INSTITUTIO GENERALIS MISSALIS ROMANI Algemeen Statuut van het Romeins Missaal - Editio typica tertio 2002 / emendata 2008
(Soort document: Congregatie voor de Eredienst en de Sacramenten)
De buiging is teken van het respect en de eer die betuigd worden aan de personen zelf of hun kentekens.
Er zijn twee soorten buigingen, namelijk de hoofd- en de lichaamsbuiging.
Men maakt een hoofdbuiging, als de drie goddelijke Personen tegelijk genoemd worden, en bij de naam van Jezus, van de heilige maagd Maria en van de heilige ter ere van wie de Mis gevierd wordt.
Men maakt een lichaamsbuiging of diepe buiging: bij het altaar; bij de gebeden: Almachtige God, zuiver mijn hart (Munda cor meum) en In het besef van onze onmacht (In spiritu humilitatis), tijdens het symbolum bij de woorden: Hij heeft het vlees aangenomen resp.: geboren uit de maagd Maria (Et incarnatus est); in de Romeinse canon bij de woorden: Wij smeken U, almachtige God (Supplices te rogamus). Eenzelfde buiging maakt de diaken, wanneer hij de zegen vraagt vóór de verkondiging van het Evangelie. De priester staat bovendien een weinig gebogen, wanneer hij bij de consecratie de woorden van de Heer uitspreekt.