Inhoudsopgave
- Inhoud
1
Beste broeders en zusters,
Op de tweede zondag van de Veertigdagentijd, die het vandaag is, onderstreept de evangelist Lucas dat Jezus de berg op ging "
om te bidden" , samen met de apostelen Petrus, Jacobus en Johannes en "
terwijl Hij aan het bidden was", voltrok zich het lichtrijk mysterie van zijn gedaanteverandering.
De berg op gaan, heeft voor de drie Apostelen dan ook willen zeggen: betrokken raken in het gebed van Jezus, die zich dikwijls terugtrok in gebed, vooral vroeg in de morgen en na zonsondergang, en soms gedurende heel de nacht. Maar alleen die keer, op de berg, wilde Hij aan zijn vrienden het innerlijk licht laten zien dat Hem vervulde als Hij aan het bidden was: zijn gelaat - lezen we in het Evangelie - straalde van licht en zijn kleren lieten de glans doorschijnen van de goddelijke Persoon van het vleesgeworden Woord .
Referenties naar alinea 1: 0
Geen referenties naar deze alineaExtra opties voor deze alinea
Kopieer alinea-URL naar klembord Reageer op deze alinea Deel op social media
2
Er is een ander detail, eigen aan het bericht van Sint Lucas, dat verdient te worden onderstreept: de aanduiding namelijk van het onderwerp van gesprek van Jezus met Mozes en Elia, die verschenen waren naast hem in zijn gedaanteverandering. Zij - zo vertelt de Evangelist - "spraken met Hem over zijn heengaan ( in het Grieks exodos), dat Hij in Jeruzalem zou voltrekken" . Jezus luistert dus naar de Wet en de Profeten, die Hem spreken over zijn dood en verrijzenis. In zijn innerlijke dialoog met de Vader, stapt Hij niet uit de geschiedenis, ontvlucht Hij zijn zending niet, waarvoor Hij in de wereld is gekomen, ook al weet Hij dat Hij om zijn glorie te kunnen bereiken, door het Kruis heen zal moeten gaan. Sterker nog: Christus gaat juist dieper in deze zending binnen, door met heel zijn wezen de wil van de Vader aan te hangen, en Hij laat ons zien dat het ware gebed er juist in bestaat onze wil te verenigen met die van God. Voor een christen betekent bidden dan ook niet een ontsnappen aan de werkelijkheid en aan de verantwoordelijkheden die deze met zich meebrengt, maar deze ten diepste op zich nemen, vertrouwend op de trouwe en onuitputtelijke liefde van de Heer.
Daarom is de waarheidstoets van de gedaanteverandering paradoxalerwijze de doodstrijd in Getsemane . Bij het naderen van zijn lijden zal Jezus er doodsangst om voelen en zal Hij zich overgeven aan de goddelijke wil; op dat moment zal zijn gebed het onderpand zijn van het heil voor ons allen. Christus zal immers de hemelse Vader smeken "Hem uit de dood te redden" en - zo schrijft de auteur van de brief aan de Hebreeën, "om zijn vroomheid is Hij verhoord" . Van deze verhoring is de verrijzenis het bewijs.
Referenties naar alinea 2: 0
Geen referenties naar deze alineaExtra opties voor deze alinea
Kopieer alinea-URL naar klembord Reageer op deze alinea Deel op social media
3
Beste broeders en zusters, het gebed is niet iets bijkomstigs, iets optioneels, maar een kwestie van leven of dood. Alleen wie bidt, dat wil zeggen wie zich aan God toevertrouwt met de liefde van de Zoon, kan binnengaan in het eeuwig leven, dat God zelf is. Laten we gedurende deze Veertigdagentijd aan Maria, de Moeder van het vleesgeworden Woord en Meesteres van het geestelijk leven, vragen ons te leren bidden zoals zij het haar Zoon heeft gedaan, opdat ons bestaan getransformeerd wordt door het licht van zijn aanwezigheid.
Referenties naar alinea 3: 0
Geen referenties naar deze alineaExtra opties voor deze alinea
Kopieer alinea-URL naar klembord Reageer op deze alinea Deel op social media
https://rkdocumenten.nl/toondocument/1770-geen-escape-maar-exodus-nl