Sacrum Diaconatus Ordinem
x
Informatie over dit document
Sacrum Diaconatus Ordinem
De heilige orde van het diaconaat
Paus Paulus VI
18 juni 1967
Pauselijke geschriften - Motu Proprio
1979, Stg. Verkondiging voor het Bisdom Roermond
18 juni 1967
12 november 2018
181
nl
Referenties naar dit document: 3
Open uitgebreid overzichtReferenties naar dit document van thema's en berichten
Open uitgebreid overzichtExtra opties voor dit document
Kopieer document-URL naar klembord Reageer op dit document Deel op social mediaInhoudsopgave
Uitklappen
- Inhoud
De heilige wijding van het diaconaat is door de katholieke Kerk reeds vanaf de aposteltijd hoog in ere gehouden, zoals de leraar der heidenen zelf getuigt, wanneer hij de diakens samen met de bisschoppen afzonderlijk laat groeten (Fil. 1, 1) [[b:Fil. 1, 1]] en wanneer hij Timoteus onderricht welke deugden en eigenschappen van hen moeten worden gevraagd, willen zij in hun ambt waardig worden bevonden. (1 Tim. 3, 8-13) [[b:1 Tim. 3, 8-13]] Bovendien heeft het Tweede Vaticaans Oecumenisch Concilie, in respect voor zo'n overoud gebruik, het diakonaat op eervolle wijze vermeld in de Constitutie die met de woorden Lumen Gentium [617] begint en, na over Bisschoppen en priesters te hebben gehandeld, heeft het daarin ook de lof gesproken over de derde graad van de heilige wijding, door de waardigheid ervan te laten zien en de taken ervan op te sommen. Waar het Concilie enerzijds ronduit erkent, dat deze functies, die voor het leven van de Kerk hoogst noodzakelijk zijn, in de thans geldende Latijnse kerktucht, in vele streken moeilijk vervuld kunnen worden, en anderzijds de vurige wens heeft geuit een oplossing te kunnen geven in een zo belangrijke zaak, is het zo verstandig geweest te bepalen, dat het diakonaat voortaan als een eigen en blijvende hiërarchische rang hersteld zou kunnen worden. Lumen Gentium [[617|29]]
Want hoeveel vooral verschillende taken van de diaken in feite gewoonlijk aan leken worden toevertrouwd, in de missielanden, toch is het van belang degenen die een echt diaconale bediening uitoefenen ... door de handoplegging, welke vanaf de apostelen is overgeleverd, te versterken en nauwer aan het altaar te binden, opdat zij hun bediening door de sacramentele genade van het diaconaat doeltreffender vervullen. Lumen Gentium [[617|16]] Hierdoor zal heel duidelijk het eigen karakter van deze wijding in het licht worden gesteld: zij mag immers niet worden beschouwd als louter een fase op de weg naar het priesterschap, want zij onderscheidt zich door haar onuitwisbaar merkteken en haar speciale genade en zij werkt dermate verrijkend, dat degenen die ertoe worden geroepen zich blijvend aan de mysteries van Christus en de Kerk kunnen wijden. Lumen Gentium [[617|41]]
Omdat de instelling van het blijvend diaconaat voor het geheel van de Latijnse Kerk echter geen strikte noodzaak vormt, daar het immers aan de bevoegde territoriale groepen van Bisschoppen toekomt om met goedkeuring van de opperherder zelf uit te maken, of en waar het voor de zielzorg geschikt is dergelijke diakens aan te stellen Lumen Gentium [[617|29]], daarom zijn wij van mening, dat het niet alleen opportuun, maar ook noodzakelijk is om duidelijk vaststaande richtlijnen over deze zaak te geven, teneinde de huidige praktijk aan de nieuwe voorschriften van het Oecumenisch Concilie aan te passen en de juiste voorwaarden te omschrijven, waarin enerzijds het diakenambt het best tot zijn recht zal komen en anderzijds de opleiding van de kandidaten het meest met hun verschillende levensomstandigheden, hun gemeenschappelijke verplichtingen en hun heilige waardigheid zal harmoniëren.
Op de eerste plaats bevestigen wij dus, voor zover er niet op andere wijze in is voorzien, alles wat in het kerkelijk wetboek is vastgelegd over de rechten en plichten van de diakens, hetzij deze aan alle geestelijken gemeenschappelijk zijn, hetzij ze aan de diakens eigen zijn, en wij verklaren, dat dit alles eveneens geldt voor degenen die blijvend in het diaconaat staan. Voor deze laatsten hebben wij bovendien het volgende vastgesteld.
Want hoeveel vooral verschillende taken van de diaken in feite gewoonlijk aan leken worden toevertrouwd, in de missielanden, toch is het van belang degenen die een echt diaconale bediening uitoefenen ... door de handoplegging, welke vanaf de apostelen is overgeleverd, te versterken en nauwer aan het altaar te binden, opdat zij hun bediening door de sacramentele genade van het diaconaat doeltreffender vervullen. Lumen Gentium [[617|16]] Hierdoor zal heel duidelijk het eigen karakter van deze wijding in het licht worden gesteld: zij mag immers niet worden beschouwd als louter een fase op de weg naar het priesterschap, want zij onderscheidt zich door haar onuitwisbaar merkteken en haar speciale genade en zij werkt dermate verrijkend, dat degenen die ertoe worden geroepen zich blijvend aan de mysteries van Christus en de Kerk kunnen wijden. Lumen Gentium [[617|41]]
Omdat de instelling van het blijvend diaconaat voor het geheel van de Latijnse Kerk echter geen strikte noodzaak vormt, daar het immers aan de bevoegde territoriale groepen van Bisschoppen toekomt om met goedkeuring van de opperherder zelf uit te maken, of en waar het voor de zielzorg geschikt is dergelijke diakens aan te stellen Lumen Gentium [[617|29]], daarom zijn wij van mening, dat het niet alleen opportuun, maar ook noodzakelijk is om duidelijk vaststaande richtlijnen over deze zaak te geven, teneinde de huidige praktijk aan de nieuwe voorschriften van het Oecumenisch Concilie aan te passen en de juiste voorwaarden te omschrijven, waarin enerzijds het diakenambt het best tot zijn recht zal komen en anderzijds de opleiding van de kandidaten het meest met hun verschillende levensomstandigheden, hun gemeenschappelijke verplichtingen en hun heilige waardigheid zal harmoniëren.
Op de eerste plaats bevestigen wij dus, voor zover er niet op andere wijze in is voorzien, alles wat in het kerkelijk wetboek is vastgelegd over de rechten en plichten van de diakens, hetzij deze aan alle geestelijken gemeenschappelijk zijn, hetzij ze aan de diakens eigen zijn, en wij verklaren, dat dit alles eveneens geldt voor degenen die blijvend in het diaconaat staan. Voor deze laatsten hebben wij bovendien het volgende vastgesteld.
Referenties naar deze alinea: 0
Geen referenties naar deze alineaExtra opties voor deze alinea
Kopieer alinea-URL naar klembord Reageer op deze alinea Deel op social media- DEEL 1 I
1
Het is de taak van de wettige bisschoppenvergaderingen of bisschoppenconferenties om, met instemming van de opperherder, te overleggen of het pastoraal gezien al of niet wenselijk is om ter plaatse het diakonaat als een afzonderlijke en blijvende graad van de hiërarchie in te stellen.
Referenties naar alinea 1: 0
Geen referenties naar deze alineaExtra opties voor deze alinea
Kopieer alinea-URL naar klembord Reageer op deze alinea Deel op social media
2
In het verzoek om goedkeuring van de Apostolische Stoel dient men zowel de argumenten uiteen te zetten die de instelling van deze nieuwe praktijk in een bepaald gebied wenselijk maken, als de omstandigheden die een reeële hoop geven op goede resultaten ervan; evenzo dient men de begrenzing van deze praktijk aan te geven, namelijk of het de bedoeling is het diakonaat te verienen aan bekwame jongeren, voor wie ... de wet van het celibaat in stand moet blijven, ofwel aan mannen van rijpere leeftijd die eventueel een gehuwd leven leiden, ofwel aan kandidaten van beide categorieën.
Referenties naar alinea 2: 0
Geen referenties naar deze alineaExtra opties voor deze alinea
Kopieer alinea-URL naar klembord Reageer op deze alinea Deel op social media
3
Wanneer de goedkeuring van de Apostolische Stoel is verkregen, is het de taak van elke Bisschop afzonderlijk om in zijn rechtsgebied kandidaten aan te nemen en te wijden, tenzij het gaat om gevallen waarin hij hiertoe niet de bevoegdheid heeft. In het rapport over de situatie van zijn Bisdom dient de Bisschop ook over deze praktijk verslag uit te brengen, als ze in zijn diocees zijn ingesteld.
Referenties naar alinea 3: 0
Geen referenties naar deze alineaExtra opties voor deze alinea
Kopieer alinea-URL naar klembord Reageer op deze alinea Deel op social media- DEEL 2 II
4
Zoals de Kerk, met goedkeuring van het Oecumenisch Concilie zelf heeft vastgesteld, zijn degenen die als jonge mannen tot het diaconaat worden geroepen, verplicht de celibaatswet te onderhouden.
Referenties naar alinea 4: 0
Geen referenties naar deze alineaExtra opties voor deze alinea
Kopieer alinea-URL naar klembord Reageer op deze alinea Deel op social media
5
Het blijvend diaconaat mag niet worden verleend vóór de voleinding van het vijfentwintigste levensjaar; de bisschoppenconferentie kan evenwel een nog hogere leeftijdsgrens stellen.
Referenties naar alinea 5: 0
Geen referenties naar deze alineaExtra opties voor deze alinea
Kopieer alinea-URL naar klembord Reageer op deze alinea Deel op social media
6
Voor de opleiding tot het diakenambt dienen de jonge mannen in een speciaal instituut te worden opgenomen, waar zij op hun geschiktheid worden onderzocht, tot een werkelijk evangelisch leven worden gevormd en hun speciale taken bekwaam leren verrichten.
Referenties naar alinea 6: 0
Geen referenties naar deze alineaExtra opties voor deze alinea
Kopieer alinea-URL naar klembord Reageer op deze alinea Deel op social media
7
Ter oprichting van een dergelijk instituut dienen de Bisschoppen van eenzelfde gebied, of, waar dat gebruikelijk is, eventueel van meerdere gebieden of van hetzelfde land, naargelang van de plaatselijke omstandigheden, samen te werken. Voor het bestuur hiervan dienen zij zeer bekwame leiders te kiezen en zeer nauwkeurige reglementen vast te stelien zowel voor de leefregels als voor de organisatie van de opleiding, met inachtneming van de hiema volgende richtlijnen
Referenties naar alinea 7: 0
Geen referenties naar deze alineaExtra opties voor deze alinea
Kopieer alinea-URL naar klembord Reageer op deze alinea Deel op social media
8
14
14
Voor de opleiding tot het diakonaat dienen alleen die jonge mannen te worden aangenomen waarvan blijkt, dat hun karakter van nature tot dienst aan de hiërarchie en aan de christelijke gemeenschap geneigd is, en die zich, in verhouding tot datgene wat bij hun volk en ter plaatse als normaal wordt gezien, een voldoende mate van wetenschap hebben eigen gemaakt.
Referenties naar alinea 8: 0
Geen referenties naar deze alineaExtra opties voor deze alinea
Kopieer alinea-URL naar klembord Reageer op deze alinea Deel op social media
9
14
14
De specifieke opleiding tot het diakonaat dient over tenminste drie jaren te worden voortgezet; het rooster van de verschillende vakken dient zo te worden opgesteld, dat de kandidaten ordelijk en trapsgewijze leren de verschillende taken van het diakonaat deskundig en met goed gevolg te verrichten. Het studieprogramma in zijn geheel zal bovendien zo kunnen worden vastgelegd, dat in het laatste jaar een specifieke voorbereiding wordt gegeven op de verschillende taken die bij voorkeur door de diakens zulen worden verricht.
Referenties naar alinea 9: 0
Geen referenties naar deze alineaExtra opties voor deze alinea
Kopieer alinea-URL naar klembord Reageer op deze alinea Deel op social media
10
14
14
Hieraan dienen bovendien praktische oefeningen te worden toegevoegd in de catechese van kinderen en andere gelovigen over de beginselen van de christelijke godsdienst, in het onderricht in en het leiden van de gewijde zang, in het voorlezen uit de goddelijke boeken van de Schrift tijdens de bijeenkomsten van de gelovigen, in de prediking en de opwekking van het volk, in de bediening van de sacramenten, voor zover dit tot de taak van de diaken behoort, in het ziekenbezoek en in het algemeen in de vervulling van al die taken die hun kunnen worden toevertrouwd.
Referenties naar alinea 10: 0
Geen referenties naar deze alineaExtra opties voor deze alinea
Kopieer alinea-URL naar klembord Reageer op deze alinea Deel op social media- DEEL 3 III
11
Ook mannen van hogere teeftijd, hetzij celibatair, hetzij eventueel gehuwd, kunnen tot het diakonaat worden geroepen; deze laatsten mogen echter niet worden toegetaten, als men er geen zekerheid over heeft, zowel dat hun echtgenote ermee instemt, als dat zij naar christelijke opvattingen van rechtschapen gedrag is en dat haar eigenschappen van dien aard zijn, dat zij het ambt van hun man niet hinderen of ontsieren.
Referenties naar alinea 11: 0
Geen referenties naar deze alineaExtra opties voor deze alinea
Kopieer alinea-URL naar klembord Reageer op deze alinea Deel op social media
12
De hogere leeftijd die hier wordt bedoeld, wordt met de voleinding van het vijfendertigste levensjaar bereikt; dit moet evenwel zo worden verstaan, dat niemand tot het diakonaat kan worden geroepen die zich niet de achting van geestelijkheid en gelovigen heeft verworven op grond van het langdurig voorbeeld van een echt christelijk leven, van een rechtschapen gedrag en van een natuurlijke neiging tot dienstbaarheid.
Referenties naar alinea 12: 0
Geen referenties naar deze alineaExtra opties voor deze alinea
Kopieer alinea-URL naar klembord Reageer op deze alinea Deel op social media
13
Wanneer het gehuwde mannen betreft, dient men erover te waken, dat alleen diegenen in het diakonaat worden opgenomen die reeds meerdere jaren gehuwd zijn en hebben getoond, dat zij hun huisgezin goed weten te besturen, daar zowel hun echtgenote als hun kinderen een echt christelijk leven leiden en een onbesproken reputatie genieten. vgl. 1 Tim. 3, 10-12 vgl. 1 Tim. 3, 10-12
Referenties naar alinea 13: 0
Geen referenties naar deze alineaExtra opties voor deze alinea
Kopieer alinea-URL naar klembord Reageer op deze alinea Deel op social media
14
Het is wenselijk, dat zulke diakens een mate van bezitten die boven het gemiddelde ligt, zoals wij hierboven in nr. 8 [al:8], 9 [al:9] en 10 [al:10] hebben uiteengezet, of dat zij tenminste die wetenschap bezitten die naar het oordeel van de bisschoppenconferentie hen noodzakelijk zal zijn om hun specifieke taken te kunnen verrichten. Zij dienen daarom enige tijd in een speciaal instituut door te brengen om daar alles te leren wat zij nodig hebben om het diakenambt waardig te kunnen vervullen.
Referenties naar alinea 14: 0
Geen referenties naar deze alineaExtra opties voor deze alinea
Kopieer alinea-URL naar klembord Reageer op deze alinea Deel op social media
15
Mocht dit laatste eventueel niet mogelijk zijn, dan moet de kandidaat ter opleiding bij een zeer ervaren priester worden geplaatst, die voor hem zorg draagt, hem onderricht en over zijn wijsheid en rijpheid getuigenis kan afleggen. Wel moet men er steeds nauwlettend op toezien, dat alleen geschikte en bekwame mannen in de heilige wijding worden opgenomen.
Referenties naar alinea 15: 0
Geen referenties naar deze alineaExtra opties voor deze alinea
Kopieer alinea-URL naar klembord Reageer op deze alinea Deel op social media
16
Na het ontvangen van de wijding kunnen de diakens, ook als zij van hogere leeftijd zijn, naar de traditionele praktijk van de Kerk geen huwelijk sluiten.
Referenties naar alinea 16: 1
Ad Pascendum ->=geentekst=Extra opties voor deze alinea
Kopieer alinea-URL naar klembord Reageer op deze alinea Deel op social media
17
Men moet erop toezien, dat de diakens geen ambacht of beroep uitoefenen dat naar het oordeel van de Bisschop niet bij hen past, of dat een vruchtbare uitoefening van het heilig ambt in de weg staat.
Referenties naar alinea 17: 0
Geen referenties naar deze alineaExtra opties voor deze alinea
Kopieer alinea-URL naar klembord Reageer op deze alinea Deel op social media- DEEL 4 IV
18
Iedere diaken die niet de religieuze geloften heeft afgelegd moet officieel in een bepaald bisdom zijn ingeschreven.
Referenties naar alinea 18: 0
Geen referenties naar deze alineaExtra opties voor deze alinea
Kopieer alinea-URL naar klembord Reageer op deze alinea Deel op social media
19
De richtlijnen die bepalen, dat de priesters een behoorlijk levensonderhoud moet worden verschaft en dat zij aangesloten moeten zijn bij de zgn. sociale verzekeringen, dienen eveneens ten gunste van de blijvende diakens te worden gevolgd, waarbij men tegelijk rekening moet houden met het gezin van de gehuwde diaken en met datgene wat in artikel 21 [al:21] van deze brief wordt gezegd.
Referenties naar alinea 19: 0
Geen referenties naar deze alineaExtra opties voor deze alinea
Kopieer alinea-URL naar klembord Reageer op deze alinea Deel op social media
20
Het behoort tot de taak van de bisschoppenconferentie om duidelijke richtlijnen vast te stellen voor een waardig levensonderhoud van de diaken en van zijn gezin, wanneer hij gehuwd is, al naargelang de omstandigheden van tijd en plaats.
Referenties naar alinea 20: 0
Geen referenties naar deze alineaExtra opties voor deze alinea
Kopieer alinea-URL naar klembord Reageer op deze alinea Deel op social media
21
19
19
De diakens die een profaan beroep uitoefenen, moeten proberen met de verdiensten daaruit zoveel mogelijk in de behoeften van zichzelf en van hun gezin te voorzien.
Referenties naar alinea 21: 0
Geen referenties naar deze alineaExtra opties voor deze alinea
Kopieer alinea-URL naar klembord Reageer op deze alinea Deel op social media- DEEL 5 V
22
Volgens bovengenoemde Constitutie van het Tweede Vaticaans Concilie behoort het volgende tot de taak van de diaken, voor zover de plaatselijke bisschop hem de uitvoering hiervan opdraagt:
- bij de liturgische handelingen mag hij Bisschop en priesters assisteren in alles waartoe hij volgens de verschillende ritualen bevoegd is;
- hij mag het doopsel op plechtige wijze toedienen en aanvulling venichten van de plechtigheden die bij de doop van een kind of een volwassene achterwege zijn gelaten;
- hij mag de eucharistie bewaren, haar aan zichzelf en aan anderen uitreiken, haar als teerspijze naar de stervenden brengen en aan het volk de zgn. eucharistische zegen geven met de pyxis;
- waar geen priester aanwezig is, mag hij in naam van de Kerk bij de huwelijksviering tegenwoordig zijn en de zegen geven, wanneer hij door de Bisschop of de pastoor daartoe is gedelegeerd, met handhaving van al het overige wat het kerkelijk wetboek voorschrijft vgl: par. 2 [[[2620|(1095)]]] vgl: Codex Iuris Canonici (1917) [[[2620|(1096)]]], en met behoud van canon 1098 [2620|(1098)], waar datgene wat van de priester wordt gezegd ook van de diaken moet worden begrepen;
- hij mag de sacramentaliën bedienen en voorgaan in de riten van uitvaart en begrafenis;
- hij mag de goddelijke boeken van de Schrift aan de gelovigen voorlezen en het volk onderrichten en opwekken;
- hij mag voorgaan in de religieuze oefeningen en in het gebed, wanneer de priester niet aanwezig is;
- hij mag bijbelvieringen leiden, vooral waar geen priester aanwezig is;
- hij mag in naam van de hiërarchie caritatieve en administratieve plichten vervullen en sociaal hulpwerk verrichten;
- hij mag in naam van de pastoor en van de Bisschop als wettig leider optreden van verspreid liggende gemeenschappen van Christenen;
- hij mag de apostolische activiteit van de leken bevorderen en steunen.
Referenties naar alinea 22: 0
Geen referenties naar deze alineaExtra opties voor deze alinea
Kopieer alinea-URL naar klembord Reageer op deze alinea Deel op social media
23
Al deze taken moeten in volledige gemeenschap met de Bisschop en zijn college van priesters worden verricht, dat wil zeggen onder het gezag van de Bisschop en van de priester die ter plaatse met de zielzorg is belast.
Referenties naar alinea 23: 0
Geen referenties naar deze alineaExtra opties voor deze alinea
Kopieer alinea-URL naar klembord Reageer op deze alinea Deel op social media
24
In de pastorale raden dienen de diakens zoveel mogelijk hun eigen plaats te krijgen.
Referenties naar alinea 24: 0
Geen referenties naar deze alineaExtra opties voor deze alinea
Kopieer alinea-URL naar klembord Reageer op deze alinea Deel op social media- DEEL 6 VI
25
Omdat de diakens zich aan de mysteries van Christus en de Kerk wijden, moeten zij zich verre houden van elke vorm van ondeugd of gebrek en steeds aan God proberen te behagen, tot elk goed werk voor het heil van de mensen bereid. vgl. 2 Tim. 2, 21 vgl. 2 Tim. 2, 21 Op grond van de wijding die zij hebben ontvangen, moeten zij dus ver boven de anderen uitsteken in de verzorging van het liturgisch leven, in de toeleg op het gebed, in het goddelijk dienstwerk, in gehoorzaamheid, naastenliefde en kuisheid.
Referenties naar alinea 25: 0
Geen referenties naar deze alineaExtra opties voor deze alinea
Kopieer alinea-URL naar klembord Reageer op deze alinea Deel op social media
26
Het zal de taak van de bisschoppenconferenties zijn om meer aangepaste richtlijnen vast te stellen voor het geestelijk leven van de diakens, zowel van hen die celibatair als van hen die gehuwd leven. De plaatselijke bisschoppen moeten er echter op toezien, dat alle diakens:
- voortdurend het woord van God blijven lezen en oplettend overdenken;
- regelmatig, ja zo mogelijk dagelijks, aktief deelnemen aan het misoffer, het allerheiligst sacrament van de eucharistie ontvangen en het devoot bezoeken;
- regelmatig hun ziel van smetten zuiveren door het boetesacrament; om dit waardig te kunnen ontvangen, dienen zij dagelijks een gewetensonderzoek te verrichten;
- de Moeder van God, de maagd Maria, met een toegewijde en religieuze devotie vereren en beminnen.
Referenties naar alinea 26: 0
Geen referenties naar deze alineaExtra opties voor deze alinea
Kopieer alinea-URL naar klembord Reageer op deze alinea Deel op social media
27
Het is uitermate gepast, dat de blijvende diakens dagelijks minstens een gedeelte van het goddelijk officie lezen; dit moet door de bisschoppenconferentie worden vastgesteld.
Referenties naar alinea 27: 0
Geen referenties naar deze alineaExtra opties voor deze alinea
Kopieer alinea-URL naar klembord Reageer op deze alinea Deel op social media
28
De diakens die tot een bisdom behoren, moeten minstens eens in de drie jaar in een door de Bisschop aan te wijzen retraitehuis of klooster retraite houden.
Referenties naar alinea 28: 0
Geen referenties naar deze alineaExtra opties voor deze alinea
Kopieer alinea-URL naar klembord Reageer op deze alinea Deel op social media
29
De diakens moeten steeds blijven studeren, speciaal op de gewijde wetenschappen; zij moeten voortdurend in de goddelijke boeken van de Schrift blijven lezen; en zij moeten zich zo aan de kerkelijke wetenschappen wijden, dat zij de katholieke leer op de juiste wijze aan anderen kunnen uitleggen en dagelijks meer bekwaam worden om de harten van de gelovigen te onderrichten en te bemoedigen. Te dien einde dienen de diakens op gezette tijden te worden uitgenodigd voor bijeenkomsten waarop over de problemen van hun leven en van hun heilig ambt wordt gesproken.
Referenties naar alinea 29: 0
Geen referenties naar deze alineaExtra opties voor deze alinea
Kopieer alinea-URL naar klembord Reageer op deze alinea Deel op social media
30
Op grond van het bijzonder karakter van het ambt dat hun is toevertrouwd, zijn de diakens tot eerbied en gehoorzaamheid aan hun bisschop gehouden; de bisschoppen van hun kant moeten deze dienaren van het volk van God hoogachten in de Heer en hen met vaderlijke liefde begeleiden. Wanneer een diaken echter om een geldige reden enige tijd buiten zijn eigen bisdom verblijft, moet hij zich van harte onder het toezicht en gezag van de plaatselijke Bisschop stellen in al die zaken die met de verplichtingen en taken van de diakonale staat in verband staan. Ius Oriental., De Personis,.. Ius Oriental., De Personis, can. 87; AAS 49 (1957), blz. 462
Referenties naar alinea 30: 0
Geen referenties naar deze alineaExtra opties voor deze alinea
Kopieer alinea-URL naar klembord Reageer op deze alinea Deel op social media
31
Wat de wijze van kleding betreft, dient men zich aan de plaatselijke gewoonte te houden volgens de richtlijnen die door de bisschoppenconferentie zijn vastgesteld.
Referenties naar alinea 31: 0
Geen referenties naar deze alineaExtra opties voor deze alinea
Kopieer alinea-URL naar klembord Reageer op deze alinea Deel op social media- DEEL 7 VII
32
35
35
De instelling van het blijvend diaconaat bij religieuzen is rechtens aan de heilige Stoel voorbehouden, waaraan het uitsluitend toekomt om de wensen van de generale kapittels in dezen te onderzoeken en in te willigen.
Referenties naar alinea 32: 0
Geen referenties naar deze alineaExtra opties voor deze alinea
Kopieer alinea-URL naar klembord Reageer op deze alinea Deel op social media
33
35
35
De diaken-religieuzen oefenen hun diakenambt uit onder het gezag van de Bisschop en van hun eigen oversten volgens de richtlijnen die voor priestereligieuzen gelden; zij zijn tevens aan de wetten gehouden waaraan de leden van datzelfde religieuze instituut worden gehouden.
Referenties naar alinea 33: 0
Geen referenties naar deze alineaExtra opties voor deze alinea
Kopieer alinea-URL naar klembord Reageer op deze alinea Deel op social media
34
35
35
De diaken-religieus die hetzij bij voortduring hetzij gedurende kortere tijd in een gebied verblijft dat geen blijvend diakonaat kent, mag daar zijn diakenambt niet zonder toestemming van de plaatselijke Bisschop uitoefenen.
Referenties naar alinea 34: 0
Geen referenties naar deze alineaExtra opties voor deze alinea
Kopieer alinea-URL naar klembord Reageer op deze alinea Deel op social media
35
Wat in nrs. 32-34 [al:32-34] van de religieuzen wordt gezegd, moet op gelijke wijze worden begrepen van de leden van de overige instituten die de evangelische raden beoefenen.
Referenties naar alinea 35: 0
Geen referenties naar deze alineaExtra opties voor deze alinea
Kopieer alinea-URL naar klembord Reageer op deze alinea Deel op social media
36
Wat tenslotte de ritus van de diakenwijding betreft en de wijdingen die aan het diakonaat voorafgaan, dient de nog geldende praktijk te worden gevolgd, totdat zij door de heilige Stoel wordt herzien.
Referenties naar alinea 36: 0
Geen referenties naar deze alineaExtra opties voor deze alinea
Kopieer alinea-URL naar klembord Reageer op deze alinea Deel op social media- DEEL 8 Slot
37
Ten allerlaatste: nu deze richtlijnen zijn meegedeeld, welt spontaan de wens in ons hart op, dat de diakens, bij de vervulling van hun moeilijk ambt in de huidige omstandigheden, de verheven voorbeelden mogen volgen die wij ter navolging voorstellen, namelijk dat van de heilige Stefanus, de eerste martelaar, die, zoals de heilige Irenaeus zegt, als eerste door de apostelen tot het diakenambt is uitgekozen IV, 15, 1; P.G. 7, 1013 [[848]], en dat van de heilige Laurentius van Rome, die niet alleen in de bediening van de sacramenten, maar ook in het beheer van de kerkelijke goederen uitmuntte. 85, P.L. 54, 436 [[913]] Wij gelasten, dat al datgene wat door ons in dit Motu Proprio vastgesteld, duurzame geldigheid moet bezitten; al wat hiertegen ingaat, is hiermee nietig. Gegeven te Rome, bij de Sint Pieter, 18 juni 1967, op het feest van de heilige diaken Ephraem de Syriër, in het vierde jaar van ons pontificaat. Paus Paulus VI
Referenties naar alinea 37: 0
Geen referenties naar deze alineaExtra opties voor deze alinea
Kopieer alinea-URL naar klembord Reageer op deze alinea Deel op social mediaReferenties naar dit document: 3
Open uitgebreid overzichthttps://rkdocumenten.nl/toondocument/181-sacrum-diaconatus-ordinem-nl