reageer op deze alinea Deel op social media
56
In woorden en daden getuigen van het evangelie: dat is het consigne dat de Speciale Vergadering voor Afrika van de Bisschoppensynode heeft meegekregen en dat zij doorgeeft aan de kerk van het continent. “U zult mijn getuigen zijn” (Hand. 1, 18) [b:Hand. 1, 18]: dat is de uitdaging. Dat zullen ook in Afrika de vruchten moeten zijn van de synode op alle terreinen van het mensenleven. De kerk in Afrika dankt haar ontstaan aan de prediking van moedige missiebisschoppen en priesters, daarbij krachtig bijgestaan door de catechisten. “Lof verdient dat voor het missiewerk onder de volkeren zo hoogst verdienstelijke leger van catechisten.” Ad Gentes Divinitus [[703|17]] Voortaan is zij, als het “nieuwe thuisland van Christus”, "Hi, qui amicti" [[727]] verantwoordelijk voor de evangelisering op het continent en in de wereld: “Afrikanen, voortaan bent u uw eigen missionarissen”, zei mijn voorganger Paulus VI te Kampala. Tot de deelnemers aan het symposium van de bisschoppen van Afrika te Kampala [[1222|1]] Aangezien de bewoners van het Afrikaanse continent in grote meerderheid de Blijde Boodschap nog niet hebben vernomen, geeft de synode de dringende raad missieroepingen aan te moedigen, en vraagt zij om het stimuleren en ondersteunen van gebed, offers en giften ten gunste van de missiearbeid van de kerk. vgl: Propositiones van de 1e Bijzondere Bisschoppensynode over Afrika [[[4197|(10)]]]
Referenties naar alinea 56: 1
Sacramentum Caritatis ->=geentekst=Extra opties voor deze alinea
Kopieer alinea-URL naar klembord Reageer op deze alinea Deel op social media- Paragraaf 2 Verkondiging
57
Lineamenta "Nieuwe evangelisatie voor het overdragen van het christelijk geloof" ->=geentekst=
“De synode herinnert eraan dat evangeliseren betekent: door woord en leven de Blijde Boodschap verkondigen van Jezus Christus, gekruisigd, gestorven en verrezen, weg, waarheid en leven.” Propositiones van de 1e Bijzondere Bisschoppensynode over Afrika [[4197|(3)]] Aan dit Afrika, dat van alle kanten wordt bedreigd door kiemen van haat, geweld, conflicten en oorlogen, moeten de evangeliepredikers de hoop op het in het Paasmysterie gewortelde leven verkondigen. Juist toen, naar de mens gesproken, Jezus’ leven op een mislukking scheen uit te lopen, heeft Hij de eucharistie ingesteld, “onderpand van de eeuwige heerlijkheid”, antifoon o sacrum convivium:.. antifoon o sacrum convivium: Magnificat in de 2de vespers van het feest van Sacramentsdag om in tijd en ruimte zijn overwinning op de dood voort te zetten. Daarom wilde de speciale vergadering voor Afrika, in een tijd dat het Afrikaans continent in bepaalde opzichten in een kritieke situatie verkeert, dat zij een “synode van de opstanding, synode van de hoop zou zijn … Christus onze hoop leeft; wij zullen leven”. Boodschap van de Synode over Afrika [[4255|(2)]] Afrika is niet ten dode gedoemd maar bestemd voor het leven! Het is dus noodzakelijk dat “de nieuwe evangelisering de ontmoeting met de levende persoon van Christus centraal stelt”. Propositiones van de 1e Bijzondere Bisschoppensynode over Afrika [[4197|(4)]] “De eerste verkondiging moet erop gericht zijn, de overweldigende en enthousiasmerende ervaring te doen beleven van Jezus Christus die eenieder oproept om Hem te volgen in een geloofsavontuur.” Boodschap van de Synode over Afrika [[4255|(9)]] Deze taak zal des te gemakkelijker zijn omdat “de Afrikaan vanuit zijn leven en traditionele religie in God de Schepper gelooft. Hij staat dus open voor de volle en uiteindelijke openbaring van God in Jezus Christus, God met ons, het vleesgeworden Woord. Jezus, de Blijde Boodschap, is God die de Afrikaan redt … uit onderdrukking en slavernij.” Propositiones van de 1e Bijzondere Bisschoppensynode over Afrika [[4197|(4)]] De evangelisering moet “de mens bereiken op alle gebieden van zijn bestaan. Daarom bestaat ze uit uiteenlopende activiteiten, met name die waaraan de synode haar aandacht heeft gewijd: verkondiging, inculturatie, dialoog, gerechtigheid en vrede, sociale communicatiemiddelen”. Propositiones van de 1e Bijzondere Bisschoppensynode over Afrika [[4197|(3)]] Voor het welslagen van deze zending moet er voor gezorgd worden “dat men bij de evangelisering uitdrukkelijk tot de Heilige Geest bidt om een blijvend Pinksterfeest, waarin Maria, zoals bij het eerste Pinkstergebeuren, haar plaats heeft”. Propositiones van de 1e Bijzondere Bisschoppensynode over Afrika [[4197|(4)]] De Heilige Geest immers brengt de kerk tot de volle waarheid (Joh. 16, 13) [[b:Joh. 16, 13]] en maakt het haar mogelijk de wereld tegemoet te treden om vol vertrouwen van Christus te getuigen.
Referenties naar alinea 57: 2
Sacramentum Caritatis ->=geentekst=Lineamenta "Nieuwe evangelisatie voor het overdragen van het christelijk geloof" ->=geentekst=
Extra opties voor deze alinea
Kopieer alinea-URL naar klembord Reageer op deze alinea Deel op social media
58
Het Woord dat voortkomt uit Gods mond is levend en krachtig, en keert nooit vruchteloos tot Hem weer. (Jes. 55, 11; Hebr. 4, 12-13) [[b:Jes. 55, 11; Hebr. 4, 12-13]] Het Woord moet dus ononderbroken worden verkondigd, er moet “te pas en te onpas worden aangedrongen …, het onderricht gegeven worden met groot geduld” (2 Tim. 4, 2) [b:2 Tim. 4, 2]. Omdat het geschreven Woord van God allereerst aan de kerk is toevertrouwd “laat het geen eigenmachtige uitleg toe” (2 Pt. 1, 20) [b:2 Pt. 1, 20]; het komt aan de kerk toe de ware uitleg ervan te geven. vgl: Propositiones van de 1e Bijzondere Bisschoppensynode over Afrika [[[4197|(6)]]] Opdat het Woord van God wordt gekend, bemind, overwogen en in het hart van de gelovigen bewaard (Lc. 2, 19.51) [[b:Lc. 2, 19.51]] moet met nog meer kracht ernaar gestreefd worden de heilige Schrift toegankelijk te maken, met name door volledige of gedeeltelijke Bijbelvertalingen die zoveel mogelijk in samenwerking met de andere kerken en kerkelijke gemeenschappen gemaakt zijn, en die vergezeld gaan van leeswijzers voor gebeden voor studie in het gezin en de gemeenschap. Daarnaast moet de Bijbelse vorming gestimuleerd worden van geestelijken, religieuzen, catechisten en leken in het algemeen; er moet voor woorddiensten worden gezorgd; het Bijbelapostolaat moet bevorderd worden met behulp van het Bijbelcentrum voor Afrika en Madagaskar en van andere soortgelijke structuren die op alle niveaus aanmoediging verdienen. Kortom, men zal trachten, aan alle gelovigen van kindsbeen af de Heilige Schrift in handen te geven. vgl: Propositiones van de 1e Bijzondere Bisschoppensynode over Afrika [[[4197|(6)]]]
Referenties naar alinea 58: 1
Sacramentum Caritatis ->=geentekst=Extra opties voor deze alinea
Kopieer alinea-URL naar klembord Reageer op deze alinea Deel op social media- Paragraaf 3 Dringende noodzaak van de inculturatie
59
Herhaaldelijk hebben de synodevaders het bijzondere belang voor de evangelisering benadrukt van de inculturatie, het proces “waardoor de catechese de kracht van het evangelie aanbrengt in de verschillende culturen”. Catechesi Tradendae [[572|(1319)]] Inculturatie heeft twee aspecten: enerzijds “de omvorming van de authentieke culturele waarden door middel van de integratie daarvan in het christendom” en anderzijds “het wortel schieten van het christendom in de verschillende culturen”. Redemptoris Missio [[4|52]] De synode beschouwt de inculturatie als een dringende prioriteit in het leven van de particuliere kerken, wil het evangelie in Afrika werkelijk wortel schieten. vgl: Propositiones van de 1e Bijzondere Bisschoppensynode over Afrika [[[4197|(29)]]] Ze is een “vereiste voor evangelisering”, Propositiones van de 1e Bijzondere Bisschoppensynode over Afrika [[4197|(30)]] “een stap op weg naar een volledige evangelisering”, Propositiones van de 1e Bijzondere Bisschoppensynode over Afrika [[4197|(32)]] één van de grote uitdagingen voor de kerk op het continent bij het naderend derde millennium. vgl: Propositiones van de 1e Bijzondere Bisschoppensynode over Afrika [[[4197|(33)]]]
Referenties naar alinea 59: 1
Sacramentum Caritatis ->=geentekst=Extra opties voor deze alinea
Kopieer alinea-URL naar klembord Reageer op deze alinea Deel op social media- Paragraaf 4 Theologische grondslagen
60
“Maar toen de volheid van de tijd gekomen was” (Gal. 4, 4) [b:Gal. 4, 4] heeft het Woord, Tweede Persoon van de heilige Drie-eenheid, Eengeboren Zoon van God “door de Heilige Geest het vlees aangenomen uit de Maagd Maria en is mens geworden”. Credo van Nicea - Constantinopel [[66]] Dit is het verheven mysterie van de Menswording van het Woord dat in de geschiedenis heeft plaats gevonden: in duidelijk bepaalde omstandigheden van tijd en plaats, te midden van een volk met zijn eigen cultuur, een volk dat God had uitverkoren en gedurende de hele heilsgeschiedenis had begeleid, om daarmee te laten zien wat Hij voor heel het menselijk geslacht van plan was te doen. Als duidelijk bewijs van Gods liefde voor de mens (Rom. 5, 8) [[b:Rom. 5, 8]] heeft Jezus Christus door zijn leven, door de verkondiging van de Blijde Boodschap aan de armen, door zijn lijden, dood en heerlijke opstanding, de vergeving bewerkt van onze zonden, en onze verzoening tot stand gebracht met God, die zijn Vader, en dankzij Hem, ook onze Vader is. Het woord dat de kerk verkondigt is het Woord van God dat een mens is geworden die zelf subject en object is van dat Woord. De Blijde Boodschap is Jezus Christus. Zoals “het Woord is vlees geworden en onder ons heeft gewoond” (Joh. 1, 14) [b:Joh. 1, 14], zo moet de Blijde Boodschap, het aan de volkeren verkondigde Woord van Jezus Christus, aansluiten op de leefsituatie van hen die ernaar luisteren. Inculturatie is precies deze integratie van de evangelische boodschap in de culturen. vgl: Catechesi Tradendae [[[572|53]]] Want juist omdat de menswording van Gods Zoon volkomen en concreet was, vgl: Tot professoren en personen uit de wereld van de cultuur in Coimbra (Portugal) [[[4269|(5)]]] was zij ook een menswording in een bepaalde cultuur.
Referenties naar alinea 60: 1
Sacramentum Caritatis ->=geentekst=Extra opties voor deze alinea
Kopieer alinea-URL naar klembord Reageer op deze alinea Deel op social media
61
Evangelii Gaudium ->=geentekst=
Gegeven de nauwe en organische betrekking tussen Jezus Christus en het woord dat de kerk verkondigt, kan de inculturatie van de boodschap niet anders dan ‘de logica’ volgen van het Geheim van de Verlossing. De menswording van het Woord is immers geen losstaand moment, maar ze is gericht op het ‘Uur’ van Jezus en het Paasmysterie: ‘Als de graankorrel niet in de aarde valt en sterft, blijft hij alleen: maar als hij sterft, brengt hij veel vruchten voort’ (Joh. 12, 24) [b:Joh. 12, 24]. “En wanneer Ik”, zegt Jezus, “van de aarde zal zijn omhooggeheven, zal Ik allen tot Mij trekken” (Joh. 12, 32) [b:Joh. 12, 32]. Deze ontlediging van zichzelf, deze voor de verheerlijking noodzakelijke kenôsis, die de weg is van Jezus en van ieder van zijn volgelingen (Fil. 2, 6-9) [[b:Fil. 2, 6-9]] is verhelderend voor de ontmoeting van de culturen met Christus en zijn evangelie. “Iedere cultuur moet door de evangelische waarden in het licht van het Paasmysterie worden omgevormd.” Propositiones van de 1e Bijzondere Bisschoppensynode over Afrika [[4197|(28)]] Om de waarden en onwaarden van de verschillende culturen te onderscheiden moeten we het mysterie beschouwen van de Menswording en Verlossing. Zoals het Woord van God in alles aan ons gelijk is geworden behalve in de zonde, zo neemt de inculturatie van de Blijde Boodschap alle authentiek menselijke waarden in zich op, waarbij ze deze zuivert van de zonde en in hun volle betekenis herstelt. Ook met het geheim van Pinksteren is inculturatie nauw verbonden. Dankzij de uitstorting en het werken van de Heilige Geest, die gaven en talenten één maakt, beleven alle volken van de aarde bij hun intrede in de kerk een nieuw Pinksteren, verkondigen zij in hun eigen taal het éne geloof in Jezus Christus, en verkondigen zij de wondere dingen die de Heer voor hen heeft gedaan. De Heilige Geest, die op het natuurlijk plan de oerbron is van de wijsheid der volkeren, leidt door zijn bovennatuurlijk licht de kerk tot de kennis van de volle waarheid. Van haar kant aanvaardt de kerk de waarden van de verschillende culturen, en wordt zo de sponsa ornata monilibus suis, de bruid die zich tooit met haar opschik. (Jes. 61, 10) [[b:Jes. 61, 10]]
Referenties naar alinea 61: 2
Sacramentum Caritatis ->=geentekst=Evangelii Gaudium ->=geentekst=
Extra opties voor deze alinea
Kopieer alinea-URL naar klembord Reageer op deze alinea Deel op social media- Paragraaf 5 Criteria voor en gebieden van inculturatie
62
Sacramentum Caritatis ->=geentekst=
Inculturatie is een moeilijke en delicate opdracht, want, terwijl de culturen in een voortdurend ontwikkelingsproces verkeren, is de trouw aan het evangelie en aan de apostolische overlevering in het geding. Terecht hebben de synodevaders erop gewezen: “Met betrekking tot de snelle veranderingen op cultureel, maatschappelijk, economisch en politiek gebied zullen onze plaatselijke kerken moeten werken aan een zich steeds vernieuwend proces van inculturatie (met inachtneming van) de twee volgende criteria: verenigbaarheid met de christelijke boodschap en verbondenheid met de universele kerk … In alle gevallen moet iedere vorm van syncretisme worden vermeden.” Propositiones van de 1e Bijzondere Bisschoppensynode over Afrika [[4197|(31)]]
“Inculturatie is het op weg gaan naar een volledige evangelisering. Het wil de mens, mèt alle persoonlijke, culturele, economische en politieke aspecten van zijn persoonlijkheid, in staat stellen Jezus Christus te aanvaarden, opdat hij kan komen tot de volledige en totale vereniging met God de Vader en tot een heilig leven door het werken van de Heilige Geest.” Propositiones van de 1e Bijzondere Bisschoppensynode over Afrika [[4197|(32)]]
De synode heeft God dank gebracht voor de vruchten die het streven naar inculturatie reeds heeft gedragen in het leven van de kerken van het continent, met name in de oude Oosterse kerken van Afrika. Tegelijk heeft de synode “de bisschoppen en bisschoppenconferenties op het hart gedrukt ermee rekening te houden dat inculturatie alle gebieden van het kerkelijk leven en van de evangelisering omvat: theologie, liturgie, leven en structuur van de kerk. Dit alles onderstreept de noodzaak van studie over het gehele ingewikkelde terrein van de Afrikaanse culturen”. De synode heeft de herders gevraagd “de talrijke mogelijkheden uit te buiten die de huidige kerkdiscipline hiervoor reeds biedt”. Propositiones van de 1e Bijzondere Bisschoppensynode over Afrika [[4197|(32)]]
“Inculturatie is het op weg gaan naar een volledige evangelisering. Het wil de mens, mèt alle persoonlijke, culturele, economische en politieke aspecten van zijn persoonlijkheid, in staat stellen Jezus Christus te aanvaarden, opdat hij kan komen tot de volledige en totale vereniging met God de Vader en tot een heilig leven door het werken van de Heilige Geest.” Propositiones van de 1e Bijzondere Bisschoppensynode over Afrika [[4197|(32)]]
De synode heeft God dank gebracht voor de vruchten die het streven naar inculturatie reeds heeft gedragen in het leven van de kerken van het continent, met name in de oude Oosterse kerken van Afrika. Tegelijk heeft de synode “de bisschoppen en bisschoppenconferenties op het hart gedrukt ermee rekening te houden dat inculturatie alle gebieden van het kerkelijk leven en van de evangelisering omvat: theologie, liturgie, leven en structuur van de kerk. Dit alles onderstreept de noodzaak van studie over het gehele ingewikkelde terrein van de Afrikaanse culturen”. De synode heeft de herders gevraagd “de talrijke mogelijkheden uit te buiten die de huidige kerkdiscipline hiervoor reeds biedt”. Propositiones van de 1e Bijzondere Bisschoppensynode over Afrika [[4197|(32)]]
Referenties naar alinea 62: 2
Vita Consecrata ->=geentekst=Sacramentum Caritatis ->=geentekst=
Extra opties voor deze alinea
Kopieer alinea-URL naar klembord Reageer op deze alinea Deel op social media- Paragraaf 6 De kerk als familie van God
63
Lineamenta "Nieuwe evangelisatie voor het overdragen van het christelijk geloof" ->=geentekst=
De synode heeft niet alleen gesproken over de inculturatie maar haar ook toegepast door de voorstelling van de kerk als familie van God tot leidende gedachten te maken bij de evangelisering van Afrika. vgl: Lumen Gentium [[[617|6]]] De synodevaders zagen hierin de natuur van de Kerk verwoord op een wijze die buitengewoon geschikt is voor Afrika. Het beeld benadrukt immers de aandacht voor de ander, de solidariteit, de hartelijke onderlinge betrekkingen, de gastvrijheid, de dialoog en het vertrouwen. vgl: Propositiones van de 1e Bijzondere Bisschoppensynode over Afrika [[[4197|(8)]]] De nieuwe evangelisering dient dus te streven naar het opbouwen van de Kerk als familie, waarbij alle centraal stellen van de eigen volksgroep en het overdreven benadrukken van het eigen karakter worden vermeden, de nadruk wordt gelegd op verzoening en op een werkelijke verbondenheid tussen de verschillende volksgroepen, en waarbij de solidariteit en het met elkaar delen wat betreft de mankracht en middelen onder de particuliere kerken worden gestimuleerd, zonder ongepaste overwegingen van etnische aard. vgl: Propositiones van de 1e Bijzondere Bisschoppensynode over Afrika [[[4197|(8)]]]
“Het is zeer gewenst dat theologie over de voorstellingswijze van ‘de kerk als familie’, met alle rijkdom van deze benadering, door de theologen verder wordt uitgewerkt, waarbij zij laten zien hoe ze een aanvulling is op andere beelden van de kerk.” Propositiones van de 1e Bijzondere Bisschoppensynode over Afrika [[4197|(8)]]
Dit veronderstelt een diepgaande bestudering van het erfgoed van bijbel en traditie, dat Tweede Vaticaans Concilie [d:4] heeft uiteengezet in de Dogmatische Constitutie Lumen Gentium [617]. Deze prachtige tekst zet de leer over de Kerk uiteen door gebruik te maken van aan de Schrift ontleende beelden zoals mystiek lichaam, volk van God, tempel van de Heilige Geest, kudde en schaapstal, huis waar God woont met de mensen. Volgens het concilie is de kerk de bruid van Christus en onze moeder, de heilige stad en eerstelingen van het komende Rijk. Men zal met deze suggestieve beelden rekening dienen te houden als men, zoals de synode aanbeveelt, een ecclesiologie gaat ontwikkelen waarin de voorstelling van de kerk als familie van God centraal staat. vgl: Propositiones van de 1e Bijzondere Bisschoppensynode over Afrika [[[4197|(8)]]] Men zal dan ten volle de rijkdom en diepte kunnen ervaren van wat er gezegd wordt als uitgangspunt van dogmatische constitutie: “de Kerk is als het ware het sacrament, dat wil zeggen het teken en het instrument, van de innige vereniging met God en van de eenheid van heel het menselijk geslacht.” Lumen Gentium [[617|1]] zie ook de hoofdstukken 1 en.. zie ook de hoofdstukken 1 en 2 van de Dogmatische Constitutie Lumen Gentium
“Het is zeer gewenst dat theologie over de voorstellingswijze van ‘de kerk als familie’, met alle rijkdom van deze benadering, door de theologen verder wordt uitgewerkt, waarbij zij laten zien hoe ze een aanvulling is op andere beelden van de kerk.” Propositiones van de 1e Bijzondere Bisschoppensynode over Afrika [[4197|(8)]]
Dit veronderstelt een diepgaande bestudering van het erfgoed van bijbel en traditie, dat Tweede Vaticaans Concilie [d:4] heeft uiteengezet in de Dogmatische Constitutie Lumen Gentium [617]. Deze prachtige tekst zet de leer over de Kerk uiteen door gebruik te maken van aan de Schrift ontleende beelden zoals mystiek lichaam, volk van God, tempel van de Heilige Geest, kudde en schaapstal, huis waar God woont met de mensen. Volgens het concilie is de kerk de bruid van Christus en onze moeder, de heilige stad en eerstelingen van het komende Rijk. Men zal met deze suggestieve beelden rekening dienen te houden als men, zoals de synode aanbeveelt, een ecclesiologie gaat ontwikkelen waarin de voorstelling van de kerk als familie van God centraal staat. vgl: Propositiones van de 1e Bijzondere Bisschoppensynode over Afrika [[[4197|(8)]]] Men zal dan ten volle de rijkdom en diepte kunnen ervaren van wat er gezegd wordt als uitgangspunt van dogmatische constitutie: “de Kerk is als het ware het sacrament, dat wil zeggen het teken en het instrument, van de innige vereniging met God en van de eenheid van heel het menselijk geslacht.” Lumen Gentium [[617|1]] zie ook de hoofdstukken 1 en.. zie ook de hoofdstukken 1 en 2 van de Dogmatische Constitutie Lumen Gentium
Referenties naar alinea 63: 2
Sacramentum Caritatis ->=geentekst=Lineamenta "Nieuwe evangelisatie voor het overdragen van het christelijk geloof" ->=geentekst=
Extra opties voor deze alinea
Kopieer alinea-URL naar klembord Reageer op deze alinea Deel op social media- Paragraaf 7 Gebieden waarop de inculturatie van toepassing is
64
Praktisch gesproken zou, zonder afbreuk te doen aan de eigen tradities van de Latijnse of Oosterse kerk, “met de inculturatie van de liturgie moeten worden doorgegaan, mits zij niets verandert aan de wezenlijke elementen daarvan, opdat het volk der gelovigen de liturgische vieringen beter kan begrijpen en beleven”. Propositiones van de 1e Bijzondere Bisschoppensynode over Afrika [[4197|(34)]] Als zelfs na een lange periode van evangelisering de leer moeilijk eigen gemaakt kan worden, of ook als de praktijk ervan ernstige pastorale problemen met zich meebrengt met name in het sacramentele leven, dan moet men trouw blijven, zo zegt de synode opnieuw, aan de leer van de kerk en tegelijk de mensen rechtvaardig en met ware herderlijke liefde benaderen. Vandaar de wens van de synode dat de bisschoppenconferenties in overleg met de katholieke universiteiten en instituten studiecommissies instellen om, met name op het gebied van het huwelijk, de verering van de voorouders en de wereld van de geesten, diepgaand alle culturele aspecten te onderzoeken van de problemen die op theologisch, sacramenteel, ritueel en kerkrechterlijk gebied rijzen. vgl: Propositiones van de 1e Bijzondere Bisschoppensynode over Afrika [[[4197|(35-37)]]]
Referenties naar alinea 64: 1
Sacramentum Caritatis ->=geentekst=Extra opties voor deze alinea
Kopieer alinea-URL naar klembord Reageer op deze alinea Deel op social media- Paragraaf 8 Dialoog
65
“Bereidheid tot dialoog is een houding die de christen binnen zijn gemeenschap evenzeer dient te kenmerken als in zijn relatie met andere gelovigen en mensen van goede wil.” Propositiones van de 1e Bijzondere Bisschoppensynode over Afrika [[4197|(38)]] De dialoog heeft allereerst plaats binnen de kerk als familie, op alle niveaus: tussen bisschoppen, bisschoppenconferenties of bijeenkomsten van de hiërarchie en de Heilige Stoel, tussen de bisschoppenconferenties of –vergaderingen uit de verschillende landen van een bepaald werelddeel en die uit andere werelddelen en, in iedere particuliere kerk, tussen de bisschop, het presbyterium, de godgewijden, de pastorale werk(st)ers en de lekengelovigen; zo ook tussen de gelovigen van verschillende riten binnen dezelfde kerk. Het SECAM zal zorgen voor “structuren en middelen die het beoefenen van deze dialoog waarborgen”, Propositiones van de 1e Bijzondere Bisschoppensynode over Afrika [[4197|(39)]] vooral om een organische pastorale solidariteit te bevorderen.
“Met Christus verenigd in hun getuigenis in Afrika worden de katholieken uitgenodigd om een oecumenische dialoog op te bouwen met alle gedoopte broeders en zusters uit de andere christelijke belijdenissen, opdat de eenheid moge komen waarom Christus heeft gebeden, en opdat hun dienst aan de volkeren van het continent het evangelie geloofwaardiger maakt in de ogen van allen die God zoeken.” Propositiones van de 1e Bijzondere Bisschoppensynode over Afrika [[4197|(40)]] Een dergelijke dialoog kan concrete vorm aannemen in initiatieven als de oecumenische vertaling van de bijbel, theologische bestudering van bepaalde aspecten van het christelijk geloof, of door gezamenlijk evangelisch te getuigen voor gerechtigheid, vrede en eerbied voor de menselijke waardigheid. Daartoe dienen nationale en diocesane commissies voor de oecumene te worden ingesteld. vgl: Propositiones van de 1e Bijzondere Bisschoppensynode over Afrika [[[4197|(40)]]] Op alle christenen gezamenlijk rust de verantwoordelijkheid, op het continent te getuigen van het evangelie. Vooruitgang op oecumenisch gebied dient ook om dat getuigenis doeltreffender te maken.
“Met Christus verenigd in hun getuigenis in Afrika worden de katholieken uitgenodigd om een oecumenische dialoog op te bouwen met alle gedoopte broeders en zusters uit de andere christelijke belijdenissen, opdat de eenheid moge komen waarom Christus heeft gebeden, en opdat hun dienst aan de volkeren van het continent het evangelie geloofwaardiger maakt in de ogen van allen die God zoeken.” Propositiones van de 1e Bijzondere Bisschoppensynode over Afrika [[4197|(40)]] Een dergelijke dialoog kan concrete vorm aannemen in initiatieven als de oecumenische vertaling van de bijbel, theologische bestudering van bepaalde aspecten van het christelijk geloof, of door gezamenlijk evangelisch te getuigen voor gerechtigheid, vrede en eerbied voor de menselijke waardigheid. Daartoe dienen nationale en diocesane commissies voor de oecumene te worden ingesteld. vgl: Propositiones van de 1e Bijzondere Bisschoppensynode over Afrika [[[4197|(40)]]] Op alle christenen gezamenlijk rust de verantwoordelijkheid, op het continent te getuigen van het evangelie. Vooruitgang op oecumenisch gebied dient ook om dat getuigenis doeltreffender te maken.
Referenties naar alinea 65: 1
Sacramentum Caritatis ->=geentekst=Extra opties voor deze alinea
Kopieer alinea-URL naar klembord Reageer op deze alinea Deel op social media
66
“Het streven naar dialoog moet ook zich uitstrekken naar de moslims van goede wil. De christenen mogen niet vergeten dat veel moslims het geloof van Abraham willen navolgen en willen leven volgens de eisen van de Tien Geboden.” Propositiones van de 1e Bijzondere Bisschoppensynode over Afrika [[4197|(41)]] Wat dit betreft benadrukt de Boodschap van de synode dat de levende God, Schepper van hemel en aarde en Heer van de geschiedenis, de Vader is van de grote mensenfamilie waartoe wij allen behoren. Als zodanig wil God dat wij, met eerbiediging van de religieuze waarden en tradities die ieder bezit, van Hem getuigen, terwijl we samen werken aan de menselijke vooruitgang en ontwikkeling op alle gebied.
Het is verre van Hem, degene te willen zijn in wiens naam men andere mensen zou doden: Hij nodigt de mensen juist uit, zich samen in dienst te stellen van leven, gerechtigheid en vrede. vgl: Boodschap van de Synode over Afrika [[[4255|(23)]]] Men zal er dus in het bijzonder op dienen toe te zien dat de dialoog tussen islam en christendom wederzijds de beginselen respecteert van de godsdienstvrijheid met alles wat daarmee samenhangt, zoals met name de uitwendige en publieke uitingen van het geloof. vgl: Propositiones van de 1e Bijzondere Bisschoppensynode over Afrika [[[4197|(41)]]] Het is dus de taak van christenen en moslims om met elkaar een dialoog te voeren die vrij is van alle gevaren van een verkeerd soort irenisme of van strijdbaar fundamentalisme, en te protesteren tegen oneerlijke praktijken en vormen van politiek, en daarnaast ook tegen het met twee maten meten inzake de godsdienstvrijheid. vgl: Propositiones van de 1e Bijzondere Bisschoppensynode over Afrika [[[4197|(41)]]]
Het is verre van Hem, degene te willen zijn in wiens naam men andere mensen zou doden: Hij nodigt de mensen juist uit, zich samen in dienst te stellen van leven, gerechtigheid en vrede. vgl: Boodschap van de Synode over Afrika [[[4255|(23)]]] Men zal er dus in het bijzonder op dienen toe te zien dat de dialoog tussen islam en christendom wederzijds de beginselen respecteert van de godsdienstvrijheid met alles wat daarmee samenhangt, zoals met name de uitwendige en publieke uitingen van het geloof. vgl: Propositiones van de 1e Bijzondere Bisschoppensynode over Afrika [[[4197|(41)]]] Het is dus de taak van christenen en moslims om met elkaar een dialoog te voeren die vrij is van alle gevaren van een verkeerd soort irenisme of van strijdbaar fundamentalisme, en te protesteren tegen oneerlijke praktijken en vormen van politiek, en daarnaast ook tegen het met twee maten meten inzake de godsdienstvrijheid. vgl: Propositiones van de 1e Bijzondere Bisschoppensynode over Afrika [[[4197|(41)]]]
Referenties naar alinea 66: 1
Sacramentum Caritatis ->=geentekst=Extra opties voor deze alinea
Kopieer alinea-URL naar klembord Reageer op deze alinea Deel op social media
67
Met betrekking tot de Afrikaanse traditionele religie zal een rustige en verstandige dialoog enerzijds de katholieken een bescherming kunnen bieden tegen negatieve elementen die de levenswijze van veel katholieken beïnvloeden, en anderzijds bevorderlijk zijn om zich positieve waarden eigen te maken zoals het geloof in een Hoogste Wezen, Eeuwige, Schepper, Voorzienigheid en rechtvaardige Rechter, waarden die goed passen bij de inhoud van het geloof. Ze kunnen worden beschouwd als een voorbereiding op het evangelie, want ze bevatten kostbare semina Verbi die, zoals dat in het verleden al is gebeurd, een groot aantal mensen ertoe kan brengen “zich open te stellen voor de volle Openbaring in Jezus Christus door de verkondiging van het evangelie”. Propositiones van de 1e Bijzondere Bisschoppensynode over Afrika [[4197|(42)]]
De aanhangers van de traditionele religie moeten dan ook met groot respect en hoogachting worden behandeld, en men dient alle misplaatst en oneerbiedig spreken te vermijden. Daarom zullen in de vormingshuizen voor priesters en religieuzen de daartoe nodige colleges over de traditionele religie worden gegeven. vgl: Propositiones van de 1e Bijzondere Bisschoppensynode over Afrika [[[4197|(42)]]]
De aanhangers van de traditionele religie moeten dan ook met groot respect en hoogachting worden behandeld, en men dient alle misplaatst en oneerbiedig spreken te vermijden. Daarom zullen in de vormingshuizen voor priesters en religieuzen de daartoe nodige colleges over de traditionele religie worden gegeven. vgl: Propositiones van de 1e Bijzondere Bisschoppensynode over Afrika [[[4197|(42)]]]
Referenties naar alinea 67: 1
Sacramentum Caritatis ->=geentekst=Extra opties voor deze alinea
Kopieer alinea-URL naar klembord Reageer op deze alinea Deel op social media- Paragraaf 9 Integrale menselijke ontwikkeling
68
Integrale menselijke ontwikkeling – de ontwikkeling van ieder mens en van heel de mens, speciaal van de armsten en meest misdeelden uit de gemeenschap – staat in de evangelisering centraal. “Tussen de evangelisatie en menselijke vooruitgang of ontwikkeling en bevrijding bestaan innige banden van gemeenschap: banden van antropologische aard, omdat de mens die geëvangeliseerd moet worden, niet iets abstracts is maar een persoon met sociale en economische problemen; ook banden van theologische aard, omdat het plan van de schepping niet los kan worden gezien van het plan der verlossing die reikt tot het zeer concreet overwinnen van de ongerechtigheid en het herstellen van de rechtvaardigheid; banden ook van echte evangelische orde, die een orde van liefde is: want hoe kan immers het nieuwe gebod worden verkondigd, tenzij wanneer in rechtvaardigheid en vrede de ware en echte menselijke vooruitgang wordt bevorderd?” Evangelii Nuntiandi [[519|31]] Vandaar dat Jezus onze Heer, om zijn zending duidelijk te maken, bij zijn eerste openbaar optreden in de synagoge van Nazareth de messiaanse tekst koos uit Jesaja: “De geest des Heren is over mij gekomen, omdat Hij mij gezalfd heeft. Hij heeft mij gezonden om aan armen de Blijde Boodschap te brengen, aan gevangenen hun vrijlating bekend te maken, en aan blinden, dat zij zullen zien; om verdrukten te laten gaan in vrijheid, om een genadejaar af te kondigen van de Heer” (Lc. 4, 18-19) [b:Lc. 4, 18-19]. (Jes. 61, 1-2) [[b:Jes. 61, 1-2]] De Heer beschouwt zich dus gezonden om de ellende van de mens te verlichten en om iedere vorm van buitensluiting te bestrijden. Hij is de mens komen bevrijden; Hij kwam om onze zwakheden en ziekten op zich te nemen. “Heel het optreden van Jezus is getekend door zijn aandacht voor allen om Hem heen die door leed waren getroffen: mensen in rouw, lammen, melaatsen, blinden, doven, stommen.” (Mt. 8, 17) [[b:Mt. 8, 17]] Lineamenta "De Kerk in Afrika en haar missie in de evangelisatie naar het jaar 2000 "Gij zult mijn getuigen zijn" (Hand. 1, 8)" [[4259|(79)]] “Het is een onaanvaardbare gedachte dat evangelisering zich afzijdig zou kunnen of moeten houden van de uiterst ernstige en in onze dagen zo brandende vraagstukken op het gebied van gerechtigheid, bevrijding, ontwikkeling en vrede in de wereld”: Lineamenta "De Kerk in Afrika en haar missie in de evangelisatie naar het jaar 2000 "Gij zult mijn getuigen zijn" (Hand. 1, 8)" [[4259|(79)]] De door de evangelisering aangekondigde bevrijding “mag niet enkel beperkt blijven tot het gebied van economische, politieke, sociale of culturele vraagstukken, maar moet heel de mens, met alles wat hij is, voor ogen houden, tot en met zijn gerichtheid op het absolute, zelfs op het goddelijk absolute”. Lineamenta "De Kerk in Afrika en haar missie in de evangelisatie naar het jaar 2000 "Gij zult mijn getuigen zijn" (Hand. 1, 8)" [[4259|(33)]] Met de woorden van het Tweede Vaticaans Concilie [d:4]: “Bij het nastreven van haar eigen heilsbestemming deelt de kerk niet alleen het goddelijk leven aan de mens mee, maar van hieruit laat zij haar licht in zekere zin vallen over de gehele wereld, met name doordat zij de waardigheid van de menselijke persoon geneest en verheft, de banden van de menselijke gemeenschap verstevigt en aan de dagelijkse wereldlijke activiteiten van de mensen een diepere zin en betekenis geeft. Zo gelooft de kerk, via haar ledematen afzonderlijk èn via haar gemeenschap als totaliteit, er veel toe te kunnen bijdragen om de mensheid en haar geschiedenis meer menselijk te maken.” Gaudium et Spes [[575|40]] De kerk kondigt het rijk van God aan en begint in navolging van Jezus aan de verwezenlijking ervan, want “Het wezen van het Rijk is de gemeenschap van alle mensen met elkaar en met God”. Redemptoris Missio [[4|15]] Zo is “het Rijk bron van algehele bevrijding en van volledig heil voor de mensen: de kerk gaat dan ook met hen voort en leeft met hen, in werkelijke en innige solidariteit met hun geschiedenis”. Christifideles laici [[692|36]]
Referenties naar alinea 68: 1
Sacramentum Caritatis ->=geentekst=Extra opties voor deze alinea
Kopieer alinea-URL naar klembord Reageer op deze alinea Deel op social media
69
De geschiedenis van de mens vindt haar volle betekenis in de menswording van het Woord van God dat de grondslag is van de herstelde menselijke waardigheid. Het is door Christus, “beeld van de onzichtbare God, de eerstgeborene van heel de schepping” (Kol. 1, 15) [b:Kol. 1, 15] dat de mens is vrijgekocht, sterker nog, “door zijn menswording heeft de Zoon van God zich in zekere zin met iedere mens verenigd”. Gaudium et Spes [[575|22]] Moeten wij dan niet Leo de Grote nazeggen: “Gij, christen, besef uw waardigheid!” XXI, 3: SC 22a, 72 [[913]] Christus verkondigen betekent dus, aan de mens zijn onvervreemdbare waardigheid bekend maken die God door de menswording van zijn eengeboren Zoon heeft verlost. Het Tweede Vaticaans Concilie [d:4] verklaart verder: “Daar het aan de kerk is toevertrouwd om het mysterie van God bekend te maken die het einddoel is van de mens, verheldert zij tegelijkertijd voor de mens de zin van zijn eigen bestaan, de diepste waarheid namelijk over de mens.” Gaudium et Spes [[575|41]] Omdat de mens deze onvergelijkelijke menselijke waardigheid bezit, mag hij niet leven in mensonwaardige sociale, economische, culturele en politieke omstandigheden. Dit is de theologische grondslag voor het gevecht voor menselijke waardigheid, voor gerechtigheid en maatschappelijke vrede, voor vooruitgang, bevrijding en alomvattende ontwikkeling van heel de mens en van iedere mens. Daarom ook dat de ontwikkeling van de volkeren – zowel binnen het eigen land als in de internationale betrekkingen – in solidariteit moet gebeuren, zoals mijn voorganger Paulus VI zo terecht heeft opgemerkt. vgl: Populorum Progressio [[[266|48]]] Juist daarom kon hij verklaren: “Ontwikkeling is een nieuwe naam voor vrede.” Populorum Progressio [[266|87]] Terecht mag men dan ook zeggen dat “alomvattende ontwikkeling uitgaat van eerbied voor de menselijke waardigheid en alleen in gerechtigheid en vrede tot stand kan komen”. Propositiones van de 1e Bijzondere Bisschoppensynode over Afrika [[4197|(45)]]
Referenties naar alinea 69: 1
Sacramentum Caritatis ->=geentekst=Extra opties voor deze alinea
Kopieer alinea-URL naar klembord Reageer op deze alinea Deel op social media- Paragraaf 10 Stem worden voor hen die geen stem hebben
70
In de kracht van hun geloof en vertrouwen in de heilbrengende macht van Jezus hebben de synodevaders tot slot van hun werkzaamheden opnieuw uitgesproken dat zij van dit heil het instrument willen zijn op elk levensterrein van Afrika’s volkeren. Zij hebben verklaard: “De kerk moet haar profetische rol blijven uitoefenen en de stem zijn van de stemlozen”, Propositiones van de 1e Bijzondere Bisschoppensynode over Afrika [[4197|(45)]] opdat overal de menselijke waardigheid van ieder individu erkend wordt, en opdat bij alle regeringsprogramma’s de mens steeds centraal staat. De synode “doet een beroep op het geweten van de staatshoofden en van hen die publieke verantwoordelijkheid dragen om in steeds grotere mate borg te staan voor de bevrijding en bloei van hun volkeren”. Propositiones van de 1e Bijzondere Bisschoppensynode over Afrika [[4197|(45)]] Alleen tegen deze prijs kan er vrede zijn onder de volkeren.
De evangelisering moet alle initiatieven bevorderen die bijdragen tot de ontwikkeling en verheffing van de mens in zijn geestelijke en materieel bestaan. Het gaat om de ontwikkeling van ieder mens en van heel de mens, niet alleen los van anderen, maar ook en vooral in het kader van de eensgezinde en harmonieuze ontwikkeling van alle leden van een volk en van alle volkeren op de wereld. vgl: Populorum Progressio [[[266|48]]]
Tot slot, de evangelisering moet alles wat de mens verlaagt en kapot maakt, aan de kaak stellen en bestrijden. “Tot de uitoefening van de dienst van de evangelisatie op sociaal gebied, welk een aspect is van de profetische taak van de kerk, behoort ook het aanklagen van het kwaad en de onrechtvaardigheid. Maar het is goed te verduidelijken dat het verkondigen steeds belangrijker is dan het aanklagen, en het laatste kan niet afzien van het eerste, dat er de echte sterkte aan geeft en de kracht van de hoogste motivering.” Sollicitudo Rei Socialis [[350|41]]
De evangelisering moet alle initiatieven bevorderen die bijdragen tot de ontwikkeling en verheffing van de mens in zijn geestelijke en materieel bestaan. Het gaat om de ontwikkeling van ieder mens en van heel de mens, niet alleen los van anderen, maar ook en vooral in het kader van de eensgezinde en harmonieuze ontwikkeling van alle leden van een volk en van alle volkeren op de wereld. vgl: Populorum Progressio [[[266|48]]]
Tot slot, de evangelisering moet alles wat de mens verlaagt en kapot maakt, aan de kaak stellen en bestrijden. “Tot de uitoefening van de dienst van de evangelisatie op sociaal gebied, welk een aspect is van de profetische taak van de kerk, behoort ook het aanklagen van het kwaad en de onrechtvaardigheid. Maar het is goed te verduidelijken dat het verkondigen steeds belangrijker is dan het aanklagen, en het laatste kan niet afzien van het eerste, dat er de echte sterkte aan geeft en de kracht van de hoogste motivering.” Sollicitudo Rei Socialis [[350|41]]
Referenties naar alinea 70: 1
Sacramentum Caritatis ->=geentekst=Extra opties voor deze alinea
Kopieer alinea-URL naar klembord Reageer op deze alinea Deel op social media- Paragraaf 11 Sociale communicatiemiddelen
71
“Van oudsher is het kenmerkend voor God dat Hij wil communiceren. Hij doet dat op verschillende manieren. Aan elk levend of onbezield schepsel geeft Hij het zijn. Met de mens knoopt Hij meer in het bijzonder nauwe betrekkingen aan. ‘Nadat God eertijds vele malen en op velerlei wijzen tot onze vaderen gesproken had door de profeten, heeft Hij nu, op het einde der tijden, tot ons gesproken door de Zoon’” (Hebr. 1, 1-2) [b:Hebr. 1, 1-2]. Instrumentum Laboris voor de Speciale Bisschoppensynode voor Afrika [[4260|(127)]] Vanuit zijn wezen is het Woord van God woord, dialoog en mededeling. Enerzijds is Hij het contact en de betrekkingen tussen God en de mensen komen herstellen, en anderzijds die tussen de mensen onderling.
De synode heeft grote aandacht besteed aan de media in twee belangrijke en elkaar aanvullende opzichten: als een nieuwe culturele wereld in wording, en als een reeks middelen in dienst van het onderling contact. Allereerst vormen ze een nieuwe cultuur met haar eigen taal, en vooral haar typische waarden en onwaarden. Vandaar dat ze, zoals iedere cultuur, geëvangeliseerd dienen te worden. Inderdaad zijn de media tegenwoordig niet alleen een wereld, vgl: Boodschap van de Synode over Afrika [[[4255|(45-46)]]] maar ook een cultuur en beschaving. Ook naar die wereld is de kerk uitgezonden om de Blijde Boodschap van het heil te brengen. De evangelieverkondigers moeten die wereld dus binnengaan om deze nieuwe beschaving en cultuur geheel in zich op te nemen met de bedoeling er welbewust gebruik van te maken. “De eerste areopagus van de moderne tijd is de wereld van de communicatie, welke de mensheid tot een eenheid maakt en de wereld tot een dorp, zoals men pleegt te zeggen. De sociale communicatiemiddelen zijn zo belangrijk geworden dat zij voor velen het voornaamste instrument van informatie en vorming zijn, dat het gedrag van de enkelingen, gezinnen en maatschappijen leidt en inspireert.” Redemptoris Missio [[4|37]]
Het leren omgaan met de media is niet alleen noodzakelijk voor de prediker van het evangelie die, naast andere zaken, het litteraire genre van de media moet beheersen, maar ook voor de lezer, toehoorder en televisiekijker. Als aan hen inzicht wordt bijgebracht in de werkwijze van de media, moeten zij in staat zijn met onderscheidingsvermogen en kritische geest op het aanbod ervan te reageren.
In Afrika, waar mondelinge overdracht kenmerkend is voor de cultuur, is een dergelijke vorming van kapitaal belang. Dit soort communicatie moet de herders, met name de bisschoppen en priesters, eraan herinneren dat kerk gezonden is om te spreken, om het evangelie met woord en daad te prediken. Zij mag dus niet zwijgen, wil zij niet in haar zending tekort schieten tenzij, in bepaalde omstandigheden, haar zwijgen zelf een wijze van spreken en getuigen is. Steeds moeten wij verkondigen, te pas en te onpas, (2 Tim. 4, 2) [[b:2 Tim. 4, 2]] maar steeds met de bekommernis om in liefde en waarheid op te bouwen.
De synode heeft grote aandacht besteed aan de media in twee belangrijke en elkaar aanvullende opzichten: als een nieuwe culturele wereld in wording, en als een reeks middelen in dienst van het onderling contact. Allereerst vormen ze een nieuwe cultuur met haar eigen taal, en vooral haar typische waarden en onwaarden. Vandaar dat ze, zoals iedere cultuur, geëvangeliseerd dienen te worden. Inderdaad zijn de media tegenwoordig niet alleen een wereld, vgl: Boodschap van de Synode over Afrika [[[4255|(45-46)]]] maar ook een cultuur en beschaving. Ook naar die wereld is de kerk uitgezonden om de Blijde Boodschap van het heil te brengen. De evangelieverkondigers moeten die wereld dus binnengaan om deze nieuwe beschaving en cultuur geheel in zich op te nemen met de bedoeling er welbewust gebruik van te maken. “De eerste areopagus van de moderne tijd is de wereld van de communicatie, welke de mensheid tot een eenheid maakt en de wereld tot een dorp, zoals men pleegt te zeggen. De sociale communicatiemiddelen zijn zo belangrijk geworden dat zij voor velen het voornaamste instrument van informatie en vorming zijn, dat het gedrag van de enkelingen, gezinnen en maatschappijen leidt en inspireert.” Redemptoris Missio [[4|37]]
Het leren omgaan met de media is niet alleen noodzakelijk voor de prediker van het evangelie die, naast andere zaken, het litteraire genre van de media moet beheersen, maar ook voor de lezer, toehoorder en televisiekijker. Als aan hen inzicht wordt bijgebracht in de werkwijze van de media, moeten zij in staat zijn met onderscheidingsvermogen en kritische geest op het aanbod ervan te reageren.
In Afrika, waar mondelinge overdracht kenmerkend is voor de cultuur, is een dergelijke vorming van kapitaal belang. Dit soort communicatie moet de herders, met name de bisschoppen en priesters, eraan herinneren dat kerk gezonden is om te spreken, om het evangelie met woord en daad te prediken. Zij mag dus niet zwijgen, wil zij niet in haar zending tekort schieten tenzij, in bepaalde omstandigheden, haar zwijgen zelf een wijze van spreken en getuigen is. Steeds moeten wij verkondigen, te pas en te onpas, (2 Tim. 4, 2) [[b:2 Tim. 4, 2]] maar steeds met de bekommernis om in liefde en waarheid op te bouwen.
Referenties naar alinea 71: 1
Sacramentum Caritatis ->=geentekst=Extra opties voor deze alinea
Kopieer alinea-URL naar klembord Reageer op deze alinea Deel op social media- HOOFDSTUK 4 Op weg naar het derde millennium van de christenheid
- Artikel 1 De hedendaagse uitdagingen
72
De Speciale Vergadering voor Afrika van de Bisschoppensynode is bijeengeroepen opdat de kerk van God overal in dat werelddeel zich zou kunnen bezinnen op haar evangeliseringsopdracht in het zicht van het derde millennium en opdat ze, zoals ik heb gezegd, “een organisch opgebouwde pastorale solidariteit in gang zou zetten op heel het Afrikaans grondgebied en in de aanliggende eilanden”. Op het Hoogfeest van Epifanie [[4250|(2)]] Zoals gezegd, brengt een dergelijke opdracht dringende taken en uitdagingen met zich mee die samenhangen met de ingrijpende en snelle veranderingen in de Afrikaanse gemeenschappen en met de gevolgen van een beschaving die steeds meer een wereldwijd karakter krijgt.
Referenties naar alinea 72: 0
Geen referenties naar deze alineaExtra opties voor deze alinea
Kopieer alinea-URL naar klembord Reageer op deze alinea Deel op social media- Paragraaf 1 De noodzaak van het doopsel
73
De eerste dringende taak is natuurlijk de evangelisering zelf. Van de ene kant moet de kerk zich de haar door de Heer toevertrouwde boodschap steeds beter eigen maken en beleven. Anderzijds moet zij van die boodschap getuigen en haar verkondigen aan allen die Jezus Christus nog niet kennen. Juist voor hen immers heeft de Heer tegen de apostelen gezegd: “Gaat dus en maakt alle volkeren tot mijn leerlingen” (Mt. 28, 19) [b:Mt. 28, 19]. Zoals op Pinksteren is de prediking van het kerygma uit haar wezen erop gericht de toehoorder te brengen tot de metanoia en het doopsel. “De verkondiging van het Woord van God streeft naar de christelijke bekering, dat wil zeggen naar het volledig en oprecht aanhangen van Christus en zijn evangelie door het geloof.” Redemptoris Missio [[4|46]] De bekering tot Christus “is verbonden met het doopsel, niet alleen vanwege de praktijk van de kerk, maar door de wil van Christus, die uitgenodigd heeft om alle volkeren tot zijn leerlingen te maken en te dopen. (Mt. 28, 19) [[b:Mt. 28, 19]] Dat is ook zo vanwege de intrinsieke eis om de volheid van het nieuwe leven in Hem te ontvangen: ‘Voorwaar, voorwaar’ zegt Jezus tot Nikodemus, ‘als iemand niet geboren wordt uit water en geest, kan hij het Rijk Gods niet binnengaan’ (Joh. 3, 5) [b:Joh. 3, 5]. Het doopsel doet ons herboren worden tot het leven van kinderen van God, het verenigt ons met Jezus Christus, en het zalft ons met de Heilige Geest. Het is niet een simpele bezegeling van de bekering, als het ware een uiterlijk teken dat de bekering aantoont en verzekert, maar het sacrament, dat de nieuwe geboorte uit de Geest betekent en bewerkt, reële en onverbreekbare banden met de Drie-eenheid smeedt en tot ledematen maakt van het lichaam van Christus dat de kerk is”. Redemptoris Missio [[4|47]] Wanneer een bekeringsproces niet tot het doopsel zou voeren, zou het halverwege stokken. Het is waar, dóór en ín Christus zal een rechtgeaard mens gered worden als hij buiten eigen schuld niet in aanraking is gekomen met de evangelieverkondiging maar gewetensvol en in overeenstemming met Gods wet leeft. Voor iedere mens is er immers steeds een actuele uitnodiging van God die verstaan en beantwoord wil worden. Juist om dat verstaan en beantwoorden gemakkelijker te maken wordt van de volgelingen van Christus gevraagd niet te rusten tot de Blijde Boodschap van het heil aan allen is gebracht.
Referenties naar alinea 73: 0
Geen referenties naar deze alineaExtra opties voor deze alinea
Kopieer alinea-URL naar klembord Reageer op deze alinea Deel op social media- Paragraaf 2 Dringende noodzaak van de evangelieverkondiging
74
Alleen in de naam van Jezus kunnen we gered worden. (Hand. 4, 12) [[b:Hand. 4, 12]] Aangezien in Afrika aan miljoenen mensen het evangelie nog niet is gebracht, staat de kerk voor de noodzakelijke en dringende taak de Blijde Boodschap aan allen te verkondigen, en hen die er gehoor aan geven, te brengen tot het doopsel en het christelijk leven. “De dringende noodzaak van de missieactiviteit volgt uit de radicale nieuwheid van leven die Christus gebracht heeft en waarin zijn leerlingen geleefd hebben. Dit nieuwe leven is een gave van God, en aan de mens wordt gevraagd het aan te nemen en te ontwikkelen, als hij zich wil verwerkelijken volgens zijn integrale roeping in gelijkvormigheid aan Christus.” Redemptoris Missio [[4|7]]
Dat nieuwe leven in de radicale nieuwheid van het evangelie brengt ook met zich mee dat soms gebroken moet worden met de gebruiken en de cultuur van onverschillig welk volk op aarde, want het evangelie is nooit het product van een bepaalde streek, het komt altijd ‘van elders’, van omhoog. Voor de gedoopten blijft steeds de grote uitdaging, een christelijk leven te leiden dat beantwoordt aan de verplichtingen van hun doopsel, dat sterven betekent aan de zonde en dagelijkse wederopstanding tot nieuw leven. (Rom. 6, 4-5) [[b:Rom. 6, 4-5]] Christenen die zich aan die verplichtingen niet zouden houden, zullen moeilijk het zout der aarde en het licht van de wereld kunnen zijn (Mt. 5, 13.14) [b:Mt. 5, 13.14]. Als de kerk in Afrika moedig en zonder aarzelen deze weg opgaat, zal het kruis overal op het continent geplant kunnen worden, tot heil van de volkeren die niet bang zijn hun deuren te openen voor de Verlosser.
Dat nieuwe leven in de radicale nieuwheid van het evangelie brengt ook met zich mee dat soms gebroken moet worden met de gebruiken en de cultuur van onverschillig welk volk op aarde, want het evangelie is nooit het product van een bepaalde streek, het komt altijd ‘van elders’, van omhoog. Voor de gedoopten blijft steeds de grote uitdaging, een christelijk leven te leiden dat beantwoordt aan de verplichtingen van hun doopsel, dat sterven betekent aan de zonde en dagelijkse wederopstanding tot nieuw leven. (Rom. 6, 4-5) [[b:Rom. 6, 4-5]] Christenen die zich aan die verplichtingen niet zouden houden, zullen moeilijk het zout der aarde en het licht van de wereld kunnen zijn (Mt. 5, 13.14) [b:Mt. 5, 13.14]. Als de kerk in Afrika moedig en zonder aarzelen deze weg opgaat, zal het kruis overal op het continent geplant kunnen worden, tot heil van de volkeren die niet bang zijn hun deuren te openen voor de Verlosser.
Referenties naar alinea 74: 0
Geen referenties naar deze alineaExtra opties voor deze alinea
Kopieer alinea-URL naar klembord Reageer op deze alinea Deel op social media- Paragraaf 3 Belang van de vorming
75
In alle sectoren van het kerkelijk leven is vorming uiterst belangrijk. Niemand immers kan de geloofswaarheden duidelijk kennen als hij ze nooit heeft geleerd en ook geen daden stellen waarvan hij nooit heeft gehoord. Daarom “dient de gehele gemeenschap op de evangelisering worden voorbereid, ertoe worden gemotiveerd en gesterkt, ieder overeenkomstig zijn of haar eigen rol binnen de kerk”. Relation ante Disceptationem [[4252|(8)]] Dit heeft betrekking op bisschoppen, priesters, leden van religieuze en apostolische instituten en van seculiere instituten, en op alle lekengelovigen. Bijzondere zorg dient te worden besteed aan de missionaire vorming. Ze “is een werk van de plaatselijke kerk met de hulp van missionarissen en hun instituten, alsmede van het personeel van de jonge kerken. Dit werk moet niet als bijkomstig beschouwd worden, maar als centraal in het christelijke leven”. Redemptoris Missio [[4|83]] Een belangrijk onderdeel van het vormingsprogramma moet zijn de leken te vormen tot mensen die ten volle het tijdelijk gebied (politiek, cultureel, economisch, sociaal) christelijk weten te beïnvloeden, hetgeen kenmerkend is voor de taak van de leek in de wereld. Deskundige en goed gemotiveerde leken dienen te worden aangespoord een functie in het openbare leven op zich te nemen, vgl: Boodschap van de Synode over Afrika [[[4255|(3)]]] omdat zij “door goede vervulling van deze taak het algemeen belang kunnen dienen en tegelijk voor het evangelie de weg kunnen bereiden”. Apostolicam Actuositatem [[653|14]]
Referenties naar alinea 75: 0
Geen referenties naar deze alineaExtra opties voor deze alinea
Kopieer alinea-URL naar klembord Reageer op deze alinea Deel op social media- Paragraaf 4 Verdieping van het geloof
76
Wil de kerk in Afrika het evangelie verkondigen, dan “begint zij met zichzelf het evangelie te verkondigen…. Zij moet voortdurend luisteren naar wat zij gelooft, naar de redenen van haar hoop en naar het nieuwe gebod van de liefde. Als volk van God dat in de wereld leeft en dikwijls door de afgoden van die wereld wordt bekoord, wordt zij voortdurend genoodzaakt en gedwongen de verkondiging te ontvangen van Gods grote daden.” Evangelii Nuntiandi [[519|15]] Op het ogenblik is in Afrika “de geloofsvorming…in een elementair stadium blijven steken, en sekten buiten deze onwetendheid gemakkelijk uit”. Toespraak tot de Bisschoppenconferentie van Kameroen [[4270|(4)]] De verdieping van het geloof is dringend noodzakelijk “omdat de snelle ontwikkeling van de maatschappij nieuwe uitdagingen veroorzaakt…die met name in verband staan met verschijnselen als de ontworteling van het gezin, verstedelijking, werkloosheid, allerlei materialistische verleidingen, een zekere secularisatie en een intellectuele ontreddering die nog versterkt wordt door een stortvloed van oppervlakkige ideeën en de invloed van de media”. Toespraak tot de Bisschoppenconferentie van Kameroen [[4270|(5)]]
Referenties naar alinea 76: 0
Geen referenties naar deze alineaExtra opties voor deze alinea
Kopieer alinea-URL naar klembord Reageer op deze alinea Deel op social media- Paragraaf 5 De kracht van het getuigenis
77
Door vorming moet de christenen niet alleen de techniek worden bijgebracht hoe de inhoud van het geloof beter kan worden overgedragen, maar ook een diepere innerlijke overtuiging om er daadwerkelijk n het dagelijks leven blijk van de geven. Allen die het evangelie verkondigen, dienen ernaar te streven, zich bij wat zij doen volledig te laten leiden door de Heilige Geest die “heden evenals in het begin van de kerk in iedere heraut van het evangelie werkt, mits deze zich door Hem laat leiden”. Evangelii Nuntiandi [[519|75]] “Er zijn beslist goede technieken voor de evangelisatie; maar al zijn ze nog zo volmaakt, ze kunnen de geheime inspiratie van de Geest niet ontberen. Zelfs de meest zorgvuldige voorbereiding van de heraut kan niets uitrichten zonder Hem, en iedere redeneertrant zonder zijn bezieling is onmachtig de mens te bewegen; ook de bevindingen van de sociologie en psychologie, hoe verfijnd ook, blijken zonder Hem van generlei waarde.” Evangelii Nuntiandi [[519|75]] Een waar getuigenis van de kant van de gelovigen is thans in Afrika van wezenlijk belang om het geloof op waarachtige wijze te verkondigen. Met name dienen de gelovigen blijk te geven van een oprechte onderlinge liefde. “Het eeuwige leven is ‘dat zij U kennen, de enige ware God en Hem die Gij hebt gezonden, Jezus Christus’ (Joh. 17, 3) [b:Joh. 17, 3]. Het uiteindelijk doel van de zending is om te doen delen in de gemeenschap die bestaat tussen de Vader en de Zoon. De leerlingen moeten in onderlinge eenheid leven door in de Vader en de Zoon te blijven, opdat de wereld zal erkennen en geloven. (Joh. 17, 21-23) [[b:Joh. 17, 21-23]] Dat is een veelzeggende missietekst, die doet begrijpen dat men allereerst missionaris is door wat men is als kerk die door de liefde in diepe eenheid leeft, voordat men missionaris is door wat men zegt of doet.” Redemptoris Missio [[4|23]]
Referenties naar alinea 77: 0
Geen referenties naar deze alineaExtra opties voor deze alinea
Kopieer alinea-URL naar klembord Reageer op deze alinea Deel op social media- Paragraaf 6 Integratie van het geloof in de cultuur
78
Omdat de Speciale Vergadering voor Afrika van de Bisschoppensynode er diep van overtuigd is dat “de synthese tussen cultuur en geloof niet alleen een vereiste is van de cultuur, maar ook van het geloof” omdat “een geloof dat niet tot cultuur wordt, een geloof is dat niet ten volle wordt aangenomen, doordacht en trouw beleefd”, Tot de deelnemers aan het nationale congres van de kerkelijke beweging voor culturele engagement [[8559|(1)]] beschouwt zij de inculturatie als een prioriteit en dringende noodzaak in het leven van de particuliere kerken in Afrika: vooral daardoor zal het evangelie vaste wortel schieten in de christelijke gemeenschappen van het continent. In navolging van het Tweede Vaticaans Concilie [d:4] vgl: Ad Gentes Divinitus [[[703|22]]] zagen de synodevaders inculturatie als een proces dat betrekking heeft op het christelijk leven in zijn volle omgang - theologie, liturgie, gebruiken en structuren - natuurlijk zonder dat daarbij afbreuk wordt gedaan aan de goddelijke wet en de belangrijke discipline van de kerk, die zich in de loop der eeuwen hebben bewezen in buitengewone vruchten van deugd en heldenmoed. vgl: Propositiones van de 1e Bijzondere Bisschoppensynode over Afrika [[[4197|(32)]]] vgl: Sacrosanctum Concilium [[[570|37-40]]]
De inculturatie in Afrika staat voor de uitdaging, zo te werk te gaan dat de volgelingen van Christus zich steeds volkomener de boodschap van het evangelie tot eigen bezit kunnen maken terwijl ze toch trouw blijven aan alle authentieke Afrikaanse waarden. Het geloof op ieder gebied integreren in de cultuur van het christelijk en menselijk leven is dus een zware opgave, die alleen vervuld kan worden met de bijstand van de Geest des Heren die de kerk leidt tot de volle waarheid. (Joh. 16, 13) [[b:Joh. 16, 13]]
De inculturatie in Afrika staat voor de uitdaging, zo te werk te gaan dat de volgelingen van Christus zich steeds volkomener de boodschap van het evangelie tot eigen bezit kunnen maken terwijl ze toch trouw blijven aan alle authentieke Afrikaanse waarden. Het geloof op ieder gebied integreren in de cultuur van het christelijk en menselijk leven is dus een zware opgave, die alleen vervuld kan worden met de bijstand van de Geest des Heren die de kerk leidt tot de volle waarheid. (Joh. 16, 13) [[b:Joh. 16, 13]]
Referenties naar alinea 78: 0
Geen referenties naar deze alineaExtra opties voor deze alinea
Kopieer alinea-URL naar klembord Reageer op deze alinea Deel op social media- Paragraaf 7 Een verzoenende gemeenschap
79
De uitdaging tot het aangaan van de dialoog is in wezen de uitdaging om, in het godsdienstig, politiek, economisch, sociaal en cultureel leven, de betrekkingen om te vormen tussen mensen, landen en volkeren. Het is de uitdaging van Christus’ liefde voor alle mensen, een liefde die de volgeling in eigen leven moet navolgen: “Hieruit zullen allen kunnen opmaken dat gij mijn leerlingen zijt: als gij de liefde onder elkaar bewaart” (Joh. 13, 35) [b:Joh. 13, 35]. “De evangelisering zet de dialoog voort van God met de mensheid, die zijn hoogtepunt vindt in de persoon van Jezus Christus.” Propositiones van de 1e Bijzondere Bisschoppensynode over Afrika [[4197|(38)]] Door het kruis heeft Hij in zijn persoon de haat gedood (Ef. 2, 16) [[b:Ef. 2, 16]] die mensen verdeelt en van elkaar verwijdert. Maar ondanks de moderne beschaving van ‘de wereld als dorp’, in Afrika en overal elders in de wereld, heerst er in het hart van de mensen allerminst een geest van dialoog, vrede en verzoening. De wereld van de menselijke betrekkingen wordt nog maar al te zeer beheerst door oorlogen, conflicten, racisme en vreemdelingenangst. De kerk in Afrika beseft de noodzaak, voor allen een plaats te worden van waarachtige verzoening dankzij het getuigenis van haar zonen en dochters. Wanneer aan henzelf vergiffenis is geschonken en zij zich met elkaar hebben verzoend, kunnen zij naar de wereld de vergiffenis en verzoening uitdragen die Christus, onze vrede, (Ef. 2, 14) [[b:Ef. 2, 14]] aan de mensheid door zijn kerk aanbiedt. Gebeurt dat niet, dan zal de wereld steeds meer op een slagveld lijken waar alleen de eigen belangen tellen, waar de wet van de sterkste heerst die de mensheid verder verwijdert van de verhoopte beschaving van liefde.
Referenties naar alinea 79: 0
Geen referenties naar deze alineaExtra opties voor deze alinea
Kopieer alinea-URL naar klembord Reageer op deze alinea Deel op social media- Artikel 2 Het gezin
- Paragraaf 1 Het gezin evangeliseren
80
“De toekomst van de wereld en van de kerk loopt via het gezin.” Familiaris Consortio [[267|75]] Het gezin is immers niet alleen de eerste cel van de kerkelijke gemeenschap maar ook van de samenleving. Met name in Afrika is het gezin de steunpilaar van het maatschappelijk bouwwerk. Daarom beschouwt de synode de evangelisering van het gezin als een van de belangrijkste prioriteiten, wil het gezin op zijn beurt een actieve rol spelen in de evangelisering van de gezinnen door de gezinnen. In pastoraal opzicht is dat een werkelijke uitdaging, gezien de politieke, economische, sociale en culturele moeilijkheden waarvoor de gezinnen in Afrika staan, nu er zich in de hedendaagse maatschappij zulke ingrijpende veranderingen voordoen. Het Afrikaans gezin zal de positieve waarden van het moderne leven moeten overnemen en tegelijk zijn eigen wezenlijke waarden moeten bewaren.
Referenties naar alinea 80: 0
Geen referenties naar deze alineaExtra opties voor deze alinea
Kopieer alinea-URL naar klembord Reageer op deze alinea Deel op social media- Paragraaf 2 De Heilige Familie als voorbeeld
81
In dit opzicht is de Heilige Familie, die volgens het evangelie (Mt. 2, 14-15) [[b:Mt. 2, 14-15]] enige tijd in Afrika heeft gewoond, “het oorspronkelijke model en het voorbeeld voor alle christelijke gezinnen”, Familiaris Consortio [[267|86]] “het voorbeeld en de geestelijke bron” voor ieder christelijke gezin. vgl: Propositiones van de 1e Bijzondere Bisschoppensynode over Afrika [[[4197|(14)]]] Om met de woorden van paus Paulus VI op zijn pelgrimsreis naar het Heilige Land te spreken: “Nazareth is de school waar het begrijpen begint van Jezus’ leven: de school van het evangelie … Hier, in deze school, beseft men de noodzakelijkheid van het bezit ener geestelijke discipline, als men … leerling wil worden van Christus.” Ter ere van de H. Maagd [[93]] In zijn diepzinnige overweging over het geheim van Nazareth vraagt Paulus VI een drievoudige les te leren: van stilte, van gezinsleven en van arbeid. In het huis van Nazareth vervult ieder zijn of haar taak in volmaakte harmonie met de andere leden van de Heilige Familie.
Referenties naar alinea 81: 0
Geen referenties naar deze alineaExtra opties voor deze alinea
Kopieer alinea-URL naar klembord Reageer op deze alinea Deel op social media- Paragraaf 3 Waardigheid en rol van de man en de vrouw
82
De waardigheid van de man en de vrouw vloeit voort uit het feit dat, toen God de mens schiep, “Hij hem schiep als zijn beeld; man en vrouw schiep Hij hen” (Gen. 1, 27) [b:Gen. 1, 27]. De man is evenzeer als de vrouw geschapen “naar Gods gelijkenis”, dat wil zeggen begiftigd met verstand en wil, en dus ook met vrijheid, zoals ook het verhaal over de zonde van onze eerste ouders laat zien. (Gen. 3) [[b:Gen. 3]] De psalmist bezingt de onvergelijkelijke waardigheid van de mens met de volgende woorden: “Ge gaf hem een haast goddelijke staat; met waardigheid hebt Gij, met schoonheid gekroond die Gij heerser maakt over het werk van uw handen. Want alles hebt Gij aan zijn voeten gelegd” (Ps. 8, 6-7) [b:Ps. 8, 6-7].
Daar beiden naar Gods gelijkenis zijn geschapen, zijn de man en de vrouw, al verschillen zij van elkaar, als mens in wezen gelijk. “Beiden zijn vanaf het begin personen, in tegenstelling tot de andere levende wezens van de hen omringende wereld. De vrouw is een ander ‘ik’ in het gemeenschappelijk mens-zijn”, Mulieris Dignitatem [[94|6]] en ieder is een hulp voor de ander. (Gen. 2, 18-25) [[b:Gen. 2, 18-25]]
“Door de mens als ‘man en vrouw’ te scheppen, geeft God de waardigheid van persoon in gelijke mate aan de man en aan de vrouw, terwijl Hij beiden verrijkt met de onvervreemdbare rechten en verantwoordelijkheden die eigen zijn aan de menselijke persoon.” Familiaris Consortio [[267|22]] De synode heeft gezegd dat zij Afrikaanse gewoonten en praktijken betreurt “waardoor aan de vrouwen het hun toekomend respect en de hun toekomende rechten worden onthouden”, Propositiones van de 1e Bijzondere Bisschoppensynode over Afrika [[4197|(48)]] en zij heeft de kerk in Afrika gevraagd te doen wat zij kan om deze rechten veilig te stellen.
Daar beiden naar Gods gelijkenis zijn geschapen, zijn de man en de vrouw, al verschillen zij van elkaar, als mens in wezen gelijk. “Beiden zijn vanaf het begin personen, in tegenstelling tot de andere levende wezens van de hen omringende wereld. De vrouw is een ander ‘ik’ in het gemeenschappelijk mens-zijn”, Mulieris Dignitatem [[94|6]] en ieder is een hulp voor de ander. (Gen. 2, 18-25) [[b:Gen. 2, 18-25]]
“Door de mens als ‘man en vrouw’ te scheppen, geeft God de waardigheid van persoon in gelijke mate aan de man en aan de vrouw, terwijl Hij beiden verrijkt met de onvervreemdbare rechten en verantwoordelijkheden die eigen zijn aan de menselijke persoon.” Familiaris Consortio [[267|22]] De synode heeft gezegd dat zij Afrikaanse gewoonten en praktijken betreurt “waardoor aan de vrouwen het hun toekomend respect en de hun toekomende rechten worden onthouden”, Propositiones van de 1e Bijzondere Bisschoppensynode over Afrika [[4197|(48)]] en zij heeft de kerk in Afrika gevraagd te doen wat zij kan om deze rechten veilig te stellen.
Referenties naar alinea 82: 0
Geen referenties naar deze alineaExtra opties voor deze alinea
Kopieer alinea-URL naar klembord Reageer op deze alinea Deel op social media- Paragraaf 4 Waardigheid en rol van het huwelijk
83
God, Vader, Zoon en Heilige Geest, is Liefde. (1 Joh. 4, 8) [[b:1 Joh. 4, 8]] “De gemeenschap tussen God en de mensen vindt haar definitieve voltooiing in Jezus Christus, de bruidegom die bemint en zich als Verlosser schenkt aan de mensheid, die Hij met zich verenigt als zijn lichaam. Hij openbaart het oorspronkelijk wezen van het huwelijk, de werkelijkheid van het ‘begin’, en Hij stelt de mens in staat het ware wezen volledig te realiseren, door hem te bevrijden van de hardheid van zijn gemoed. Deze openbaring bereikt haar definitieve volheid in de liefdesgave die het Woord Gods aan de mensheid schenkt door de menselijke natuur aan te nemen, en in het offer van zichzelf dat Jezus Christus brengt op het kruis voor zijn bruid, de kerk. In dit offer openbaart zich geheel en al de bedoeling die God gelegd heeft in het mens-zijn van man en vrouw, vanaf hun schepping; het huwelijk van de gedoopten wordt zo tot het werkelijke symbool van het nieuwe en eeuwige verbond, dat bekrachtigd is in het bloed van Christus.” Familiaris Consortio [[267|13]] De wederzijdse liefde van de gedoopte echtgenoten is een beeld van de liefde van Christus en de kerk. Als teken van deze liefde van Christus is het huwelijk een sacrament van het Nieuw Verbond: “De echtgenoten roepen voor de kerk voortdurend op wat op het kruis is gebeurd; ze zijn voor elkaar en voor de kinderen getuigen van het heil waaraan het sacrament hen deelachtig maakt. Van dit heilsgebeuren is het huwelijk, zoals ieder sacrament, gedachtenis, tegenwoordigstelling en profetie.” Familiaris Consortio [[267|13]] Het is dus een levensstaat, een weg van christelijke heiligheid, een roeping die zal leiden naar de heerlijke opstanding en naar het Rijk “waar geen sprake meer is van huwen of ten huwelijk gegeven worden” (Mt. 22, 30) [b:Mt. 22, 30]. Daarom veronderstelt het huwelijk een onverbrekelijke liefde: dankzij deze hechtheid kan het effectief bijdragen tot de volle verwerkelijking van de door het doopsel geschonken roeping van de echtgenoten.
Referenties naar alinea 83: 0
Geen referenties naar deze alineaExtra opties voor deze alinea
Kopieer alinea-URL naar klembord Reageer op deze alinea Deel op social media- Paragraaf 5 Het Afrikaans gezin redden
84
Van veel kanten is in de synodevergaderzaal gesproken over alles waardoor het Afrikaanse gezin tegenwoordig bedreigd wordt. De zorgen van de synodevaders waren temeer gerechtvaardigd, omdat het voorbereidingsdocument van een in september te Cairo te houden conferentie van de Verenigde Naties, op Afrikaans grondgebied, heel duidelijk resoluties scheen te willen aannemen die strijdig zouden zijn met veel waarden van het Afrikaanse gezin. Zich aansluitend bij mijn eigen ongerustheid die ik aan die conferentie en aan alle staatshoofden van de wereld kenbaar had gemaakt, Voor Nafis Sadik, Secretaris-Generaal van de Internationale Conferentie over Bevolking en Ontwikkeling [[2383|(190-196)]] hebben de synodevaders daarom een dringende oproep gedaan opdat het Afrikaanse gezin behouden zou blijven: “Laat het Afrikaanse gezin op eigen bodem niet belachelijk gemaakt worden! Laat het Internationale Jaar van het Gezin niet het jaar worden waarin het gezin wordt afgebroken!”, Boodschap van de Synode over Afrika [[4255|(30)]] zo luidde hun noodkreet.
Referenties naar alinea 84: 0
Geen referenties naar deze alineaExtra opties voor deze alinea
Kopieer alinea-URL naar klembord Reageer op deze alinea Deel op social media- Paragraaf 6 Het gezin dat open staat naar de maatschappij
85
Uit zijn wezen overstijgt het huwelijk het gezin, omdat het voortbestaan van de mensheid tot speciale opdracht heeft. Op dezelfde wijze is het gezin vanuit zijn wezen ruimer dan de grenzen van de huiselijke haard: het is gericht op de maatschappij. “Het gezin heeft vitale en organische banden met de samenleving, omdat het er het fundament van is en haar voortdurend voedt door middel van de dienst aan het leven. In het gezin worden immers de burgers geboren en in het gezin vinden zij de eerste school voor de maatschappelijke deugden die de ziel zijn van het leven en van de ontwikkeling van de maatschappij. Verre van zich in zichzelf op te sluiten, stelt zo het gezin zich krachtens zijn intieme roeping open voor andere gezinnen en voor de maatschappij en neemt het zijn sociale taak op zich.” Familiaris Consortio [[267|42]] Volgens deze gedachtegang stelt de speciale vergadering voor Afrika vast dat het doel van de evangelisering de opbouw is van kerk als familie van God, een vooruitlopen, zij het op onvolmaakte wijze, op het Rijk Gods op aarde. De christelijke gezinnen van Afrika zullen dan werkelijke ‘huiskerken’ worden die bijdragen tot de groei van de samenleving naar een broederlijker leven. Zo zullen de Afrikaanse samenlevingen door het evangelie van gedaante veranderen.
Referenties naar alinea 85: 0
Geen referenties naar deze alineaExtra opties voor deze alinea
Kopieer alinea-URL naar klembord Reageer op deze alinea Deel op social media- HOOFDSTUK 5 'U zult mijn getuigen zijn in Afrika'
86
Getuigenis en heiligheid
Alle uitdagingen waarover tot hiertoe is gesproken, bewijzen hoezeer de Speciale Vergadering voor Afrika van de Bisschoppensynode gelegen kwam: de kerk van Afrika staat voor een geweldige taak, waaraan iedereen zijn medewerking moet verlenen. Centraal element daarvan is het getuigenis. Christus doet een beroep op zijn volgelingen in Afrika en geeft hun de opdracht die Hij bij zijn hemelvaart aan zijn apostelen toevertrouwde: “U zult mijn getuigen zijn” (Hand. 1, 8) [b:Hand. 1, 8] in Afrika.
Alle uitdagingen waarover tot hiertoe is gesproken, bewijzen hoezeer de Speciale Vergadering voor Afrika van de Bisschoppensynode gelegen kwam: de kerk van Afrika staat voor een geweldige taak, waaraan iedereen zijn medewerking moet verlenen. Centraal element daarvan is het getuigenis. Christus doet een beroep op zijn volgelingen in Afrika en geeft hun de opdracht die Hij bij zijn hemelvaart aan zijn apostelen toevertrouwde: “U zult mijn getuigen zijn” (Hand. 1, 8) [b:Hand. 1, 8] in Afrika.
Referenties naar alinea 86: 0
Geen referenties naar deze alineaExtra opties voor deze alinea
Kopieer alinea-URL naar klembord Reageer op deze alinea Deel op social media
87
Door de verkondiging met woord en daad van de Blijde Boodschap ontwaakt in het hart van de mensen het verlangen naar heiligheid, het verlangen gelijkvormig te worden aan Christus. In zijn eerste brief aan de Korintiërs richt Paulus zich “tot hen die, geheiligd in Christus Jezus, tot een heilig leven zijn bestemd, samen met allen die allerwegen de naam aanroepen van Jezus Christus, hun Heer en de onze” (Hand. 1, 2) [b:Hand. 1, 2]. De prediking van het evangelie heeft ook als doel de kerk van God op te bouwen, in het licht van het koningschap dat Christus op het einde der tijden aan de Vader zal overdragen. (1 Kor. 15, 24) [[b:1 Kor. 15, 24]]
“Het binnengaan in het Rijk van God vereist een verandering in denken (metanoia) en gedrag, het vraagt een leven waarin met woord en daad getuigenis gegeven wordt, en dat in de kerk gevoed wordt door het ontvangen van de sacramenten, met name van de eucharistie, het sacrament van het heil.” Propositiones van de 1e Bijzondere Bisschoppensynode over Afrika [[4197|(5)]]
De inculturatie waardoor het geloof in het leven van de mensen en de gemeenschap waartoe zij behoren, doordringt is ook een weg naar heiligheid. Juist zoals bij de menswording Christus de menselijke natuur heeft aangenomen met uitzondering van de zonde, neemt de christelijke boodschap door de inculturatie de waarden in zich op van de samenleving waaraan zij wordt verkondigd, met terzijde laten van wat door zonde is getekend. Als een kerkelijke gemeenschap de positieve waarden van een bepaalde cultuur in zich weet op te nemen, wordt de inculturatie het instrument waardoor de gemeenschap zich open stelt voor de christelijke heiligheid. Een met wijsheid geleide inculturatie zuivert en verheft de culturen van de verschillende volkeren.
In dit opzicht is voor de liturgie een belangrijke rol weggelegd. De liturgie is een doeltreffende manier om de heilsgeheimen te verkondigen en te beleven, en als zodanig kan ze werkelijk bijdragen tot het verheffen en verrijken van de eigen uitingen van de cultuur van een bepaald volk. Het zal dus de taak van het competent gezag zijn om, met artistiek waardevolle voorbeelden voor ogen, te zorgen voor de inculturatie van die liturgische elementen die in het licht van de geldende normen veranderd kunnen worden. vgl: Propositiones van de 1e Bijzondere Bisschoppensynode over Afrika [[[4197|(34)]]]
“Het binnengaan in het Rijk van God vereist een verandering in denken (metanoia) en gedrag, het vraagt een leven waarin met woord en daad getuigenis gegeven wordt, en dat in de kerk gevoed wordt door het ontvangen van de sacramenten, met name van de eucharistie, het sacrament van het heil.” Propositiones van de 1e Bijzondere Bisschoppensynode over Afrika [[4197|(5)]]
De inculturatie waardoor het geloof in het leven van de mensen en de gemeenschap waartoe zij behoren, doordringt is ook een weg naar heiligheid. Juist zoals bij de menswording Christus de menselijke natuur heeft aangenomen met uitzondering van de zonde, neemt de christelijke boodschap door de inculturatie de waarden in zich op van de samenleving waaraan zij wordt verkondigd, met terzijde laten van wat door zonde is getekend. Als een kerkelijke gemeenschap de positieve waarden van een bepaalde cultuur in zich weet op te nemen, wordt de inculturatie het instrument waardoor de gemeenschap zich open stelt voor de christelijke heiligheid. Een met wijsheid geleide inculturatie zuivert en verheft de culturen van de verschillende volkeren.
In dit opzicht is voor de liturgie een belangrijke rol weggelegd. De liturgie is een doeltreffende manier om de heilsgeheimen te verkondigen en te beleven, en als zodanig kan ze werkelijk bijdragen tot het verheffen en verrijken van de eigen uitingen van de cultuur van een bepaald volk. Het zal dus de taak van het competent gezag zijn om, met artistiek waardevolle voorbeelden voor ogen, te zorgen voor de inculturatie van die liturgische elementen die in het licht van de geldende normen veranderd kunnen worden. vgl: Propositiones van de 1e Bijzondere Bisschoppensynode over Afrika [[[4197|(34)]]]
Referenties naar alinea 87: 0
Geen referenties naar deze alineaExtra opties voor deze alinea
Kopieer alinea-URL naar klembord Reageer op deze alinea Deel op social media- Artikel 1 Wie het evangelie verkondigen
88
Evangelisering vereist bemiddelaars. Want “hoe kan men Hem aanroepen zonder in Hem te geloven? Hoe in Hem geloven zonder van Hem te hebben gehoord? Hoe kan men van Hem horen, als niemand Hem verkondigt. En hoe zullen zij Hem verkondigen, als zij niet zijn gezonden?” (Rom. 10, 14-15) [b:Rom. 10, 14-15]. Alleen met medewerking van alle gelovigen van iedere stand of rang in de plaatselijke en universele kerk kan de verkondiging van het evangelie werkelijk volledig tot stand komen. Het is dus de taak van de lokale kerk, de particuliere kerk die aan de verantwoordelijkheid van de bisschop is toevertrouwd, om alles wat op het gebied van de evangelisering gebeurt te coördineren door de gelovigen bijeen te brengen en hen door het werk van priesters en diakens in het geloof te bevestigen, alsook door ieder van hen te ondersteunen in het vervullen van zijn of haar eigen zending. Het diocees dient daartoe te zorgen voor de structuren die voor ontmoeting, dialoog en organisatie vereist zijn. Door gebruik te maken van deze structuren zal de bisschop geschikte leiding kunnen geven aan het werk van priesters, religieuzen en leken, met eerbiediging van ieders gaven en charisma’s, om hen in dienst te stellen van een aangepaste en dynamische pastoraal. De verschillende door het kerkelijk recht voorgeschreven raden zullen daarbij een goede dienst kunnen verlenen.
Referenties naar alinea 88: 0
Geen referenties naar deze alineaExtra opties voor deze alinea
Kopieer alinea-URL naar klembord Reageer op deze alinea Deel op social media- Paragraaf 1 Levende kerkelijke gemeenschappen
89
Vanaf het begin hebben de synodevaders ingezien dat, wil de ‘kerk als familie’ als kerk tot haar volle recht kunnen komen, zij zich dient te vertakken in gemeenschappen die klein genoeg zijn om menselijke betrekkingen mogelijk te maken. De speciale vergadering heeft de kenmerken van deze gemeenschappen in het kort beschreven: ze dienen allereerst de plaats te zijn waar ze zelf geëvangeliseerd worden om vervolgens de Blijde Boodschap naar anderen uit te dragen; het zullen dus plaatsen zijn waar gebeden wordt en geluisterd naar het Woord van God, waar de leden voor hun eigen verantwoordelijkheden worden gesteld, waar men een kerkelijk leven leert leiden, waar men zich in het licht van het evangelie op allerlei menselijke vraagstukken bezint. En men zal vooral trachten te leven volgens de universele liefde van Christus die verder reikt dan alle enge grenzen van de natuurlijke solidariteit binnen kleine kring, binnen de stam of binnen andere belangengroepen. vgl: Propositiones van de 1e Bijzondere Bisschoppensynode over Afrika [[[4197|(9)]]]
Referenties naar alinea 89: 0
Geen referenties naar deze alineaExtra opties voor deze alinea
Kopieer alinea-URL naar klembord Reageer op deze alinea Deel op social media- Paragraaf 2 Leken
90
De leken moeten gestimuleerd worden om hun rol in de kerk steeds beter te beseffen en daardoor te voldoen aan hun specifieke opdracht van gedoopte en gevormde mensen, zoals dit uiteen is gezet in de postsynodale apostolische Exhortatie Christifideles laici [692] vgl: Christifideles laici [[[692|45-56]]] en in de Encycliek Redemptoris Missio [4]. vgl: Redemptoris Missio [[[4|71-74]]] Daartoe dienen de leken te worden gevormd, door het stichten van scholen of centra voor Bijbelse en pastorale vorming. Zo ook moeten de christenen die met beslissingsmacht zijn bekleed, zorgvuldig worden voorbereid op hun politieke, economische en sociale werk, door een grondige vorming in de sociale leer van de kerk, zodat zij op de plaats waar zij werken, trouwe getuigen zullen zijn van het evangelie. vgl: Propositiones van de 1e Bijzondere Bisschoppensynode over Afrika [[[4197|(12)]]]
Referenties naar alinea 90: 0
Geen referenties naar deze alineaExtra opties voor deze alinea
Kopieer alinea-URL naar klembord Reageer op deze alinea Deel op social media- Paragraaf 3 Catechisten
91
“De rol van de catechisten is van doorslaggevende betekenis geweest, en is dat nog steeds, voor de vestiging en uitbreiding van de kerk in Afrika. De synode dringt erop aan dat de catechisten niet enkel een gezonde initiële vorming krijgen…., maar dat zij ook een vorming blijven ontvangen op leerstellig gebied, en dat zij moreel en geestelijk gesteund worden.” Propositiones van de 1e Bijzondere Bisschoppensynode over Afrika [[4197|(13)]] Zowel bisschoppen als priesters dienen hun catechisten aandachtig te volgen, en te zorgen voor behoorlijke omstandigheden voor hun leven en werken, zodat zij hun taak goed kunnen vervullen. De verantwoordelijkheid van de catechist moet binnen de christelijke gemeente worden erkend en geëerbiedigd.
Referenties naar alinea 91: 0
Geen referenties naar deze alineaExtra opties voor deze alinea
Kopieer alinea-URL naar klembord Reageer op deze alinea Deel op social media- Paragraaf 4 Gezin
92
De synode heeft uitdrukkelijk gevraagd ervoor te zorgen dat ieder Afrikaans Christelijk gezin “bij uitstek een plaats wordt van evangelische getuigenis”, Herinnering aan de pelgrimsreis naar Portugal [[3197|(14)]] een werkelijke ‘huiskerk’, Lumen Gentium [[617|2]] een gemeenschap die gelooft en het evangelie doet kennen, vgl: Familiaris Consortio [[[267|52]]] een gemeenschap die in gesprek is met God, vgl: Familiaris Consortio [[[267|55]]] en een gemeenschap die de mens edelmoedig wil dienen. vgl: Familiaris Consortio [[[267|62]]] “In het gezin zijn de ouders door woord en voorbeeld voor hun kinderen de eerste geloofsverkondigers.” Catechismus van de Katholieke Kerk [[1|1656]] “Dit is de bevoorrechte plaats waar het in de doop verleende priesterschap van de huisvader, de moeder, de kinderen en alle leden van het gezin, uitgeoefend kan worden ‘in het ontvangen van de sacramenten, in het gebed en de dankzegging, in het getuigenis van een heilig leven, in de onthechting en de daadwerkelijke liefde’. De huiselijke haard is bijgevolg de eerste school voor het christelijk leven en ‘een school voor een rijkere menselijkheid’.” Catechismus van de Katholieke Kerk [[1|1657]] De ouders dienen te zorgen voor de christelijke opvoeding van hun kinderen. Met de hulp van degelijke, open en toegewijde christelijke gezinnen zullen de diocesen een programma opstellen voor het gezinsapostolaat binnen het kader van de gehele pastoraal. Als ‘huiskerk’ die gebouwd is op de stevige culturele grondslag en de rijke traditionele waarden van het Afrikaanse gezin, is het christelijke gezin geroepen om een krachtige kern te zijn van christelijke getuigenis, in een samenleving die gekenmerkt wordt door snelle en ingrijpende veranderingen. De synode gevoelde zich met name verplicht tot het doen van deze oproep in het kader van het Jaar van het Gezin dat de kerk op dat moment samen met de hele internationale gemeenschap vierde.
Referenties naar alinea 92: 0
Geen referenties naar deze alineaExtra opties voor deze alinea
Kopieer alinea-URL naar klembord Reageer op deze alinea Deel op social media- Paragraaf 5 Jongeren
93
De kerk in Afrika beseft heel goed dat de jeugd niet alleen het heden maar vooral de toekomst van de mensheid vertegenwoordigt. Jongeren moeten dus geholpen worden om wat hun ontplooiing in de weg staat te overwinnen, zoals analfabetisme, werkloosheid, honger en drugs. vgl: Propositiones van de 1e Bijzondere Bisschoppensynode over Afrika [[[4197|(15)]]] En om aan die moeilijkheden het hoofd te bieden, moet van jonge mensen worden gevraagd dat zij in hun kring het evangelie doen kennen. Niemand zal daartoe beter in staat zijn dan zij. Voor de jongerenpastoraal moet uitdrukkelijk een plaats worden ingeruimd in de hele pastoraal van diocesen en parochies, zodat jongeren de gelegenheid wordt geboden op jeugdige leeftijd reeds te ontdekken wat het betekent zichzelf te geven, hetgeen een zeer belangrijk middel is om zich te ontplooien. vgl: Propositiones van de 1e Bijzondere Bisschoppensynode over Afrika [[[4197|(15)]]] In dit opzicht blijkt de viering van Wereldjongerendag een bij uitstek geschikt middel voor de jongerenpastoraal, die door gebed, studie en bezinning bijdraagt tot hun vorming.
Referenties naar alinea 93: 0
Geen referenties naar deze alineaExtra opties voor deze alinea
Kopieer alinea-URL naar klembord Reageer op deze alinea Deel op social media- Paragraaf 6 Godgewijde mannen en vrouwen
94
“In een ‘kerk als familie van God’ is een speciale rol weggelegd voor het godgewijde leven, niet alleen als een teken dat allen tot heiligheid zijn geroepen, maar ook om te getuigen van het broederlijk leven in de gemeenschap. Bijgevolg wordt van de godgewijden gevraagd, aan hun roeping te beantwoorden, in een geest van verbondenheid en samenwerking met hun respectievelijke bisschop, geestelijke en leken.” Propositiones van de 1e Bijzondere Bisschoppensynode over Afrika [[4197|(16)]] In de huidige situatie van de missie in Afrika is het dringend noodzakelijk de roepingen te bevorderen tot het beschouwende en actieve religieuze leven. De kandidaten moeten met zorg worden gekozen en men zal zorgen dat zij goed als mens worden gevormd, en dat zij een degelijke opleiding ontvangen op geestelijk en leerstellig, op apostolisch, missionair, Bijbels en theologisch gebied. Deze vorming zal in de loop der jaren voortdurend en regelmatig moeten worden bijgesteld. Bij het stichten van nieuwe religieuze instituten dient men met wijsheid en kritische aandacht te werk gaan, en zich te houden aan de criteria die door Tweede Vaticaans Concilie [d:4] en de geldende kerkelijke wetten zijn aangegeven. vgl: Ad Gentes Divinitus [[[703|18]]] vgl: Perfectae Caritatis [[[677|19]]] Nadat ze zijn gesticht, moeten deze instituten worden geholpen bij het verwerven van hun juridische status en bij het zelfstandig beheren van hun financiën en eigen werken Na te hebben gesteld dat de “religieuze instituten die geen huizen bezitten in Afrika, niet gerechtigd zijn daar nieuwe roepingen te werven zonder een voorafgaand gesprek met de plaatselijke ordinaris”, Propositiones van de 1e Bijzondere Bisschoppensynode over Afrika [[4197|(16)]] heeft de synodevergadering vervolgens de leiders van de plaatselijke kerken en ook de oversten van de instituten van godgewijd leven en de sociëteiten van apostolisch leven gevraagd de dialoog met elkaar te bevorderen, opdat er, in de geest van de ‘kerk als familie’, gemengde overleggroepen worden opgericht als getuigenis van broederlijkheid en als teken van eenheid in de dienst van de gemeenschappelijke zending. vgl: Propositiones van de 1e Bijzondere Bisschoppensynode over Afrika [[[4197|(22)]]] Met het oog daarop hebben de synodevaders mij verzocht zo nodig bepaalde punten uit het document Mutuae relationes [1230] Mutuae relationes [[1230|(473-506)]] te willen herzien, opdat de plaats van het religieuze leven in de plaatselijke kerk beter wordt omschreven. vgl: Propositiones van de 1e Bijzondere Bisschoppensynode over Afrika [[[4197|(22)]]]
Referenties naar alinea 94: 0
Geen referenties naar deze alineaExtra opties voor deze alinea
Kopieer alinea-URL naar klembord Reageer op deze alinea Deel op social media- Paragraaf 7 Toekomstige priesters
95
De synodevaders hebben gesteld dat “men in deze tijd meer dan ooit ervoor dient te zorgen dat onze toekomstige priesters gevormd worden in de echte culturele waarden van hun land, in het besef van oprechtheid, verantwoordelijkheid en van de betekenis van het gegeven woord. Hun vorming dient zodanig te zijn dat zij de eigenschappen verkrijgen die gevraagd worden van de vertegenwoordigers van Christus, van de ware dienaars en voorgangers van de christelijke gemeenschap…, zodat zij priesters worden met een degelijk en dienstbaar geestelijk leven, toegewijd aan de verkondiging van het evangelie, in staat om de goederen van de kerk goed en eerlijk te beheren, en een eenvoudig leven te leiden dat past bij hun milieu”. Propositiones van de 1e Bijzondere Bisschoppensynode over Afrika [[4197|(18)]] Zonder tekort te willen doen aan de eigen tradities van de Oosterse kerken, dienen de seminaristen te worden opgevoed tot “een affectieve volwassenheid en tot het verkrijgen van het helder inzicht en de vaste overtuiging dat voor de priester het celibaat en de kuisheid onverbrekelijk met elkaar zijn verbonden”; Propositiones van de 1e Bijzondere Bisschoppensynode over Afrika [[4197|(18)]] daarnaast “dient hun een goed inzicht te worden bijgebracht in de betekenis en de plaats van de toewijding aan Christus in het priesterschap”. Propositiones van de 1e Bijzondere Bisschoppensynode over Afrika [[4197|(18)]]
Referenties naar alinea 95: 0
Geen referenties naar deze alineaExtra opties voor deze alinea
Kopieer alinea-URL naar klembord Reageer op deze alinea Deel op social media- Paragraaf 8 Diakens
96
Waar de pastorale situatie zich leent tot hoogachting en begrip voor dit aloude ambt in de kerk, dienen de bisschoppenconferenties en -vergaderingen te onderzoeken welke de beste manier is om het permanente diaconaat te bevorderen en te stimuleren “als gewijd ambt en ook als instrument voor de evangelieverkondiging”. Propositiones van de 1e Bijzondere Bisschoppensynode over Afrika [[4197|(17)]] Op plaatsen waar er reeds diakens zijn, zal men ervoor zorgen dat hun vorming methodisch en volledig wordt bijgesteld.
Referenties naar alinea 96: 0
Geen referenties naar deze alineaExtra opties voor deze alinea
Kopieer alinea-URL naar klembord Reageer op deze alinea Deel op social media- Paragraaf 9 Priesters
97
In grote erkentelijkheid jegens alle priesters - de diocesane priesters zowel als de leden van de instituten – voor het apostolisch werk dat zij verrichten, en zich bewust van de eisen die de evangelisering van de volkeren van Afrika en Madagaskar stelt, heeft de synode de priesters aangespoord tot “trouw aan hun roeping door zichzelf geheel aan hun zending te geven in volle verbondenheid met hun bisschop”. Propositiones van de 1e Bijzondere Bisschoppensynode over Afrika [[4197|(20)]]
Van hun kant dienen de bisschoppen te zorgen voor de permanente vorming van de priesters, met name in de eerste jaren van hun bediening, vgl: Pastores Dabo Vobis [[[724|70-77]]] en moeten zij hen helpen om de betekenis van het celibaat dieper te verstaan en daarin trouw te volharden, “waarbij zij erkennen hoe groot deze aan hen door de Vader geschonken gave is, die de Heer zo openlijk heeft geprezen, terwijl ze de grote geheimen voor ogen houden die door het celibaat worden aangeduid en voltrokken”. vgl: Presbyterorum Ordinis [[[704|16]]]
Bij deze vorming dient men ook aandacht te besteden aan de gezonde waarden van het leefmilieu van de priesters. Het is daarnaast goed erop te wijzen dat Tweede Vaticaans Concilie [d:4] de priesters gestimuleerd heeft tot “een zeker gemeenschappelijk leven”, dat wil zeggen tot een of andere vorm van gemeenschapsleven, al naargelang hun concrete persoonlijke en pastorale behoeften. Dat zal een gunstige bijdrage zijn voor hun geestelijk en intellectueel leven, hun apostolische en pastorale activiteiten, hun onderlinge liefde en hun zorg voor elkaar, met name voor priesters die bejaard of ziek zijn, of die in moeilijkheden verkeren. vgl: Presbyterorum Ordinis [[[704|8]]]
Van hun kant dienen de bisschoppen te zorgen voor de permanente vorming van de priesters, met name in de eerste jaren van hun bediening, vgl: Pastores Dabo Vobis [[[724|70-77]]] en moeten zij hen helpen om de betekenis van het celibaat dieper te verstaan en daarin trouw te volharden, “waarbij zij erkennen hoe groot deze aan hen door de Vader geschonken gave is, die de Heer zo openlijk heeft geprezen, terwijl ze de grote geheimen voor ogen houden die door het celibaat worden aangeduid en voltrokken”. vgl: Presbyterorum Ordinis [[[704|16]]]
Bij deze vorming dient men ook aandacht te besteden aan de gezonde waarden van het leefmilieu van de priesters. Het is daarnaast goed erop te wijzen dat Tweede Vaticaans Concilie [d:4] de priesters gestimuleerd heeft tot “een zeker gemeenschappelijk leven”, dat wil zeggen tot een of andere vorm van gemeenschapsleven, al naargelang hun concrete persoonlijke en pastorale behoeften. Dat zal een gunstige bijdrage zijn voor hun geestelijk en intellectueel leven, hun apostolische en pastorale activiteiten, hun onderlinge liefde en hun zorg voor elkaar, met name voor priesters die bejaard of ziek zijn, of die in moeilijkheden verkeren. vgl: Presbyterorum Ordinis [[[704|8]]]
Referenties naar alinea 97: 0
Geen referenties naar deze alineaExtra opties voor deze alinea
Kopieer alinea-URL naar klembord Reageer op deze alinea Deel op social media- Paragraaf 10 Bisschoppen
98
De bisschoppen zelf zullen de kerk, die God zich heeft verworven met het bloed van zijn eigen Zoon, met grote toewijding weiden, en zo de hun door de Heilige Geest toevertrouwde taak vervullen. (Hand. 20, 28) [[b:Hand. 20, 28]] Overeenkomstig de aansporing van het concilie zullen zij “hun apostolisch ambt zo uitoefenen, dat zij zich daarbij gedragen als getuigen van Christus voor alle mensen”. Christus Dominus [[646|2]] In vertrouwvolle samenwerking met het presbyterium en de andere pastorale werkers oefenen zij, in eigen verantwoordelijkheid, de onvervangbare dienst der eenheid in liefde uit door met grote zorg hun taak van onderrichten, heiligen en besturen te vervullen. Daarnaast zullen zij hun theologische ontwikkeling verdiepen en hun geestelijk leven versterken door zoveel mogelijk deel te nemen aan bijeenkomsten voor aggiornamento en vorming die door de bisschoppenconferenties of de Apostolische Stoel worden georganiseerd. vgl: Propositiones van de 1e Bijzondere Bisschoppensynode over Afrika [[[4197|(21)]]] Met name zullen zij bedenken wat Gregorius de Grote heeft gezegd, namelijk dat de herder het licht is van zijn gelovigen allereerst door een voorbeeldig zedelijk leven dat gekenmerkt wordt door heiligheid. vgl: VIII, 33: PL 77, 935 [[[3252]]]
Referenties naar alinea 98: 0
Geen referenties naar deze alineaExtra opties voor deze alinea
Kopieer alinea-URL naar klembord Reageer op deze alinea Deel op social media- Artikel 2 Structuren voor de evangelieverkondiging
99
Het is verheugend en bemoedigend te constateren dat de “lekengelovigen in toenemende mate betrokken worden bij de zending van de kerk in Afrika en op Madagaskar”, hetgeen met name te danken is aan “de dynamische Bewegingen voor Katholieke Actie, de apostolische verenigingen en de nieuwe spiritualiteitsbewegingen. De synodevaders hebben hun levendige hoop uitgesproken dat deze geestdrift mag doorgaan en zich verspreiden onder alle leken, volwassenen, jongelui en kinderen”. Propositiones van de 1e Bijzondere Bisschoppensynode over Afrika [[4197|(23)]] vgl: Relation ante Disceptationem [[[4252|(11)]]]
Referenties naar alinea 99: 0
Geen referenties naar deze alineaExtra opties voor deze alinea
Kopieer alinea-URL naar klembord Reageer op deze alinea Deel op social media- Paragraaf 1 Parochies
100
Naar haar aard is de parochie voor de gelovigen de plaats waar zij leven en hun eredienst vieren. Daar kunnen zij de initiatieven nemen en ten uitvoer leggen die het geloof en de liefde van de christelijke gemeenschap hun ingeven. De parochie is de plaats waar de verbondenheid zichtbaar wordt van de verschillende groepen en bewegingen die er geestelijke steun en materiële bijstand vinden. Priesters en leken dienen ervoor te zorgen dat het parochieleven in goede saamhorigheid verloopt, daarmee de ‘kerk als familie’ zichtbaar makend waarin allen “zich ernstig toeleggen op de leer van de apostelen, trouw blijven aan het gemeenschappelijk leven en ijverig in het breken van het brood en in het gebed” (Hand. 2, 42) [b:Hand. 2, 42].
Referenties naar alinea 100: 0
Geen referenties naar deze alineaExtra opties voor deze alinea
Kopieer alinea-URL naar klembord Reageer op deze alinea Deel op social media- Paragraaf 2 Bewegingen en verenigingen
101
Ook de apostolische bewegingen en godsdienstige verenigingen zullen gericht zijn op de broederlijke eenheid als een levend getuigenis van het evangelie. Daar vinden de lekengelovigen immers een uitstekende gelegenheid om gist te zijn in het deeg, (Mt. 13, 33) [[b:Mt. 13, 33]] vooral met het volgens Gods plan beheren van de tijdelijke goederen en de strijd voor menselijke waardigheid, gerechtigheid en vrede.
Referenties naar alinea 101: 0
Geen referenties naar deze alineaExtra opties voor deze alinea
Kopieer alinea-URL naar klembord Reageer op deze alinea Deel op social media- Paragraaf 3 Scholen
102
“De katholieke scholen zijn de plaats voor zowel evangelisering als voor algehele opvoeding en inculturatie, de plaats ook waar geleerd wordt de levensdialoog te voeren met jonge mensen van andere godsdiensten en met een andere sociale achtergrond.” Propositiones van de 1e Bijzondere Bisschoppensynode over Afrika [[4197|(24)]] Daarom zal de kerk in Afrika en op Madagaskar zich inzetten voor “onderwijs voor iedereen” Propositiones van de 1e Bijzondere Bisschoppensynode over Afrika [[4197|(24)]] binnen de katholieke school, zonder daarbij “de christelijke opvoeding van leerlingen op niet-katholieke scholen” te verwaarlozen. “Aan de studenten op de universiteiten dient een programma van religieuze vorming te worden geboden dat aan het niveau van hun studie is aangepast.” Propositiones van de 1e Bijzondere Bisschoppensynode over Afrika [[4197|(24)]] Dit alles veronderstelt dat de opvoeders zelf op menselijk, cultureel en godsdienstig gebied gevormd zijn.
Referenties naar alinea 102: 1
Opvoeden tot interculturele dialoog in katholieke scholen. Leven in harmonie voor een beschaving van liefde ->=geentekst=Extra opties voor deze alinea
Kopieer alinea-URL naar klembord Reageer op deze alinea Deel op social media- Paragraaf 4 Universiteiten en hogescholen
103
“Bij de verkondiging van Gods heilbrengend Woord is een belangrijke rol weggelegd voor de katholieke universiteiten en hogescholen in Afrika. Ze zijn een teken van de groei van de kerk in zoverre zij de waarheden en ervaringen van het geloof in hun wetenschappelijk werk integreren en de mensen helpen om deze tot hun levend bezit te maken. Ook dienen ze de kerk door te zorgen voor goed opgeleid personeel, door belangrijke theologische en sociale vraagstukken te bestuderen, door een Afrikaanse theologie te ontwikkelen, door met name bij de liturgieviering de inculturatie te bevorderen, door het publiceren van boeken en het uitdragen van het katholieke gedachtegoed, door het verrichten van alle wetenschappelijk onderzoek dat hun door de bisschoppen wordt toevertrouwd, en door een bijdrage te leveren aan wetenschappelijke bestudering van de culturen.” Propositiones van de 1e Bijzondere Bisschoppensynode over Afrika [[4197|(25)]] Nu er op het continent overal ingrijpende sociale veranderingen plaats vinden, kan het christelijk geloof nuttig licht werpen op de Afrikaanse maatschappij. “De katholieke culturele centra bieden de kerk de gelegenheid op het terrein van de culturele verandering acte de présence te geven en invloed uit te oefenen. Ze vormen immers een publieke tribune waardoor ze in een creatieve dialoog de christelijke overtuigingen kunnen uitdragen over de mens, over vrouw, gezin, werk, economie, maatschappij, politiek, internationaal leven, milieu.” Propositiones van de 1e Bijzondere Bisschoppensynode over Afrika [[4197|(26)]] Ze zijn ook plaatsen van bereidheid om te luisteren, van respect en van verdraagzaamheid.
Referenties naar alinea 103: 0
Geen referenties naar deze alineaExtra opties voor deze alinea
Kopieer alinea-URL naar klembord Reageer op deze alinea Deel op social media- Paragraaf 5 Materiële middelen
104
Met het oog op dit alles is het noodzakelijk, zo zeggen de synodevaders nadrukkelijk, dat iedere christelijke gemeenschap zoveel mogelijk in de eigen behoeften weet te voorzien. vgl: Ad Gentes Divinitus [[[703|15]]] Naast mankracht vraagt de evangelisering dus ook aanzienlijke materiële en financiële middelen, waarover de diocesen vaak bij lange na niet in voldoende mate beschikken. Het is dus dringend noodzakelijk dat de particuliere kerken in Afrika ernaar streven zo spoedig mogelijk in hun eigen behoeften te kunnen voorzien en te zorgen voor financiële onafhankelijkheid. Ik richt daarom het klemmend verzoek tot de bisschoppenconferenties, de diocesen en alle christelijke gemeenschappen in de kerken van het continent dat ieder ervoor zorgt meer en meer selfsupporting te worden. Anderzijds roep ik de zusterkerken van de wereld op, de Pauselijke Missiewerken met groter edelmoedigheid te steunen en het door hun hulporganisaties mogelijk te maken dat aan de noodlijdende diocesen financiële middelen worden verschaft, bestemd voor investeringen in projecten die inkomsten kunnen opleveren ten behoeve van de toenemende financiële onafhankelijkheid van onze kerken. vgl: Propositiones van de 1e Bijzondere Bisschoppensynode over Afrika [[[4197|(27)]]] Maar men mag niet eraan voorbijgaan dat een kerk op materieel en financieel gebied alleen dan onafhankelijk zal kunnen worden wanneer de haar toevertrouwde bevolking niet in uiterste ellende leeft.
Referenties naar alinea 104: 0
Geen referenties naar deze alineaExtra opties voor deze alinea
Kopieer alinea-URL naar klembord Reageer op deze alinea Deel op social media- HOOFDSTUK 6 Opbouwen van het Rijk van God
- === Inleiding
- Paragraaf 1 Rijk van gerechtigheid en vrede
105
De opdracht die Jezus bij zijn hemelvaart aan zijn leerlingen gaf, is door alle eeuwen heen en overal ter wereld gericht tot de kerk van God. Ook de ‘kerk als familie van God’ in Afrika moet van Christus getuigen door vrede en gerechtigheid op het continent en in de hele wereld te bevorderen. “Zalig die vrede brengen, want zij zullen kinderen van God genoemd worden. Zalig die vervolgd worden om de gerechtigheid, want hun behoort het Rijk der hemelen” (Mt. 5, 9-10) [b:Mt. 5, 9-10], zo zegt de Heer. Het getuigenis van de kerk moet gepaard gaan met de vastberaden inzet van ieder afzonderlijk lid van dat volk van God voor gerechtigheid en solidariteit. Dat is in het bijzonder belangrijk voor de leken die een openbaar ambt bekleden, want dit getuigenis vereist een blijvende instelling van geest en levenswijze die overeenstemmen met het christelijk geloof.
Referenties naar alinea 105: 0
Geen referenties naar deze alineaExtra opties voor deze alinea
Kopieer alinea-URL naar klembord Reageer op deze alinea Deel op social media- Paragraaf 2 Kerkelijk aspect van het getuigenis
106
De synodevaders hebben gewezen op de kerkelijke aspecten van dit getuigenis en zij hebben plechtig verklaard: “De kerk moet haar profetische rol blijven spelen en zij moet stem geven aan hen die geen stem hebben.” Propositiones van de 1e Bijzondere Bisschoppensynode over Afrika [[4197|(45)]] Maar om dit daadwerkelijk te kunnen doen moet de kerk, als geloofsgemeenschap, in haar eigen structuren en in de onderlinge betrekkingen tussen haar leden krachtig blijk geven van gerechtigheid en vrede. De Boodschap van de synode stelt moedig vast: “De kerken in Afrika hebben ook erkend dat binnen henzelf de gerechtigheid tegenover de mensen die haar dienen, niet steeds wordt geëerbiedigd. Als de kerk moet getuigen van gerechtigheid, dan zal ieder die de mensen over gerechtigheid durft spreken, ook moeten trachten in de ogen van die mensen rechtvaardig te zijn. Daarom is het noodzakelijk de procedures, bezittingen en levensstijl van de kerk nauwkeurig te onderzoeken.” Boodschap van de Synode over Afrika [[4255|(43)]] Het apostolaat met betrekking tot de bevordering van de gerechtigheid, met name het opkomen voor de mensenrechten, mag niet aan het toeval worden overgelaten. Ik ben mij ervan bewust dat in talrijke landen van Afrika de waardigheid en de mensenrechten op grove wijze worden geschonden; daarom vraag ik de bisschoppenconferenties daar waar nog geen commissies zijn voor gerechtigheid en vrede, deze op verschillende niveaus in te stellen. Ze zullen de christelijke gemeenschappen bewust maken van hun evangelische verantwoordelijkheden op het punt van de verdediging van de mensenrechten. vgl: Propositiones van de 1e Bijzondere Bisschoppensynode over Afrika [[[4197|(46)]]]
Referenties naar alinea 106: 0
Geen referenties naar deze alineaExtra opties voor deze alinea
Kopieer alinea-URL naar klembord Reageer op deze alinea Deel op social media
107
Als de verkondiging van gerechtigheid en vrede een wezenlijk onderdeel is van de opdracht tot evangelieverkondiging, volgt daaruit dat het bevorderen van die waarden ook een onderdeel moet zijn van het pastoraal plan van iedere christelijke gemeenschap. Daarom benadruk ik dat allen die pastorale arbeid verrichten, goed op dit apostolaat moeten worden voorbereid: “Bij de vorming van de geestelijkheid, de religieuzen en de leken dient nadruk gelegd te worden op de sociale leer van de kerk. Ieder dient naar zijn rang en stand zijn rechten en plichten te leren kennen, de betekenis van en de dienst aan het algemeen belang, het eerlijk beheren van het openbaar eigendom, de eigen deelname aan het politieke leven, zodat hij op geloofwaardige wijze tegen sociaal onrecht kan optreden.” Propositiones van de 1e Bijzondere Bisschoppensynode over Afrika [[4197|(47)]] Als organisatie binnen de gemeenschap en het land heeft de kerk het recht en de plicht volledig met alle haar ten dienste staande middelen mee te werken aan de opbouw van een rechtvaardige en vreedzame samenleving. Hierbij moet haar apostolaat vermeld worden op het gebied van onderwijs, gezondheidszorg, maatschappelijke bewustwording en andere programma’s van maatschappelijk hulpbetoon. In zoverre deze activiteiten de onwetendheid verminderen, de gezondheid verbeteren, allen meer betrekken bij het in vrijheid en medeverantwoordelijkheid oplossen van de problemen van de samenleving, schept de kerk de voorwaarden voor grotere gerechtigheid en vrede.
Referenties naar alinea 107: 0
Geen referenties naar deze alineaExtra opties voor deze alinea
Kopieer alinea-URL naar klembord Reageer op deze alinea Deel op social media- Paragraaf 3 Het zout der aarde
108
In de pluralistische samenleving van onze tijd heeft de kerk vooral dankzij de inzet van de katholieke leken in het openbare leven de grootste invloed. Of zij nu geschoolde arbeider zijn of leraar, zakenman of ambtenaar, veiligheidsbeambte of politicus, steeds verwacht men van katholieken dat zij in hun dagelijkse bezigheden blijk geven van goedheid, waarachtigheid, rechtvaardigheid en liefde voor God. “Het is de taak van de gelovige leek….zout der aarde en licht van de wereld te zijn in de sleur van het dagelijks leven en met name op al die gebieden waartoe hij alleen toegang heeft.” Boodschap van de Synode over Afrika [[4255|(57)]]
Referenties naar alinea 108: 0
Geen referenties naar deze alineaExtra opties voor deze alinea
Kopieer alinea-URL naar klembord Reageer op deze alinea Deel op social media- Paragraaf 4 Samenwerking met andere gelovigen
109
De plicht zich te wijden aan de ontwikkeling van de volkeren is niet enkel een individuele en nog minder een individualistische plicht, als zou deze alleen door ieders afzonderlijke inspanningen vervuld kunnen worden. Het is een verantwoordelijkheid voor iedere man en iedere vrouw en ook voor iedere maatschappij en ieder volk. In het bijzonder is het een verplichting voor de rooms-katholieke kerk, de andere kerken en kerkelijke gemeenschappen waarmee de katholieken op dit gebied graag willen samenwerken. vgl: Ut Unum Sint [[[73|40]]] In die zin verklaren de katholieken dat zij bereid zijn met de door hun christelijke broeders en zusters genomen initiatieven mee te werken en graag op de uitnodiging daartoe zullen ingaan, juist zoals zij aan hen vraagt te willen meedoen met haar eigen initiatieven. Om de volledige menselijke ontwikkeling te bevorderen kunnen de katholieken veel dingen doen in samenwerking met de gelovigen van andere godsdiensten, zoals dat overigens op allerlei plaatsen reeds gebeurt. vgl: Sollicitudo Rei Socialis [[[350|32]]]
Referenties naar alinea 109: 0
Geen referenties naar deze alineaExtra opties voor deze alinea
Kopieer alinea-URL naar klembord Reageer op deze alinea Deel op social media- Paragraaf 5 Een goed beheer van de openbare aangelegenheden
110
Eenstemmig hebben de synodevaders erkend dat, om te komen tot vrede en gerechtigheid in Afrika, in de eerste plaats een goed beheer noodzakelijk is van de openbare aangelegenheden op de met elkaar verweven gebieden van economie en politiek. De oorsprong van sommige problemen ligt buiten hun continent en daarom hebben de nationale leiders daar niet volledig vat op. Maar de speciale vergadering erkende dat veel problemen op het continent het gevolg zijn van een vaak door corruptie besmette wijze van bestuur. Het geweten van de mensen moet wakker worden geschud, gepaard met de vaste wil om tot concrete oplossingen te komen die geen uitstel meer gedogen.
Referenties naar alinea 110: 0
Geen referenties naar deze alineaExtra opties voor deze alinea
Kopieer alinea-URL naar klembord Reageer op deze alinea Deel op social media- Paragraaf 6 De opbouw van de natie
111
Op politiek gebied stuit het moeizaam proces om een nationale eenheid op te bouwen op het Afrikaans continent op bijzondere moeilijkheden. De meeste staten zijn er pas sinds betrekkelijk kort een politieke eenheid. Er is een grote stuurmanskunst nodig om de buitengewoon grote onderlinge verschillen met elkaar te verzoenen, de van oudsher bestaande vijandige verhouding tussen etnische groepen te overwinnen en zich in te voegen in een wereldorde. Daarom heeft de speciale vergadering de Heer vurig gesmeekt dat er in Afrika heilige politieke leiders – mannen en vrouwen – mogen opstaan, dat er heilige staatshoofden mogen zijn die hun volk heel en al liefhebben en die liever dienstbaar willen zijn dan zelf te profiteren. vgl: Boodschap van de Synode over Afrika [[[4255|(15)]]]
Referenties naar alinea 111: 0
Geen referenties naar deze alineaExtra opties voor deze alinea
Kopieer alinea-URL naar klembord Reageer op deze alinea Deel op social media- Paragraaf 7 De weg van het recht
112
Een goed bestuur moet berusten op de gezonde grondslag van wetten die de rechten van de burgers beschermen en hun plichten omschrijven. vgl: Propositiones van de 1e Bijzondere Bisschoppensynode over Afrika [[[4197|(56)]]] Tot mijn grote spijt moet ik constateren dat veel landen in Afrika zuchten onder een autoritair en onderdrukkend regime dat aan de onderdanen hun persoonlijke vrijheid en de fundamentele mensenrechten onthoudt, met name de vrijheid om een vereniging te vormen en hun politieke stem te doen horen, en daarnaast het recht om door vrije en onpartijdige verkiezingen hun regeringsleiders te kiezen. Dat soort politiek onrecht veroorzaakt spanningen die vaak in gewapende conflicten en burgeroorlogen ontaarden, met ernstige gevolgen zoals hongersnood, epidemieën, verwoesting, om maar niet te spreken van de bloedbaden en de schandalige vluchtelingentragedie. Daarom was de synode terecht van oordeel dat de ware democratie die verscheidenheid van opvattingen respecteert “een van de voornaamste wegen is die de kerk samen met het volk bewandelt… De christelijke leek die in de geest van het evangelie in de democratische strijd betrokken is, is het teken van een kerk die actief mee wil werken aan de opbouw van een rechtsstaat overal in Afrika.” Boodschap van de Synode over Afrika [[4255|(34)]]
Referenties naar alinea 112: 0
Geen referenties naar deze alineaExtra opties voor deze alinea
Kopieer alinea-URL naar klembord Reageer op deze alinea Deel op social media- Paragraaf 8 Beheer van het gemeenschappelijk erfgoed
113
De synode vraagt de Afrikaanse regeringen om politieke maatregelen te nemen die de economische groei en de investeringen kunnen doen toenemen zodat er banen worden geschapen. vgl: Propositiones van de 1e Bijzondere Bisschoppensynode over Afrika [[[4197|(54)]]] Dat betekent het voeren van een gezonde economische politiek, het vaststellen van de juiste prioriteiten voor het benutten en verdelen van de soms geringe nationale rijkdommen, zodat in de basisbehoeften van de mensen wordt voorzien en er een eerlijke en billijke verdeling plaats heeft van de lusten en lasten. Met name hebben de regeringen de bindende plicht het gemeenschappelijk erfgoed te beschermen tegen alle verspilling en ontvreemding door burgers zonder burgerzin en door gewetenloze buitenlanders. Ook is het hun taak geëigende maatregelen te nemen om de voorwaarden voor de internationale handel te verbeteren. De economische problemen van Afrika worden bovendien vergroot door de oneerlijkheid van bepaalde corrupte regeringsleiders die, samenspannend met plaatselijke of buitenlandse belanghebbenden, de nationale rijkdommen ten eigen bate aanwenden en de publieke fondsen op buitenlandse banken storten. Dat is eenvoudigweg diefstal, wat voor wettelijke voorwendsels ook daarbij worden gebruikt. Ik hoop van harte dat de internationale organisaties en de integere mensen uit de Afrikaanse landen de juridische wegen zullen weten te vinden om deze verduisterde fondsen te doen terugkeren. Ook bij het verlenen van leningen dient men de verantwoordelijkheidszin en oprechtheid van de betrokken partijen na te gaan. vgl: Propositiones van de 1e Bijzondere Bisschoppensynode over Afrika [[[4197|(54)]]]
Referenties naar alinea 113: 0
Geen referenties naar deze alineaExtra opties voor deze alinea
Kopieer alinea-URL naar klembord Reageer op deze alinea Deel op social media- Paragraaf 9 Het internationaal aspect
114
Als vergadering van bisschoppen uit de universele kerk onder voorzitterschap van de opvolger van Petrus, was de synode een providentiële gelegenheid om op positieve wijze na te gaan welke de plaats en de rol van Afrika is in de universele kerk en in de wereldgemeenschap. Daar we leven in een wereld met groeiende onderlinge afhankelijkheid zijn het lot en de vraagstukken van de verschillende gebieden met elkaar verbonden. Als ‘familie van God op aarde’ zou de kerk het levende teken en het doeltreffend instrument moeten zijn van de solidariteit onder alle mensen om een wereldwijde gemeenschap op te bouwen van gerechtigheid en vrede. Een betere wereld zal alleen tot stand komen wanneer ze wordt gevestigd op de vaste fundamenten van gezonde ethische en geestelijke beginselen. In de huidige wereldsituatie behoren de landen in Afrika tot de minst bedeelden. De rijke landen moeten gaan beseffen dat zij de plicht hebben deze landen te steunen bij hun moeizame strijd om hun armoede en ellende te boven te komen. Overigens hebben de rijke naties er belang bij, de weg van de solidariteit te kiezen, want alleen langs deze weg kan duurzame vrede en harmonie voor de mensheid tot stand komen. De kerk in de ontwikkelde landen mag zich van haar kant niet onttrekken aan haar bijkomende verantwoordelijkheid die voortspruit uit de verplichting van de christen zich in te zetten voor gerechtigheid en liefde. Omdat alle mensen in zich het beeld van God dragen en geroepen zijn deel uit te maken van dezelfde, door Christus’ bloed verloste familie, dient voor allen een rechtvaardige toegang gewaarborgd te zijn tot de rijkdommen der aarde die God aan allen ter beschikking heeft gesteld. vgl: Populorum Progressio [[[266]]] vgl: Sollicitudo Rei Socialis [[[350]]] vgl: Centesimus Annus [[[3]]] vgl: Propositiones van de 1e Bijzondere Bisschoppensynode over Afrika [[[4197|(52)]]] Dit heeft talrijke praktische consequenties. Allereerst moet gewerkt worden aan betere sociale en politieke betrekkingen tussen de landen, waardoor er meer rechtvaardigheid en waardigheid zal komen voor die landen die kortgeleden onafhankelijk zijn geworden en daarmee zijn toegetreden tot de internationale gemeenschap. Ook moet men met een warm hart luisteren naar de noodkreten van de arme landen die om hulp roepen op bijzonder belangrijke terreinen: de ondervoeding, de algemene daling van het levenspeil, het gebrek aan voldoende middelen voor de opvoeding van de jeugd, de schaarste aan elementaire voorzieningen op het gebied van gezondheid en maatschappelijk leven met het voortduren van inheemse ziekten als gevolg, de verschrikkelijke aids-epidemie, de zware en soms niet te dragen schuldenlast, de afgrijselijke, door gewetenloze wapenhandel aangestookte broederoorlogen, het schandelijk en jammerlijk schouwspel van vluchtelingen en uit huis en hof verjaagden. Op al deze gebieden is onmiddellijk ingrijpen noodzakelijk: het dient te gebeuren zelfs als het in vergelijking met de omvang van de problemen ontoereikend schijnt.
Referenties naar alinea 114: 0
Geen referenties naar deze alineaExtra opties voor deze alinea
Kopieer alinea-URL naar klembord Reageer op deze alinea Deel op social media- Artikel 1 Enige zorgwekkende problemen
- Paragraaf 1 De jeugd weer hoop geven
115
De armoede op economisch gebied heeft een bijzonder negatieve invloed op de jonge mensen. Zij gaan het volwassen leven in met bijzonder weinig geestdrift voor een heden, dat talrijke frustraties met zich meebrengt en met nog geringer hoop op een toekomst, die hun triest en somber voorkomt. Daarom zijn ze geneigd de verwaarloosde landelijke streken te ontvluchten en naar de steden te trekken, die in feite hun evenmin veel te bieden hebben. Velen gaan als banneling naar het buitenland, waar zij als economische asielzoekers een moeizaam bestaan leiden. Samen met de synodevaders bepleit ik hun zaak: er moet een oplossing worden gevonden voor hun ongeduldig verlangen volwaardig deel uit te maken van hun volk en van de kerk. vgl: Boodschap van de Synode over Afrika [[[4255|(63)]]] Tegelijk wil ik ook een beroep doen op de jeugd: beste jonge mensen, de synode vraagt jullie de ontwikkeling van je land op je te nemen, de cultuur van je volk lief te hebben en te trachten die weer nieuw leven in te blazen, in trouw aan je cultureel erfgoed, door je wetenschappelijke en technische kennis te verbreden en vooral door te getuigen van je christelijk geloof. vgl: Boodschap van de Synode over Afrika [[[4255|(63)]]]
Referenties naar alinea 115: 0
Geen referenties naar deze alineaExtra opties voor deze alinea
Kopieer alinea-URL naar klembord Reageer op deze alinea Deel op social media- Paragraaf 2 De aids-plaag
116
Christus, hoop voor Afrika ->=geentekst=
Christus, hoop voor Afrika ->=geentekst=
Tegen deze achtergrond van wijd verspreide armoede en ontoereikende medische voorzieningen heeft de synode haar aandacht gewijd aan de tragische aids-plaag die dood en verderf zaait in grote delen van Afrika. De synode heeft vastgesteld welk een rol wordt gespeeld door onverantwoord seksueel gedrag bij de verbreiding van deze ziekte, en ze heeft deze sterke aanbeveling gedaan: “Voortdurend moeten de gelovigen en speciaal de jonge mensen worden gewezen op de genegenheid, de vreugde, het geluk en de vrede, die vruchten zijn van het christelijk huwelijk en de trouw, en daarnaast op de veiligheid die kuisheid biedt.” Propositiones van de 1e Bijzondere Bisschoppensynode over Afrika [[4197|(51)]] De strijd tegen aids gaat iedereen aan. Mèt de synodevaders vraag ik allen die in de pastoraal werkzaam zijn, de broeders en zusters die aan aids lijden op alle mogelijke manieren, in materieel zowel als in moreel en geestelijk opzicht bij te staan. Aan de wetenschappers en de politiek verantwoordelijken vraag ik dat zij omwille van de liefde en het respect dat iedere mens toekomt, geen middel ongebruikt zullen laten om aan die plaag een eind te maken.
Referenties naar alinea 116: 3
Christus, hoop voor Afrika ->=geentekst=Christus, hoop voor Afrika ->=geentekst=
Christus, hoop voor Afrika ->=geentekst=
Extra opties voor deze alinea
Kopieer alinea-URL naar klembord Reageer op deze alinea Deel op social media- Paragraaf 3 ‘Smeedt uw zwaarden om tot ploegscharen’ (Jes 2, 4): nooit meer oorlog!
117
Met indringende termen hebben de synodevaders de tragedie beschreven van de oorlogen die Afrika verscheuren: “Afrika is sinds tientallen jaren het toneel van broederoorlogen waardoor bevolkingen worden gedecimeerd, hun natuurlijke en culturele rijkdommen worden vernietigd.” Propositiones van de 1e Bijzondere Bisschoppensynode over Afrika [[4197|(45)]] Deze droeve situatie is niet alleen te wijten aan oorzaken van buiten Afrika, maar ook aan inwendige oorzaken zoals “stammenstrijd, nepotisme, racisme, godsdienstige onverdraagzaamheid, het dorsten naar macht dat nog wordt aangewakkerd door totalitaire regimes die ongestraft de mensenrechten en de menselijke waardigheid met voeten treden. De geknechte en tot zwijgen gedoemde bevolkingen ondergaan als onschuldige en gelaten slachtoffers al deze situaties van onrecht.” Propositiones van de 1e Bijzondere Bisschoppensynode over Afrika [[4197|(45)]] Ik wil mij aansluiten bij de woorden van de speciale vergadering om het onzegbaar leed te betreuren dat veroorzaakt wordt door de talrijke openlijke of sluimerende conflicten, en om aan allen die daartoe in staat zijn, te vragen dat zij alles zullen doen wat in hun vermogen ligt om aan deze tragedies een eind te maken. Samen ook met de synodevaders vraag ik dat er concrete stappen worden ondernomen om op het continent de omstandigheden te scheppen voor grotere sociale rechtvaardigheid en een meer rechtmatige uitoefening van het gezag, om zo de voorwaarden te scheppen voor de vrede. “Wil je vrede, werk dan voor gerechtigheid.” Op de dag van de Vrede [[4273]] Het is beter – en ook makkelijker – oorlogen te voorkomen dan te trachten er een eind aan te maken als ze zijn uitgebroken. Het is tijd dat de volkeren hun zwaarden omsmeden tot ploegscharen, hun speerpunten tot sikkels”. (Jes. 2, 4) [[b:Jes. 2, 4]]
Referenties naar alinea 117: 1
Christus, hoop voor Afrika ->=geentekst=Extra opties voor deze alinea
Kopieer alinea-URL naar klembord Reageer op deze alinea Deel op social media
118
De kerk in Afrika is, met name dankzij sommige van haar leiders, voorop gegaan bij het trachten de gewapende conflicten in talrijke delen van het continent door middel van onderhandelingen op te lossen. Deze vrede brengende taak moet worden voortgezet, gestimuleerd door de beloften van de Heer in de zaligsprekingen: “Zalig die vrede brengen, want zij zullen kinderen van God genoemd worden” (Mt. 5, 9) [b:Mt. 5, 9]. Zij die door de wapenhandel de oorlogen in Afrika gaande houden, zijn medeplichtig aan vreselijke misdaden tegen de mensheid. Ik sluit mij aan bij de aanbevelingen van de synode hierover, die, na verklaard te hebben: “De dood en verderf zaaiende wapenhandel is een schandaal”, zich tot alle landen die aan Afrika wapens verkopen, heeft gericht om te smeken “daarmee op te houden”. De synode heeft ook aan de Afrikaanse regeringen gevraagd “af te zien van buitensporige militaire uitgaven en meer middelen te besteden aan de opvoeding, de gezondheid en het welzijn van hun volkeren”. Propositiones van de 1e Bijzondere Bisschoppensynode over Afrika [[4197|(49)]] Afrika moet blijven zoeken naar vreedzame en doeltreffende middelen opdat de militaire regimes de macht overgeven aan het burgerlijk bestuur. Maar het is ook waar dat het leger een eigen rol in het land heeft te vervullen, en terecht prijst de synode “de broeders in het leger om de dienst die zij verrichten in naam van onze volken”. Boodschap van de Synode over Afrika [[4255|(35)]] Maar tegelijk waarschuwt zij hen nadrukkelijk dat “zij voor God verantwoording zullen moeten afleggen voor iedere daad van geweld die begaan wordt tegen onschuldige mensen”. Boodschap van de Synode over Afrika [[4255|(35)]]
Referenties naar alinea 118: 1
Christus, hoop voor Afrika ->=geentekst=Extra opties voor deze alinea
Kopieer alinea-URL naar klembord Reageer op deze alinea Deel op social media- Paragraaf 4 Vluchtelingen en ontheemden
119
Een van de bitterste gevolgen van de oorlogen en de economische moeilijkheden is het droeve verschijnsel van de vluchtelingen en ontheemden, een verschijnsel, zo merkt de synode op, dat een tragische omvang heeft aangenomen. De ideale oplossing is het herstel van een rechtvaardige vrede, de verzoening en de economische ontwikkeling. Het is dringend noodzakelijk dat de nationale, regionale en internationale organisaties streven naar een billijke en duurzame oplossing voor de problemen van de vluchtelingen en ontheemden. vgl: Propositiones van de 1e Bijzondere Bisschoppensynode over Afrika [[[4197|(53)]]] Maar omdat ondertussen het continent blijft zuchten onder massieve vluchtelingenstromen, doe ik een beroep dat zij materiële hulp en geestelijke bijstand mogen ontvangen, waar zij zich ook bevinden, in Afrika of in andere werelddelen.
Referenties naar alinea 119: 0
Geen referenties naar deze alineaExtra opties voor deze alinea
Kopieer alinea-URL naar klembord Reageer op deze alinea Deel op social media- Paragraaf 5 De last van de internationale schulden
120
Het vraagstuk van de schulden van de arme landen aan de rijke landen is een punt van grote zorg voor de kerk, die zij in talrijke officiële documenten en in interventies van de Heilige Stoel bij verschillende omstandigheden tot uiting heeft gebracht. vgl: Gaudium et Spes [[[575|86]]] vgl: Populorum Progressio [[[266|54]]] vgl: Sollicitudo Rei Socialis [[[350|19]]] vgl: Centesimus Annus [[[3|35]]] vgl: waarin het voorstel wordt gedaan “tot een aanzienlijke vermindering, zo niet algehele kwijtschelding van de internationale schulden waaronder een groot aantal volkeren gebukt gaan” [[[265|51]]] vgl: Ten dienste van de mensengemeenschap [[[1968]]] Om met de woorden van de synodevaders te spreken voel ik het als mijn bijzondere plicht “de staatshoofden en hun regeringen in Afrika op te roepen hun volk niet te doen bezwijken onder binnenlandse en buitenlandse schulden”. Propositiones van de 1e Bijzondere Bisschoppensynode over Afrika [[4197|(49)]] Ik doe een dringend beroep “op het Internationaal Monetair Fonds, op de Wereldbank en ook op alle crediteuren de verpletterende schuldenlast van de Afrikaanse landen te verlichten”. Propositiones van de 1e Bijzondere Bisschoppensynode over Afrika [[4197|(49)]] Tot slot vraag ik met grote aandrang aan “de bisschoppenconferenties van de geïndustrialiseerde landen deze zaak te bepleiten bij hun regeringen en andere betrokken instanties”. Propositiones van de 1e Bijzondere Bisschoppensynode over Afrika [[4197|(49)]] De situatie van talrijke landen in Afrika is zo dramatisch dat het ontoelaatbaar is onverschillig te blijven of zich niet te willen inspannen.
Referenties naar alinea 120: 0
Geen referenties naar deze alineaExtra opties voor deze alinea
Kopieer alinea-URL naar klembord Reageer op deze alinea Deel op social media- Paragraaf 6 Waardigheid van de Afrikaanse vrouw
121
Een van de meest opvallende kenmerken van onze tijd is het groeiend besef van de waardigheid van de vrouw en van haar eigen plaats in de kerk en in de hele maatschappij. “God schiep de mens als zijn beeld; als het beeld van God schiep Hij hem; man en vrouw schiep Hij hen” (Gen. 1, 27) [b:Gen. 1, 27]. Bij herhaling heb ik gewezen op de wezenlijke gelijkheid tussen man en vrouw en eraan herinnerd dat zij elkaar op rijke wijze aanvullen. vgl: Mulieris Dignitatem [[[94|6-9]]] vgl: Brief aan de Vrouwen [[[117|7]]] De synode heeft deze beginselen toegepast op de situatie van de vrouwen in Afrika. Met nadruk is gewezen op hun rechten en plichten bij het stichten van het gezin en op hun recht, een volwaardige plaats in te nemen bij de ontwikkeling van de kerk en de samenleving. Wat de kerk betreft, is het wenselijk dat de vrouwen, na een goede opleiding, op geëigend niveau deelnemen aan het apostolisch werk van de kerk. In zoverre dit in verschillende Afrikaanse samenlevingen nog steeds voortduurt, betreurt en veroordeelt de kerk “de gewoonten en praktijken waardoor de vrouwen beroofd worden van hun rechten en van het respect dat hen toekomt”. Propositiones van de 1e Bijzondere Bisschoppensynode over Afrika [[4197|(48)]] De bisschoppenconferenties wordt aangeraden speciale commissies in te stellen om de problemen van de vrouw diepgaand te bestuderen, zo mogelijk in samenwerking met de betreffende instanties. vgl: Propositiones van de 1e Bijzondere Bisschoppensynode over Afrika [[[4197|(48)]]]
Referenties naar alinea 121: 0
Geen referenties naar deze alineaExtra opties voor deze alinea
Kopieer alinea-URL naar klembord Reageer op deze alinea Deel op social media- Artikel 2 Het verkondigen van de Blijde Boodschap
- Paragraaf 1 Christus navolgen, de Verkondiger bij uitstek
122
De synode heeft uitvoerig gesproken over de sociale communicatie in samenhang met de evangelisering van Afrika, gezien de huidige omstandigheden. Het theologisch uitgangspunt is Christus, de Verkondiger bij uitstek, die aan hen die in Hem geloven de waarheid, het leven en de liefde doorgeeft die Hij deelt met de Vader en de Heilige Geest. Daarom is “de kerk zich bewust van haar plicht de sociale communicatie ad intra en ad extra te bevorderen. De kerk zou de interne communicatie moeten bevorderen door een betere informatie te verspreiden onder haar leden”. Propositiones van de 1e Bijzondere Bisschoppensynode over Afrika [[4197|(57)]] Daarmee zou zij beter in staat zijn de Blijde Boodschap van de in Jezus Christus zichtbaar geworden liefde Gods aan de wereld te verkondigen.
Referenties naar alinea 122: 0
Geen referenties naar deze alineaExtra opties voor deze alinea
Kopieer alinea-URL naar klembord Reageer op deze alinea Deel op social media- Paragraaf 2 Traditionele vormen van communicatie
123
Men mag de traditionele vormen van sociale communicatie nooit onderschatten. Op veel plaatsen in Afrika zijn ze nog steeds zeer nuttig en doeltreffend. Bovendien “zijn ze minder kostbaar en makkelijker toegankelijk”. Propositiones van de 1e Bijzondere Bisschoppensynode over Afrika [[4197|(57)]] Men ziet ze in de vorm van liederen en muziek, mimespel en toneel, gezegden en verhalen. Ze zijn de middelen waarmee de volkswijsheid en het denken van het volk worden doorgegeven, en vormen als zodanig een kostbare bron van onderwerpen en inspiratie voor de moderne media.
Referenties naar alinea 123: 0
Geen referenties naar deze alineaExtra opties voor deze alinea
Kopieer alinea-URL naar klembord Reageer op deze alinea Deel op social media- Paragraaf 3 Evangelisering van de wereld van de media
124
De moderne media zijn niet alleen communicatiemiddelen maar ook een wereld die geëvangeliseerd moet worden. Er moet voor gezorgd worden dat zij inhoudelijk propageren wat goed, waar en schoon is. Met de synodevaders spreek ik mijn verontrusting uit over de zedelijke inhoud van zeer veel programma’s waarmee de media het Afrikaans continent overspoelen. Met name waarschuw ik tegen de stroom van pornografie en geweld die over de arme landen wordt uitgestort. Daarnaast “betreurt de synode met reden de zeer negatieve voorstelling die de media van Afrika geven, en zij vraagt dat daar onmiddellijk een eind wordt gemaakt”. Propositiones van de 1e Bijzondere Bisschoppensynode over Afrika [[4197|(61)]] Alle christenen moeten erop toezien dat de media werkelijk in dienst staan van de evangelisering. Maar voor hen die beroepsmatig in de media werkzaam zijn, is een speciale taak weggelegd. Zij moeten ervoor zorgen dat de christelijke beginselen de dagelijkse gang van hun beroep beïnvloeden, ook op technisch en administratief gebied. Om deze rol goed te kunnen vervullen moeten zij een goede menselijke, religieuze en spirituele vorming krijgen.
Referenties naar alinea 124: 0
Geen referenties naar deze alineaExtra opties voor deze alinea
Kopieer alinea-URL naar klembord Reageer op deze alinea Deel op social media- Paragraaf 4 Gebruik van de sociale communicatiemiddelen
125
De kerk kan tegenwoordig beschikken over verschillende sociale communicatiemiddelen, traditionele zowel als moderne. Het is haar plicht daarvan zo goed mogelijk gebruik te maken voor het verspreiden van de heilsboodschap. De kerk in Afrika stoot daarbij op allerlei belemmeringen, waarvan de hoge kosten niet de minste zijn. Ook zijn er in vele plaatsen regeringsmaatregelen die ze aan onterechte controle onderwerpen. Er dient met kracht gestreefd te worden naar het uit de weg ruimen van die belemmeringen: private en publieke media dienen op gelijke voet alle mensen ten dienste te staan. Ik vraag de particuliere kerken in Afrika daarom alles te doen wat zij kunnen om dat doel te bereiken. vgl: Propositiones van de 1e Bijzondere Bisschoppensynode over Afrika [[[4197|(58)]]]
Referenties naar alinea 125: 0
Geen referenties naar deze alineaExtra opties voor deze alinea
Kopieer alinea-URL naar klembord Reageer op deze alinea Deel op social media- Paragraaf 5 Samenwerking en coördinatie bij de media
126
Vooral in hun huidige vorm hebben de media een invloed die over alle grenzen heen gaat; een betere coördinatie is noodzakelijk om op alle niveaus tot een doeltreffender samenwerking te komen: op diocesaan, nationaal, continentaal en universeel niveau. In Afrika heeft de kerk een grote behoefte aan solidariteit van de kant van de zusterkerken uit de rijkere landen die op technisch gebied verder ontwikkeld zijn. In Afrika zelf verdienen programma’s voor continentale samenwerking zoals die van het ‘Pan-Afrikaans Bisschoppelijk Comité voor de Sociale Communicatie’ gestimuleerd en van nieuw elan voorzien te worden. Zoals de synode heeft gesuggereerd zou een grotere samenwerking in andere sectoren tot stand moeten komen, zoals de professionele vorming, de productiemiddelen van radio, televisie en de zenders die het hele continent kunnen bereiken. vgl: Propositiones van de 1e Bijzondere Bisschoppensynode over Afrika [[[4197|(60)]]]
Referenties naar alinea 126: 0
Geen referenties naar deze alineaExtra opties voor deze alinea
Kopieer alinea-URL naar klembord Reageer op deze alinea Deel op social media- HOOFDSTUK 7 'U zult mijn getuigen zijn tot aan de uiteinden van de aarde'
127
Tijdens de speciale vergadering hebben de synodevaders de gehele situatie in Afrika diepgaand bestudeerd, om op te wekken tot een steeds concreter en geloofwaardiger getuigenis van Christus in iedere lokale kerk, in ieder land, iedere regio, en op heel het Afrikaans continent. Bij alle discussies en aanbevelingen ziet men de bekommernis op de voorgrond staan van Christus te getuigen. Ik heb daarin de geest teruggevonden van wat ik in Afrika tot een groep bisschoppen had gezegd: “Door de bijzondere waarden en rijkdom van het culturele erfgoed van uw volk te eerbiedigen, te bewaren en te koesteren zult u in staat zijn uw mensen te brengen tot een beter begrip van het mysterie van Christus, dat in de edele en concrete en dagelijkse ervaringen van het Afrikaanse leven moet worden beleefd. Er is geen sprake van een vervalsen van het woord van God of van een uithollen van de kracht van het kruis, (1 Kor. 1, 17) [[b:1 Kor. 1, 17]] maar het gaat er eerder om Christus in het centrum zelf van het Afrikaanse leven te brengen en het hele Afrikaanse leven naar Christus op te heffen. Zo is het christendom niet alleen van toepassing op Afrika, maar is Christus in de leden van zijn lichaam zelf Afrikaan.” Tot de Bisschoppen uit Afrika aanwezig in Nairobi, Kenia [[2672|(6)]]
Referenties naar alinea 127: 0
Geen referenties naar deze alineaExtra opties voor deze alinea
Kopieer alinea-URL naar klembord Reageer op deze alinea Deel op social media- Paragraaf 1 Bereid tot missie
128
Maar de kerk in Afrika heeft niet alleen de roeping om in haar werelddeel van Christus te getuigen; ook tot haar is het woord van de verrezen Heer gericht: “Gij zult mijn getuigen zijn…tot aan de uiteinden van de aarde” (Hand. 1, 8) [b:Hand. 1, 8]. Tijdens hun besprekingen over het thema van de synode hebben de vaders dan ook zorgvuldig iedere tendens tot een zich geïsoleerd opstellen van de kerk in Afrika vermeden. Voortdurend heeft de speciale vergadering zich duidelijk voor ogen gehouden dat de kerk de missionaire opdracht van Christus heeft ontvangen om van Hem over heel de aarde te getuigen. vgl: Evangelii Nuntiandi [[[519|50]]] De synodevaders hebben de uitnodiging gehoord die God tot Afrika richt om op wereldschaal een volwaardige rol te spelen in het heilsplan van de mensheid. (1 Tim. 2, 4) [[b:1 Tim. 2, 4]]
Referenties naar alinea 128: 0
Geen referenties naar deze alineaExtra opties voor deze alinea
Kopieer alinea-URL naar klembord Reageer op deze alinea Deel op social media
129
Juist vanwege deze grote betrokkenheid op de katholiciteit van de kerk verklaarden de Lineamenta van de speciale vergadering voor Afrika reeds: “Geen enkele particuliere kerk, hoe arm ook, kan ooit ontslagen worden van de verplichting haar personeel en haar geestelijke en tijdelijke rijkdommen met andere particuliere kerken en met de universele kerk te delen.” (Hand. 2, 44-45) [[b:Hand. 2, 44-45]] Lineamenta "De Kerk in Afrika en haar missie in de evangelisatie naar het jaar 2000 "Gij zult mijn getuigen zijn" (Hand. 1, 8)" [[4259|(42)]] Van haar kant heeft de speciale vergadering met kracht gewezen op de verantwoordelijkheid van Afrika voor de zending “tot aan de uiteinden der aarde” met de volgende woorden: “Het profetisch woord van Paulus VI ‘u, Afrikanen, bent uw eigen missionarissen’ moet zo verstaan worden: ‘missionarissen voor de hele wereld.… De particuliere kerken van Afrika worden opgeroepen tot missie over de grenzen van de diocesen heen’.” Relatio post disceptionem [[4254|(11)]]
Referenties naar alinea 129: 0
Geen referenties naar deze alineaExtra opties voor deze alinea
Kopieer alinea-URL naar klembord Reageer op deze alinea Deel op social media
130
Terwijl ik met vreugde en dankbaarheid instem met deze verklaring van de speciale vergadering, wil ik nog eens tegen mijn broeders in het bisschopsambt herhalen wat ik enige jaren geleden heb gezegd: “De verplichting voor de kerk in Afrika om missionair van hart te zijn en het continent te evangeliseren, betekent dat de particuliere kerken binnen een bepaald Afrikaans land met elkaar moeten samenwerken, zoals dat ook geldt voor de verschillende landen van het continent, onderling en met landen uit andere werelddelen. Op die wijze neemt Afrika volwaardig deel aan de missionaire activiteit.” Tot de Bisschoppenconferenties van Senegal, Mauretanië, Kaat Verdische Eilanden en Guinée Bissau [[4274|(3)]] In een vroegere, tot alle jonge en oude particuliere kerken gerichte oproep heb ik gezegd: “De wereld wordt steeds meer één; de evangelische geest moet leiden tot het overwinnen van culturele en nationalistische barrières, en iedere afsluiting vermijden.” Redemptoris Missio [[4|39]] De moedige vastberadenheid die de speciale vergadering heeft getoond om de jonge kerken van Afrika te bewegen tot inzet voor de missie ‘tot aan de uiteinden der aarde’, is een bewijs voor het verlangen om zo edelmoedig mogelijk een van de belangrijke richtlijnen van Tweede Vaticaans Concilie [d:4] op te volgen: “Om deze missie-ijver bij de landgenoten te doen bloeien, is het zeer gepast dat de jonge kerken zo spoedig mogelijk daadwerkelijk deelnemen aan de algemene zending van de kerk door ook zelf, ofschoon zij lijden onder een tekort aan geestelijken, missionarissen te zenden om overal ter aarde het evangelie te verkondigen. De gemeenschap immers met de universele kerk zal in zekere zin tot voltooiing worden gebracht, wanneer ook zij actief zullen deelnemen aan de missieactiviteit bij andere volkeren.” Ad Gentes Divinitus [[703|20]]
Referenties naar alinea 130: 0
Geen referenties naar deze alineaExtra opties voor deze alinea
Kopieer alinea-URL naar klembord Reageer op deze alinea Deel op social media- Paragraaf 2 Organisch samenhangende pastorale saamhorigheid
131
In het begin van deze exhortatie heb ik erop gewezen dat, toen ik het bijeenroepen aankondigde van de Speciale Vergadering voor Afrika van de Bisschoppensynode, mijn bedoeling was “een organisch samenhangende pastorale solidariteit te bevorderen op heel het Afrikaans grondgebied en de aanliggende eilanden”. Op het Hoogfeest van Epifanie [[4250|(2)]] Met vreugde constateer ik dat de vergadering deze doelstelling moedig heeft nagestreefd. De discussies tijdens de synode hebben getoond hoezeer en met welke edelmoedigheid de bisschoppen zich inzetten voor deze pastorale solidariteit, en bereid zijn alles wat hun ten dienste staat te delen met anderen, zelfs als ze zelf missionarissen nodig hadden.
Referenties naar alinea 131: 0
Geen referenties naar deze alineaExtra opties voor deze alinea
Kopieer alinea-URL naar klembord Reageer op deze alinea Deel op social media
132
Aangaande dit punt wil ik mij speciaal richten tot mijn broeders in het bisschopsambt die “met mij direct verantwoordelijk zijn voor de evangelisatie van de wereld, als leden van het bisschoppencollege en als herders van de particuliere kerken”. Redemptoris Missio [[4|63]] Bij hun dagelijkse zorgen voor de hun toevertrouwde kudde mogen zij de behoeften van de kerk als geheel nooit uit het oog verliezen. Als katholieke bisschoppen zullen zij noodzakelijk delen in die zorg voor alle kerken die brandde in het hart van de Apostel (2 Kor. 11, 28) [b:2 Kor. 11, 28]. Van die zorg zullen zij noodzakelijk blijk geven, vooral als zij beraadslagen en samen beslissingen nemen als leden van de verschillende bisschoppenconferenties; dankzij coördinerende organen op regionaal en continentaal vlak zijn deze beter in staat om de pastorale noden die zich in andere delen van de wereld voordoen, op te merken en het belang ervan af te wegen.
Op bijzondere wijze geven de bisschoppen door de bisschoppensynode vorm aan hun apostolische solidariteit: deze synode moet “onder de zaken van algemeen belang bijzonder rekening houden met de missieactiviteit, de grootste en heiligste taak van de kerk”. Ad Gentes Divinitus [[703|29]]
Op bijzondere wijze geven de bisschoppen door de bisschoppensynode vorm aan hun apostolische solidariteit: deze synode moet “onder de zaken van algemeen belang bijzonder rekening houden met de missieactiviteit, de grootste en heiligste taak van de kerk”. Ad Gentes Divinitus [[703|29]]
Referenties naar alinea 132: 0
Geen referenties naar deze alineaExtra opties voor deze alinea
Kopieer alinea-URL naar klembord Reageer op deze alinea Deel op social media
133
Om te komen tot een gezamenlijke pastorale solidariteit in Afrika is het noodzakelijk, zoals de speciale vergadering terecht heeft opgemerkt, dat er een nieuwe opzet komt van de priesteropleiding. Nooit zal men genoeg de woorden van Tweede Vaticaans Concilie [d:4] overwegen, waar gezegd werd dat “de geestelijke gave die de priesters bij de wijding hebben ontvangen, hen niet toerust voor een begrensde of beperkte zending, maar voor een zeer ruime en universele zending, tot het uiteinde der aarde” (Hand. 1, 8) [b:Hand. 1, 8]. Presbyterorum Ordinis [[704|10]] Daarom heb ik de priesters opgewekt “zich concreet ter beschikking van de Heilige Geest en de bisschop te stellen om uitgezonden te worden voor de prediking van het evangelie buiten de grenzen van hun eigen land. Dat zal niet slechts rijpheid van roeping in hen vragen, maar ook een buitengewoon vermogen om zich los te maken van het eigen vaderland, het eigen volk en de eigen familie, en een bijzondere geschiktheid om zich met intelligentie en respect in te burgeren in de andere culturen”. Redemptoris Missio [[4|67]] Ik ben God dankbaar, te vernemen dat een groeiend aantal Afrikaanse priesters gehoor heeft gegeven aan de oproep om getuigen te zijn ‘tot aan de uiteinden der aarde’. Vurig hoop ik dat deze trend in alle particuliere kerken van Afrika zal worden gestimuleerd en versterkt.
Referenties naar alinea 133: 0
Geen referenties naar deze alineaExtra opties voor deze alinea
Kopieer alinea-URL naar klembord Reageer op deze alinea Deel op social media
134
Ook is het bemoedigend te weten dat de missie-instituten die sinds lang in Afrika werkzaam zijn “in toenemende mate kandidaten krijgen die afkomstig zijn uit de jonge kerken, welke zij gesticht hebben”, Redemptoris Missio [[4|66]] waardoor deze zelfde kerken kunnen delen in de missieactiviteit van de universele kerk. Zo dank ik ook de nieuwe Afrikaanse missie-instituten, die thans hun leden uitzenden ad gentes. Dat is een providentiële en werkelijk prachtige ontwikkeling die een bewijs is voor de volwassenheid, vitaliteit en dynamiek van de kerk in Afrika.
Referenties naar alinea 134: 0
Geen referenties naar deze alineaExtra opties voor deze alinea
Kopieer alinea-URL naar klembord Reageer op deze alinea Deel op social media
135
Heel bijzonder wil ik mij aansluiten bij de uitdrukkelijke aanbeveling van de synodevaders, dat in iedere particuliere kerk en in ieder land een plaats wordt ingeruimd voor de vier Pauselijke Missiewerken, als middel om te komen tot een organisch samenhangende pastorale solidariteit ten gunste van de missie ‘tot aan de uiteinden der aarde’. Omdat deze instellingen werken onder auspiciën van de paus en van het bisschoppencollege, moet er rechtens de eerste plaats aan worden toegekend “aangezien zij het middel zijn zowel om, van hun jeugd af, de katholieken met een echt universele en missionaire gezindheid te doordringen, als om een doeltreffende inzameling op gang te brengen van de hulpmiddelen tot het welzijn van alle missies overeenkomstig ieders nood”. Ad Gentes Divinitus [[703|38]] Een belangrijk resultaat van hun arbeid is “het opwekken van missieroepingen ad gentes en ad vitam, zowel in de oudere als in de jongere kerken. Ik spoor hen dringend aan, hun dienst van bezieling steeds meer op dit doel te richten.” Redemptoris Missio [[4|84]]
Referenties naar alinea 135: 0
Geen referenties naar deze alineaExtra opties voor deze alinea
Kopieer alinea-URL naar klembord Reageer op deze alinea Deel op social media- Paragraaf 3 Heiligheid en missie
136
De synode heeft opnieuw gesteld dat alle zonen en dochters van Afrika geroepen zijn tot heiligheid en tot getuigen zijn van Christus overal in de wereld. “De geschiedenis leert ons dat door het handelen van de Heilige Geest de evangelisering op de allereerste plaats geschiedt door middel van het getuigenis van liefde, het getuigenis van heiligheid.” Tot een groep Bisschoppen uit Nigeria b.g.v. hun bezoek "Ad Limina" [[4275|(4)]] Ik wil daarom tot alle christenen in Afrika nog eens zeggen wat ik enige jaren geleden heb geschreven: “Iedere missionaris is alleen werkelijk missionaris als hij de weg van de heiligheid inslaat… Iedere gelovige wordt geroepen tot de heiligheid en tot de zending… Het hernieuwde elan voor de missie ad gentes vraagt om heilige missionarissen. Het volstaat niet om de pastorale methoden te vernieuwen, noch om de kerkelijk krachten beter te organiseren en te coördineren, noch om meer nauwkeurig de Bijbelse en theologische grondslagen van het geloof te bestuderen. Het is nodig om een nieuw vuur van heiligheid onder de missionarissen en in heel de christelijke gemeenschap op te wekken.” Redemptoris Missio [[4|90]]
Ook nu weer richt ik mij tot de christenen van de jonge kerken om hen aan hun verantwoordelijkheden te herinneren: “U bent nu de hoop van onze kerk die tweeduizend jaar oud is: omdat u jong in het geloof bent, moet u als de eerste christenen enthousiasme en moed uitstralen in edelmoedige toewijding aan de broeders. In één woord, u moet de weg van de heiligheid inslaan. Alleen zo kunt u teken van God in de wereld zijn en in uw landen opnieuw het missionaire epos van de oerkerk beleven. En u zult ook gist zijn voor de oudere kerken.” Redemptoris Missio [[4|91]]
Ook nu weer richt ik mij tot de christenen van de jonge kerken om hen aan hun verantwoordelijkheden te herinneren: “U bent nu de hoop van onze kerk die tweeduizend jaar oud is: omdat u jong in het geloof bent, moet u als de eerste christenen enthousiasme en moed uitstralen in edelmoedige toewijding aan de broeders. In één woord, u moet de weg van de heiligheid inslaan. Alleen zo kunt u teken van God in de wereld zijn en in uw landen opnieuw het missionaire epos van de oerkerk beleven. En u zult ook gist zijn voor de oudere kerken.” Redemptoris Missio [[4|91]]
Referenties naar alinea 136: 0
Geen referenties naar deze alineaExtra opties voor deze alinea
Kopieer alinea-URL naar klembord Reageer op deze alinea Deel op social media
137
De kerk in Afrika deelt met de universele kerk in de “sublieme opdracht om, allereerst in zichzelf, de eenheid van het menselijk geslacht tot stand te brengen over alle etnische, culturele, nationale, sociale en andere tegenstellingen heen; daarmee juist moet beduid worden dat die tegenstellingen achterhaald zijn omdat ze door het kruis van Christus zijn opgeheven”. De Kerk en het rascisme: naar een meer broederlijke samenleving [[4267|(22)]] Door te beantwoorden aan haar roeping, die is: in de wereld het door God gered en met Hem verzoend volk te zijn, draagt de kerk bij aan het streven naar een broederlijker samenleven van alle volkeren, aangezien zij alle onderscheid in ras en nationaliteit overstijgt. Op grond van deze heel eigen roeping van de kerk die haar goddelijke Stichter haar heeft geschonken vraag ik met aandrang aan de katholieke gemeenschap in Afrika dat zij voor de gehele mensheid een waarachtig getuigenis geeft van de christelijke universaliteit die wortelt in het vaderschap van God. “In God geschapen, hebben alle mensen dezelfde oorsprong. Ze zijn in de loop van de geschiedenis verspreid geraakt en onderling zijn ze steeds meer van elkaar gaan verschillen, maar toch zijn zij bestemd een enkele familie te vormen volgens het plan dat God ‘in den beginne’ heeft vastgesteld.” De Kerk en het rascisme: naar een meer broederlijke samenleving [[4267|(20)]] De kerk in Afrika is geroepen om uit liefde naar iedere mens uit te gaan krachtens de geloofszekerheid dat “door zijn menswording de Zoon van God zich in zekere zin met iedere mens verenigd heeft”. Gaudium et Spes [[575|22]] Met name dient Afrika haar eigen bijdrage te leveren aan de oecumenische beweging, waarvan ik onlangs in de encycliek Ut Unum Sint [73] vgl: Ut Unum Sint [[[73|77-79]]] opnieuw het belang heb onderstreept, nu het derde millennium naderbij komt. Afrika kan ook een belangrijke rol spelen in de dialoog tussen de godsdiensten, met name door de betrekkingen met de moslims aan te halen en door een respectvolle houding jegens de eigen waarden van de Afrikaanse traditionele religie te bevorderen.
Referenties naar alinea 137: 0
Geen referenties naar deze alineaExtra opties voor deze alinea
Kopieer alinea-URL naar klembord Reageer op deze alinea Deel op social media- Paragraaf 4 De solidariteit in praktijk brengen
138
Wanneer de kerk in Afrika haar zending vervult, van Christus te getuigen ‘tot aan de uiteinden der aarde’, zal zij zeker gesteund worden door de overtuiging ‘van de positieve en morele waarde van het groeiende bewustzijn van de onderlinge afhankelijkheid van de mensen en de naties. Het feit dat mannen en vrouwen in de verschillende delen van de wereld de onrechtvaardigheden en schendingen van de mensenrechten die in verre landen bedreven worden welke zij wellicht nooit zullen bezoeken, als aan zichzelf bedreven ervaren, is een ander teken van een werkelijkheid die getransformeerd is in geweten en zo een moreel karakter heeft gekregen.” Sollicitudo Rei Socialis [[350|38]] Ik hoop dat de christenen in Afrika zich door en door bewust worden van die onderlinge afhankelijkheid van de mensen en de naties, en dat zij bereid zullen zijn daarop in te gaan door de deugd van solidariteit in praktijk te brengen. De vrucht van de solidariteit is de vrede, een kostbaar goed voor de volkeren en naties van de wereld. Want juist door middelen die de solidariteit versterken en bevorderen levert de kerk een eigen en beslissende bijdrage aan een ware vredescultuur.
Referenties naar alinea 138: 0
Geen referenties naar deze alineaExtra opties voor deze alinea
Kopieer alinea-URL naar klembord Reageer op deze alinea Deel op social media
139
Door, zonder onderscheid te maken, in contact te treden met alle volkeren van de wereld in de dialoog met de verschillende culturen, brengt de kerk ze nader tot elkaar en helpt ieder van hen om de authentieke waarden van anderen over te nemen. De kerk in Afrika is bereid met iedere mens van goede wil en met de internationale gemeenschap samen te werken, en zoekt daarbij geen enkel eigen voordeel. De door haar beoefende solidariteit “streeft ernaar zichzelf te overstijgen en de specifiek christelijke dimensies van de volledige onbaatzuchtigheid, de vergeving en de verzoening aan te nemen”. Sollicitudo Rei Socialis [[350|40]] De kerk tracht bij te dragen tot de bekering van de mensheid door haar ertoe te brengen Gods heilsplan te aanvaarden. Ze doet dit door haar evangelisch getuigenis, dat vergezeld gaat van werken van naastenliefde ten behoeve van arme en kleine mensen. Daarbij verliest zij het primaat niet uit het oog van wat het aardse overstijgt noch van de geestelijke werkelijkheden die de eerste vruchten zijn van het eeuwig heil van de mens. Tijdens hun discussies over de solidariteit van de kerk met de volkeren en naties waren de synodevaders en zich steeds volledig van bewust dat ‘de aardse vooruitgang zorgvuldig moet worden onderscheiden van de groei van het rijk van Christus’ en dat “hij in het rijk van God ten zeerste betrokken is, in zoverre hij kan bijdragen tot een betere ordening van de mensengemeenschap”. Gaudium et Spes [[575|39]] Juist daarom is de kerk in Afrika ervan overtuigd – zoals het werk van de speciale vergadering duidelijk heeft aangetoond – dat het uitzien naar de uiteindelijke wederkomst van Christus “nooit een excuus zal mogen zijn om zich niet te interesseren voor de mensen in hun concrete persoonlijke situatie en in hun nationaal en internationaal maatschappelijk leven”, Sollicitudo Rei Socialis [[350|48]] omdat de levensomstandigheden op aarde van invloed zijn op de pelgrimstocht van de mens naar de eeuwigheid.
Referenties naar alinea 139: 0
Geen referenties naar deze alineaExtra opties voor deze alinea
Kopieer alinea-URL naar klembord Reageer op deze alinea Deel op social media- HOOFDSTUK 8 Conclusie
- Paragraaf 1 Op weg naar een nieuw christelijk millennium
140
Als voor een nieuw Pinkstergebeuren rond de Maagd Maria bijeen hebben de deelnemers aan de speciale vergadering de evangeliseringsopdracht van de kerk in Afrika aan de vooravond van het derde millennium aan een diepgaande onderzoek onderworpen. Aan het einde van deze postsynodale apostolische exhortatie, waarin ik de resultaten van deze vergadering aanbiedt aan de kerk in Afrika, op Madagaskar en op de aanliggende eilanden, en aan de gehele katholieke kerk, dank ik God, Vader, Zoon en Heilige Geest, die ons het voorrecht heeft geschonken het waarlijk ‘genadevolle moment’ te mogen beleven dat de synode was. Ik ben het volk van God in Afrika zeer dankbaar voor alles wat het gedaan heeft voor de speciale vergadering. De synode is met ijver en enthousiasme voorbereid, zoals blijkt uit de reacties op de vragenlijst die aan het voorbereidingsdocument (Lineamenta) was toegevoegd, en uit de opmerkingen die in het werkdocument (Instrumentum laboris) waren verzameld. De christelijke gemeenschappen in Afrika hebben vurig gebeden voor het succes van de arbeid van de vergadering, en deze is overvloedig door de Heer gezegend.
Referenties naar alinea 140: 0
Geen referenties naar deze alineaExtra opties voor deze alinea
Kopieer alinea-URL naar klembord Reageer op deze alinea Deel op social media
141
Aangezien de synode bijeen was geroepen om de kerk in Afrika in staat te stellen haar evangeliseringsopdracht zo doeltreffend mogelijk te volvoeren als voorbereiding op het derde christelijke millennium, vraag ik met deze exhortatie het volk van God in Afrika – bisschoppen, priesters, Godgewijden en leken – zich vastberaden te keren naar het grote Jubileum dat over enkele jaren gevierd gaat worden. Voor alle volkeren van Afrika zal de beste voorbereiding op het nieuwe millennium ongetwijfeld bestaan in de vaste wil de besluiten en richtlijnen trouw uit te voeren die ik, met het apostolisch gezag van Petrus’ opvolger, in deze exhortatie aanbied. Deze besluiten en richtlijnen liggen volledig in het verlengde van de leer en richtlijnen van de kerk, en met name van Tweede Vaticaans Concilie [d:4], dat de voornaamste inspiratiebron was van de speciale vergadering voor Afrika.
Referenties naar alinea 141: 0
Geen referenties naar deze alineaExtra opties voor deze alinea
Kopieer alinea-URL naar klembord Reageer op deze alinea Deel op social media
142
Mijn tot het volk van God in Afrika gerichte uitnodiging om zich voor te bereiden op het grote Jubeljaar 2000 is ook een hartstochtelijke oproep tot christelijke vreugde. “De grote vreugde die door de engel werd verkondigd is werkelijk voor heel het volk bestemd….. (Lc. 2, 10) [[b:Lc. 2, 10]] De heilige Maagd Maria had er als eerste de aankondiging van vernomen uit de mond van de engel Gabriel; en toen reeds was haar Magnificat het jubellied van alle geringen. Telkens wanneer wij de rozenkrans bidden, doen de blijde geheimen ons het onuitsprekelijk gebeuren beleven dat het centrum en hoogtepunt van de geschiedenis is: de komst van de Emmanuel, God met ons, op deze aarde.” Gaudete in Domino [[873|(297)]] Wij bereiden ons voor om door het grote Jubeljaar de tweeduizendste verjaardag van dit zo vreugdevol gebeuren te vieren. Afrika, “in zeker opzicht ook het ‘tweede vaderland’ van Jezus van Nazareth, (aangezien) Hij als klein kind juist in Afrika een toevluchtsoord vond tegen de wreedheid van Herodes”, Bij de opening van de Speciale Vergadering van Bisschoppen voor Afrika [[4265|1]] is tot vreugde geroepen. Tegelijk “dient alles gericht te zijn op het allereerste doel van het Jubileumjaar, namelijk de versterking van het geloof en het getuigenis van de christenen”. Tertio millennio adveniente [[265|42]]
Referenties naar alinea 142: 0
Geen referenties naar deze alineaExtra opties voor deze alinea
Kopieer alinea-URL naar klembord Reageer op deze alinea Deel op social media
143
Vanwege de talrijke moeilijkheden, crises en conflicten die zoveel ellende en lijden met zich meebrengen op het continent, komen sommige Afrikanen er soms toe te denken dat de Heer hen in de steek heeft gelaten, hen heeft vergeten! (Jes. 49, 14) [[b:Jes. 49, 14]] “En God antwoordt met de woorden van de grote profeet: ‘zal een vrouw haar zuigeling vergeten, een liefhebbende moeder het kind van haar schoot? En zelfs als die het zouden vergeten, Ik vergeet u nooit! Zie, in mijn handpalmen heb Ik u geschreven’ (Jes 49, 15-16) [b:Jes 49, 15-16]. Ja, in de handpalmen van Christus, die doorboord zijn met de nagels van de kruisiging. De naam van ieder van u (Afrikanen) staat geschreven in zijn hand. Daarom durven wij dan ook luidop zeggen: ‘de Heer is mijn sterkte, mijn schild, op Hem is mijn diepste vertrouwen’ (Ps. 28, 7) [b:Ps. 28, 7].” Ter ere van de Z. Josephine Bakhita [[4276|(8)]]
Referenties naar alinea 143: 1
Kerstboodschap ->=geentekst=Extra opties voor deze alinea
Kopieer alinea-URL naar klembord Reageer op deze alinea Deel op social media- Paragraaf 2 Gebed tot Maria, moeder van de kerk
144
Vol dankbaarheid voor de genade van deze synode wend ik mij tot Maria, de sterre van de evangelisering, en ik vertrouw aan haar Afrika en zijn evangeliseringsopdracht toe, nu het derde millennium naderbij komt. Ik richt tot haar dit gebed waarbij ik de gedachten en gevoelens overneem die verwoord werden in het gebed dat mijn broeders in het bisschopsambt hebben opgesteld aan het einde van de werkzitting van de synode te Rome:
14 september 1995, Feest van de Kruisverheffing,
in het zeventiende jaar van mijn pontificaat.
JOHANNES PAULUS II
O Maria, moeder van God en moeder van de kerk, op de dag dat de engel u kwam boodschappen, bij de dageraad van de nieuwe tijden, heeft heel de mensheid met haar culturen zich dankzij u verheugd in de ervaring dat het evangelie voor haar bestemd was.Gegeven te Yaoundé, in Kameroen,
Aan deze vooravond van een nieuw Pinksteren voor de kerk in Afrika, op Madagaskar en op de aanliggende eilanden wendt het volk van God samen met zijn herders zich tot u, en verheft het tot u zijn smekend gebed: moge de uitstorting van de Heilige Geest de Afrikaanse culturen maken tot eenheid in verscheidenheid, de bewoners van dit grote continent omvormen tot edelmoedige kinderen van de kerk die is de familie van de Vader, de broederschap met de Zoon, het beeld van de heilige Drie-eenheid, kiem en begin op aarde van het eeuwig koninkrijk dat tot volheid zal komen in de Stad waarvan God de bouwheer is: de Stad van gerechtigheid, van liefde en van vrede.
14 september 1995, Feest van de Kruisverheffing,
in het zeventiende jaar van mijn pontificaat.
JOHANNES PAULUS II
Referenties naar alinea 144: 0
Geen referenties naar deze alineaExtra opties voor deze alinea
Kopieer alinea-URL naar klembord Reageer op deze alinea Deel op social mediaReferenties naar dit document: 4
Open uitgebreid overzichthttps://rkdocumenten.nl/toondocument/1811-ecclesia-in-africa-nl