Geliefde Zoon, Heil en Apostolische zegen.
Wij hebben mededeling ontvangen van het aanstaande gelukkig huwelijk van Zijne Majesteit Boudewijn I, Doorluchtige Koning der Belgen, met de Hoogedele Vrouwe Fabiola de Mora y Aragón.
Deze gebeurtenis, één der gedenkwaardigste onder de hoogdagen uit de geschiedenis van uw land, heeft bij al uw medeburgers terecht een innige vreugde verwekt, en ook Ons evenzeer oprecht verblijd, want Wij dragen het Belgische volk een grote liefde toe, en Wij kennen daarbij ten volle de lofwaardige, rijke zielegaven, die uw katholieke Koning en zijn diep godvruchtige Bruid sieren en die voor Ons vaderhart een ware troost zijn. Het past dan ook dat, bij zulke uitzonderlijk welkome gelegenheid, een bijzondere blijk van Onze genegenheid niet ontbreekt, om, als de bekroning van de algemene vreugde, deze glansrijke plechtigheid nog meer luister bij te zetten. Daarom heeft het Ons behaagd u, Geliefde Zoon, uit te kiezen en aan te duiden om in Onze naam het koninklijk huwelijk volgens het ritueel van de Katholieke Kerk in te zegenen.
Wij kennen uw vurige godsdienstijver en wij weten welk hoog aanzien gij bij uw volk en aan het koninklijk Hof geniet. Wij twijfelen er dan ook geen ogenblik aan dat gij met al de waardigheid, die hoort bij zulke belangrijke gebeurtenis, de zeer vererende opdracht zult vervullen die Wij u toevertrouwen.
Vermits God zich met zijn genade steeds voorkomend en vrijgevig heeft getoond voor jonge mensen, die met uitgelezen gevoelens bezield en met opvallende deugden gesierd zijn, vragen Wij u de tolk te willen zijn van de grote verwachtingen die Wij betrouwvol bouwen op dit huwelijk en die Wij nog steviger willen vestigen door Onze vurigste gebeden tot God en door Onze Apostolische Zegen, die Wij verlenen aan de Jonggehuwden en aan gans de Koninklijke familie. Van harte wensen Wij dat het huwelijk duurzaam, gelukkig en rijk gezegend moge zijn, en voor de Ons zo dierbare Belgische bevolking een voorteken en een waarborg voor rust en vrede, en voor een steeds groeiende christelijke voorspoed.
Gegeven te Rome, bij Sint-Pieter, op 10 november in het jaar 1960, het derde van Ons Pontificaat.
Paus Johannes XXIII