Varietates legitimae
x
Informatie over dit document
Varietates legitimae
De Romeinse liturgie en de inculturatie
Vierde instructie voor de juiste toepassing van de Constitutie over de Liturgie van het Tweede Vaticaans Concilie (nrs. 37-40)
Vierde instructie voor de juiste toepassing van de Constitutie over de Liturgie van het Tweede Vaticaans Concilie (nrs. 37-40)
Antonius M. Kard. Javierre Ortas
Congregatie voor de Eredienst en de Sacramenten
25 maart 1994
Curie - Instructies
1995, Kerkelijke Documentatie / SRKK
Vert. uit het Italiaans
Zie de gebruiksvoorwaarden van de documenten
Zie de gebruiksvoorwaarden van de documenten
1995
NRL
17 augustus 2022
1678
nl
Referenties naar dit document: 9
Open uitgebreid overzichtReferenties naar dit document van thema's en berichten
Open uitgebreid overzichtExtra opties voor dit document
Kopieer document-URL naar klembord Reageer op dit document Deel op social mediaInhoudsopgave
Uitklappen
- === Voorwoord
1
Het Tweede Vaticaans Concilie [d:4] heeft in de Constitutie over de liturgie [570] voorzien dat de wettige verscheidenheid – die in het verleden in de Romeinse ritus voorkwam – opnieuw ingevoerd zou worden, vooral in de missiegebieden. vgl: 3 [[[570|38.40]]] Want ”de Kerk wenst in zaken die niet het geloof of het welzijn van heel de gemeenschap raken, niet een starre gelijkvormigheid op te leggen, ook niet in de liturgie”. vgl: Sacrosanctum Concilium [[[570|37]]] De Kerk die immers de verscheidenheid van liturgische vormen en families heeft erkend en deze tot op heden nog erkent, is van mening dat deze verscheidenheid geenszins afbreuk doet aan haar eenheid, doch integendeel deze bevordert. vgl: Orientalium Ecclesiarum [[[701|2]]] vgl: Sacrosanctum Concilium [[[570|3.4]]] vgl: Catechismus van de Katholieke Kerk [[[1|1200-1206]]]
Referenties naar alinea 1: 0
Geen referenties naar deze alineaExtra opties voor deze alinea
Kopieer alinea-URL naar klembord Reageer op deze alinea Deel op social media
2
In zijn Apostolische brief Vicesimus Quintus Annus [1125] heeft paus Johannes Paulus II aangegeven dat de inspanning om de liturgie in de verschillende culturen te doen wortelen, een zaak van groot gewicht is met het oog op de liturgische vernieuwing. vgl: Vicesimus Quintus Annus [[[1125|16]]] Dit werk – reeds in eerdere instructies en liturgische boeken aangeduid – moet op grond van de ervaring voortgezet worden door – waar de noodzaak dit vraagt – het aanvaarden van culturele waarden, die ”kunnen samengaan met de ware en eigen aspecten van de liturgie maar met behoud van de substantiële eenheid van de Romeinse ritus, zoals deze in de liturgische boeken tot uitdrukking komt”. vgl: Vicesimus Quintus Annus [[[1125|16]]]
Referenties naar alinea 2: 1
Institutio Generalis Missalis Romani ->=geentekst=Extra opties voor deze alinea
Kopieer alinea-URL naar klembord Reageer op deze alinea Deel op social media- Eerste hoofdstuk De aard van deze instructie
3
In opdracht van de paus heeft de Congregatie voor de Eredienst en de Regeling van de sacramenten deze instructie voorbereid. Hierin worden duidelijker de normen omschreven met betrekking tot de aanpassing aan de eigen aard en tradities van de volkeren, zoals die staan in de nummers 37-40 [570|37-40] van de Constitutie over de liturgie Sacrosanctum Concilium [570]. Ook worden hier enkele uitgangspunten, die in deze nummers in algemene bewoordingen zijn aangeduid, nader uitgelegd, worden de voorschriften verhelderd en tenslotte wordt de wijze van handelen vastgesteld die onderhouden moet worden om dat alles uit te voeren, zodat in de toekomst deze materie overeenkomstig deze voorschriften in praktijk wordt gebracht.
Want terwijl de theologische uitgangspunten met betrekking tot de kwesties over geloof en inculturatie nog verder onderzocht dienen te worden, leek het deze congregatie goed de bisschoppen en bisschoppenconferenties een handreiking aan te bieden om de aanpassingen die in de liturgische boeken staan vermeld, overeenkomstig het recht in overweging te nemen of uit te voeren, verder om de aanpassingen die reeds gedaan zijn, aan een kritisch onderzoek te onderwerpen en tenslotte om – wanneer in sommige culturen de pastorale nood daartoe dringt – die vorm van aanpassing van de liturgie die in de Constitutie wordt aangegeven met ”diepgaander” en tegelijkertijd als ”moeilijker” wordt aangeduid, volgens het recht, op een meer aangepaste wijze voor het gebruik en de praktijk te regelen.
Want terwijl de theologische uitgangspunten met betrekking tot de kwesties over geloof en inculturatie nog verder onderzocht dienen te worden, leek het deze congregatie goed de bisschoppen en bisschoppenconferenties een handreiking aan te bieden om de aanpassingen die in de liturgische boeken staan vermeld, overeenkomstig het recht in overweging te nemen of uit te voeren, verder om de aanpassingen die reeds gedaan zijn, aan een kritisch onderzoek te onderwerpen en tenslotte om – wanneer in sommige culturen de pastorale nood daartoe dringt – die vorm van aanpassing van de liturgie die in de Constitutie wordt aangegeven met ”diepgaander” en tegelijkertijd als ”moeilijker” wordt aangeduid, volgens het recht, op een meer aangepaste wijze voor het gebruik en de praktijk te regelen.
Referenties naar alinea 3: 0
Geen referenties naar deze alineaExtra opties voor deze alinea
Kopieer alinea-URL naar klembord Reageer op deze alinea Deel op social media- Tweede hoofdstuk Voorafgaande opmerkingen
4
De Constitutie over de liturgie Sacrosanctum Concilium [570], spreekt over aanpassing en geeft daarbij enkele van haar vormen aan. vgl: Sacrosanctum Concilium [[[570|37-40]]] Nadien gebruikte het leergezag van de Kerk het begrip ’inculturatie’ om nauwkeuriger de invoeging aan te geven ”van het evangelie in de autochtone menselijke cultuur en tegelijk het binnenvoeren van die cultuur zelf in het leven van de Kerk”. Slavorum Apostoli [[1184|21]] vgl: Tot de deelnemers aan de voltallige vergadering van de Pauseijke Raad voor de Cultuur [[[4161|(5)]]] Derhalve betekent inculturatie ”de innerlijke omvorming van authentieke culturele waarden door middel van de integratie daarvan in het christendom en het wortelschieten van het christendom in de verschillende menselijke culturen”. Redemptoris Missio [[4|52]] De reden van de verandering in woordgebruik is gemakkelijk te begrijpen, ook op het terrein van de liturgie. Het woord ’aanpassing’ - dat ontleend is aan het missionaire taalgebruik – zou de indruk kunnen wekken dat de veranderingen vooral betrekking hebben op slechts enkele en wel uiterlijke hoofdzaken. vgl: Redemptoris Missio [[[4|52]]] vgl: Bij de sluiting van de 2de Buitengewone Vergadering van de Bisschoppensynode [[[1487|(4)]]] Het woord ’inculturatie’ echter kan beter dienen om een dubbele beweging aan te geven: ”Door deze inculturatie geeft de Kerk gestalte aan het evangelie in de verschillende culturen en tegelijkertijd leidt zij de volken met hun eigen cultuur binnen in haar gemeenschap. vgl: Redemptoris Missio [[[4|52]]] Van de ene kant bevrucht het binnengaan van het evangelie in een sociale en culturele context “als het ware van binnenuit de geestesgaven en kwaliteiten van ieder volk, versterkt, vervolmaakt en hernieuwt zij deze in Christus”. Gaudium et Spes [[575|58]] Van de andere kant echter maakt de Kerk zich deze waarden – in zover zij met het evangelie overeenkomen - eigen ”om de boodschap van Christus grondiger te doen begrijpen en deze beter tot uitdrukking te brengen in de viering van de liturgie en in het veelvormige leven van de geloofsgemeenschap”. Gaudium et Spes [[575|58]] Deze dubbele beweging, die werkzaam is in de inculturatie, brengt derhalve één van de bestanddelen van het mysterie van de menswording tot uiting. vgl: Catechesi Tradendae [[[572|53]]]
Referenties naar alinea 4: 0
Geen referenties naar deze alineaExtra opties voor deze alinea
Kopieer alinea-URL naar klembord Reageer op deze alinea Deel op social media
5
De inculturatie, aldus verstaan, heeft haar plaats zowel in de christelijke eredienst als op de andere terreinen van het leven van de Kerk. vgl: 2: “de evangelieverkondiging van de volken vindt zó plaats, dat met behoud van de ongeschondenheid van het geloof en de zeden het evangelie zich in de cultuur van de afzonderlijke volken kan uitdrukken, namelijk in de catechese, in de eigen liturgische riten, in de gewijde kunst, in het particulier recht en tenslotte in heel het kerkelijk leven.” [[[574|(584)]]] Inderdaad als er één reden voor de inculturatie van het evangelie van belang is, dan is het een werkelijke integratie vgl: ”van de evangelisatie in het algemeen kunnen we…zeggen dat de bedoeling ervan is, de kracht van het evangelie aan te brengen in het hart van de menselijke natuur en in de verschillende cultuurvormen…zo zal zij de mensen uit de verschillende menselijke cultuurvormen de kennis van het verborgen mysterie kunnen brengen, en hen kunnen helpen vanuit hun eigen levende traditie, eigen oorspronkelijke uitdrukkingen voort te brengen van christelijk leven, eredienst en denken.” [[[572|53]]] in het geloofsleven van ieder volk, van de blijvende waarden van een cultuur meer dan van zijn voorbijgaande uitingen. Derhalve moet zij heel nauw samengaan met een bredere aanpak, namelijk met een pastorale en harmonisch uitgewerkte actie die heel de menselijke waardigheid op het oog heeft. vgl: ”de inculturatie is een langzame tocht die heel het missieleven vergezelt en vanaf het begin een uitdaging vormt voor de verschillende werkers van de missie ad gentes, voor de christelijke gemeenschappen naarmate deze zich ontwikkelen.” [[[4|52]]] vgl: ”ik bevestig opnieuw met aandrang de noodzaak heel de kerk in beweging te brengen voor een scheppende inspanning tot een hernieuwde evangelieverkondiging aan mensen en culturen. Want alleen door een samenbundeling van de inspanningen komt de kerk in de omstandigheid de hoop van Christus uit te dragen tot in het hart van de cultuur en de tegenwoordige geestesgesteldheid.” [[[4161|(5)]]]
Zoals elke vorm van evangelieverkondiging, vraagt deze veelvoudige en volhardende inzet een methodische en voortgezette werkwijze van onderzoek en onderscheid. vgl: Geloof en cultuur in het licht van de Bijbel [[[4163]]] vgl: Fides et inculturatio [[[1355]]] De inculturatie van het christelijk leven en haar liturgische vieringen kunnen – voor welk volk ter wereld ook – slechts de vrucht zijn van toenemende rijping in het geloof. vgl: “Hoe zou een geloof dat werkelijk zo gerijpt, diepgaand en overtuigd is, er van dit ogenblik af niet toe kunnen komen zich uit te drukken in een taal, in een catechese, in een theologische bezinning, in een gebed, in een liturgie, in een kunst, in instellingen die werkelijk overeenstemmen met de Afrikaanse ziel van uw landgenoten? Dan wordt de sleutel gevonden van het belangrijke en ingewikkelde probleem dat gij nu hebt voorgelegd met betrekking tot de liturgie om nu alleen dat te noemen. Een toereikende voortgang op dit terrein kan slechts de vrucht zijn van een groeiende rijping van het geloof met daarin opgenomen in een groot samenspel het geestelijk onderscheidingsvermogen, het theologische inzicht en het aanvoelen van de gehele kerk.” [[[4162|(5)]]]
Zoals elke vorm van evangelieverkondiging, vraagt deze veelvoudige en volhardende inzet een methodische en voortgezette werkwijze van onderzoek en onderscheid. vgl: Geloof en cultuur in het licht van de Bijbel [[[4163]]] vgl: Fides et inculturatio [[[1355]]] De inculturatie van het christelijk leven en haar liturgische vieringen kunnen – voor welk volk ter wereld ook – slechts de vrucht zijn van toenemende rijping in het geloof. vgl: “Hoe zou een geloof dat werkelijk zo gerijpt, diepgaand en overtuigd is, er van dit ogenblik af niet toe kunnen komen zich uit te drukken in een taal, in een catechese, in een theologische bezinning, in een gebed, in een liturgie, in een kunst, in instellingen die werkelijk overeenstemmen met de Afrikaanse ziel van uw landgenoten? Dan wordt de sleutel gevonden van het belangrijke en ingewikkelde probleem dat gij nu hebt voorgelegd met betrekking tot de liturgie om nu alleen dat te noemen. Een toereikende voortgang op dit terrein kan slechts de vrucht zijn van een groeiende rijping van het geloof met daarin opgenomen in een groot samenspel het geestelijk onderscheidingsvermogen, het theologische inzicht en het aanvoelen van de gehele kerk.” [[[4162|(5)]]]
Referenties naar alinea 5: 0
Geen referenties naar deze alineaExtra opties voor deze alinea
Kopieer alinea-URL naar klembord Reageer op deze alinea Deel op social media
6
Deze instructie heeft betrekking op zeer uiteenlopende omstandigheden. Op de eerste plaats heeft zij betrekking op de volkeren met een niet-christelijke traditie, aan wie het evangelie in de jongste tijd is verkondigd door missionarissen, die er tegelijkertijd de Romeinse ritus hebben gebracht. Nu echter komt duidelijker aan het licht dat de Kerk, in contact met de culturen, alles moet aanvaarden wat in de tradities van de volkeren kan overeenstemming met het evangelie om hun aldus de rijkdom van Christus te brengen en ook om zichzelf te laten verrijken door de veelvoudige wijsheid van alle volken. ”Wanneer de kerk in contact komt met de culturen, moet zij alles opnemen wat in de tradities van de volken verenigbaar is met het Evangelie om er de rijkdom van Christus te brengen en zelf rijk te worden door de veelvoudige wijsheid van de volken op aarde.” [[4161|(5)]]
Referenties naar alinea 6: 0
Geen referenties naar deze alineaExtra opties voor deze alinea
Kopieer alinea-URL naar klembord Reageer op deze alinea Deel op social media
7
In het Westen met een oude christelijke traditie is de situatie anders. Daar is de cultuur reeds veel langer doordrongen door het geloof en de liturgie van de Romeinse ritus. Bovendien is in die landen de liturgische vernieuwing gemakkelijker aanvaard en lijken de aanpassingen, die in de liturgische boeken gegeven zijn, in het algemeen toereikend te zijn om aan de verschillende plaatselijke omstandigheden te voldoen. 53-61 [[al:53-61]] Niettemin moet men in landen waar verschillende culturen samen aanwezig zijn – vooral vanwege de immigratie – rekening houden met de bijzondere problemen die een dergelijke situatie zeer zeker met zich meebrengt. 49 [[al:49]]
Referenties naar alinea 7: 0
Geen referenties naar deze alineaExtra opties voor deze alinea
Kopieer alinea-URL naar klembord Reageer op deze alinea Deel op social media
8
Eveneens moet men bedacht zijn op de verdere vernieuwing in landen met een wel of niet christelijke traditie waar de cultuur gekenmerkt wordt door onverschilligheid of verwaarlozing van de godsdienst. vgl: Tot de deelnemers aan de voltallige vergadering van de Pauseijke Raad voor de Cultuur [[[4161|(5)]]] vgl: Vicesimus Quintus Annus [[[1125|17]]] In die situatie moet men niet spreken van inculturatie van de liturgie, omdat het in dat geval niet zozeer gaat om het aanvaarden of evangeliseren van bestaande religieuze waarden dan wel om het beklemtonen van liturgische vorming vgl: 3 [[[570|19.35]]] en het vinden van de geschikte middelen om geest en hart te beïnvloeden.
Referenties naar alinea 8: 0
Geen referenties naar deze alineaExtra opties voor deze alinea
Kopieer alinea-URL naar klembord Reageer op deze alinea Deel op social media- DEEL I Het inculturatieproces in de heilsgeschiedenis
9
De vragen die nu bij de inculturatie van de Romeinse ritus gesteld worden, kunnen vanuit de heilsgeschiedenis zelf verhelderd worden. Het proces van inculturatie is daarin onder verschillende vormen tot stand gekomen. Het volk van Israël heeft in heel zijn geschiedenis de overtuiging gehad het uitverkoren volk van God te zijn en de getuige van Gods handelen en liefde te midden van de volken. Aan de omringende volken heeft het bepaalde vormen van de eredienst ontleend, maar om het geloof in de God van Abraham, Isaak en Jakob heeft Israël deze ontleningen diepgaand gewijzigd, allereerst naar de betekenis maar dikwijls ook naar de vorm, om zo de gedachtenis van Gods wonderdaden in zijn geschiedenis te vieren, terwijl het deze elementen opnam in de eigen religieuze praktijk. De ontmoeting van de joodse wereld met de Griekse wijsheid was aanleiding tot een nieuwe vorm van inculturatie: de vertaling van de heilige boeken in het Grieks bracht het woord van God binnen in een voor Hem gesloten wereld en onder Gods inspiratie heeft zij geleid tot een verrijking van de Schrift zelf.
Referenties naar alinea 9: 1
Directorium over volksvroomheid en liturgie. Principes en richtlijnen ->=geentekst=Extra opties voor deze alinea
Kopieer alinea-URL naar klembord Reageer op deze alinea Deel op social media
10
De wet van Mozes, de profeten en de psalmen (Lc. 24, 27.44) [[b:Lc. 24, 27.44]] hadden de bedoeling de komst van Gods Zoon voor te bereiden. Zo is het Oude Testament, dat het leven en de cultuur van het volk Israël omvat, heilsgeschiedenis. Toen Gods Zoon op aarde was gekomen, ”geboren uit een vrouw, geboren onder de wet” (Gal. 4, 4) [b:Gal. 4, 4], heeft Hij zich verbonden met de sociale en culturele omstandigheden van het volk van het Oude Verbond; met dat volk is Hij omgegaan en heeft Hij gebeden. vgl: Ad Gentes Divinitus [[[703|10]]] Hij is namelijk mens geworden, heeft een volk, een land en een bepaalde tijd aanvaard, maar krachtens de gemeenschappelijke menselijke natuur ”heeft Hij zich in zekere zin met iedere mens verenigd”. Gaudium et Spes [[575|22]] “Wij allen zijn immers in Christus, en de gemeenschappelijke natuur van ons menszijn is in Hem opnieuw tot leven gekomen. Daarom wordt Hij ook de nieuwe Adam genoemd.” I, 14: PG 73, 162C [[1175]]
Referenties naar alinea 10: 1
Directorium over volksvroomheid en liturgie. Principes en richtlijnen ->=geentekst=Extra opties voor deze alinea
Kopieer alinea-URL naar klembord Reageer op deze alinea Deel op social media
11
Christus, die ons menselijk bestaan heeft willen delen, (Hebr. 2, 14) [[b:Hebr. 2, 14]] is voor allen gestorven om de verstrooide kinderen van God samen te brengen. (Joh.11, 52) [[b:Joh.11, 52]] Door Zijn dood heeft Hij de scheidsmuur onder de mensen willen neerhalen en Israël en de volken tot één volk willen maken. Door de kracht van Zijn verrijzenis trekt Hij allen tot zich en scherpt Hij in zichzelf één nieuwe mens. ((b:Ef. 2, 14-16; Joh. 14, 32)) In Hem is een nieuwe schepping reeds aangebroken (2 Kor. 5, 16-17) [[b:2 Kor. 5, 16-17]] en kan elke mens een nieuwe schepping worden. In Hem wijkt de schaduw voor het licht, de belofte wordt vervuld en alle religieuze aspiraties van heel de mensheid krijgen hun vervulling. Door het offer van Zijn lichaam, eens en voorgoed, (Hebr. 10, 10) [[b:Hebr. 10, 10]] heeft Jezus Christus de volheid van de eredienst gebracht in geest en waarheid met de nieuwheid die Hij voor Zijn leerlingen wenste. (Joh. 4, 23-24) [[b:Joh. 4, 23-24]]
Referenties naar alinea 11: 1
Directorium over volksvroomheid en liturgie. Principes en richtlijnen ->=geentekst=Extra opties voor deze alinea
Kopieer alinea-URL naar klembord Reageer op deze alinea Deel op social media
12
In Christus ”… is ons de volheid van de eredienst geschonken”. Sacrosanctum Concilium [[570|5]] Hij is de grote priester bij uitstek, genomen uit de mensen (Hebr. 5, 1-5; Hebr. 10, 19-21) [b:Hebr. 5, 1-5; Hebr. 10, 19-21], gedood naar het vlees, maar ten leven gewekt naar de Geest. (1 Pt. 3, 18) [[b:1 Pt. 3, 18]] Hij, Christus en Heer, heeft het nieuwe volk ”gemaakt tot een koninklijk geslacht van priesters voor Zijn God en Vader”. (Openb. 1, 6; Openb. 5, 9-10) [[b:Openb. 1, 6; Openb. 5, 9-10]] vgl: Lumen Gentium [[[617|10]]] Voordat Hij echter door Zijn bloed het paasmysterie zou voltrekken, vgl: Goede Vrijdag, 5, eerste gebed:”…met Zijn Bloed het Paasfeest heeft ingewijd.” [[[1209]]] dat het wezen van de christelijke eredienst uitmaakt, vgl: Mysterii Paschalis [[[1322]]] wilde Hij de eucharistie instellen als gedachtenis van Zijn dood en verrijzenis, totdat Hij wederkomt. Hier vinden wij het uitgangspunt van de christelijke liturgie alsook de kern van haar rituele vorm.
Referenties naar alinea 12: 1
Directorium over volksvroomheid en liturgie. Principes en richtlijnen ->=geentekst=Extra opties voor deze alinea
Kopieer alinea-URL naar klembord Reageer op deze alinea Deel op social media
13
Bij Zijn terugkeer naar Zijn Vader, zendt de verrezen Christus Zijn leerlingen – die Hij de zekerheid geeft dat Hij altijd bij hen zal blijven – om het evangelie te verkondigen aan heel de schepping, alle volken tot Zijn leerlingen te maken en hen te dopen. (Mt. 18, 19; Mc. 16, 15; Hand. 1, 8) [[b:Mt. 18, 19; Mc. 16, 15; Hand. 1, 8]] Op de dag van Pinksteren vormt de Heilige Geest door Zijn komst een nieuwe gemeenschap onder de mensen, die Hij allen verenigde ondanks het teken van hun verdeeldheid, namelijk de talen. (Hand. 2, 1-11) [[b:Hand. 2, 1-11]] Voortaan werden de wondere daden van God aan alle mensen van welke taal of cultuur ook verkondigd. (Hand. 10, 44-48) [[b:Hand. 10, 44-48]] En de mensen die bevrijd door het bloed van het Lam in een broederlijke gemeenschap verenigd zijn, (Hand. 2, 42) [[b:Hand. 2, 42]] worden geroepen uit elke stam en taal en volk en natie. (Openb. 5, 3) [[b:Openb. 5, 3]]
Referenties naar alinea 13: 1
Directorium over volksvroomheid en liturgie. Principes en richtlijnen ->=geentekst=Extra opties voor deze alinea
Kopieer alinea-URL naar klembord Reageer op deze alinea Deel op social media
14
Het geloof in Christus biedt aan alle naties de mogelijkheid deelgenoot te zijn aan Gods belofte en mede-erfgenaam te zijn van het volk van het verbond, (Ef. 3, 6) [[b:Ef. 3, 6]] zonder hun eigen cultuur te verloochenen. Gedreven door de Heilige Geest verruimde de heilige Paulus in het voetspoor van de heilige Petrus (Hand. 10) [[b:Hand. 10]] de weg van de Kerk (Gal. 4, 2-10) [[b:Gal. 4, 2-10]] zonder het evangelie binnen de grenzen van de wet van Mozes te houden, trouw bewarend wat hij ook zelf had ontvangen door de overlevering die kwam van de Heer. (1 Kor. 11, 23) [[b:1 Kor. 11, 23]] Zo heeft de Kerk vanaf haar eerste tijd aan de niet-besneden leerlingen geen zwaardere last opgelegd dan ”het onvermijdelijke” overeenkomstig de beraadslaging van de apostolische vergadering te Jeruzalem. (Hand. 15, 28) [[b:Hand. 15, 28]]
Referenties naar alinea 14: 1
Directorium over volksvroomheid en liturgie. Principes en richtlijnen ->=geentekst=Extra opties voor deze alinea
Kopieer alinea-URL naar klembord Reageer op deze alinea Deel op social media
15
Wanneer zij op de eerste dag van de week – die de dag des Heren werd (Hand. 20, 7; Openb. 1, 10) [[b:Hand. 20, 7; Openb. 1, 10]] – bijeenkwamen om het brood te breken, hebben de eerste christelijke gemeenschappen het gebod onderhouden van de Heer, Die in het kader van de gedachtenis van het joodse paasfeest de gedachtenis van Zijn lijden en dood heeft ingesteld. In de voortzetting van de ene heilsgeschiedenis hebben de christenen spontaan enige vormen en enkele teksten van de joodse eredienst overgenomen en aangepast om de radicale nieuwheid van de christelijke eredienst uit te drukken. vgl: Catechismus van de Katholieke Kerk [[[1|1096]]] Onder leiding van de Heilige Geest is er beslist over datgene wat zij wel of niet konden of moesten behouden uit het erfgoed van de joodse eredienst.
Referenties naar alinea 15: 1
Directorium over volksvroomheid en liturgie. Principes en richtlijnen ->=geentekst=Extra opties voor deze alinea
Kopieer alinea-URL naar klembord Reageer op deze alinea Deel op social media
16
Toen het evangelie in de wereld werd verspreid, zijn er onder invloed van andere culturele tradities enige rituele vormen ontstaan in de kerken die voortkwamen uit het heidendom. Telkens is er onder leiding van de Heilige Geest betreffende de elementen die van de ’heidense’ culturen afkomstig zijn, een onderscheid gemaakt tussen die welke met het christendom niet konden samengaan en die in overeenstemming met de apostolische traditie wel overgenomen konden worden in trouw aan het evangelie van het heil.
Referenties naar alinea 16: 1
Directorium over volksvroomheid en liturgie. Principes en richtlijnen ->=geentekst=Extra opties voor deze alinea
Kopieer alinea-URL naar klembord Reageer op deze alinea Deel op social media
17
Liturgiam Authenticam ->=geentekst=
De vormgeving van de christelijke eredienst is volgens de plaatselijke omstandigheden ontstaan en stapsgewijs ontwikkeld binnen de grote culturele gebieden waar de blijde boodschap verspreid was. Zo zijn er verschillende liturgische families ontstaan in het Westen en het christelijk Oosten. Het rijke erfgoed van deze families bewaart getrouw de volheid van de christelijke traditie. vgl: Catechismus van de Katholieke Kerk [[[1|1200-1203]]] De Kerk van het Westen heeft soms elementen van haar liturgie aan het erfgoed van de liturgische families van het Oosten ontleend. vgl: Unitatis Redintegratio [[[618|14-15]]] De Romeinse Kerk heeft in haar liturgie de levende taal van het volk aangenomen, allereerst het Grieks, vervolgens het Latijn en, evenals de overige Latijnse kerken, heeft zij belangrijke elementen uit het sociale leven in het Westen in haar eigen eredienst opgenomen, waarbij zij daaraan een christelijke betekenis gaf. In de loop van de eeuwen heeft de Romeinse ritus herhaaldelijk haar kracht getoond om teksten, gezangen, gebaren en riten van uiteenlopende oorsprong in zich op te nemen Teksten: vgl. de bronnen van.. Teksten: vgl. de bronnen van de gebeden, prefaties en eucharistische gebeden van het Romeins missaal. Gezangen: bijvoorbeeld enkele antifonen van 1 januari, het feest Doop van de Heer, 8 september, beklag van God in de liturgische viering van Goede Vrijdag, hymnen van het getijdengebed. Gebaren: bijvoorbeeld besprenkeling, bewieroking, knielen, vouwen van de handen. Riten: bijvoorbeeld de processie met palmen, de aanbidding van het kruis in de liturgische viering van Goede Vrijdag, de kruisdagen. en ook zich aan te passen aan de plaatselijke culturen in de missiegebieden, vgl: XI, 59: CCL 140A, 961-962 [[[1065]]] vgl: PL 126, 904 [[[3343]]] vgl: Collectanea S.C. de Propaganda Fidea, I, 1, Rome 1907, 135 [[[4165]]] vgl: Plane Compertum Est [[[4164]]] zelfs als in een bepaalde periode van de geschiedenis de zorg voor de uniformiteit in de liturgie de overhand had.
Referenties naar alinea 17: 2
Directorium over volksvroomheid en liturgie. Principes en richtlijnen ->=geentekst=Liturgiam Authenticam ->=geentekst=
Extra opties voor deze alinea
Kopieer alinea-URL naar klembord Reageer op deze alinea Deel op social media
18
In onze tijd heeft het Tweede Vaticaans Concilie [d:4] eraan herinnerd dat ”de Kerk … de rijkdommen, hulpbronnen en levensgewoonten van de volken bevordert in alles wat er aan goeds in vervat ligt; zij neemt dit alles in zich op en door het aan te nemen, zuivert en versterkt en verheft zij dat alles. … Door haar toewijding bewerkt zij dat al het deugdelijke zaad dat in het hart en de geest van de mensen, in de eigen riten en culturen van de volken te vinden is, niet alleen niet verloren zou gaan, maar geheeld, verheven en tot voltooiing gebracht zou worden tot eer van God, tot beschaming van de duivel en tot geluk van de mens.” vgl: Lumen Gentium [[[617|13.17]]] Daarom mag de liturgie van de Kerk voor geen enkel land, voor geen enkel volk, voor geen enkele persoon vreemd zijn; tegelijkertijd ziet zij af van elke vorm van particularisme van ras of volk. Derhalve is het haar eigen zich, met behoud van haar identiteit, in elke menselijke cultuur te uiten, zodat zij trouw kan blijven aan de traditie die zij van de Heer heeft ontvangen. vgl: Catechesi Tradendae [[[572|52-53]]] vgl: Redemptoris Missio [[[4|53-54]]] vgl: Catechismus van de Katholieke Kerk [[[1|1204-1206]]]
Referenties naar alinea 18: 1
Directorium over volksvroomheid en liturgie. Principes en richtlijnen ->=geentekst=Extra opties voor deze alinea
Kopieer alinea-URL naar klembord Reageer op deze alinea Deel op social media
19
Zoals het evangelie moet de liturgie de culturen hoogachten, ofschoon zij tegelijkertijd hen uitnodigt om zich te zuiveren en te heiligen.
De joden die zich in geloof tot Christus wenden, blijven zoveel mogelijk trouw aan het Oude Testament, dat leidt tot Jezus, de Messias van Israël; zij weten dat Jezus het verbond van Mozes heeft vervuld als middelaar van het nieuwe en eeuwige Verbond, bezegeld door Zijn bloed op het kruis. En eveneens weten zij dat Hij door het ene en volmaakte offer de waarachtige grote priester is en de definitieve tempel. (Hebr. 6-10) [[b:Hebr. 6-10]] Tegelijkertijd zijn sommige voorschriften, zoals de besnijdenis, (Gal. 5, 1-6) [[b:Gal. 5, 1-6]] de sabbat (Vgl. Mt. 12, 8; en parallelplaatsen) [[b:Mt. 12, 8]] vgl: 9: Funk 1, 199: “zij die volgens de oude ordening geleefd hebben en tot de nieuwe hoop zijn gekomen, vieren niet meer de sabbat, maar richten hun leven naar de dag des Heren.” [[[989 |+ 25 ]]] en de offers in de tempel (Hebr. 10) [[b:Hebr. 10]] voor hen betrekkelijk geworden.
Op een meer radicale wijze hebben de Christenen die zich uit het heidendom hebben bekeerd, moeten verzaken aan hun afgodsbeelden, mythologieën en bijgelovige praktijken.
Maar wat ook hun etnische en culturele oorsprong is, de Christenen moeten in de geschiedenis van Israël de belofte erkennen, de profetie en de geschiedenis van hun heil. Zij beschouwen de boeken van het Oude Testament evenzeer als die van het Nieuwe als het woord van God vgl: Dei Verbum [[[576|14-16]]] vgl: Ordo Lectionum Missae [[[1799|5]]] vgl: Catechismus van de Katholieke Kerk [[[1|(120-123.128-130.1093-1095)]]] en eveneens aanvaarden zij de sacramentele tekenen die zij slechts ten volle kunnen verstaan door de heilige Schrift en in het leven van de Kerk. vgl: Catechismus van de Katholieke Kerk [[[1|1093-1096]]]
De joden die zich in geloof tot Christus wenden, blijven zoveel mogelijk trouw aan het Oude Testament, dat leidt tot Jezus, de Messias van Israël; zij weten dat Jezus het verbond van Mozes heeft vervuld als middelaar van het nieuwe en eeuwige Verbond, bezegeld door Zijn bloed op het kruis. En eveneens weten zij dat Hij door het ene en volmaakte offer de waarachtige grote priester is en de definitieve tempel. (Hebr. 6-10) [[b:Hebr. 6-10]] Tegelijkertijd zijn sommige voorschriften, zoals de besnijdenis, (Gal. 5, 1-6) [[b:Gal. 5, 1-6]] de sabbat (Vgl. Mt. 12, 8; en parallelplaatsen) [[b:Mt. 12, 8]] vgl: 9: Funk 1, 199: “zij die volgens de oude ordening geleefd hebben en tot de nieuwe hoop zijn gekomen, vieren niet meer de sabbat, maar richten hun leven naar de dag des Heren.” [[[989 |+ 25 ]]] en de offers in de tempel (Hebr. 10) [[b:Hebr. 10]] voor hen betrekkelijk geworden.
Op een meer radicale wijze hebben de Christenen die zich uit het heidendom hebben bekeerd, moeten verzaken aan hun afgodsbeelden, mythologieën en bijgelovige praktijken.
Maar wat ook hun etnische en culturele oorsprong is, de Christenen moeten in de geschiedenis van Israël de belofte erkennen, de profetie en de geschiedenis van hun heil. Zij beschouwen de boeken van het Oude Testament evenzeer als die van het Nieuwe als het woord van God vgl: Dei Verbum [[[576|14-16]]] vgl: Ordo Lectionum Missae [[[1799|5]]] vgl: Catechismus van de Katholieke Kerk [[[1|(120-123.128-130.1093-1095)]]] en eveneens aanvaarden zij de sacramentele tekenen die zij slechts ten volle kunnen verstaan door de heilige Schrift en in het leven van de Kerk. vgl: Catechismus van de Katholieke Kerk [[[1|1093-1096]]]
Referenties naar alinea 19: 1
Directorium over volksvroomheid en liturgie. Principes en richtlijnen ->=geentekst=Extra opties voor deze alinea
Kopieer alinea-URL naar klembord Reageer op deze alinea Deel op social media
20
De afwijzingen die het geloof aan Christus vereist, verzoenen met trouw aan de cultuur en de tradities van het eigen volk, dat was de grote uitdaging voor de eerste christenen in een geest en volgens een zienswijze die verschillend was voorzover zij afkomstig waren uit het uitverkoren volk of hun oorsprong vonden in het heidendom. (1 Kor. 7, 18-20) [[b:1 Kor. 7, 18-20]] Die opgave zal altijd dezelfde blijven voor de christenen van alle tijden, zoals de woorden van de heilige Paulus getuigen: ”Wij verkondigen een gekruisigde Christus, voor de joden een aanstoot, voor de heidenen een dwaasheid” (1 Kor. 1, 23) [b:1 Kor. 1, 23]. Het onderscheidingsvermogen dat in de loop van de geschiedenis van de Kerk is gebleken, blijft noodzakelijk om door de liturgie het heilswerk, dat door Christus is volbracht, in de Kerk door de kracht van de Heilige Geest getrouw voort te zetten overal in tijd en ruimte en binnen de verschillende menselijke culturen.
Referenties naar alinea 20: 1
Directorium over volksvroomheid en liturgie. Principes en richtlijnen ->=geentekst=Extra opties voor deze alinea
Kopieer alinea-URL naar klembord Reageer op deze alinea Deel op social media- DEEL II Vereisten en voorafgaande voorwaarden voor de liturgische inculturatie
- Eerste hoofdstuk Vereisten die nauw samenhangen met de aard van de liturgie
21
Voorafgaand aan welk onderzoek tot inculturatie ook dient de aard zelf van de liturgie voor ogen gehouden te worden die ”dan ook de voornaamste ’plaats’ is waar de gelovigen God ontmoeten en tegelijk met Hem degene die Hij heeft gezonden: Jezus Christus”. (Joh. 17, 3) [[b:Joh. 17, 3]] Vicesimus Quintus Annus [[1125|7]] De liturgie is tegelijkertijd de handeling van de priester Christus en de handeling van Zijn lichaam de Kerk, want om Zijn werk te voltooien – God te verheerlijken en de mensen te heiligen, hetgeen door zichtbare tekenen geschiedt – verbindt Christus zich altijd met de Kerk die door Hem en in de Heilige Geest de aan de Vader verschuldigde eredienst brengt. vgl: Sacrosanctum Concilium [[[570|5-7]]]
Referenties naar alinea 21: 0
Geen referenties naar deze alineaExtra opties voor deze alinea
Kopieer alinea-URL naar klembord Reageer op deze alinea Deel op social media
22
De aard van de liturgie is zo nauw met de aard van de Kerk verbonden dat de Kerk in de viering van de liturgie het meest haar aard zichtbaar maakt. vgl: Sacrosanctum Concilium [[[570|2]]] vgl: Vicesimus Quintus Annus [[[1125|9]]] Verder heeft de Kerk bijzondere kenmerken die haar onderscheiden van welke andere vergadering of gemeenschap ook. Inderdaad, de Kerk wordt niet gevormd op grond van een menselijke beslissing, maar zij wordt samengeroepen door God in de Heilige Geest, en door het geloof beantwoordt zij aan haar onverdiende roeping (want ekklesia is verwant met klesis of ’roeping’). Dit bijzondere kenmerk komt aan het licht zowel door het bijeenkomen van haar leden als priesterlijk volk, vooral op de Dag des Heren, als door het woord waarmee God tot Zijn gelovigen spreekt en ook door het dienstwerk van de priester die door het wijdingssacrament zo aan Christus gelijkvormig wordt gemaakt dat hij in de persoon van Christus, het hoofd, kan optreden. vgl: Presbyterorum Ordinis [[[704|2]]] Precies, omdat de Kerk katholiek is, overstijgt zij de muren die de mensen scheiden. Want door het doopsel worden allen kinderen van God en vormen zij in Christus Jezus slechts één volk, waarin ”geen jood of Griek, geen slaaf of vrije, geen man of vrouw meer is” (Gal. 3, 28) [b:Gal. 3, 28]. Daarom wordt de Kerk zelf geroepen alle mensen bijeen te brengen, alle talen te spreken, alle culturen te doordringen. Tenslotte is de Kerk op aarde onderweg, ver van de Heer: (2 Kor. 5, 6) [[b:2 Kor. 5, 6]] zij vertoont namelijk in haar sacramenten en instellingen de vorm van de tegenwoordige tijd, terwijl zij uitziet naar de zalige vervulling van de hoop en de openbaring van de heerlijkheid van Christus Jezus. (Tit. 2, 13) [[b:Tit. 2, 13]] Lumen Gentium [[617|48]] Sacrosanctum Concilium [[570|2.8]] Dit komt duidelijk tot uiting in de inhoud van haar smeekgebed, zij verkondigt dat ons vaderland in de hemel is, (Fil. 3, 20) [[b:Fil. 3, 20]] terwijl zij haar aandacht richt op de noden van de mensen en de gemeenschap. (1 Tim. 2, 1-4) [[b:1 Tim. 2, 1-4]]
Referenties naar alinea 22: 1
Redemptionis Sacramentum ->=geentekst=Extra opties voor deze alinea
Kopieer alinea-URL naar klembord Reageer op deze alinea Deel op social media
23
De Kerk wordt gevoed met het woord van God dat in de boeken van het Oude en Nieuwe Testament schriftelijk is overgeleverd. Wanneer dit woord in de liturgie wordt verkondigd, wordt het door de Kerk beschouwd als een tegenwoordigheid van Christus, ”want Hijzelf spreekt wanneer de heilige schriften in de Kerk gelezen worden”. Sacrosanctum Concilium [[570|7]] Derhalve is het woord van God in de viering van de liturgie van de hoogste betekenis, vgl: Sacrosanctum Concilium [[[570|24]]] zodat de bijbelse lezingen niet vervangen kunnen worden door andere lezingen, hoe eerbiedwaardig die ook zijn. vgl: Ordo Lectionum Missae [[[1799|12]]] Eveneens verschaft de heilige Schrift aan de liturgie de voornaamste bestanddelen van haar taal, haar tekenen en haar gebeden, vooral in de psalmen. vgl: Catechismus van de Katholieke Kerk [[[1|2585-2589]]]
Referenties naar alinea 23: 0
Geen referenties naar deze alineaExtra opties voor deze alinea
Kopieer alinea-URL naar klembord Reageer op deze alinea Deel op social media
24
Zoals de Kerk de vrucht is van het offer van Christus, zo is de liturgie altijd de viering van het paasmysterie van Christus, de verheerlijking van de Vader en de heiliging van de mensen door de kracht van de Heilige Geest. vgl: Sacrosanctum Concilium [[[570|7]]] De christelijke eredienst vindt zijn meest fundamentele uitdrukking, wanneer overal ter wereld op elke zondag de christenen samenkomen en rond het altaar onder leiding van de priester de eucharistie vieren, eensgezind luisteren naar het woord van God en de dood en verrijzenis van Christus gedenken, totdat Hij komt in heerlijkheid. vgl: Sacrosanctum Concilium [[[570|6.47.56.102.106]]] vgl: Missale Romanum [[[1209|1]]] Rond deze centrale kern wordt het paasmysterie tot werkelijkheid gemaakt – op de bijzondere wijze die ieder eigen is – door de viering van elk van de sacramenten van het geloof.
Referenties naar alinea 24: 0
Geen referenties naar deze alineaExtra opties voor deze alinea
Kopieer alinea-URL naar klembord Reageer op deze alinea Deel op social media
25
Heel het liturgisch leven richt zich derhalve allereerst op het eucharistisch offer en de andere sacramenten die door Christus aan de Kerk zijn toevertrouwd. vgl: Sacrosanctum Concilium [[[570|6]]] Haar taak is het deze aan alle geslachten getrouw en met zorg over te leveren. Krachtens haar pastorale opdracht komt het de Kerk toe te beslissen wat van nut kan zijn voor het heil van de gelovigen, gelet op de omstandigheden, de tijd en de plaats. vgl: Sessio XXI - Doctrina de communione sub utraque specie et parvulorum [[[693|4]]] vgl: Sacrosanctum Concilium [[[570|48.62]]] Zij heeft echter geen enkele bevoegdheid over wat door Christus is vastgesteld en wat het onveranderlijke deel van de liturgie uitmaakt. vgl: Sacrosanctum Concilium [[[570|21]]] Als echter de band wordt verbroken die de sacramenten hebben met Christus zelf, die deze heeft ingesteld, en met de gebeurtenissen waarop de Kerk is gegrondvest, vgl: Inter Insigniores [[[223]]] dan gaat het niet meer om een inculturatie van de sacramenten maar om de vernietiging van hun wezen.
Referenties naar alinea 25: 1
Redemptionis Sacramentum ->=geentekst=Extra opties voor deze alinea
Kopieer alinea-URL naar klembord Reageer op deze alinea Deel op social media
26
Institutio Generalis Missalis Romani ->=geentekst=
De Kerk van Christus is op een gegeven plaats en tijd aanwezig en wordt zichtbaar in de plaatselijke of particuliere kerken, die in de liturgische viering hun ware aard tonen. vgl: Lumen Gentium [[[617|28.26]]] Daarom moet iedere particuliere kerk overeenstemmen met de universele Kerk niet alleen wat betreft de geloofsleer, maar ook wat betreft de gebruiken die door de apostolische en ononderbroken traditie algemeen aanvaard zijn. vgl: II, 2: SC 211, 24-31 [[[848]]] vgl: 54, 1: PL 33, 200; brief aan Januarius: “dat wat wij niet geschreven, maar door overlevering bewaren en dat ook in heel de wereld onderhouden wordt, mag verstaan en behouden worden als aanbevolen en bepaald ofwel door de apostelen zelf, ofwel door algemene concilies, van wie het gezag in de kerk zeer heilzaam is.” [[[858]]] vgl: 55, XIX, 35: PL 33, 221: “dat wat niet valt onder het gezag van de Schriften noch in het concilie van bisschoppen is bepaald, noch bevestigd wordt door algemene gewoonte van de kerk, (maar) van elkaar op ontelbare wijze verschilt wat betreft de verscheidenheid van gebruiken op verschillende plaatsen.” [[[858]]] vgl: Redemptoris Missio [[[4|53-54]]] vgl: Communionis notio [[[306]]] Dit betreft het dagelijks gebed, vgl: Sacrosanctum Concilium [[[570|83]]] de heiliging van de zondag, het ritme van de week, de viering van Pasen en het gedenken van het mysterie van Christus in de loop van het liturgisch jaar, vgl: Sacrosanctum Concilium [[[570|102.106]]] vgl: Sacrosanctum Oecumenicum Concilium [[[512]]] de praktijk van boete en vasten, vgl: Paenitemini [[[2712]]] de sacramenten van de christelijke initiatie, de viering van de gedachtenis des Heren, de nauwe band tussen de dienst van het woord en die van de eucharistie, de vergeving van de zonden, het wijdingssacrament, het huwelijk en de zalving van de zieken.
Referenties naar alinea 26: 2
Redemptionis Sacramentum ->=geentekst=Institutio Generalis Missalis Romani ->=geentekst=
Extra opties voor deze alinea
Kopieer alinea-URL naar klembord Reageer op deze alinea Deel op social media
27
In de liturgie drukt de Kerk haar geloof uit in een symbolische en gemeenschappelijke vorm, daarom blijken er wetten nodig te zijn die betrekking hebben op de ordening van heel de eredienst, op het schrijven van teksten en het voltrekken van de riten. vgl: Sacrosanctum Concilium [[[570|22.26.28.40.128]]] vgl: Codex Iuris Canonici [[[30|2]]] Vandaar dat in de loop van de eeuwen en tot op heden deze wetgeving terecht een dwingend karakter kreeg om de rechtzinnigheid van de eredienst te verzekeren, namelijk niet alleen om dwalingen te vermijden, maar ook om het geloof ongeschonden over te leveren, want de regel van het gebed (lex orandi) van de Kerk beantwoordt aan de regel van het geloof (lex credendi). vgl: Missale Romanum [[[1209|(2)]]] vgl: Tot medewerkers en deskundigen van de Raad ("Concilium") ‘ter uitvoering van de Constitutie over de H. Liturgie’ [[[1880]]] vgl: Tot de Raad ter uitvoering van de constitutie over de heilige liturgie [[[1879|6]]]
Welke stap van inculturatie ook gezet wordt, nooit kan de liturgie afzien van wetgeving en waakzaamheid van de kant van hen die in de Kerk de verantwoordelijkheid hiertoe ontvingen: dat zijn de Apostolische Stoel en – volgens de norm van het recht – de bisschoppenconferentie voor een bepaald gebied, de bisschop in zijn bisdom. vgl: Sacrosanctum Concilium [[[570|22.36.40.44-46]]] vgl: Codex Iuris Canonici [[[30|447.838]]]
Welke stap van inculturatie ook gezet wordt, nooit kan de liturgie afzien van wetgeving en waakzaamheid van de kant van hen die in de Kerk de verantwoordelijkheid hiertoe ontvingen: dat zijn de Apostolische Stoel en – volgens de norm van het recht – de bisschoppenconferentie voor een bepaald gebied, de bisschop in zijn bisdom. vgl: Sacrosanctum Concilium [[[570|22.36.40.44-46]]] vgl: Codex Iuris Canonici [[[30|447.838]]]
Referenties naar alinea 27: 1
Institutio Generalis Missalis Romani ->=geentekst=Extra opties voor deze alinea
Kopieer alinea-URL naar klembord Reageer op deze alinea Deel op social media- Tweede hoofdstuk Voorafgaande voorwaarden voor de inculturatie van de liturgie
28
De missionaire traditie van de Kerk heeft er altijd voor gezorgd dat aan de mensen het evangelie in hun eigen taal verkondigd werd. Dikwijls waren het de eerste apostelen in een bepaald land die de talen op schrift stelden, terwijl deze voordien alleen mondeling werden doorgegeven. Terecht gebeurde dit want de moedertaal, die de draagster is van de geesteshouding en van de cultuur, maakt het mogelijk de geest van een volk te bereiken, deze met een christelijke geest toe te rusten en diepgaand te voeden om aan het gebed van de Kerk deel te nemen. vgl: Redemptoris Missio [[[4|53]]]
Na de eerste evangelieverkondiging is de verkondiging van het woord van God in de taal van het land voor het volk het meest van nut in de liturgische vieringen. De vertaling van de heilige Schrift of minstens van de bijbelse teksten die in de liturgie gelezen worden, wordt derhalve noodzakelijk als een eerste moment beschouwd in het proces van een waarachtige liturgische inculturatie. vgl: Sacrosanctum Concilium [[[570|35.36.40.44-46]]] vgl: 1 [[[30|825]]]
Om het woord van God op een juiste en vruchtbare wijze te doen ontvangen, ”moet men die weldadige en levendige liefde voor de heilige Schrift bevorderen waarvan de eerbiedwaardige traditie van de oosterse én westerse ritussen getuigt”. vgl: Sacrosanctum Concilium [[[570|24]]] Derhalve veronderstelt de inculturatie van de liturgie dat allereerst de heilige Schrift door een bepaalde cultuur als het ware wordt eigen gemaakt en toegeëigend. vgl: Sacrosanctum Concilium [[[570|24]]] vgl: Catechesi Tradendae [[[572|55]]]
Na de eerste evangelieverkondiging is de verkondiging van het woord van God in de taal van het land voor het volk het meest van nut in de liturgische vieringen. De vertaling van de heilige Schrift of minstens van de bijbelse teksten die in de liturgie gelezen worden, wordt derhalve noodzakelijk als een eerste moment beschouwd in het proces van een waarachtige liturgische inculturatie. vgl: Sacrosanctum Concilium [[[570|35.36.40.44-46]]] vgl: 1 [[[30|825]]]
Om het woord van God op een juiste en vruchtbare wijze te doen ontvangen, ”moet men die weldadige en levendige liefde voor de heilige Schrift bevorderen waarvan de eerbiedwaardige traditie van de oosterse én westerse ritussen getuigt”. vgl: Sacrosanctum Concilium [[[570|24]]] Derhalve veronderstelt de inculturatie van de liturgie dat allereerst de heilige Schrift door een bepaalde cultuur als het ware wordt eigen gemaakt en toegeëigend. vgl: Sacrosanctum Concilium [[[570|24]]] vgl: Catechesi Tradendae [[[572|55]]]
Referenties naar alinea 28: 0
Geen referenties naar deze alineaExtra opties voor deze alinea
Kopieer alinea-URL naar klembord Reageer op deze alinea Deel op social media
29
De verscheidenheid in kerkelijke situaties is niet zonder belang om de noodzakelijke stappen voor een liturgische inculturatie te beoordelen. Want in streken die eeuwen geleden het evangelie hebben ontvangen en waar het christelijk geloof in de cultuur blijvend aanwezig is, is de situatie anders dan in die streken waar de evangelieverkondiging onlangs heeft plaats gevonden of de culturele gegevenheden nog niet diep zijn doorgedrongen. en daarom spoort het duidelijk aan: “vooral in missiegebieden.” [[570|38.40]] Eveneens is de situatie van de Kerk anders waar de christenen slechts een klein deel van de bevolking uitmaken. Ingewikkelder kan de situatie zijn waar de bevolking een veelheid van culturen en talen kent. Slechts een goede beoordeling van de situatie kan een weg wijzen om passende oplossingen te kiezen.
Referenties naar alinea 29: 0
Geen referenties naar deze alineaExtra opties voor deze alinea
Kopieer alinea-URL naar klembord Reageer op deze alinea Deel op social media
30
Om de inculturatie van riten voor te bereiden moeten de bisschoppenconferenties een beroep doen op deskundigen zowel in het onderzoek van de liturgische traditie van de Romeinse ritus als in de beoordeling van de plaatselijke culturele waarden. Noodzakelijk zijn dus voorafgaande historische, antropologische, exegetische en theologische studies die echter geplaatst moeten worden tegenover de pastorale ervaring van de plaatselijke en in het bijzonder van de autochtone clerus. vgl: Ad Gentes Divinitus [[[703|16.17]]] Van groot belang zal het aanvoelen zijn van de ’wijzen’ van het land van wie de menselijke wijsheid door het licht van het evangelie is verhelderd. Eveneens zal de liturgische inculturatie proberen te voldoen aan de vereisten van de traditionele cultuur, vgl: Ad Gentes Divinitus [[[703|19]]] waarbij rekening wordt gehouden met bevolkingsgroepen die gekenmerkt zijn door de cultuur van verstedelijking en industrie.
Referenties naar alinea 30: 0
Geen referenties naar deze alineaExtra opties voor deze alinea
Kopieer alinea-URL naar klembord Reageer op deze alinea Deel op social media- Derde hoofdstuk De taak van de bisschoppenconferenties
31
Omdat er sprake is van plaatselijke culturen, is het begrijpelijk dat de Constitutie Sacrosanctum Concilium [570] op dit punt de tussenkomst vraagt van de verschillende bevoegde bisschoppenconferenties die voor een bepaald gebied wettig zijn opgericht. vgl: Sacrosanctum Concilium [[[570|22.39.40]]] vgl: Codex Iuris Canonici [[[30|447-448]]] Wat dit betreft moeten de bisschoppenconferenties “met ijver nagaan wat hierbij uit de tradities en de aard van de afzonderlijke volken geschikt in de eredienst kan worden opgenomen”. vgl: Sacrosanctum Concilium [[[570|40]]] In de verschillende omstandigheden kunnen zij daarvan opnemen “al wat in de zeden van de volkeren niet onverbrekelijk met bijgeloof en dwaling vervlochten is, … mits het met de beginselen van de ware en echte liturgische geest verenigbaar is”. Sacrosanctum Concilium [[570|37]]
Referenties naar alinea 31: 0
Geen referenties naar deze alineaExtra opties voor deze alinea
Kopieer alinea-URL naar klembord Reageer op deze alinea Deel op social media
32
Het komt aan de bisschoppenconferenties toe te beoordelen of – overeenkomstig de hierna volgende werkwijze 62.65-69 [[al:62.65-69]] – de invoering in de liturgie van elementen die teruggaan op de sociale en godsdienstige riten van de volken en die ook thans nog een levend onderdeel van hun cultuur uitmaken, het begrip van de liturgische handelingen kan bevorderen zonder ongunstige gevolgen voor het geloof en de godsvrucht van de gelovigen. Zij zullen er ook voor waken dat de invoering hiervan bij de gelovigen niet overkomt als een terugkeer naar een situatie, voorafgaand aan de evangelisatie. 47 [[al:47]] In ieder geval dienen veranderingen, die in de riten en de teksten noodzakelijk geacht worden, overeen te komen met het liturgisch leven in zijn geheel en, voordat zij in praktijk gebracht worden of zeker voordat zij opgelegd worden, dienen zij allereerst aan de clerus en daarna aan de gelovigen zorgvuldig uitgelegd te worden, zodat vermeden wordt hen om ongegronde redenen in verwarring te brengen. 46-69 [[al:46-69]]
Referenties naar alinea 32: 0
Geen referenties naar deze alineaExtra opties voor deze alinea
Kopieer alinea-URL naar klembord Reageer op deze alinea Deel op social media- DEEL III Uitgangspunten en handelwijze voor de inculturatie van de Romeinse ritus
33
De particuliere kerken, vooral de jonge kerken, die het liturgisch erfgoed onderzoeken dat zij hebben ontvangen van de Romeinse Kerk – die hen als een moeder heeft voortgebracht – zullen op hun beurt in staat zijn in het erfgoed van hun cultuur overeenkomstige vormen te vinden om deze in de Romeinse ritus op te nemen, als zij dit nuttig of noodzakelijk achten. De liturgische vorming zowel van de gelovigen als van de clerus, zoals die in de Constitutie Sacrosanctum Concilium [570] wordt gevraagd, vgl: Sacrosanctum Concilium [[[570|14-19]]] heeft de bedoeling de teksten en riten te doen begrijpen die in de tegenwoordige liturgische boeken worden gegeven, en zo ook te vermijden dat men veelvuldige veranderingen en doorhalingen doorvoert in wat tot de traditie van de Romeinse ritus behoort.
Referenties naar alinea 33: 0
Geen referenties naar deze alineaExtra opties voor deze alinea
Kopieer alinea-URL naar klembord Reageer op deze alinea Deel op social media
33
De particuliere kerken, vooral de jonge kerken, die het liturgisch erfgoed onderzoeken dat zij hebben ontvangen van de Romeinse Kerk – die hen als een moeder heeft voortgebracht – zullen op hun beurt in staat zijn in het erfgoed van hun cultuur overeenkomstige vormen te vinden om deze in de Romeinse ritus op te nemen, als zij dit nuttig of noodzakelijk achten. De liturgische vorming zowel van de gelovigen als van de clerus, zoals die in de Constitutie Sacrosanctum Concilium [570] wordt gevraagd, vgl: Sacrosanctum Concilium [[[570|14-19]]] heeft de bedoeling de teksten en riten te doen begrijpen die in de tegenwoordige liturgische boeken worden gegeven, en zo ook te vermijden dat men veelvuldige veranderingen en doorhalingen doorvoert in wat tot de traditie van de Romeinse ritus behoort.
Referenties naar alinea 33: 0
Geen referenties naar deze alineaExtra opties voor deze alinea
Kopieer alinea-URL naar klembord Reageer op deze alinea Deel op social media- Eerste hoofdstuk Algemene beginselen
34
Bij het onderzoek en de verwezenlijking van de inculturatie van de Romeinse ritus moet men rekening houden met:
- het doel dat samenhangt met de inculturatie;
- de substantiële eenheid van de Romeinse ritus;
- het bevoegde gezag.
Referenties naar alinea 34: 0
Geen referenties naar deze alineaExtra opties voor deze alinea
Kopieer alinea-URL naar klembord Reageer op deze alinea Deel op social media
35
Het doel waardoor men zich moet laten leiden bij de inculturatie van de Romeinse ritus, is niet anders dan wat door het Tweede Vaticaans Concilie [d:4] werd aangeduid als het fundament van de algemene liturgische vernieuwing: ”De teksten en riten moeten zo opgesteld worden dat zij het heilige dat zij in tekenen aanduiden, duidelijker tot uitdrukking brengen en dat het christenvolk dit heilige zo gemakkelijk mogelijk kan vatten en er door een volwaardige en actieve gemeenschapsviering in kan delen.” Sacrosanctum Concilium [[570|21]] Bovendien is het van belang voor het verstaan van de riten dat zij ”aangepast zijn aan het bevattingsvermogen van de gelovigen en in het algemeen niet veel uitleg nodig hebben”, vgl: Sacrosanctum Concilium [[[570|34]]] terwijl rekening wordt gehouden met de eigen aard van de liturgie en ook met de bijbelse en overgeleverde kenmerken van haar opbouw en haar eigen manier van uitdrukken, zoals hiervoor 21-27 [al:21-27] is uiteengezet.
Referenties naar alinea 35: 0
Geen referenties naar deze alineaExtra opties voor deze alinea
Kopieer alinea-URL naar klembord Reageer op deze alinea Deel op social media
36
Liturgiam Authenticam ->=geentekst=
Institutio Generalis Missalis Romani ->=geentekst=
Institutio Generalis Missalis Romani ->=geentekst=
Het proces van de inculturatie dient plaats te vinden met behoud van de substantiële eenheid van de Romeinse ritus. vgl: Sacrosanctum Concilium [[[570|37-40]]] Deze eenheid komt thans tot uitdrukking in de liturgische standaarduitgaven die uitgegeven zijn op gezag van de paus en in de daaraan beantwoordende liturgische boeken die door de bisschoppenconferenties voor het betreffende gebied zijn goedgekeurd en door de Apostolische Stoel zijn geconfirmeerd. Vicesimus Quintus Annus [[1125|16]] Het onderzoek naar de inculturatie beoogt niet het scheppen van nieuwe rituele families. Wel wordt – in overeenstemming met de vereisten van een bepaalde cultuur – naar aanpassingen gezocht die blijvend deel uitmaken van de Romeinse ritus. vgl: ”Een zodanige aanduiding heeft niet de bedoeling aan de particuliere kerken voor te stellen een nieuwe arbeid te beginnen, die volgt na de toepassing van de liturgische vernieuwing en die aanpassing of inculturatie inhoudt. Men moet inculturatie niet langer verstaan als het scheppen van alternatieve riten…. Het betreft veel meer een medewerken, zodat de Romeinse ritus met volledige behoud van haar eigen identiteit de noodzakelijke aanpassingen kan opnemen” [[[4166|(3)]]]
Referenties naar alinea 36: 4
Liturgiam Authenticam ->=geentekst=Liturgiam Authenticam ->=geentekst=
Institutio Generalis Missalis Romani ->=geentekst=
Institutio Generalis Missalis Romani ->=geentekst=
Extra opties voor deze alinea
Kopieer alinea-URL naar klembord Reageer op deze alinea Deel op social media
37
De aanpassingen van de Romeinse ritus, ook op het terrein van de inculturatie, zijn geheel afhankelijk van het gezag van de Kerk. Dit gezag komt toe aan de Apostolische Stoel, die dat uitoefent door de Congregatie voor de Eredienst en de Regeling van de sacramenten, vgl: 1 [[[570|22]]] vgl: 1-2 [[[30|838]]] vgl: 3 [[[577|62.64]]] vgl: Vicesimus Quintus Annus [[[1125|19]]] en binnen de grenzen die door het recht bepaald zijn, ook aan de bisschoppenconferentie vgl: 2 [[[570|22]]] vgl: 3 [[[30|447.838]]] vgl: Vicesimus Quintus Annus [[[1125|20]]] en de diocesane bisschop. vgl: 1 [[[570|22]]] vgl: 1 en 4 [[[30|838]]] vgl: Vicesimus Quintus Annus [[[1125|21]]] “Daarom mag volstrekt niemand anders, ook al is hij priester, op eigen gelegenheid in de liturgie iets toevoegen, weglaten of veranderen.” vgl: 3 [[[570|22]]] De inculturatie wordt derhalve niet overgelaten aan de persoonlijke inzichten van de voorgangers en ook niet aan de gezamenlijke voorstellen van een gemeenschap. De situatie is verschillend,.. De situatie is verschillend, omdat in de liturgische boeken, van na het verschijnen van de Constitutie over de liturgie van het Tweede Vaticaans Concilie, de inleidingen en de rubrieken aanpassingen en eventuele keuzen voorzien, die worden overgelaten aan het oordeel van de celebrant of voorganger en daarom staat er bijvoorbeeld: “als….het passend is”, “eventueel”, “met deze of overeenkomstige bewoordingen”, “ook kan”, “ofwel….ofwel”, “aanbevelenswaardig”, “gewoonlijk”, “een geschiktere vorm kan gekozen worden”. Bij de keuze van onderdelen, teksten of vormen zal degene die voorgaat, vooral bedacht zijn op het geestelijk welzijn van de gemeenschap, hij zal eerder letten op de geestelijke vorming en aanleg van de deelnemers dan op die van hemzelf of op gemakkelijkere en vluggere vormen van de viering. In vieringen voor bijzondere groepen zijn enkele verdergaande keuzemogelijkheden gegeven. Wijsheid en onderscheidingsvermogen zijn echter noodzakelijk om een veelvuldige verdeling van de kerk ter plaatse in zogenaamde ‘kerkjes’ te vermijden, die op een andere manier in zichzelf besloten blijven.
Eveneens kunnen toelatingen die aan een bepaalde streek zijn gedaan, niet tot andere streken uitgebreid worden zonder het noodzakelijk verlof, ook al zou een bisschoppenconferentie menen voldoende redenen te hebben om die voor het eigen gebied over te nemen.
Eveneens kunnen toelatingen die aan een bepaalde streek zijn gedaan, niet tot andere streken uitgebreid worden zonder het noodzakelijk verlof, ook al zou een bisschoppenconferentie menen voldoende redenen te hebben om die voor het eigen gebied over te nemen.
Referenties naar alinea 37: 0
Geen referenties naar deze alineaExtra opties voor deze alinea
Kopieer alinea-URL naar klembord Reageer op deze alinea Deel op social media- Tweede hoofdstuk Wat kan aangepast worden?
38
Bij het onderzoek van een liturgische handeling met het oog op zijn inculturatie, moet met zorg de overgeleverde waarde van de elementen van deze liturgische handeling overwogen worden, vooral hun bijbelse of patristieke oorsprong, 21-26 [[al:21-26]] want het is niet voldoende onderscheid te maken tussen wat veranderlijk is en wat onveranderlijk.
Referenties naar alinea 38: 0
Geen referenties naar deze alineaExtra opties voor deze alinea
Kopieer alinea-URL naar klembord Reageer op deze alinea Deel op social media
39
De levende taal, het voornaamste instrument van de mensen voor hun wederzijdse communicatie, heeft in de liturgische vieringen tot doel aan de gelovigen het goede nieuws van het heil te verkondigen vgl: vooral 769 [[[30|762-772]]] en het gebed van de Kerk te richten tot God. Derhalve moet zij altijd – in overeenstemming met de waarachtigheid van het geloof – de verhevenheid en de heiligheid van de mysteries die gevierd worden, onder woorden brengen. Met bijzondere zorg dient men daarom na te gaan welke elementen van de volkstaal in de liturgische vieringen harmonisch ingevoerd kunnen worden en in het bijzonder of het zinvol is of niet uitdrukkingen van niet-christelijke godsdiensten te gebruiken. Het is eveneens van belang te letten op de verschillende taalgenres die in de liturgie gebruikt worden, zoals de bijbelse lezingen die verkondigd worden, de gebeden van de voorganger, de psalmodie, de acclamaties, de beurtzangen, de antwoorden, de verzen, de hymnen en de litanieën.
Referenties naar alinea 39: 1
Liturgiam Authenticam ->=geentekst=Extra opties voor deze alinea
Kopieer alinea-URL naar klembord Reageer op deze alinea Deel op social media
40
Muziek en zang, die de geest van een volk tot uitdrukking brengen, hebben bij uitstek een plaats in de liturgie. Daarom dient de zang bevorderd te worden, vooral van de liturgische teksten, zodat in de liturgische handelingen zelf de stem van de gelovigen zich kan laten horen. vgl: Sacrosanctum Concilium [[[570|118]]] vgl: ofschoon de volkstalen een passende plaats kunnen hebben in de gezangen, toch is ook voorzien, “dat de christenen de hun toekomende gedeelten van het ordinarium van de eucharistieviering ook in de Latijnse taal tezamen kunnen zeggen of zingen”, vooral echter het gebed des Heren of Onze Vader [[[570|54]]] vgl: Institutio Generalis Missalis Romani [[[1383|(19)]]] ”In sommige streken, met name in de missiegebieden, vindt men volken met een eigen muzikale traditie die een grote rol speelt in hun godsdienstig en maatschappelijk leven. Daarom moet men deze muziek naar waarde schatten en er een juiste plaats aan toekennen, zowel bij de vorming van hun godsdienstzin als bij de aanpassing van de eredienst aan hun eigen aard.” Sacrosanctum Concilium [[570|119]] Men zal erop bedacht zijn dat een gezongen tekst dieper kan doordringen in het geheugen dan een gesproken tekst; dit vraagt een strengere beoordeling zowel van de bijbelse en liturgische inspiratie als van de literaire kwaliteit van de zangteksten. Muzikale vormen, melodieën en muziekinstrumenten ”mogen in de eredienst toegelaten worden, voorzover zij voor het gewijd gebruik geschikt zijn of geschikt gemaakt kunnen worden, passen bij de waardigheid van het godshuis en echt tot stichting van de gelovigen strekken”. Sacrosanctum Concilium [[570|120]]
Referenties naar alinea 40: 0
Geen referenties naar deze alineaExtra opties voor deze alinea
Kopieer alinea-URL naar klembord Reageer op deze alinea Deel op social media
41
Daar de liturgie een handeling is, zijn de gebaren en lichaamshoudingen van bijzonder belang. Wat daarvan tot de essentiële ritus van de sacramenten behoort en voor de geldigheid is vereist, moet behouden worden zoals het door het hoogste gezag van de Kerk is vastgesteld of goedgekeurd. vgl: Codex Iuris Canonici [[[30|841]]] De gebaren en lichaamshoudingen van de celebrerende priester dienen zijn eigen taak tot uitdrukking te brengen: hij gaat namelijk de gemeenschap voor in de persoon van Christus. vgl: Sacrosanctum Concilium [[[570|33]]] vgl: 2 [[[30|899]]] De gebaren en lichaamshoudingen van het volk als tekenen van gemeenschap en eenheid bevorderen de actieve deelname; ze zijn een uitdrukking en versterking van de geest en de ontvankelijkheid van de deelnemers. vgl: Sacrosanctum Concilium [[[570|30]]] Uit de cultuur van een bepaald land zal men gebaren en lichaamshoudingen kiezen die de plaats van de mens tegenover God tot uitdrukking brengen, en hun een christelijke betekenis geven, zodat zij – indien mogelijk – overeenstemmen met de gebaren en lichaamshoudingen die hun oorsprong vinden in de heilige Schrift.
Referenties naar alinea 41: 1
Institutio Generalis Missalis Romani ->=geentekst=Extra opties voor deze alinea
Kopieer alinea-URL naar klembord Reageer op deze alinea Deel op social media
42
Bij sommige volken wordt de zang spontaan begeleid door het slaan of klappen met de handen, ritmische bewegingen of danspassen, of reidansen van de deelnemers. Deze vormen van lichaamshouding kunnen bij deze volken in de liturgische handeling een plaats krijgen, in zoverre zij de uitdrukking zijn van waarachtig en gemeenschappelijk gebed, dat aanbidding, lofprijzing, offer of smeking tot uitdrukking brengt, en niet louter een schouwspel zijn.
Referenties naar alinea 42: 0
Geen referenties naar deze alineaExtra opties voor deze alinea
Kopieer alinea-URL naar klembord Reageer op deze alinea Deel op social media
43
De liturgische viering wordt verrijkt door de bijdrage van de kunst, die de gelovigen helpt om liturgie te vieren, God te ontmoeten en te bidden. Om deze reden dient de kunst in de kerk bij alle volken en naties vrij uitgeoefend te kunnen worden, als zij tenminste bijdraagt tot de schoonheid van de kerkgebouwen en van de liturgische riten met behoud van de vereiste achting en eerbied, vgl: Sacrosanctum Concilium [[[570|123-124]]] vgl: Codex Iuris Canonici [[[30|1216]]] en als zij in het leven en de traditie van het volk ook werkelijk betekenis bezit. Hetzelfde geldt voor de vorm, voor de plaats en de versiering van het altaar, vgl: Institutio Generalis Missalis Romani [[[1383|(259-270)]]] vgl: vooral 1236 [[[30|1235-1239]]] voor de plaats van de verkondiging van Gods woord vgl: Institutio Generalis Missalis Romani [[[1383|(272)]]] en van de bediening van het doopsel, vgl: Ordo [[[4168|(832-837)]]] voor de liturgische benodigdheden, de heilige vaten, de kleding en de liturgische kleuren, “als alles maar beantwoordt aan het juiste gebruik waarvoor de liturgische voorwerpen bestemd zijn”. vgl: Institutio Generalis Missalis Romani [[[1383|(287-310)]]] Voor alles zal men de voorkeur geven aan materialen, vormen en kleuren die bij de onderscheiden volken in gebruik zijn.
Referenties naar alinea 43: 0
Geen referenties naar deze alineaExtra opties voor deze alinea
Kopieer alinea-URL naar klembord Reageer op deze alinea Deel op social media
44
De Constitutie Sacrosanctum Concilium [570] heeft nadrukkelijk de voortdurende praktijk van de Kerk bevestigd om beelden van Christus Jezus, de maagd Maria en de heiligen te plaatsen ter verering door de gelovigen, vgl: Sacrosanctum Concilium [[[570|125]]] vgl: Lumen Gentium [[[617|67]]] vgl: Codex Iuris Canonici [[[30|1188]]] omdat ”de eer die aan het beeld wordt gegeven, overgaat op degene die afgebeeld is”. Sessio VII - Definitio de sacris imaginibus [[965|1]] vgl: XVIII, 45: SC 17, 194; PG 32, 149C [[[881]]] In verscheidene culturen dienen de gelovigen in hun gebed en geestelijk leven geholpen te worden door het aanschouwen van kunstwerken die het goddelijk mysterie proberen uit te drukken overeenkomstig de aard van het volk.
Referenties naar alinea 44: 0
Geen referenties naar deze alineaExtra opties voor deze alinea
Kopieer alinea-URL naar klembord Reageer op deze alinea Deel op social media
45
Directorium over volksvroomheid en liturgie. Principes en richtlijnen ->=geentekst=
Naast de liturgische vieringen en daarmee verbonden vindt men in de onderscheiden particuliere kerken verschillende uitingen van volksvroomheid, die soms door de missionarissen zijn ingevoerd in de tijd van de eerste evangelieverkondiging en dikwijls volgens plaatselijke gewoonten ontwikkeld zijn. De invoering van “oefeningen van godsvrucht van het christenvolk” in de liturgische vieringen kan niet als een vorm van inculturatie toegelaten worden ”immers door haar aard steekt (de liturgie) hoog boven deze oefeningen uit”. Sacrosanctum Concilium [[570|13]] Het is de taak van de plaatselijke ordinaris vgl: 2 [[[30|839]]] deze uitingen van vroomheid te regelen, ze te bevorderen, zodat zij het geloof van de christenen ondersteunen, en ze – waar nodig – uit te zuiveren, want zij moeten voortdurend doortrokken worden van het evangelie. Vicesimus Quintus Annus [[1125|18]] Bovendien zal men erop toezien dat genoemde uitingen niet de plaats innemen van de liturgische vieringen of zich hiermee vermengen. vgl: Vicesimus Quintus Annus [[[1125|18]]]
Referenties naar alinea 45: 2
Directorium over volksvroomheid en liturgie. Principes en richtlijnen ->=geentekst=Directorium over volksvroomheid en liturgie. Principes en richtlijnen ->=geentekst=
Extra opties voor deze alinea
Kopieer alinea-URL naar klembord Reageer op deze alinea Deel op social media- Derde hoofdstuk De nodige voorzichtigheid
46
”Tot vernieuwingen moet men alleen overgaan, als het ware en zekere belang van de Kerk dat vraagt; tevens moet men de nodige zorg aanwenden om de nieuwe vormen als het ware organisch te laten groeien uit de bestaande vormen.” Sacrosanctum Concilium [[570|23]] Deze norm, die door de Constitutie Sacrosanctum Concilium [570] is vastgesteld voor de liturgische vernieuwing, moet ook toegepast worden bij de inculturatie van de Romeinse ritus zelf, met inachtneming van alle verhoudingen. Op dit terrein zijn opvoeding en tijd nodig om het verschijnsel van afwijzing of van terugkeer naar vroegere vormen te vermijden.
Referenties naar alinea 46: 1
Institutio Generalis Missalis Romani ->=geentekst=Extra opties voor deze alinea
Kopieer alinea-URL naar klembord Reageer op deze alinea Deel op social media
47
Omdat de liturgie een uiting is van het geloof en het christelijk leven, moet erop gelet worden dat haar inculturatie – ook al heeft het alleen de schijn daarvan – niet wordt gezien als godsdienstig syncretisme. Dit kan het geval zijn als cultusplaatsen, benodigdheden voor de eredienst, liturgische kleding, gebaren en houdingen de veronderstelling zouden wettigen dat sommige riten in de christelijke vieringen geen andere betekenis hebben dan vóór de evangelieverkondiging. Het syncretisme zou nog erger zijn wanneer iemand ernaar zou streven bijbelse lezingen en gezangen 23 [[al:23]] of gebeden in te ruilen voor teksten die ontleend zijn aan andere godsdiensten, zelfs al valt niet te ontkennen dat die ook een godsdienstige en morele waarde bezitten. ”Dergelijke lezingen kunnen daarentegen met veel nut verwerkt worden in de homilie…. Het past immers bij de eigen aard van de homilie om onder andere de overeenstemming toe te lichten tussen de geopenbaarde goddelijke wijsheid en het voortreffelijk menselijke denken dat langs diverse wegen naar de waarheid zoekt.” [[404|10]]
Referenties naar alinea 47: 0
Geen referenties naar deze alineaExtra opties voor deze alinea
Kopieer alinea-URL naar klembord Reageer op deze alinea Deel op social media
48
Het opnemen van riten en gebaren, die in een bepaalde streek in gebruik zijn, in de ritualen voor de christelijke initiatie, het huwelijk en de uitvaart, is een stap in de inculturatie, die reeds in de Constitutie Sacrosanctum Concilium [570] werd aangegeven. Sacrosanctum Concilium [[570|75.77.81]] vgl: Ordo initiationis christianae adultorum [[[3465|(30-31.79-81.88-89)]]] vgl: Ordo celebrandi Matrimonium [[[1825|(41-44)]]] vgl: Ordo Exsequiarum [[[2727|(21-22)]]] Toch kan deze opname soms ertoe leiden dat in de ogen van de gelovigen de waarachtigheid van de christelijke ritus en de uiting van het geloof gemakkelijk verzwakt worden. Daarom dient het overnemen van de traditionele gebruiken gepaard te gaan met een proces van zuivering en – indien nodig – zelfs met een breuk. Hetzelfde geldt bijvoorbeeld ten aanzien van de kerstening van heidense feesten of heilige plaatsen, het aan priesters verlenen van gezagstekenen, die voorbehouden zijn aan de leider van een gemeenschap, of de verering van voorouders. Te allen tijde dient elke dubbelzinnigheid vermeden te worden. Om zeer duidelijke redenen kan de christelijke liturgie op geen enkele wijze riten opnemen van tovenarij, bijgeloof, spiritisme, wraak of die een seksuele achtergrond hebben.
Referenties naar alinea 48: 1
Directorium over volksvroomheid en liturgie. Principes en richtlijnen ->=geentekst=Extra opties voor deze alinea
Kopieer alinea-URL naar klembord Reageer op deze alinea Deel op social media
49
In verschillende streken bestaan meer culturen naast elkaar, die elkaar soms zo doordringen dat geleidelijk een nieuwe cultuur ontstaat. Soms echter zoeken zij zich te onderscheiden of elkaar juist te verdringen om zo hun eigen bestaan beter te bevestigen. Ook kan het gebeuren dat bepaalde gewoonten en zeden nu alleen nog maar een folkloristische betekenis hebben. De bisschoppenconferenties zullen zich inspannen iedere concrete situatie nauwkeurig te onderzoeken, zij zullen de rijkdom van elke cultuur en de verdedigers ervan eerbiedigen zonder de cultuur van een kleine minderheid of een cultuur die hun niet vertrouwd is, te ontkennen of te veronachtzamen. Bovendien zullen zij het gevaar onderkennen dat christelijke gemeenschappen afgescheiden blijven of dat de liturgische inculturatie voor een politiek doel wordt aangewend. Eveneens zullen zij in de landen met een zogenaamde gewoontecultuur de verschillende stadia naar een moderne ontwikkeling van de bevolking niet buiten beschouwing laten.
Referenties naar alinea 49: 0
Geen referenties naar deze alineaExtra opties voor deze alinea
Kopieer alinea-URL naar klembord Reageer op deze alinea Deel op social media
50
Soms zijn er in eenzelfde land meer talen in gebruik, die elk slechts door een beperkte groep personen of door één stam gesproken wordt. In dat geval moet er een zekere evenwicht gevonden worden, die de afzonderlijke rechten van elke groep of stam eerbiedigt, zonder dat de liturgische vieringen evenwel een te particulier karakter krijgt. Ook zal men niet uit het oog verliezen dat soms in een bepaald land een ontwikkeling kan plaatsvinden naar een hoofdtaal.
Referenties naar alinea 50: 0
Geen referenties naar deze alineaExtra opties voor deze alinea
Kopieer alinea-URL naar klembord Reageer op deze alinea Deel op social media
51
Om de liturgische inculturatie te bevorderen in een gebied, waarvan de cultuur de grenzen van een land overschrijdt, is het nodig dat de betreffende bisschoppenconferenties, na wederzijdse raadpleging, eensgezind vaststellen wat er gedaan moet worden en ervoor waken ”dat zo mogelijk geen aanzienlijke verschillen van riten ontstaan tussen aangrenzende gebieden”. Sacrosanctum Concilium [[570|23]]
Referenties naar alinea 51: 0
Geen referenties naar deze alineaExtra opties voor deze alinea
Kopieer alinea-URL naar klembord Reageer op deze alinea Deel op social media- DEEL IV De omvang van de aanpassingen in de Romeinse ritus
52
De Constitutie Sacrosanctum Concilium [570] voorzag reeds een zekere inculturatie van de Romeinse ritus, toen het de normen opstelde om de liturgie aan de aard en de tradities van de verschillende volkeren aan te passen en het ervoor zorgde dat aanpassingen in de liturgische boeken opgenomen konden worden 53-61 [[al:53-61]] en in sommige gevallen, vooral in de missiegebieden, 57-58 [[al:57-58]] ook nog verdergaande aanpassingen.
Referenties naar alinea 52: 0
Geen referenties naar deze alineaExtra opties voor deze alinea
Kopieer alinea-URL naar klembord Reageer op deze alinea Deel op social media- Eerste hoofdstuk De aanpassingen die in de liturgische boeken zijn voorzien
53
Liturgiam Authenticam ->=geentekst=
Liturgiam Authenticam ->=geentekst=
De eerste en meest belangrijke stap van de inculturatie is de vertaling van de liturgische teksten in de volkstaal. vgl: Sacrosanctum Concilium [[[570|36.54.63]]] De totstandkoming van de vertalingen en – als dit noodzakelijk is – de herziening hiervan vinden plaats volgens de aanwijzingen van de Apostolische Stoel. Vicesimus Quintus Annus [[1125|20]] Terwijl alles behouden dient te blijven wat in de teksten van de Latijnse standaarduitgave staat, waarbij ook aandacht geschonken wordt aan de verschillende literaire genres, moet de vertaling van de teksten niet alleen gemakkelijk verstaanbaar zijn voor de deelnemers, 39 [[al:39]] maar ook werkelijk geschikt voor liturgisch gebruik, namelijk zowel voor de verkondiging of de zang als voor de antwoorden en de acclamaties van de gemeenschap.
Ofschoon alle volken – de meest eenvoudige niet uitgesloten – een godsdienstige taal gebruiken die geschikt is om het gebed te verwoorden, heeft de liturgische taal toch bijzondere kenmerken: zij is immers diep doordrenkt van de heilige Schrift. Enkele woorden van het algemeen gesproken Latijn (memoria, sacramentum) hebben in het christelijk geloof een andere betekenis gekregen. Andere woorden van de christelijke taal kunnen op een of andere manier van de ene taal in de andere overgenomen woorden, zoals in het verleden bijvoorbeeld gebeurd is met de woorden ecclesia, evangelium, baptisma, eucharistia.
Verder moeten de vertalers aandacht geven aan het nauwe verband van de teksten met de liturgische handeling, aan de eisen van de mondelinge communicatie, als ook aan de literaire kwaliteiten van de levende taal van een volk. Deze kenmerken van de liturgische vertalingen moeten in nieuwe composities tot uitdrukking komen, wanneer die in de liturgische boeken zelf zijn voorzien.
Ofschoon alle volken – de meest eenvoudige niet uitgesloten – een godsdienstige taal gebruiken die geschikt is om het gebed te verwoorden, heeft de liturgische taal toch bijzondere kenmerken: zij is immers diep doordrenkt van de heilige Schrift. Enkele woorden van het algemeen gesproken Latijn (memoria, sacramentum) hebben in het christelijk geloof een andere betekenis gekregen. Andere woorden van de christelijke taal kunnen op een of andere manier van de ene taal in de andere overgenomen woorden, zoals in het verleden bijvoorbeeld gebeurd is met de woorden ecclesia, evangelium, baptisma, eucharistia.
Verder moeten de vertalers aandacht geven aan het nauwe verband van de teksten met de liturgische handeling, aan de eisen van de mondelinge communicatie, als ook aan de literaire kwaliteiten van de levende taal van een volk. Deze kenmerken van de liturgische vertalingen moeten in nieuwe composities tot uitdrukking komen, wanneer die in de liturgische boeken zelf zijn voorzien.
Referenties naar alinea 53: 3
Liturgiam Authenticam ->=geentekst=Liturgiam Authenticam ->=geentekst=
Liturgiam Authenticam ->=geentekst=
Extra opties voor deze alinea
Kopieer alinea-URL naar klembord Reageer op deze alinea Deel op social media
54
Institutio Generalis Missalis Romani ->=geentekst=
Wat betreft de viering van de eucharistie dient het Romeins missaal - ”ook al zijn hierin overeenkomstig het besluit van het Tweede Vaticaans Concilie [d:4] wettige verschillen en aanpassingen opgenomen” - een teken en hulpmiddel te blijven van de eenheid vgl: Missale Romanum [[[1209]]] van de Romeinse ritus in de verscheidenheid van talen. De Algemene inleiding van het Romeins missaal voorziet dat ”overeenkomstig de Constitutie over de liturgie de bisschoppenconferenties voor hun gebied normen kunnen vaststellen die rekening houden met de tradities en de aard van de volken, landstreken en verschillende gemeenschappen”. Institutio Generalis Missalis Romani [[1383|(6)]] vgl: Ordo Lectionum Missae [[[1799|111-118]]] Dit geldt in het bijzonder voor de gebaren en lichaamshoudingen van de gelovigen, vgl: Institutio Generalis Missalis Romani [[[1383|(22)]]] het gebaar van eerbied jegens het altaar en het evangelieboek, vgl: Institutio Generalis Missalis Romani [[[1383|(232)]]] de zangteksten bij de opening, vgl: Institutio Generalis Missalis Romani [[[1383|(26)]]] bij de offergang vgl: Institutio Generalis Missalis Romani [[[1383|(50)]]] en bij de Communie, vgl: i [[[1383|(56)]]] de vredeswens, vgl: b [[[1383|(56)]]] de voorwaarden om onder twee gedaanten te communie te gaan, vgl: Institutio Generalis Missalis Romani [[[1383|(242)]]] het materiaal voor het altaar en de liturgische benodigdheden, vgl: Institutio Generalis Missalis Romani [[[1383|(26)3.288]]] het materiaal en de vorm van de heilige vaten, vgl: Institutio Generalis Missalis Romani [[[1383|(290)]]] en de liturgische gewaden. vgl: Institutio Generalis Missalis Romani [[[1383|(304.305.308)]]] Op dezelfde wijze kunnen de bisschoppenconferenties de wijze bepalen waarop de communie wordt uitgereikt. De sacra communione et de cultu mysterii eucharistici extra Missam [[2523|(21)]]
Referenties naar alinea 54: 2
Institutio Generalis Missalis Romani ->=geentekst=Institutio Generalis Missalis Romani ->=geentekst=
Extra opties voor deze alinea
Kopieer alinea-URL naar klembord Reageer op deze alinea Deel op social media
55
Wat betreft de overige sacramenten en sacramentalia geeft de Latijnse standaarduitgave van iedere orde van dienst de aanpassingen aan die de bisschoppenconferenties kunnen aanbrengen vgl: Ordo initiationis christianae adultorum [[[3465|(30-33)]]] of de diocesane bisschop voor welomschreven gelegenheden. vgl: Ordo initiationis christianae adultorum [[[3465|(66)]]] vgl: Ordo Baptismi parvulorum [[[2726|(26)]]] vgl: Ordo Paenitentiae [[[3173|(39)]]] vgl: Ordo celebrandi Matrimonium [[[1825|(36)]]] Deze aanpassingen kunnen betrekking hebben op teksten, gebaren en soms ook op de opbouw van de ritus. Als de standaarduitgave verschillende teksten geeft, kunnen de bisschoppenconferenties andere formules van gelijke aard toevoegen.
Referenties naar alinea 55: 0
Geen referenties naar deze alineaExtra opties voor deze alinea
Kopieer alinea-URL naar klembord Reageer op deze alinea Deel op social media
56
Wat betreft de ritus van de christelijke initiatie behoort het tot de opdracht van de bisschoppenconferenties ”met zorg en met de nodige voorzichtigheid na te gaan wat uit de eigen aard en de eigen tradities van de volken kan overgenomen worden” vgl: Ordo initiationis christianae adultorum [[[3465]]] vgl: 2 [[[2726|(30)]]] en ”in de missiegebieden … te beoordelen of elementen van de initiatie die bij een bepaald volk in gebruik zijn, aan het ritueel van het christelijk doopsel kunnen worden aangepast en te besluiten of zij daarin opgenomen dienen te worden”. Ordo Baptismi parvulorum [[2726|(31)]] vgl: Sacrosanctum Concilium [[[570|65]]] Men dient er evenwel op bedacht te zijn dat met het woord initiatie niet hetzelfde aangegeven en daaronder hetzelfde wordt verstaan wanneer het gaat om riten betreffende een sociale initiatie bij bepaalde volken of wanneer het daarentegen gaat over de weg van de christelijke initiatie, die door de riten van het katechumenaat er stap voor stap toe leidt dat de mensen door de sacramenten van het doopsel, het vormsel en de eucharistie binnen de kerkgemeenschap in Christus worden ingelijfd.
Referenties naar alinea 56: 0
Geen referenties naar deze alineaExtra opties voor deze alinea
Kopieer alinea-URL naar klembord Reageer op deze alinea Deel op social media
57
Op vele plaatsen vraagt het huwelijksritueel de meest vergaande aanpassingen om het niet van de sociale gebruiken te vervreemden. Elke bisschoppenconferentie heeft de mogelijkheid om een eigen huwelijksritus samen te stellen die beantwoordt aan de gebruiken van plaats en volk, maar met behoud van de wet die bepaalt dat de gewijde bedienaar of leek die bij een huwelijk assisteert vgl: Codex Iuris Canonici [[[30|1108.1112]]] – naar gelang de situatie - de uiting van de wilsinstemming van de huwenden vraagt en deze in naam van de Kerk verneemt en over de pas gehuwden de huwelijkszegen uitspreekt. vgl: Sacrosanctum Concilium [[[570|77]]] vgl: Ordo celebrandi Matrimonium [[[1825|(42)]]] Deze eigen ritus dient altijd de christelijke betekenis van het huwelijk en ook de genade van het sacrament uit te drukken en duidelijk de verplichtingen van de gehuwden voor te houden. vgl: Sacrosanctum Concilium [[[570|77]]]
Referenties naar alinea 57: 0
Geen referenties naar deze alineaExtra opties voor deze alinea
Kopieer alinea-URL naar klembord Reageer op deze alinea Deel op social media
58
In alle tijden en bij alle volken is de uitvaart gekenmerkt door bijzondere riten, dikwijls met een sterk aansprekende betekenis. Om aan de situaties van de verschillende streken te beantwoorden, geeft het Romeins rituaal verschillende modellen voor het vieren van de uitvaart, die van elkaar onderscheiden zijn vgl: Ordo Exsequiarum [[[2727|(4)]]] en waaruit de bisschoppenconferenties een keuze kunnen maken, die beter is aangepast aan de plaatselijke gebruiken. vgl: 1-3 [[[2727|(9.21)]]] Graag zullen zij behouden wat in de familietradities en plaatselijke gebruiken als goed wordt bevonden. Ook zullen zij ervoor waken dat de uitvaartplechtigheid het paasgeloof uitdrukt en getuigt van de geest van het evangelie. vgl: Ordo Exsequiarum [[[2727|(2)]]] Op deze voorwaarde kunnen de ritualen voor de uitvaart de gebruiken opnemen van de verschillende culturen en aldus beter beantwoorden aan de omstandigheden en tradities van elke streek. vgl: Sacrosanctum Concilium [[[570|81]]]
Referenties naar alinea 58: 0
Geen referenties naar deze alineaExtra opties voor deze alinea
Kopieer alinea-URL naar klembord Reageer op deze alinea Deel op social media
59
De zegeningen van personen, plaatsen en zaken, die direct het leven zelf, de activiteiten en de zorgen van de gelovigen raken, bevatten heel wat mogelijkheden tot aanpassing, tot het bewaren van plaatselijke gewoonten en het opnemen van volksgebruiken. vgl: Sacrosanctum Concilium [[[570|79]]] vgl: De benedictionibus [[[1827|(39)]]] vgl: Ordo Professionis Religiosae [[[2754|(12-15)]]] De bisschoppenconferenties zullen graag gebruik maken van wat hieromtrent is vastgesteld met de nodige aandacht voor de behoeften van elke streek.
Referenties naar alinea 59: 0
Geen referenties naar deze alineaExtra opties voor deze alinea
Kopieer alinea-URL naar klembord Reageer op deze alinea Deel op social media
60
Wat betreft de ordening van de liturgische tijd kunnen elke particuliere Kerk en religieuze familie, na voorafgaande goedkeuring van de Apostolische Stoel, vgl: Mysterii Paschalis [[[1322|(49.55)]]] vgl: De Calendaria Particularia atque Officiorum et Missarum Propriis recognoscendis [[[3894]]] eigen vieringen toevoegen aan die van de universele Kerk. Eveneens is aan de bisschoppenconferenties de mogelijkheid gegeven, na voorafgaande goedkeuring door de Apostolische Stoel, enkele verplichte feestdagen af te schaffen of naar de zondag te verplaatsen. vgl: 2 [[[30|1246]]]. Het is bovendien hun taak eventueel tijd en wijze te regelen van de viering van de kruisdagen en quatertemperdagen. vgl: Mysterii Paschalis [[[1322|(46)]]]
Referenties naar alinea 60: 0
Geen referenties naar deze alineaExtra opties voor deze alinea
Kopieer alinea-URL naar klembord Reageer op deze alinea Deel op social media
61
Bij het getijdengebed waarvan het doel is de lof van God te vieren en de dag en ook elke menselijke activiteit door het gebed te heiligen, hebben de bisschoppenconferenties de mogelijkheid de tweede lezing van de lezingendienst aan te passen, evenals de hymnen en de slotgebeden en ook de aanroepingen van de Moeder Gods. Institutio Generalis de Liturgia Horarum [[1865|(92.162.178.184)]]
Referenties naar alinea 61: 0
Geen referenties naar deze alineaExtra opties voor deze alinea
Kopieer alinea-URL naar klembord Reageer op deze alinea Deel op social media- Artikel 1 De handelwijze met betrekking tot de aanpassingen die in de liturgiscge boeken zijn voorzien
62
Bij de voorbereiding van de eigen uitgaven van de liturgische boeken is het – overeenkomstig het recht - vgl: 2 [[[30|455]]] vgl: 3: dit geldt ook voor de nieuwe uitgaven [[[30|838]]] vgl: Vicesimus Quintus Annus [[[1125|20]]] de taak van de bisschoppenconferentie de vertaling en ook de voorgenomen aanpassingen te beoordelen. De akten van de conferentie dienen met de uitslag van de stemming – na ondertekening door de voorzitter en de secretaris van de conferentie – toegezonden te worden aan de Congregatie voor de Eredienst en de Regeling van de sacramenten met twee volledige exemplaren van de goed te keuren boeken.
Bovendien wordt met de volledige verantwoording in de akten toegezonden:
Bovendien wordt met de volledige verantwoording in de akten toegezonden:
- een korte maar volledige uiteenzetting van de beweegredenen waarom een aanpassing is opgenomen;
- een aanduiding van de gedeelten die overgenomen zijn uit andere reeds goedgekeurde boeken en die welke nieuw zijn samengesteld.
Referenties naar alinea 62: 0
Geen referenties naar deze alineaExtra opties voor deze alinea
Kopieer alinea-URL naar klembord Reageer op deze alinea Deel op social media- Tweede hoofdstuk De aanpassingen volgens de norm van artikel 40 van de Constitutie over de liturgie van het Tweede Vaticaans Concilie
63
Ondanks de aanpassingen die reeds in de liturgische boeken aangegeven zijn, kan het nodig zijn dat ”in verscheidene plaatsen en omstandigheden een dieper ingrijpende aanpassing dringend gewenst is en deze levert meer moeilijkheden op”. Sacrosanctum Concilium [[570|40]] In dat geval gaat het niet meer om aanpassingen waarover wordt gesproken in de algemene inleidingen en de voorafgaande opmerkingen van de liturgische boeken. Dat veronderstelt dat de bisschoppenconferentie eerst alle mogelijkheden die in de liturgische boeken geboden worden, heeft benut, het resultaat van de reeds ingevoerde aanpassingen heeft beoordeeld en eventueel verbeterd, voordat zij overgaat tot het voorstellen van een verdergaande aanpassing. Het nut of de noodzaak van een dergelijke aanpassing kan duidelijk worden op grond van een van de hiervoor genoemde punten, 53-61 [[al:53-61]] zonder aan het overige te raken. Ook deze aanpassingen hebben allerminst de bedoeling de Romeinse ritus te veranderen, maar zij krijgen een plaats binnen deze ritus.
Referenties naar alinea 63: 0
Geen referenties naar deze alineaExtra opties voor deze alinea
Kopieer alinea-URL naar klembord Reageer op deze alinea Deel op social media
64
Het kan voorkomen dat één of meer bisschoppen aan de medeleden van de conferentie vragen voorleggen die blijven bestaan met betrekking tot de deelname van zijn gelovigen. Met hen stellen zij dan een onderzoek in naar de doelmatigheid om verdergaande aanpassingen in te voeren wanneer het welzijn van de mensen dat werkelijk vraagt. vgl: Ecclesiae imago [[[1325|(84)]]] Het is dan ook de taak van de bisschoppenconferentie de aanpassingen die zij wenst door te voeren, overeenkomstig de hierna vastgestelde handelwijze aan de Apostolische Stoel voor te stellen. vgl: 1 [[[570|40]]] De Congregatie voor de Eredienst en de Regeling van de sacramenten is bereid de voorstellen van de bisschoppenconferenties te ontvangen en aan een onderzoek te onderwerpen, waarbij zij zowel het welzijn van de betreffende plaatselijke kerken als het algemeen welzijn van geheel de Kerk voor ogen houdt. Zij is bereid het proces van inculturatie te begeleiden, waar dit nuttig of noodzakelijk schijnt, overeenkomstig de uitgangspunten en overwegingen die in deze instructie zijn uiteengezet, 33-51 [[al:33-51]] maar altijd in een geest van vertrouwvolle samenwerking en van gedeelde verantwoordelijkheid.
Referenties naar alinea 64: 0
Geen referenties naar deze alineaExtra opties voor deze alinea
Kopieer alinea-URL naar klembord Reageer op deze alinea Deel op social media- Artikel 1 De handelwijze bij het uitvoeren van artikel 40 van de Constitutie over de liturgie van het Tweede Vaticaans Concilie
65
De bisschoppenconferentie zal een onderzoek instellen naar datgene wat in de liturgische vieringen veranderd dient te worden met het oog op de tradities en de aard van het volk. De studie betreffende deze veranderingen zal zij toevertrouwen aan een nationale of regionale commissie voor liturgie, die samenwerking zal zoeken met deskundigen om vanuit verschillende invalshoeken de elementen van de plaatselijke cultuur en hun eventuele invoeging in de liturgische vieringen te onderzoeken. Soms is het goed de mening te vragen van vertegenwoordigers van niet-christelijke godsdiensten, omtrent de cultische of maatschappelijke waarde van een of ander element. 30-32 [[al:30-32]]
Dit voorafgaand onderzoek zal eventueel geschieden in samenwerking met de bisschoppenconferenties van de aangrenzende landen of behorend tot dezelfde cultuur. 51 [[al:51]]
Dit voorafgaand onderzoek zal eventueel geschieden in samenwerking met de bisschoppenconferenties van de aangrenzende landen of behorend tot dezelfde cultuur. 51 [[al:51]]
Referenties naar alinea 65: 0
Geen referenties naar deze alineaExtra opties voor deze alinea
Kopieer alinea-URL naar klembord Reageer op deze alinea Deel op social media
66
Voordat welk voorstel ook in deze wordt beproefd, zal de bisschoppenconferentie haar eigen beraadslaging schriftelijk en helder uiteenzetten voor de Romeinse congregatie. Deze aanbieding van het voorstel moet de omschrijving bevatten van de voorgestelde vernieuwingen, de redenen om ze in te voeren, de gevolgde beginselen, de tijd en de plaats die geschikt geacht worden voor enkele voorafgaande experimenten en een aanduiding van de gemeenschappen die deze zullen uitvoeren. Tenslotte worden de akten van de beraadslaging en de stemming van de conferentie over deze aangelegenheid toegezonden. Nadat de bisschoppenconferentie in samenwerking met de congregatie het voorstel heeft onderzocht, wordt door de congregatie aan de conferentie het verlof gegeven eventueel gedurende een vastgestelde tijd een experiment te laten plaatsvinden. vgl: 2 [[[570|40]]]
Referenties naar alinea 66: 1
Institutio Generalis Missalis Romani ->=geentekst=Extra opties voor deze alinea
Kopieer alinea-URL naar klembord Reageer op deze alinea Deel op social media
67
De bisschoppenconferentie zal, normaal gesproken, met behulp van een nationale of regionale commissie voor liturgie erop toezien dat het experiment goed verloopt. vgl: 2 [[[570|40]]] Bovendien zal de conferentie ervoor waken dat de vastgestelde grenzen van plaats en tijd niet overschreden worden, dat de pastores en gelovigen op de hoogte gebracht worden van het in tijd beperkte en nauw omschreven karakter, tenslotte dat het experiment niet zo bekend wordt dat het reeds het liturgisch leven van het land zou gaan beïnvloeden. Na afloop van het experiment, zal de bisschoppenconferentie beoordelen of het voorstel beantwoordt aan het vooropgezette doel of dat het op enkele punten herzien dient te worden. De Conferentie zal de congregatie op de hoogte stellen van haar beraadslagingen samen met een documentatie waarin het experiment omschreven wordt.
Referenties naar alinea 67: 1
Institutio Generalis Missalis Romani ->=geentekst=Extra opties voor deze alinea
Kopieer alinea-URL naar klembord Reageer op deze alinea Deel op social media
68
Na onderzoek van de documentatie kan de congregatie het decreet van goedkeuring uitvaardigen eventueel met toevoeging van opmerkingen, zodat de gevraagde veranderingen of wijzigingen worden toegestaan in het gebied dat onder de rechtsmacht van de bisschoppenconferentie valt.
Referenties naar alinea 68: 1
Institutio Generalis Missalis Romani ->=geentekst=Extra opties voor deze alinea
Kopieer alinea-URL naar klembord Reageer op deze alinea Deel op social media
69
De gelovigen, leken en clerus, moeten goed op de hoogte gesteld worden van de veranderingen en voorbereid worden op hun invoering in de liturgische vieringen. De uitvoering van de besluiten zal plaatsvinden naargelang van de omstandigheden en eventueel na een vastgestelde overgangstijd. 46 [[al:46]]
Referenties naar alinea 69: 0
Geen referenties naar deze alineaExtra opties voor deze alinea
Kopieer alinea-URL naar klembord Reageer op deze alinea Deel op social media- DEEL V Conclusie
70
De Congregatie voor de Eredienst en de Regeling van de sacramenten biedt aan de bisschoppenconferenties deze nieuwe inzichten aan die het werk van de inculturatie van de Romeinse ritus – die door het Tweede Vaticaans Concilie [d:4] is voorzien – moeten begeleiden om te voldoen aan de pastorale noden van de volken met verschillende culturen. Dit werk moet met grote zorgvuldigheid in een alomvattend pastoraal handelen ingevoegd worden, zodat het evangelie in de verschillende culturele werkelijkheden van de mens wordt opgenomen. De congregatie vertrouwt erop dat elke particuliere Kerk, vooral de kerken van jongere datum, kan ervaren hoe de verscheidenheid in de liturgische vieringen, ook al betreft het slechts enkele elementen, zeker een bron van verrijking kan zijn, met behoud van de substantiële eenheid van de Romeinse ritus, van de eenheid van de gehele Kerk en van de ongeschondenheid van het geloof dat eens en voorgoed aan de heiligen werd overgeleverd. (Jud. 3) [[b:Jud. 3]]
Deze instructie, die in opdracht van de paus door de Congregatie voor de Eredienst en de Regeling van de sacramenten is samengesteld, is door paus Johannes Paulus II goedgekeurd en in zijn opdracht gepubliceerd.
Bij de Congregatie voor de Eredienst en de Regeling van de sacramenten,
25 januari 1994
Antonius M. kardinaal Javierre
Prefect
Gerardus M. Agnelo
Secretaris
Deze instructie, die in opdracht van de paus door de Congregatie voor de Eredienst en de Regeling van de sacramenten is samengesteld, is door paus Johannes Paulus II goedgekeurd en in zijn opdracht gepubliceerd.
Bij de Congregatie voor de Eredienst en de Regeling van de sacramenten,
25 januari 1994
Antonius M. kardinaal Javierre
Prefect
Gerardus M. Agnelo
Secretaris
Referenties naar alinea 70: 0
Geen referenties naar deze alineaExtra opties voor deze alinea
Kopieer alinea-URL naar klembord Reageer op deze alinea Deel op social mediaReferenties naar dit document: 9
Open uitgebreid overzichthttps://rkdocumenten.nl/toondocument/1678-varietates-legitimae-nl