Salvete
x
Informatie over dit document
Salvete
Bij de opening van de tweede zitting van het Tweede Vaticaans Concilie
Paus Paulus VI
29 september 1963
Pauselijke geschriften - Toespraken
1963, Ecclesia Docens - Uitg. Gooi en Sticht nr. 0704
Vert. uit het Latijn
Zie de gebruiksvoorwaarden van de documenten
Zie de gebruiksvoorwaarden van de documenten
29 september 1963
Dr. M.H. Mulders CssR
Dr. J. Kahmann CssR
Dr. J. Kahmann CssR
4 februari 2023
166
nl
Referenties naar dit document: 3
Open uitgebreid overzichtReferenties naar dit document van thema's en berichten
Open uitgebreid overzichtExtra opties voor dit document
Kopieer document-URL naar klembord Reageer op dit document Deel op social mediaInhoudsopgave
Uitklappen
- Inhoud
1
Begroeting
Weest gegroet, veelgeliefde broeders in Christus, die wij hebben bijeengeroepen uit alle delen van de wereld, waarover de heilige katholieke Kerk haar hiërarchische ordening uitstrekt.
Weest gegroet, nu gij op onze uitnodiging zo bereidwillig hier bijeengekomen zijt om samen met ons de tweede zitting van het Tweede Vaticaans Oecumenisch [d:4] Concilie te vieren, die wij vandaag met vreugde openen onder de bescherming van de Aartsengel Michaël, de verdediger van het Christenvolk.
Weest gegroet, veelgeliefde broeders in Christus, die wij hebben bijeengeroepen uit alle delen van de wereld, waarover de heilige katholieke Kerk haar hiërarchische ordening uitstrekt.
Weest gegroet, nu gij op onze uitnodiging zo bereidwillig hier bijeengekomen zijt om samen met ons de tweede zitting van het Tweede Vaticaans Oecumenisch [d:4] Concilie te vieren, die wij vandaag met vreugde openen onder de bescherming van de Aartsengel Michaël, de verdediger van het Christenvolk.
Referenties naar alinea 1: 0
Geen referenties naar deze alineaExtra opties voor deze alinea
Kopieer alinea-URL naar klembord Reageer op deze alinea Deel op social media
2
Het Concilie als een tweede cenakel
Hoe goed past op deze waardige broederlijke vergadering, die, vanuit het oosten en het westen, vanuit het zuiden en het noorden, zoveel eminente mannen samenbrengt, de profetische en edele naam van Kerk, dat is: bijeenkomst, bijeenroeping. Hoe gaat thans op een nieuwe wijze het woord in vervulling, dat ons bij dit schouwspel voor de geest komt: "Hun geluid heeft zich over de gehele aarde verspreid, en hun woorden weerklonken tot aan de uiteinden der wereld"! (Rom. 10, 18; Ps. 19, 5) [b:Rom. 10, 18; Ps. 19, 5] Hoe schitteren thans in wonderbare harmonie de mysterievolle kentekenen van de Kerk: haar eenheid en katholiciteit! En dit schouwspel van de universaliteit van de Kerk doet ons denken niet alleen aan haar apostolische oorsprong, die wij hier zien weerspiegeld en beleefd, maar ook aan de heiliging van de mensen, die het doel is van onze beminde Kerk Gods. De karakteristieke kenmerken van de Kerk treden helder aan het licht; het gelaat van Christus' Bruid straalt; en ons aller hart is vol van de duidelijke, maar toch steeds mysterievolle ervaring, dat wij het mystieke Lichaam van Christus zijn; en wij genieten tevens de onvergelijkelijke vreugde, die de wereld nog niet kent, en die gelegen is in de woorden: "hoe lieflijk is het, als broeders eendrachtig samenzijn" (Ps. 132, 10) [b:Ps. 132, 10] Het lijkt ons dus nuttig om vanaf het eerste ogenblik scherp voor ogen te houden en in ons op te nemen de portée van het menselijk en goddelijk gebeuren, dat zich hier voltrekt. Wij zijn hier als het ware in een tweede cenakel, dat haast te klein is, niet vanwege zijn geweldige omvang, maar vanwege het grote getal van hen, die er bijeen zijn gekomen. Hier is vanuit de hemel de Maagd Maria, Christus' Moeder, zeker met ons. Hier zijt gij, eerbiedwaardige broeders, bijeengekomen rondom onze persoon, de laatste en meest onwaardige opvolger van de apostel Petrus, maar bekleed met zijn gezag en zijn ambt, gij, die ook apostelen zijt en uw oorsprong ontleent aan het college der apostelen en hiervan de echte erfgenamen zijt. Hier willen wij samen bidden, verbonden door eenzelfde geloof en eenzelfde liefde. Hier zullen wij ongetwijfeld de hemelse genade genieten van de Heilige Geest, die met ons is, ons bezielt, onderricht en versterkt. Hier zullen de talen van alle volken in eenheid samen klinken, en het zal een eenstemmige boodschap zijn tot heel de wereld. Hier is de Kerk aangekomen met vaste tred op haar aardse pelgrimstocht van reeds twintig eeuwen. Hier verkwikt zich, als aan een bron, die iedere dorst lest en iedere nieuwe dorst opwekt, het apostolische leger, dat uit heel de wereld bijeen is. Van hieruit neemt dit leger zijn weg door de wereld en door de tijd naar het einddoel, dat over deze wereld en over deze tijd heen ligt.
Hoe goed past op deze waardige broederlijke vergadering, die, vanuit het oosten en het westen, vanuit het zuiden en het noorden, zoveel eminente mannen samenbrengt, de profetische en edele naam van Kerk, dat is: bijeenkomst, bijeenroeping. Hoe gaat thans op een nieuwe wijze het woord in vervulling, dat ons bij dit schouwspel voor de geest komt: "Hun geluid heeft zich over de gehele aarde verspreid, en hun woorden weerklonken tot aan de uiteinden der wereld"! (Rom. 10, 18; Ps. 19, 5) [b:Rom. 10, 18; Ps. 19, 5] Hoe schitteren thans in wonderbare harmonie de mysterievolle kentekenen van de Kerk: haar eenheid en katholiciteit! En dit schouwspel van de universaliteit van de Kerk doet ons denken niet alleen aan haar apostolische oorsprong, die wij hier zien weerspiegeld en beleefd, maar ook aan de heiliging van de mensen, die het doel is van onze beminde Kerk Gods. De karakteristieke kenmerken van de Kerk treden helder aan het licht; het gelaat van Christus' Bruid straalt; en ons aller hart is vol van de duidelijke, maar toch steeds mysterievolle ervaring, dat wij het mystieke Lichaam van Christus zijn; en wij genieten tevens de onvergelijkelijke vreugde, die de wereld nog niet kent, en die gelegen is in de woorden: "hoe lieflijk is het, als broeders eendrachtig samenzijn" (Ps. 132, 10) [b:Ps. 132, 10] Het lijkt ons dus nuttig om vanaf het eerste ogenblik scherp voor ogen te houden en in ons op te nemen de portée van het menselijk en goddelijk gebeuren, dat zich hier voltrekt. Wij zijn hier als het ware in een tweede cenakel, dat haast te klein is, niet vanwege zijn geweldige omvang, maar vanwege het grote getal van hen, die er bijeen zijn gekomen. Hier is vanuit de hemel de Maagd Maria, Christus' Moeder, zeker met ons. Hier zijt gij, eerbiedwaardige broeders, bijeengekomen rondom onze persoon, de laatste en meest onwaardige opvolger van de apostel Petrus, maar bekleed met zijn gezag en zijn ambt, gij, die ook apostelen zijt en uw oorsprong ontleent aan het college der apostelen en hiervan de echte erfgenamen zijt. Hier willen wij samen bidden, verbonden door eenzelfde geloof en eenzelfde liefde. Hier zullen wij ongetwijfeld de hemelse genade genieten van de Heilige Geest, die met ons is, ons bezielt, onderricht en versterkt. Hier zullen de talen van alle volken in eenheid samen klinken, en het zal een eenstemmige boodschap zijn tot heel de wereld. Hier is de Kerk aangekomen met vaste tred op haar aardse pelgrimstocht van reeds twintig eeuwen. Hier verkwikt zich, als aan een bron, die iedere dorst lest en iedere nieuwe dorst opwekt, het apostolische leger, dat uit heel de wereld bijeen is. Van hieruit neemt dit leger zijn weg door de wereld en door de tijd naar het einddoel, dat over deze wereld en over deze tijd heen ligt.
Referenties naar alinea 2: 0
Geen referenties naar deze alineaExtra opties voor deze alinea
Kopieer alinea-URL naar klembord Reageer op deze alinea Deel op social media
3
De oprechte bedoelingen van de Paus
Weest gegroet, eerbiedwaardige broeders! Zó ontvangt u de minste onder u, de dienaar der dienaren Gods, al is hij belast met de hoogste sleutelmacht, die Christus Jezus aan Petrus toevertrouwde. Zó bedankt hij u voor de betuigingen van gehoorzaamheid en vertrouwen, die gij hem aanbiedt. Zó toont hij u metterdaad, dat hij met u wil bidden, spreken, beraadslagen en werken. Bij het eerste begin van de tweede zitting van dit grote Concilie nemen wij de onsterfelijke God tot getuige, dat wij niet de minste bedoeling hebben van menselijke heerszucht, niet het minste streven naar exclusieve macht; maar dat wij integendeel het verlangen en de wil hebben, de goddelijke opdracht te vervullen, die ons, broeders, tot opperherder heeft gemaakt van u allen en te midden van u. Deze opdracht vraagt van u datgene, wat onze vreugde en kroon (Fil. 4, 1) [[b:Fil. 4, 1]] uitmaakt, namelijk de gemeenschap van de heiligen, uw trouw jegens ons, uw verbondenheid met ons, uw samenwerking met ons. Wij van onze kant beschouwen het als onze grootste vreugde, u te kunnen schenken: onze verering, onze hoogachting, ons vertrouwen, onze liefde.
Weest gegroet, eerbiedwaardige broeders! Zó ontvangt u de minste onder u, de dienaar der dienaren Gods, al is hij belast met de hoogste sleutelmacht, die Christus Jezus aan Petrus toevertrouwde. Zó bedankt hij u voor de betuigingen van gehoorzaamheid en vertrouwen, die gij hem aanbiedt. Zó toont hij u metterdaad, dat hij met u wil bidden, spreken, beraadslagen en werken. Bij het eerste begin van de tweede zitting van dit grote Concilie nemen wij de onsterfelijke God tot getuige, dat wij niet de minste bedoeling hebben van menselijke heerszucht, niet het minste streven naar exclusieve macht; maar dat wij integendeel het verlangen en de wil hebben, de goddelijke opdracht te vervullen, die ons, broeders, tot opperherder heeft gemaakt van u allen en te midden van u. Deze opdracht vraagt van u datgene, wat onze vreugde en kroon (Fil. 4, 1) [[b:Fil. 4, 1]] uitmaakt, namelijk de gemeenschap van de heiligen, uw trouw jegens ons, uw verbondenheid met ons, uw samenwerking met ons. Wij van onze kant beschouwen het als onze grootste vreugde, u te kunnen schenken: onze verering, onze hoogachting, ons vertrouwen, onze liefde.
Referenties naar alinea 3: 0
Geen referenties naar deze alineaExtra opties voor deze alinea
Kopieer alinea-URL naar klembord Reageer op deze alinea Deel op social media
4
De toespraak als voorlopige vervanging van de eerste encycliek
Het was onze bedoeling, om u, volgens een aloud gebruik, onze eerste encycliek te zenden; maar waarom - zo vroegen wij ons af - zouden wij schriftelijk meedelen, wat wij, door een uiterst gelukkige en zeer bijzondere omstandigheid - dit Oecumenisch Concilie -, u rechtstreeks en mondeling kunnen zeggen? Wij kunnen onmogelijk nu alles uiteenzetten, wat ons bezighoudt en wat zich gemakkelijker schriftelijk laat behandelen. Maar wij menen, dat op dit ogenblik onze toespraak als inleiding kan dienen zowel op dit Concilie als op ons pontificaat. Moge daarom thans ons woord de encycliek vervangen, die wij u, met Gods hulp, hopen te zenden, wanneer deze drukke dagen voorbij zijn.
Het was onze bedoeling, om u, volgens een aloud gebruik, onze eerste encycliek te zenden; maar waarom - zo vroegen wij ons af - zouden wij schriftelijk meedelen, wat wij, door een uiterst gelukkige en zeer bijzondere omstandigheid - dit Oecumenisch Concilie -, u rechtstreeks en mondeling kunnen zeggen? Wij kunnen onmogelijk nu alles uiteenzetten, wat ons bezighoudt en wat zich gemakkelijker schriftelijk laat behandelen. Maar wij menen, dat op dit ogenblik onze toespraak als inleiding kan dienen zowel op dit Concilie als op ons pontificaat. Moge daarom thans ons woord de encycliek vervangen, die wij u, met Gods hulp, hopen te zenden, wanneer deze drukke dagen voorbij zijn.
Referenties naar alinea 4: 0
Geen referenties naar deze alineaExtra opties voor deze alinea
Kopieer alinea-URL naar klembord Reageer op deze alinea Deel op social media
5
Herinnering aan de Pauskeuze
Na u te hebben begroet, menen wij ons thans aan u te moeten voorstellen. Nog slechts kort geleden hebben wij het pauselijk ambt aanvaard, dat wij nu uitoefenen, of juister, beginnen uit te oefenen. Gij weet immers, hoe het college van kardinalen, dat hier aanwezig is en dat wij gaarne opnieuw onze hoogachting en verering betuigen, op de 21e juni j.l. 1963 1963, die door een gelukkige omstandigheid samenviel met het feest van het allerheiligste Hart van Jezus, ons, ondanks onze geringheid en menselijke zwakheid, heeft willen kiezen voor de bisschoppelijke zetel van Rome en daardoor tot opperherder van de universele Kerk.
Na u te hebben begroet, menen wij ons thans aan u te moeten voorstellen. Nog slechts kort geleden hebben wij het pauselijk ambt aanvaard, dat wij nu uitoefenen, of juister, beginnen uit te oefenen. Gij weet immers, hoe het college van kardinalen, dat hier aanwezig is en dat wij gaarne opnieuw onze hoogachting en verering betuigen, op de 21e juni j.l. 1963 1963, die door een gelukkige omstandigheid samenviel met het feest van het allerheiligste Hart van Jezus, ons, ondanks onze geringheid en menselijke zwakheid, heeft willen kiezen voor de bisschoppelijke zetel van Rome en daardoor tot opperherder van de universele Kerk.
Referenties naar alinea 5: 0
Geen referenties naar deze alineaExtra opties voor deze alinea
Kopieer alinea-URL naar klembord Reageer op deze alinea Deel op social media- DEEL 1 De betekenis van Paus Johannes XXIII
6
Paus Johannes als de bijeenroeper van het Concilie
Bij deze herinnering gaan onze gedachten vanzelf uit naar onze voorganger Johannes XXIII, zaliger en roemrijker gedachtenis, die wij zo oprecht hebben liefgehad. Zijn naam roept bij ons en bij allen, die hem hebben mogen zien op deze zelfde zetel, die wij thans innemen, het beeld op van zijn beminnelijke en priesterlijke figuur, toen hij op 11 oktober van het vorig jaar de eerste zitting opende van dit Tweede Vaticaans Oecumenisch Concilie, en de toespraak [126] hield, die niet alleen door de Kerk, maar ook door heel de mensheid werd beschouwd als een profetisch woord voor onze tijd. Deze toespraak klinkt nog door in ons geheugen en in ons bewustzijn, want zij wijst het Concilie de weg, die het moet gaan, en ze zal ons ongetwijfeld kunnen bevrijden van alle aarzeling of vermoeidheid, die ons wellicht op deze moeilijke weg mochten overvallen. Gij, beminde en vereerde Paus Johannes! U zij dank, u zij lof, dat gij dit Concilie als op goddelijke ingeving uitgeschreven hebt om voor de Kerk nieuwe wegen te openen en ons nieuwe en weldoende, maar nog verborgen stromen van de leer en de genade van Christus onze God over de wereld te doen toevloeien. Gij hebt, vrij van elk aards motief en zonder dwang van bijzondere omstandigheden, als het ware Gods plannen aanvoelend en met een diep inzicht in de duistere en bittere nood van onze tijd, gemeend de afgebroken draad van het Eerste Vaticaans Concilie [d:217] te moeten opnemen. Hierdoor hebt gij vanzelf het wantrouwen verdreven, dat sommigen ten onrechte uit dat Concilie hadden opgedaan, alsof nl. de hoogste macht, door Christus Jezus aan de Paus verleend en door dat Concilie erkend, zou volstaan om de Kerk te besturen zonder de hulp van Oecumenische Concilies [d:59].
Bij deze herinnering gaan onze gedachten vanzelf uit naar onze voorganger Johannes XXIII, zaliger en roemrijker gedachtenis, die wij zo oprecht hebben liefgehad. Zijn naam roept bij ons en bij allen, die hem hebben mogen zien op deze zelfde zetel, die wij thans innemen, het beeld op van zijn beminnelijke en priesterlijke figuur, toen hij op 11 oktober van het vorig jaar de eerste zitting opende van dit Tweede Vaticaans Oecumenisch Concilie, en de toespraak [126] hield, die niet alleen door de Kerk, maar ook door heel de mensheid werd beschouwd als een profetisch woord voor onze tijd. Deze toespraak klinkt nog door in ons geheugen en in ons bewustzijn, want zij wijst het Concilie de weg, die het moet gaan, en ze zal ons ongetwijfeld kunnen bevrijden van alle aarzeling of vermoeidheid, die ons wellicht op deze moeilijke weg mochten overvallen. Gij, beminde en vereerde Paus Johannes! U zij dank, u zij lof, dat gij dit Concilie als op goddelijke ingeving uitgeschreven hebt om voor de Kerk nieuwe wegen te openen en ons nieuwe en weldoende, maar nog verborgen stromen van de leer en de genade van Christus onze God over de wereld te doen toevloeien. Gij hebt, vrij van elk aards motief en zonder dwang van bijzondere omstandigheden, als het ware Gods plannen aanvoelend en met een diep inzicht in de duistere en bittere nood van onze tijd, gemeend de afgebroken draad van het Eerste Vaticaans Concilie [d:217] te moeten opnemen. Hierdoor hebt gij vanzelf het wantrouwen verdreven, dat sommigen ten onrechte uit dat Concilie hadden opgedaan, alsof nl. de hoogste macht, door Christus Jezus aan de Paus verleend en door dat Concilie erkend, zou volstaan om de Kerk te besturen zonder de hulp van Oecumenische Concilies [d:59].
Referenties naar alinea 6: 0
Geen referenties naar deze alineaExtra opties voor deze alinea
Kopieer alinea-URL naar klembord Reageer op deze alinea Deel op social media
7
De pastorale doelstellingen van Paus Johannes
Gij hebt bovendien uw broeders, de opvolgers van de apostelen, bijeengeroepen niet alleen om de onderbroken studies en de onvoltooide wetgeving voort te zetten, maar ook om zich met de Paus verbonden te voelen in één lichaam en door hem gesterkt en geleid te worden, om het heilig erfgoed van de christelijke leer op doeltreffender wijze te bewaren en te verkondigen". Gaudet Mater Ecclesia [[126|20]] Maar met dit meer verhevene doel van het Concilie hebt gij een ander doel verbonden, het pastorale doel, dat op het ogenblik urgenter is en meer onmiddellijk resultaten oplevert. Gij hebt dat gedaan met deze woorden: "Het is dus niet primair onze taak, te discussiëren over bepaalde fundamentele punten van de kerkelijke leer", maar veeleer: "dat deze leer wordt bestudeerd en uiteengezet volgens de methode, die is aangepast aan onze tijd". Gaudet Mater Ecclesia [[126|29-30]] Gij hebt bovendien in de dragers van het kerkelijk leergezag de overtuiging versterkt, dat de christelijke leer niet alleen een waarheid is, die men moet bestuderen met de door het geloof verlichte rede, maar ook een woord, dat een bron is van leven en activiteit; en dat het kerkelijk gezag er zich niet toe mag beperken, de dwalingen te veroordelen, die de Kerk aantasten, maar dat het ook de positieve en levenskrachtige leer moet verkondigen, die de Kerk in zo rijke mate bezit. Omdat dus de taak van het kerkelijk leergezag niet louter theoretisch noch louter negatief is, moet het in dit Concilie steeds meer de levenbrengende kracht tonen van de leer van Christus, die gezegd heeft "De woorden, die Ik tot u gesproken heb, zijn geest en leven" (Joh. 6, 63) [b:Joh. 6, 63].
Gij hebt bovendien uw broeders, de opvolgers van de apostelen, bijeengeroepen niet alleen om de onderbroken studies en de onvoltooide wetgeving voort te zetten, maar ook om zich met de Paus verbonden te voelen in één lichaam en door hem gesterkt en geleid te worden, om het heilig erfgoed van de christelijke leer op doeltreffender wijze te bewaren en te verkondigen". Gaudet Mater Ecclesia [[126|20]] Maar met dit meer verhevene doel van het Concilie hebt gij een ander doel verbonden, het pastorale doel, dat op het ogenblik urgenter is en meer onmiddellijk resultaten oplevert. Gij hebt dat gedaan met deze woorden: "Het is dus niet primair onze taak, te discussiëren over bepaalde fundamentele punten van de kerkelijke leer", maar veeleer: "dat deze leer wordt bestudeerd en uiteengezet volgens de methode, die is aangepast aan onze tijd". Gaudet Mater Ecclesia [[126|29-30]] Gij hebt bovendien in de dragers van het kerkelijk leergezag de overtuiging versterkt, dat de christelijke leer niet alleen een waarheid is, die men moet bestuderen met de door het geloof verlichte rede, maar ook een woord, dat een bron is van leven en activiteit; en dat het kerkelijk gezag er zich niet toe mag beperken, de dwalingen te veroordelen, die de Kerk aantasten, maar dat het ook de positieve en levenskrachtige leer moet verkondigen, die de Kerk in zo rijke mate bezit. Omdat dus de taak van het kerkelijk leergezag niet louter theoretisch noch louter negatief is, moet het in dit Concilie steeds meer de levenbrengende kracht tonen van de leer van Christus, die gezegd heeft "De woorden, die Ik tot u gesproken heb, zijn geest en leven" (Joh. 6, 63) [b:Joh. 6, 63].
Referenties naar alinea 7: 0
Geen referenties naar deze alineaExtra opties voor deze alinea
Kopieer alinea-URL naar klembord Reageer op deze alinea Deel op social media
8
Wij zullen daarom niet de normen vergeten, die gij, de eerste Vader van dit Concilie, met zoveel wijsheid hebt gegeven en die wij hier in herinnering willen brengen: "...wij moeten deze kostbare schat - namelijk, die van de katholieke leer - niet alleen bewaren, alsof wij ons slechts voor de oudheid interesseerden, maar wij moeten ons thans energiek en zonder vrees wijden aan het werk, dat de moderne tijd vraagt, en zo voortgaan op de weg, die de Kerk bijna twintig eeuwen lang heeft gevolgd". Daarom: "...moet men een methode van uiteenzetting volgen, die aangepast is aan een overwegend pastoraal leerambt". Gaudet Mater Ecclesia [[126|29-30]]
Referenties naar alinea 8: 0
Geen referenties naar deze alineaExtra opties voor deze alinea
Kopieer alinea-URL naar klembord Reageer op deze alinea Deel op social media
9
Het verlangen van Paus Johannes naar de eenheid
Ook zullen wij niet de belangrijke zaak verwaarlozen van de eenheid van allen, die in Christus geloven en willen behoren tot Zijn Kerk, die gij, Johannes, hebt aangewezen als het vaderhuis, dat voor allen openstaat; zodat de tweede zitting van het door u uitgeschreven en begonnen Oecumenisch Concilie getrouw de weg blijft volgen, die gij hebt gewezen, en met Gods hulp het doel kan bereiken, waarnaar gij met zo vurig verlangen hebt uitgezien.
Ook zullen wij niet de belangrijke zaak verwaarlozen van de eenheid van allen, die in Christus geloven en willen behoren tot Zijn Kerk, die gij, Johannes, hebt aangewezen als het vaderhuis, dat voor allen openstaat; zodat de tweede zitting van het door u uitgeschreven en begonnen Oecumenisch Concilie getrouw de weg blijft volgen, die gij hebt gewezen, en met Gods hulp het doel kan bereiken, waarnaar gij met zo vurig verlangen hebt uitgezien.
Referenties naar alinea 9: 0
Geen referenties naar deze alineaExtra opties voor deze alinea
Kopieer alinea-URL naar klembord Reageer op deze alinea Deel op social media- DEEL 2 De centrale betekenis van Christus voor het Concilie
10
Drie fundamentele vragen
Laten wij dus, eerbiedwaardige broeders, voortgaan op de ingeslagen weg. Dit voor de hand liggend besluit brengt ons nog op een andere gedachte, die zó belangrijk en zó verhelderend is, dat wij ons gedrongen voelen, ze u voor te houden, ofschoon heel deze vergadering ze zeker reeds kent en door het licht ervan vervuld wordt.
Laten wij dus, eerbiedwaardige broeders, voortgaan op de ingeslagen weg. Dit voor de hand liggend besluit brengt ons nog op een andere gedachte, die zó belangrijk en zó verhelderend is, dat wij ons gedrongen voelen, ze u voor te houden, ofschoon heel deze vergadering ze zeker reeds kent en door het licht ervan vervuld wordt.
Referenties naar alinea 10: 0
Geen referenties naar deze alineaExtra opties voor deze alinea
Kopieer alinea-URL naar klembord Reageer op deze alinea Deel op social media
11
- Wat, eerbiedwaardige broeders, zal het uitgangspunt zijn van onze weg?
- Welke weg moeten wij volgen, als wij niet zozeer letten op de boven aangegeven praktische normen als op de goddelijke wetten, waaraan wij moeten gehoorzamen?
- Tenslotte, wat moet het doel zijn van onze weg?
Referenties naar alinea 11: 0
Geen referenties naar deze alineaExtra opties voor deze alinea
Kopieer alinea-URL naar klembord Reageer op deze alinea Deel op social media
12
Christus, het antwoord
Op deze drie vragen, die gemakkelijk te begrijpen zijn, maar toch hoogst belangrijk, bestaat slechts één antwoord, dat wij op dit plechtig ogenblik en in deze vergadering voor onszelf moeten herhalen en aan heel de wereld moeten verkondigen. Christus! Christus, ons begin; Christus, onze leider en onze weg; Christus, onze hoop en ons einddoel.
Op deze drie vragen, die gemakkelijk te begrijpen zijn, maar toch hoogst belangrijk, bestaat slechts één antwoord, dat wij op dit plechtig ogenblik en in deze vergadering voor onszelf moeten herhalen en aan heel de wereld moeten verkondigen. Christus! Christus, ons begin; Christus, onze leider en onze weg; Christus, onze hoop en ons einddoel.
Referenties naar alinea 12: 0
Geen referenties naar deze alineaExtra opties voor deze alinea
Kopieer alinea-URL naar klembord Reageer op deze alinea Deel op social media
13
De band tussen Christus en ons
Moge dit Oecumenisch Concilie diep doordrongen zijn van de éne en veelzijdige, sterke en stimulerende, mystieke en duidelijke, nauwe en gelukkige band tussen Jezus Chiistus en ons, tussen deze levende en heilige Kerk, die wij vormen, en Christus, van wie wij voortkomen, door wie wij leven, naar wie wij gaan. Geen ander licht mag onze bijeenkomst verlichten dan Christus, het licht der wereld. Geen andere waarheid mogen wij zoeken dan de woorden van de Heer, onze enige Meester. Niets anders mogen wij nastreven dan een volledige gehoorzaamheid aan Zijn geboden. Op geen ander vertrouwen mogen wij steunen dan op het vertrouwen, dat onze ellendige zwakheid staande houdt, volgens Zijn woord: "Ziet, Ik ben met u alle dagen tot aan de voleinding der wereld" (Mt. 28, 20) [b:Mt. 28, 20].
Moge dit Oecumenisch Concilie diep doordrongen zijn van de éne en veelzijdige, sterke en stimulerende, mystieke en duidelijke, nauwe en gelukkige band tussen Jezus Chiistus en ons, tussen deze levende en heilige Kerk, die wij vormen, en Christus, van wie wij voortkomen, door wie wij leven, naar wie wij gaan. Geen ander licht mag onze bijeenkomst verlichten dan Christus, het licht der wereld. Geen andere waarheid mogen wij zoeken dan de woorden van de Heer, onze enige Meester. Niets anders mogen wij nastreven dan een volledige gehoorzaamheid aan Zijn geboden. Op geen ander vertrouwen mogen wij steunen dan op het vertrouwen, dat onze ellendige zwakheid staande houdt, volgens Zijn woord: "Ziet, Ik ben met u alle dagen tot aan de voleinding der wereld" (Mt. 28, 20) [b:Mt. 28, 20].
Referenties naar alinea 13: 0
Geen referenties naar deze alineaExtra opties voor deze alinea
Kopieer alinea-URL naar klembord Reageer op deze alinea Deel op social media
14
Het beeld van Christus Pantocrator
Mochten wij op dit plechtig ogenblik in staat zijn, ons tot onze Heer Jezus Christus te richten met woorden, Hem waardig. Wij zeggen hier met de heilige liturgie: "Alleen U, Christus, kennen wij, U, met een rein en simpel hart, U zoeken wij in gezucht en zang. Stort U dan uit in ons gemoed". Hymne uit de Lauden van de.. Hymne uit de Lauden van de woensdag Bij het uitspreken van deze woorden lijkt het ons, alsof zich aan onze verrukte en onthutste blik Jezus zelf vertoont in de schitterende majesteit van Pantocrator, zoals Hij staat afgebeeld in uw basilieken, eerbiedwaardige broeders van de Oosterse Kerken, en ook in kerken van het Westen. Wij zien onszelf als het ware in de plaats van onze voorganger Honorius III, zoals hij op het prachtige mozaïek in de absis van de basiliek van St. Paulus Buiten de Muren wordt voorgesteld in aanbiddende houding voor Christus. De Paus, klein van gestalte en nietig ter aarde liggend, kust de voeten van Christus, die machtig groot oprijst als een leraar vol koninklijke majesteit en de in de basiliek verzamelde menigte, dat is de Kerk, beheerst en zegent. Dit toneel doet, naar het ons toeschijnt, zich niet slechts voor in een beeld, dat met lijnen en kleuren op de muur is aangebracht, maar als een werkelijkheid, namelijk in deze vergadering, die Christus erkent als het beginsel en de bron, waaruit het werk van de verlossing van het mensdom en ook de Kerk voortkomen, die eveneens de Kerk erkent als de geheimnisvolle adem en voortzetting van diezelfde Christus; zodat onze geest als het ware getroffen wordt door het visioen van de Apocalyps, dat de apostel Johannes beschrijft: "En hij toonde mij de rivier met het water des levens, helder als kristal, die ontsprong aan de troon van God en van het Lam" (Openb. 22, 1) [b:Openb. 22, 1].
Mochten wij op dit plechtig ogenblik in staat zijn, ons tot onze Heer Jezus Christus te richten met woorden, Hem waardig. Wij zeggen hier met de heilige liturgie: "Alleen U, Christus, kennen wij, U, met een rein en simpel hart, U zoeken wij in gezucht en zang. Stort U dan uit in ons gemoed". Hymne uit de Lauden van de.. Hymne uit de Lauden van de woensdag Bij het uitspreken van deze woorden lijkt het ons, alsof zich aan onze verrukte en onthutste blik Jezus zelf vertoont in de schitterende majesteit van Pantocrator, zoals Hij staat afgebeeld in uw basilieken, eerbiedwaardige broeders van de Oosterse Kerken, en ook in kerken van het Westen. Wij zien onszelf als het ware in de plaats van onze voorganger Honorius III, zoals hij op het prachtige mozaïek in de absis van de basiliek van St. Paulus Buiten de Muren wordt voorgesteld in aanbiddende houding voor Christus. De Paus, klein van gestalte en nietig ter aarde liggend, kust de voeten van Christus, die machtig groot oprijst als een leraar vol koninklijke majesteit en de in de basiliek verzamelde menigte, dat is de Kerk, beheerst en zegent. Dit toneel doet, naar het ons toeschijnt, zich niet slechts voor in een beeld, dat met lijnen en kleuren op de muur is aangebracht, maar als een werkelijkheid, namelijk in deze vergadering, die Christus erkent als het beginsel en de bron, waaruit het werk van de verlossing van het mensdom en ook de Kerk voortkomen, die eveneens de Kerk erkent als de geheimnisvolle adem en voortzetting van diezelfde Christus; zodat onze geest als het ware getroffen wordt door het visioen van de Apocalyps, dat de apostel Johannes beschrijft: "En hij toonde mij de rivier met het water des levens, helder als kristal, die ontsprong aan de troon van God en van het Lam" (Openb. 22, 1) [b:Openb. 22, 1].
Referenties naar alinea 14: 0
Geen referenties naar deze alineaExtra opties voor deze alinea
Kopieer alinea-URL naar klembord Reageer op deze alinea Deel op social media
15
Het Concilie als Christus belijdend
Het is van groot belang, dat het Concilie dit beeld en deze mystieke viering als uitgangspunt neemt. Want deze viering verkondigt, dat onze Heer Jezus Christus het mensgeworden Woord is, de Zoon van God en de Zoon des Mensen, de Verlosser der wereld, dat is: de hoop van het mensdom, zijn enige en hoogste Leraar en Herder, het Brood des levens, onze Hogepriester en ons Offer, de enige Middelaar tussen God en de mensen, de Redder van de wereld, de toekomstige Koning der eeuwigheid. Ook verkondigt deze viering, dat wij een goddelijke roeping hebben ontvangen van Christus, dat wij Zijn leerlingen, apostelen, getuigen, dienaren en gezanten zijn; dat wij met de andere gelovigen Zijn levende ledematen zijn, die samen het onmetelijke en éne mystieke Lichaam uitmaken, dat Hij, door middel van het geloof en de sacramenten, Zich vormt door de opeenvolgende geslachten heen, namelijk Zijn Kerk, die een geestelijke en zichtbare, een broederlijke en hiërarchische gemeenschap is, nú nog in de tijd, eens in eeuwigheid voortdurend.
Het is van groot belang, dat het Concilie dit beeld en deze mystieke viering als uitgangspunt neemt. Want deze viering verkondigt, dat onze Heer Jezus Christus het mensgeworden Woord is, de Zoon van God en de Zoon des Mensen, de Verlosser der wereld, dat is: de hoop van het mensdom, zijn enige en hoogste Leraar en Herder, het Brood des levens, onze Hogepriester en ons Offer, de enige Middelaar tussen God en de mensen, de Redder van de wereld, de toekomstige Koning der eeuwigheid. Ook verkondigt deze viering, dat wij een goddelijke roeping hebben ontvangen van Christus, dat wij Zijn leerlingen, apostelen, getuigen, dienaren en gezanten zijn; dat wij met de andere gelovigen Zijn levende ledematen zijn, die samen het onmetelijke en éne mystieke Lichaam uitmaken, dat Hij, door middel van het geloof en de sacramenten, Zich vormt door de opeenvolgende geslachten heen, namelijk Zijn Kerk, die een geestelijke en zichtbare, een broederlijke en hiërarchische gemeenschap is, nú nog in de tijd, eens in eeuwigheid voortdurend.
Referenties naar alinea 15: 0
Geen referenties naar deze alineaExtra opties voor deze alinea
Kopieer alinea-URL naar klembord Reageer op deze alinea Deel op social media- DEEL 3 De doelstellingen van het Concilie
16
Als wij, eerbiedwaardige broeders, dit punt, dat van het hoogste belang is, aandachtig overwegen, namelijk dat Christus onze Stichter is en ons Hoofd, onzichtbaar, maar werkelijk, en dat wij alles van Hem ontvangen, zodat wij met Hem de hele Christus vormen, waarover wij bij St. Augustinus lezen, en waarvan heel de leer over de Kerk doordrongen is, dan zullen wij ongetwijfeld de voornaamste doelstellingen van dit Concilie beter begrijpen. Wij willen deze doelstellingen, omwille van de kortheid en duidelijkheid, tot vier punten herleiden:
- de kennis, of als men wil, het zichzelf kennen van de Kerk;
- haar vernieuwing;
- het herstel van de eenheid onder alle Christenen;
- het gesprek van de Kerk met de moderne wereld.
Referenties naar alinea 16: 1
Communionis notio ->=geentekst=Extra opties voor deze alinea
Kopieer alinea-URL naar klembord Reageer op deze alinea Deel op social media- HOOFDSTUK 1 Het zichzelf-kennen van de Kerk
17
De noodzakelijkheid van een juist Kerkbegrip
Op de eerste plaats bestaat er geen twijfel aan, dat het een verlangen, een behoefte, een plicht is van de Kerk om eindelijk een duidelijke definitie te geven van zichzelf. Wij allen kennen de prachtige beelden, waarmee de Heilige Schrift het wezen van de Kerk beschrijft. De Kerk wordt op verschillende plaatsen het gebouw van Christus genoemd, het huis van God, de tempel en woontent van God, Zijn volk, Zijn kudde, Zijn wijngaard, Zijn akker, Zijn stad, en tenslotte de Bruid van Christus en Zijn mystiek Lichaam.
Door de rijkdom van deze prachtige beelden en door het overwegen ervan heeft de Kerk zichzelf leren kennen als een gemeenschap, hier op aarde gesticht, zichtbaar, met een heilige hiërarchie uitgerust, en bezield met een mysterieuze innerlijke kracht. De beroemde encycliek Mystici Corporis Christi [433] van onze voorganger Pius XII heeft enerzijds de wens van de Kerk om een vollediger leer omtrent zichzelf te geven, vervuld; anderzijds echter haar verlangen verscherpt om van zichzelf een juiste en volledige definitie te bieden. Het Eerste Vaticaans Concilie [d:217] had zich dit onderwerp ten doel gesteld; en geleerde mannen, zowel binnen als buiten de katholieke Kerk, hebben het bestudeerd naar aanleiding van allerlei uiterlijke omstandigheden, zoals de ontwikkeling van het sociaal besef, waardoor de moderne beschaving zich kenmerkt; een intenser intermenselijk verkeer; de noodzaak om de verschillende christelijke belijdenissen te beoordelen overeenkomstig de ware en eensluidende notie, zoals die in de openbaring vervat ligt, en dergelijke.
Op de eerste plaats bestaat er geen twijfel aan, dat het een verlangen, een behoefte, een plicht is van de Kerk om eindelijk een duidelijke definitie te geven van zichzelf. Wij allen kennen de prachtige beelden, waarmee de Heilige Schrift het wezen van de Kerk beschrijft. De Kerk wordt op verschillende plaatsen het gebouw van Christus genoemd, het huis van God, de tempel en woontent van God, Zijn volk, Zijn kudde, Zijn wijngaard, Zijn akker, Zijn stad, en tenslotte de Bruid van Christus en Zijn mystiek Lichaam.
Door de rijkdom van deze prachtige beelden en door het overwegen ervan heeft de Kerk zichzelf leren kennen als een gemeenschap, hier op aarde gesticht, zichtbaar, met een heilige hiërarchie uitgerust, en bezield met een mysterieuze innerlijke kracht. De beroemde encycliek Mystici Corporis Christi [433] van onze voorganger Pius XII heeft enerzijds de wens van de Kerk om een vollediger leer omtrent zichzelf te geven, vervuld; anderzijds echter haar verlangen verscherpt om van zichzelf een juiste en volledige definitie te bieden. Het Eerste Vaticaans Concilie [d:217] had zich dit onderwerp ten doel gesteld; en geleerde mannen, zowel binnen als buiten de katholieke Kerk, hebben het bestudeerd naar aanleiding van allerlei uiterlijke omstandigheden, zoals de ontwikkeling van het sociaal besef, waardoor de moderne beschaving zich kenmerkt; een intenser intermenselijk verkeer; de noodzaak om de verschillende christelijke belijdenissen te beoordelen overeenkomstig de ware en eensluidende notie, zoals die in de openbaring vervat ligt, en dergelijke.
Referenties naar alinea 17: 1
Ad Catholicam Profundius ->=geentekst=Extra opties voor deze alinea
Kopieer alinea-URL naar klembord Reageer op deze alinea Deel op social media
18
Bij de opening van het Pastoraal Congres van het bisdom Rome over het thema: “Het toebehoren tot de Kerk en de pastorale medeverantwoordelijkheid” (fragmenten) ->=geentekst=
Het is niet te verwonderen, dat na twintig eeuwen Christendom en na een zo grote territoriale uitbreiding van de katholieke Kerk en van andere godsdienstige gemeenschappen, die hun naam aan Christus ontlenen en Kerken genoemd worden, het is niet te verwonderen, zo zeggen wij, dat de ware, diepste en volledigste notie van de Kerk, zoals Christus die gesticht heeft en de apostelen die hebben uitgebouwd, nog om een meer nauwkeurige definitie vraagt. Want de Kerk is een mysterie, dat is een heilige realiteit, heel en al doordrongen van Gods tegenwoordigheid, en daarom iets, dat men altijd opnieuw en dieper kan bestuderen.
Referenties naar alinea 18: 2
Nota over de verklaring Mysterium Ecclesiae ->=geentekst=Bij de opening van het Pastoraal Congres van het bisdom Rome over het thema: “Het toebehoren tot de Kerk en de pastorale medeverantwoordelijkheid” (fragmenten) ->=geentekst=
Extra opties voor deze alinea
Kopieer alinea-URL naar klembord Reageer op deze alinea Deel op social media
19
De weg naar een juist Kerkbegrip
Het is de menselijke geest eigen, door denken en vorsen verder te gaan. Vanuit de experimenteel gekende waarheden stijgt hij door redenering op tot hogere en edeler kennis. Uit bepaalde waarheden leidt hij logisch andere af, en wanneer hij stilstaat bij een meer gecompliceerde en slechts met een eerste zekerheid gekende waarheid, beschouwt hij een of ander aspect daarvan; en zo ontplooit zich die activiteit van de denkende geest, waarvan de geschiedenis melding maakt.
Het is de menselijke geest eigen, door denken en vorsen verder te gaan. Vanuit de experimenteel gekende waarheden stijgt hij door redenering op tot hogere en edeler kennis. Uit bepaalde waarheden leidt hij logisch andere af, en wanneer hij stilstaat bij een meer gecompliceerde en slechts met een eerste zekerheid gekende waarheid, beschouwt hij een of ander aspect daarvan; en zo ontplooit zich die activiteit van de denkende geest, waarvan de geschiedenis melding maakt.
Referenties naar alinea 19: 0
Geen referenties naar deze alineaExtra opties voor deze alinea
Kopieer alinea-URL naar klembord Reageer op deze alinea Deel op social media
20
Ons schijnt thans werkelijk de tijd gekomen, waarop de waarheid omtrent de Kerk van Christus meer bestudeerd, geordend en uitgedrukt moet worden, misschien niet in de plechtige uitspraken, die men dogmatische definities noemt, maar eerder in verklaringen, waarin de Kerk door een duidelijker en gezagvoller uitspraak aan zichzelf zegt, wat zij van zichzelf denkt.
Referenties naar alinea 20: 0
Geen referenties naar deze alineaExtra opties voor deze alinea
Kopieer alinea-URL naar klembord Reageer op deze alinea Deel op social media
21
De Kerk wordt zich van zichzelf beter bewust, doordat zij trouw blijft aan de woorden en uitspraken van Christus, doordat zij eerbiedig de gezaghebbende leer van de traditie voor ogen houdt en deze aanvaardt; en doordat zij gehoor geeft aan het innerlijk licht van de Heilige Geest, die thans van de Kerk schijnt te verlangen, dat zij met alle krachten ernaar streeft, zich volledig door de mensen te doen kennen, gelijk zij in werkelijkheid is.
Referenties naar alinea 21: 0
Geen referenties naar deze alineaExtra opties voor deze alinea
Kopieer alinea-URL naar klembord Reageer op deze alinea Deel op social media
22
Het beeld van de Kerk in Christus
Wij geloven, dat de Geest van de waarheid in dit Oecumenisch Concilie aan alle rangen van de lerende Kerk een stralender licht zal schenken en een duidelijker leer zal ingeven omtrent het wezen van de Kerk; en dat zij daardoor als Bruid van Christus in Hem haar beeld zal zoeken, en met vurige liefde zal trachten, in Hem haar eigen gestalte te ontdekken, de schoonheid, die Hij in haar wil zien uitschitteren.
Wij geloven, dat de Geest van de waarheid in dit Oecumenisch Concilie aan alle rangen van de lerende Kerk een stralender licht zal schenken en een duidelijker leer zal ingeven omtrent het wezen van de Kerk; en dat zij daardoor als Bruid van Christus in Hem haar beeld zal zoeken, en met vurige liefde zal trachten, in Hem haar eigen gestalte te ontdekken, de schoonheid, die Hij in haar wil zien uitschitteren.
Referenties naar alinea 22: 0
Geen referenties naar deze alineaExtra opties voor deze alinea
Kopieer alinea-URL naar klembord Reageer op deze alinea Deel op social media
23
Vruchten van een betere Kerkdefinitie
Derhalve zal het hoofdthema van deze tweede zitting van het Oecumenisch Concilie op de Kerk zelf betrekking hebben. Haar diepste wezen moet daarom grondig bestudeerd worden, om, voor zover de menselijke taal hiertoe in staat is, een definitie van de Kerk te geven, waardoor haar ware en fundamentele structuur beter wordt gekend en haar veelvuldige en heilbrengende zending helderder aan het licht treedt.
Derhalve zal het hoofdthema van deze tweede zitting van het Oecumenisch Concilie op de Kerk zelf betrekking hebben. Haar diepste wezen moet daarom grondig bestudeerd worden, om, voor zover de menselijke taal hiertoe in staat is, een definitie van de Kerk te geven, waardoor haar ware en fundamentele structuur beter wordt gekend en haar veelvuldige en heilbrengende zending helderder aan het licht treedt.
Referenties naar alinea 23: 0
Geen referenties naar deze alineaExtra opties voor deze alinea
Kopieer alinea-URL naar klembord Reageer op deze alinea Deel op social media
24
Hierdoor kan de theologie tot een prachtige ontwikkeling komen, die ook een aandachtige beschouwing verdient van de kant van onze afgescheiden broeders, en, naar wij vurig hopen, hun steeds gemakkelijker de weg zal wijzen naar een algehele eenheid van opvattingen.
Referenties naar alinea 24: 0
Geen referenties naar deze alineaExtra opties voor deze alinea
Kopieer alinea-URL naar klembord Reageer op deze alinea Deel op social media
25
Het episcopaat, een der primaire onderwerpen van het Concilie
Onder de vele en veelsoortige kwesties, waarover dit Concilie zal handelen, staat als eerste de kwestie, die betrekking heeft op u, als bisschoppen van de Kerk Gods. Wij zeggen het zonder aarzeling, dat wij de discussie hierover met grote verwachting en oprecht vertrouwen tegemoet zien. Want met eerbiediging van de dogmatische verklaringen van het Eerste Vaticaans Oecumenisch Concilie omtrent de Paus, moet thans de leer over het episcopaat, over zijn functies en zijn betrekkingen tot Petrus dieper bestudeerd worden. Deze studie zal ons de criteria aan de hand doen, die ons bij de vervulling van ons apostolisch ambt op doctrinair en praktisch gebied van nut kunnen zijn. Want dit universele ambt, ofschoon door Christus uitgerust met de volheid en de toereikendheid van de macht, gelijk gij weet, kan toch grotere hulp en steun ontvangen, als onze beminde en eerbiedwaardige broeders in het episcopaat ons, volgens op te stellen normen en methoden, een krachtiger en meer verantwoordelijke medewerking zullen bieden.
Onder de vele en veelsoortige kwesties, waarover dit Concilie zal handelen, staat als eerste de kwestie, die betrekking heeft op u, als bisschoppen van de Kerk Gods. Wij zeggen het zonder aarzeling, dat wij de discussie hierover met grote verwachting en oprecht vertrouwen tegemoet zien. Want met eerbiediging van de dogmatische verklaringen van het Eerste Vaticaans Oecumenisch Concilie omtrent de Paus, moet thans de leer over het episcopaat, over zijn functies en zijn betrekkingen tot Petrus dieper bestudeerd worden. Deze studie zal ons de criteria aan de hand doen, die ons bij de vervulling van ons apostolisch ambt op doctrinair en praktisch gebied van nut kunnen zijn. Want dit universele ambt, ofschoon door Christus uitgerust met de volheid en de toereikendheid van de macht, gelijk gij weet, kan toch grotere hulp en steun ontvangen, als onze beminde en eerbiedwaardige broeders in het episcopaat ons, volgens op te stellen normen en methoden, een krachtiger en meer verantwoordelijke medewerking zullen bieden.
Referenties naar alinea 25: 0
Geen referenties naar deze alineaExtra opties voor deze alinea
Kopieer alinea-URL naar klembord Reageer op deze alinea Deel op social media
26
De structuur van de Kerk
Is deze leer duidelijk uiteengezet, dan zal een ander hoofdstuk moeten volgen over de structuur van het zichtbare en mystieke Lichaam van Christus, de strijdende Kerk op haar aardse pelgrimstocht, dat is: over de priesters, de religieuzen, de gelovigen en ook over de van ons gescheiden broeders, die eveneens geroepen worden om volledig tot haar te behoren.
Is deze leer duidelijk uiteengezet, dan zal een ander hoofdstuk moeten volgen over de structuur van het zichtbare en mystieke Lichaam van Christus, de strijdende Kerk op haar aardse pelgrimstocht, dat is: over de priesters, de religieuzen, de gelovigen en ook over de van ons gescheiden broeders, die eveneens geroepen worden om volledig tot haar te behoren.
Referenties naar alinea 26: 0
Geen referenties naar deze alineaExtra opties voor deze alinea
Kopieer alinea-URL naar klembord Reageer op deze alinea Deel op social media
27
Iedereen zal het grote belang beseffen van deze theologische taak van het Concilie, waaruit de Kerk een kennis van zichzelf kan putten, namelijk van haar kracht, die licht, vreugde en heiligheid voortbrengt. Moge God onze verwachtingen vervullen!
Referenties naar alinea 27: 0
Geen referenties naar deze alineaExtra opties voor deze alinea
Kopieer alinea-URL naar klembord Reageer op deze alinea Deel op social media- HOOFDSTUK 2 De vernieuwing van de Kerk
28
Deze verwachtingen strekken zich ook uit tot een ander primair doel van het bijeengeroepen Concilie, de vernieuwing van de heilige Kerk.
Referenties naar alinea 28: 0
Geen referenties naar deze alineaExtra opties voor deze alinea
Kopieer alinea-URL naar klembord Reageer op deze alinea Deel op social media
29
Christus, het toonbeeld van de Kerk
Volgens onze mening moet deze vernieuwing eveneens als uitgangspunt hebben het besef van de band, die de Kerk met Christus verbindt. De Kerk wil, gelijk wij zeiden, in Christus haar eigen beeld zoeken. Als zij, na deze bezinning, een schaduw of een vlek bespeurt op haar gelaat, op haar bruidskleed, wat moet zij dan vanzelf en onherroepelijk doen? Vanzelfsprekend niets anders dan zich vernieuwen, zich verbeteren, zich gelijkvormig maken aan haar goddelijk toonbeeld, dat zij krachtens haar allereerste plicht heeft te volgen.
Volgens onze mening moet deze vernieuwing eveneens als uitgangspunt hebben het besef van de band, die de Kerk met Christus verbindt. De Kerk wil, gelijk wij zeiden, in Christus haar eigen beeld zoeken. Als zij, na deze bezinning, een schaduw of een vlek bespeurt op haar gelaat, op haar bruidskleed, wat moet zij dan vanzelf en onherroepelijk doen? Vanzelfsprekend niets anders dan zich vernieuwen, zich verbeteren, zich gelijkvormig maken aan haar goddelijk toonbeeld, dat zij krachtens haar allereerste plicht heeft te volgen.
Referenties naar alinea 29: 0
Geen referenties naar deze alineaExtra opties voor deze alinea
Kopieer alinea-URL naar klembord Reageer op deze alinea Deel op social media
30
Wij herinneren aan de woorden van Jezus Christus, die Hij sprak in het hogepriesterlijk gebed op de vooravond van Zijn lijden en sterven: "Ik heilig Mijzelf, opdat ook zij in de waarheid geheiligd mogen zijn" (Joh. 17, 19) [b:Joh. 17, 19].
Referenties naar alinea 30: 0
Geen referenties naar deze alineaExtra opties voor deze alinea
Kopieer alinea-URL naar klembord Reageer op deze alinea Deel op social media
31
Het Tweede Vaticaans Oecumenisch Concilie [d:4] moet, naar onze mening, deze duidelijke levenswijze, die Christus gewild heeft, erkennen en aanvaarden. Alleen dan, als dit grootse werk van haar innerlijke heiliging voltooid is, kan de Kerk haar gelaat aan heel de wereld tonen met de woorden: "Wie Mij ziet, ziet ook de Vader" (Joh. 14, 9) [b:Joh. 14, 9].
Referenties naar alinea 31: 0
Geen referenties naar deze alineaExtra opties voor deze alinea
Kopieer alinea-URL naar klembord Reageer op deze alinea Deel op social media
32
De nieuwe lente van het Concilie
In dit opzicht moet het Concilie zijn als een nieuwe lente om de onmetelijke geestelijke en morele energieën, die in de Kerk als het ware verborgen liggen, te wekken. Want, gelijk duidelijk is, stelt het Concilie zich ten doel om zowel de innerlijke krachten van de Kerk, als de normen, waardoor haar canonieke instellingen en rituele vormen geregeld worden, in hun oorspronkelijke kracht te herstellen. Deze universele synode streeft er dus naar, in de Kerk die wonderlijke volmaaktheid en heiligheid te doen toenemen, die slechts de navolging van Christus en de mystieke vereniging met Hem door de Heilige Geest haar kunnen schenken.
In dit opzicht moet het Concilie zijn als een nieuwe lente om de onmetelijke geestelijke en morele energieën, die in de Kerk als het ware verborgen liggen, te wekken. Want, gelijk duidelijk is, stelt het Concilie zich ten doel om zowel de innerlijke krachten van de Kerk, als de normen, waardoor haar canonieke instellingen en rituele vormen geregeld worden, in hun oorspronkelijke kracht te herstellen. Deze universele synode streeft er dus naar, in de Kerk die wonderlijke volmaaktheid en heiligheid te doen toenemen, die slechts de navolging van Christus en de mystieke vereniging met Hem door de Heilige Geest haar kunnen schenken.
Referenties naar alinea 32: 0
Geen referenties naar deze alineaExtra opties voor deze alinea
Kopieer alinea-URL naar klembord Reageer op deze alinea Deel op social media
33
Geen vernietiging van het tegenwoordige leven van de Kerk en haar tradities
Zeker, het Concilie beoogt een krachtige vernieuwing van de Kerk. Maar het feit, dat wij dit zeggen en verlangen, mag niet opgevat warden als een toegeven onzerzijds, dat de katholieke Kerk in onze tijd beschuldigd kan worden van een wezenlijke ontrouw aan de bedoeling van haar Stichter. Integendeel, het duidelijk constateren van haar trouw aan Christus in de wezenlijke punten vervult haar met dankbare en nederige boodschap en schenkt haar ijver en energie om de fouten te verbeteren, die eigen zijn aan de menselijke zwakheid. De vernieuwing, die het Concilie nastreeft moet dus niet beschouwd worden als een vernietigen van het tegenwoordige leven van de Kerk of als een breuk met haar traditie in essentiële en eerbiedwaardige elementen, maar veeleer als een hulde aan deze traditie, doordat zij haar zuivert van verouderde en gebrekkige vormen, om haar authentiek en vruchtbaar te maken.
Zeker, het Concilie beoogt een krachtige vernieuwing van de Kerk. Maar het feit, dat wij dit zeggen en verlangen, mag niet opgevat warden als een toegeven onzerzijds, dat de katholieke Kerk in onze tijd beschuldigd kan worden van een wezenlijke ontrouw aan de bedoeling van haar Stichter. Integendeel, het duidelijk constateren van haar trouw aan Christus in de wezenlijke punten vervult haar met dankbare en nederige boodschap en schenkt haar ijver en energie om de fouten te verbeteren, die eigen zijn aan de menselijke zwakheid. De vernieuwing, die het Concilie nastreeft moet dus niet beschouwd worden als een vernietigen van het tegenwoordige leven van de Kerk of als een breuk met haar traditie in essentiële en eerbiedwaardige elementen, maar veeleer als een hulde aan deze traditie, doordat zij haar zuivert van verouderde en gebrekkige vormen, om haar authentiek en vruchtbaar te maken.
Referenties naar alinea 33: 0
Geen referenties naar deze alineaExtra opties voor deze alinea
Kopieer alinea-URL naar klembord Reageer op deze alinea Deel op social media
34
De vitaliteit van de Kerk door geloof en liefde
Heeft Jezus zelf niet tot Zijn leerlingen gezegd: "Ik ben de ware wijnstok en Mijn Vader is de wijnbouwer. Elke rank aan Mij, die geen vrucht draagt, snijdt Hij af; en elke rank, die wel vrucht draagt, zuivert Hij, opdat zij meer vrucht mag dragen"? (Joh. 15, 1-2) [b:Joh. 15, 1-2]. Deze woorden uit het Evangelie tonen ons voldoende de voornaamste aspecten van de volmaaktheid, die de Kerk op het ogenblik verlangt en nastreeft. Het eerste punt van deze volmaaktheid betreft haar innerlijke en uiterlijke vitaliteit; aan de levende Christus moet immers een levende Kerk beantwoorden. Als nu het geloof en de liefde de beginselen zijn van haar leven, dan is het duidelijk, dat men niets mag verzuimen om aan het geloof blijde zekerheid en nieuw voedsel te geven en om het christelijk onderricht en de christelijke opvoeding in dit opzicht doeltreffender te maken. Men moet, zo bedoelen wij, zorgen voor een diepgaander studie van de goddelijke waarheid en voor een intensere verering ervan, want dit zijn de grondslagen van die vernieuwing.
Verder zal de toeleg op de liefde een ereplaats innemen. Ons ideaal moet zijn de Kerk van de liefde, wil de Kerk tenminste in staat zijn, zichzelf diepgaand te vernieuwen en - wat een uiterst zware en moeilijke taak is - heel de wereld te vernieuwen. Bovendien is de liefde, zoals iedereen weet, de koningin en wortel van de andere christelijke deugden: nederigheid, armoede, godsdienstigheid, offervaardigheid, sterkte in het belijden van de waarheid, zin voor rechtvaardigheid en alle andere actieve krachten van de nieuwe mens.
Heeft Jezus zelf niet tot Zijn leerlingen gezegd: "Ik ben de ware wijnstok en Mijn Vader is de wijnbouwer. Elke rank aan Mij, die geen vrucht draagt, snijdt Hij af; en elke rank, die wel vrucht draagt, zuivert Hij, opdat zij meer vrucht mag dragen"? (Joh. 15, 1-2) [b:Joh. 15, 1-2]. Deze woorden uit het Evangelie tonen ons voldoende de voornaamste aspecten van de volmaaktheid, die de Kerk op het ogenblik verlangt en nastreeft. Het eerste punt van deze volmaaktheid betreft haar innerlijke en uiterlijke vitaliteit; aan de levende Christus moet immers een levende Kerk beantwoorden. Als nu het geloof en de liefde de beginselen zijn van haar leven, dan is het duidelijk, dat men niets mag verzuimen om aan het geloof blijde zekerheid en nieuw voedsel te geven en om het christelijk onderricht en de christelijke opvoeding in dit opzicht doeltreffender te maken. Men moet, zo bedoelen wij, zorgen voor een diepgaander studie van de goddelijke waarheid en voor een intensere verering ervan, want dit zijn de grondslagen van die vernieuwing.
Verder zal de toeleg op de liefde een ereplaats innemen. Ons ideaal moet zijn de Kerk van de liefde, wil de Kerk tenminste in staat zijn, zichzelf diepgaand te vernieuwen en - wat een uiterst zware en moeilijke taak is - heel de wereld te vernieuwen. Bovendien is de liefde, zoals iedereen weet, de koningin en wortel van de andere christelijke deugden: nederigheid, armoede, godsdienstigheid, offervaardigheid, sterkte in het belijden van de waarheid, zin voor rechtvaardigheid en alle andere actieve krachten van de nieuwe mens.
Referenties naar alinea 34: 0
Geen referenties naar deze alineaExtra opties voor deze alinea
Kopieer alinea-URL naar klembord Reageer op deze alinea Deel op social media
35
De liturgie en andere onderwerpen
De taak van het Concilie beslaat hier een onmetelijk terrein. Een zeer voornaam deel hiervan, rijk aan liefde, is de heilige liturgie. Deze is in de eerste zitting uitvoerig besproken, en wij hopen op een zeer bevredigende afsluiting van dit onderwerp. De Vaders zullen zich zeker met een zelfde ijver en aandacht wijden aan de behandeling van andere sectoren, al vrezen wij, dat, vanwege de beperkte tijd, niet alle vraagstukken zo grondig bestudeerd kunnen worden als nodig is, en men daarom de behandeling van enkele kwesties zal moeten uitstellen tot een latere zitting.
De taak van het Concilie beslaat hier een onmetelijk terrein. Een zeer voornaam deel hiervan, rijk aan liefde, is de heilige liturgie. Deze is in de eerste zitting uitvoerig besproken, en wij hopen op een zeer bevredigende afsluiting van dit onderwerp. De Vaders zullen zich zeker met een zelfde ijver en aandacht wijden aan de behandeling van andere sectoren, al vrezen wij, dat, vanwege de beperkte tijd, niet alle vraagstukken zo grondig bestudeerd kunnen worden als nodig is, en men daarom de behandeling van enkele kwesties zal moeten uitstellen tot een latere zitting.
Referenties naar alinea 35: 0
Geen referenties naar deze alineaExtra opties voor deze alinea
Kopieer alinea-URL naar klembord Reageer op deze alinea Deel op social media- HOOFDSTUK 3 De eenheid onder de Christenen
36
Het verlangen naar de eenheid, en de voorwaarden
Onze voorganger Paus Johannes XXIII heeft het Oecumenisch Concilie nog een derde doel aangewezen, dat in de orde van het geestelijke als hoogst belangrijk moet beschouwd worden; het doel, dat betrekking heeft op de "andere Christenen", op hen namelijk, die wel in Christus geloven, maar die wij tot onze grote droefheid niet mogen rekenen tot hen, die door de band van de volmaakte eenheid van Christus met ons verbonden zijn. Deze eenheid, waaraan zij per se door het doopsel deelachtig moesten worden, kan hun alleen door de éne katholieke Kerk geschonken worden, en wordt door hen, krachtens haar innerlijke aard, reeds vurig verlangd.
Onze voorganger Paus Johannes XXIII heeft het Oecumenisch Concilie nog een derde doel aangewezen, dat in de orde van het geestelijke als hoogst belangrijk moet beschouwd worden; het doel, dat betrekking heeft op de "andere Christenen", op hen namelijk, die wel in Christus geloven, maar die wij tot onze grote droefheid niet mogen rekenen tot hen, die door de band van de volmaakte eenheid van Christus met ons verbonden zijn. Deze eenheid, waaraan zij per se door het doopsel deelachtig moesten worden, kan hun alleen door de éne katholieke Kerk geschonken worden, en wordt door hen, krachtens haar innerlijke aard, reeds vurig verlangd.
Referenties naar alinea 36: 0
Geen referenties naar deze alineaExtra opties voor deze alinea
Kopieer alinea-URL naar klembord Reageer op deze alinea Deel op social media
37
Want de jongste bewegingen, die binnen de van ons gescheiden christelijke gemeenschappen bestaan en die zich steeds meer ontwikkelen, maken twee dingen overduidelijk: dat de Kerk van Christus één is en één moet zijn; en dat deze mysterieuze en zichtbare eenheid slechts gerealiseerd kan worden door de eenheid van geloof, door de deelname aan dezelfde sacramenten, en door de organische harmonie van één kerkelijke leiding, al kan men daarbij aanvaarden een verscheidenheid van taal, van riten, van historische overleveringen, van plaatselijke voorrechten, geestelijke stromingen en wettelijke instellingen en van levensvormen, waaraan men de voorkeur geeft.
Referenties naar alinea 37: 0
Geen referenties naar deze alineaExtra opties voor deze alinea
Kopieer alinea-URL naar klembord Reageer op deze alinea Deel op social media
38
Het karakteristieke van het Concilie in dit opzicht
Wat moet de houding en de gedragslijn zijn van het Concilie ten opzichte van deze enorme menigte van gescheiden broeders en ten opzichte van een mogelijke verscheidenheid in de eenheid? Het is volkomen duidelijk. Ook in dit opzicht is de bijeenroeping van het Concilie karakteristiek. Het streeft naar een Oecumeniciteit, die volledig en universeel wil zijn, althans in verlangens, in gebeden tot God en in voorbereiding. Vandaag straalt de hoop, morgen wellicht de werkelijkheid. Want, terwijl het Concilie de schapen, die rechtens en volledig Christus' schaapstal uitmaken, roept, telt en binnen houdt in deze schaapstal, zet het de deuren open voor de vele schapen van Christus, die nog niet tot de éne schaapstal behoren, roept hen met luide stem en wacht met spanning op hen. Het karakteristieke van dit Concilie is daarom, dat het uitnodigt, afwacht en vertrouwt, dat in de toekomst velen broederlijk mogen deelhebben aan zijn ware Oecumeniciteit.
Wat moet de houding en de gedragslijn zijn van het Concilie ten opzichte van deze enorme menigte van gescheiden broeders en ten opzichte van een mogelijke verscheidenheid in de eenheid? Het is volkomen duidelijk. Ook in dit opzicht is de bijeenroeping van het Concilie karakteristiek. Het streeft naar een Oecumeniciteit, die volledig en universeel wil zijn, althans in verlangens, in gebeden tot God en in voorbereiding. Vandaag straalt de hoop, morgen wellicht de werkelijkheid. Want, terwijl het Concilie de schapen, die rechtens en volledig Christus' schaapstal uitmaken, roept, telt en binnen houdt in deze schaapstal, zet het de deuren open voor de vele schapen van Christus, die nog niet tot de éne schaapstal behoren, roept hen met luide stem en wacht met spanning op hen. Het karakteristieke van dit Concilie is daarom, dat het uitnodigt, afwacht en vertrouwt, dat in de toekomst velen broederlijk mogen deelhebben aan zijn ware Oecumeniciteit.
Referenties naar alinea 38: 0
Geen referenties naar deze alineaExtra opties voor deze alinea
Kopieer alinea-URL naar klembord Reageer op deze alinea Deel op social media
39
Groet en boodschap aan de andere Christelijke gemeenschappen
Met alle eerbied richten wij ons thans tot de vertegenwoordigers van de christelijke gemeenschappen, die van de katholieke Kerk gescheiden zijn, de vertegenwoordigers, die door deze gemeenschappen afgevaardigd zijn om als waarnemers deze plechtige vergaderingen bij te wonen.
Met alle eerbied richten wij ons thans tot de vertegenwoordigers van de christelijke gemeenschappen, die van de katholieke Kerk gescheiden zijn, de vertegenwoordigers, die door deze gemeenschappen afgevaardigd zijn om als waarnemers deze plechtige vergaderingen bij te wonen.
Referenties naar alinea 39: 0
Geen referenties naar deze alineaExtra opties voor deze alinea
Kopieer alinea-URL naar klembord Reageer op deze alinea Deel op social media
40
Het doet ons goed, hen van harte te kunnen begroeten.
Referenties naar alinea 40: 0
Geen referenties naar deze alineaExtra opties voor deze alinea
Kopieer alinea-URL naar klembord Reageer op deze alinea Deel op social media
41
Wij danken hen voor hun aanwezigheid.
Referenties naar alinea 41: 0
Geen referenties naar deze alineaExtra opties voor deze alinea
Kopieer alinea-URL naar klembord Reageer op deze alinea Deel op social media
42
Door hen zenden wij de boodschap van onze vaderlijke en broederlijke liefde aan de eerbiedwaardige christelijke gemeenschappen, die zij hier vertegenwoordigen.
Referenties naar alinea 42: 0
Geen referenties naar deze alineaExtra opties voor deze alinea
Kopieer alinea-URL naar klembord Reageer op deze alinea Deel op social media
43
Onze stem beeft, ons hart klopt bewogen, omdat hun huidige aanwezigheid ons een onnoemelijke troost en een zoete hoop schenkt, evenals hun langdurige scheiding ons hart met diepe droefheid vervult.
Referenties naar alinea 43: 0
Geen referenties naar deze alineaExtra opties voor deze alinea
Kopieer alinea-URL naar klembord Reageer op deze alinea Deel op social media
44
Een bede om vergiffenis
Indien wij enige schuld hebben aan deze scheiding, dan vragen wij God nederig om vergiffenis, en ook onze broeders zelf vragen wij om vergiffenis, indien zij zich door ons beledigd voelen. Wij van onze kant zijn van harte bereid, het onrecht te vergeven, dat de katholieke Kerk is aangedaan, en het leed te vergeten, dat zij verduurd heeft, ten gevolge van de langdurige onenigheid en scheiding.
Indien wij enige schuld hebben aan deze scheiding, dan vragen wij God nederig om vergiffenis, en ook onze broeders zelf vragen wij om vergiffenis, indien zij zich door ons beledigd voelen. Wij van onze kant zijn van harte bereid, het onrecht te vergeven, dat de katholieke Kerk is aangedaan, en het leed te vergeten, dat zij verduurd heeft, ten gevolge van de langdurige onenigheid en scheiding.
Referenties naar alinea 44: 0
Geen referenties naar deze alineaExtra opties voor deze alinea
Kopieer alinea-URL naar klembord Reageer op deze alinea Deel op social media
45
De hemelse Vader moge deze onze verklaring goedgunstig aanvaarden en ons allen de ware broederlijke vrede teruggeven.
Referenties naar alinea 45: 0
Geen referenties naar deze alineaExtra opties voor deze alinea
Kopieer alinea-URL naar klembord Reageer op deze alinea Deel op social media
46
De moeilijke weg naar de eenheid
Wij zijn er ons van bewust, dat er nog kwesties zijn, uiteraard gewichtige en ingewikkelde kwesties, die om een onderzoek, een behandeling en oplossing vragen. Wij zouden willen, dat dit zo spoedig mogelijk gebeurt om de liefde van Christus, die ons dringt; wij zijn er echter van overtuigd, dat er veel voorwaarden vervuld moeten worden om deze kwesties bij te leggen en op te lossen; maar de situatie is thans nog niet zó ver, dat de zaak rijp is voor een oplossing. Wij schrikken er evenwel niet voor terug om geduldig dat grote ogenblik af te wachten, waarop eindelijk de volmaakte verzoening zal plaats hebben.
Wij zijn er ons van bewust, dat er nog kwesties zijn, uiteraard gewichtige en ingewikkelde kwesties, die om een onderzoek, een behandeling en oplossing vragen. Wij zouden willen, dat dit zo spoedig mogelijk gebeurt om de liefde van Christus, die ons dringt; wij zijn er echter van overtuigd, dat er veel voorwaarden vervuld moeten worden om deze kwesties bij te leggen en op te lossen; maar de situatie is thans nog niet zó ver, dat de zaak rijp is voor een oplossing. Wij schrikken er evenwel niet voor terug om geduldig dat grote ogenblik af te wachten, waarop eindelijk de volmaakte verzoening zal plaats hebben.
Referenties naar alinea 46: 0
Geen referenties naar deze alineaExtra opties voor deze alinea
Kopieer alinea-URL naar klembord Reageer op deze alinea Deel op social media
47
Beginselen voor het bereiken van de eenheid
Intussen willen wij voor de aanwezige waarnemers uitdrukkelijk enkele beginselen herhalen, die, naar onze opvatting, richtinggevend moeten zijn voor het verwezenlijken van de kerkelijke eenheid met onze gescheiden broeders, opdat de waarnemers deze beginselen kunnen doorgeven aan hun christelijke gemeenschappen, en ook opdat onze stem doordringe tot de andere eerbiedwaardige, van ons gescheiden christelijke gemeenschappen, die onze uitnodiging om dit Concilie, zonder enige verplichting hunnerzijds, bij te wonen, hebben afgewezen. Zij kennen deze criteria reeds, naar wij menen, maar wij achten het toch nuttig ze hier uiteen te zetten.
Intussen willen wij voor de aanwezige waarnemers uitdrukkelijk enkele beginselen herhalen, die, naar onze opvatting, richtinggevend moeten zijn voor het verwezenlijken van de kerkelijke eenheid met onze gescheiden broeders, opdat de waarnemers deze beginselen kunnen doorgeven aan hun christelijke gemeenschappen, en ook opdat onze stem doordringe tot de andere eerbiedwaardige, van ons gescheiden christelijke gemeenschappen, die onze uitnodiging om dit Concilie, zonder enige verplichting hunnerzijds, bij te wonen, hebben afgewezen. Zij kennen deze criteria reeds, naar wij menen, maar wij achten het toch nuttig ze hier uiteen te zetten.
Referenties naar alinea 47: 0
Geen referenties naar deze alineaExtra opties voor deze alinea
Kopieer alinea-URL naar klembord Reageer op deze alinea Deel op social media
48
a. Oprechtheid en trouw aan het geloof
Het woord, dat wij tot hen spreken, is vredelievend en volkomen oprecht. Het bevat geen valstrikken, geen geheime bedoelingen van aardse belangen. Wij zijn aan ons geloof, van welks goddelijke oorsprong wij vast overtuigd zijn, oprecht en onwankelbaar trouw, gelijk dat onze plicht is, maar wij zijn er zeker van, dat dit geloof geen hinderpaal vormt voor het bereiken van de zo vurig verlangde eenheid tussen ons en de van ons gescheiden broeders; want het gaat over de goddelijke waarheid, die een princiep van eenheid is en niet van verdeeldheid en scheiding. In ieder geval willen wij niet, dat ons geloof een oorzaak van strijd is tussen ons en hen.
Het woord, dat wij tot hen spreken, is vredelievend en volkomen oprecht. Het bevat geen valstrikken, geen geheime bedoelingen van aardse belangen. Wij zijn aan ons geloof, van welks goddelijke oorsprong wij vast overtuigd zijn, oprecht en onwankelbaar trouw, gelijk dat onze plicht is, maar wij zijn er zeker van, dat dit geloof geen hinderpaal vormt voor het bereiken van de zo vurig verlangde eenheid tussen ons en de van ons gescheiden broeders; want het gaat over de goddelijke waarheid, die een princiep van eenheid is en niet van verdeeldheid en scheiding. In ieder geval willen wij niet, dat ons geloof een oorzaak van strijd is tussen ons en hen.
Referenties naar alinea 48: 0
Geen referenties naar deze alineaExtra opties voor deze alinea
Kopieer alinea-URL naar klembord Reageer op deze alinea Deel op social media
49
b. Eerbied voor het aloude godsdienstig erfgoed
Verder beschouwen wij met de verschuldigde eerbied het aloude gemeenschappelijke religieuze erfgoed, dat onze gescheiden broeders hebben bewaard en gedeeltelijk ook op gelukkige wijze hebben ontwikkeld. En van harte juichen wij het werk toe van hen, die eerlijk ernaar streven, de oorspronkelijke schatten aan waarheid en geestelijk leven bij onze gescheiden broeders in het licht te stellen en te doen waarderen, met de bedoeling, de relaties tussen ons en hen te verbeteren. Wij hopen, dat ook zij met eenzelfde verlangen zullen komen tot een diepere bestudering van onze leer, en tot de erkenning, hoe logisch deze voortvloeit uit de schat van de goddelijke openbaring; en dat zij zullen trachten een uitgebreide kennis op te doen van onze geschiedenis en van ons godsdienstig leven.
Verder beschouwen wij met de verschuldigde eerbied het aloude gemeenschappelijke religieuze erfgoed, dat onze gescheiden broeders hebben bewaard en gedeeltelijk ook op gelukkige wijze hebben ontwikkeld. En van harte juichen wij het werk toe van hen, die eerlijk ernaar streven, de oorspronkelijke schatten aan waarheid en geestelijk leven bij onze gescheiden broeders in het licht te stellen en te doen waarderen, met de bedoeling, de relaties tussen ons en hen te verbeteren. Wij hopen, dat ook zij met eenzelfde verlangen zullen komen tot een diepere bestudering van onze leer, en tot de erkenning, hoe logisch deze voortvloeit uit de schat van de goddelijke openbaring; en dat zij zullen trachten een uitgebreide kennis op te doen van onze geschiedenis en van ons godsdienstig leven.
Referenties naar alinea 49: 0
Geen referenties naar deze alineaExtra opties voor deze alinea
Kopieer alinea-URL naar klembord Reageer op deze alinea Deel op social media
50
c. Vertrouwvol gebed en toeleg op Christelijk leven
Ook willen wij hieromtrent nog zeggen, dat wij ons bewust zijn van de enorme moeilijkheden, die de zo gewenste eenheid nog altijd in de weg staan; maar nederig stellen wij ons vertrouwen op God. Daarom blijven wij Hem bidden, en blijven wij met alle krachten ernaar streven, een nog duidelijker getuigenis af te leggen van een echt christelijk leven en van broederlijke liefde. Mocht de werkelijkheid niet beantwoorden aan onze hoop en aan onze verwachting, dan zullen wij denken aan de troostvolle woorden van Christus: "Wat niet in de macht van de mensen ligt, ligt wel in die van God" (Lc. 18, 27) [b:Lc. 18, 27].
Ook willen wij hieromtrent nog zeggen, dat wij ons bewust zijn van de enorme moeilijkheden, die de zo gewenste eenheid nog altijd in de weg staan; maar nederig stellen wij ons vertrouwen op God. Daarom blijven wij Hem bidden, en blijven wij met alle krachten ernaar streven, een nog duidelijker getuigenis af te leggen van een echt christelijk leven en van broederlijke liefde. Mocht de werkelijkheid niet beantwoorden aan onze hoop en aan onze verwachting, dan zullen wij denken aan de troostvolle woorden van Christus: "Wat niet in de macht van de mensen ligt, ligt wel in die van God" (Lc. 18, 27) [b:Lc. 18, 27].
Referenties naar alinea 50: 0
Geen referenties naar deze alineaExtra opties voor deze alinea
Kopieer alinea-URL naar klembord Reageer op deze alinea Deel op social media- HOOFDSTUK 4 Het gesprek met de moderne wereld
51
1. De bijzondere positie van de Kerk in de wereld
Tenslotte stelt het Concilie zich tot doel, als het ware een brug te slaan naar de moderne wereld en zo in contact met haar te treden. Merkwaardig verschijnsel! Terwijl de Kerk, door de hulp van de Heilige Geest, steeds meer bezieling geeft aan haar innerlijke vitaliteit en scherp afsteekt tegen de wereld rondom haar, toont zij zich tegelijkertijd als het levengevend zuurdeeg en als het heilsinstrument voor de menselijke samenleving en ontdekt en bevestigt zij de haar opgedragen missioneringszending, dat is haar wezenlijke taak om, volgens de ontvangen opdracht, aan het mensdom, in welke omstandigheden dit ook moge verkeren, met vurige ijver het Evangelie te verkondigen.
Tenslotte stelt het Concilie zich tot doel, als het ware een brug te slaan naar de moderne wereld en zo in contact met haar te treden. Merkwaardig verschijnsel! Terwijl de Kerk, door de hulp van de Heilige Geest, steeds meer bezieling geeft aan haar innerlijke vitaliteit en scherp afsteekt tegen de wereld rondom haar, toont zij zich tegelijkertijd als het levengevend zuurdeeg en als het heilsinstrument voor de menselijke samenleving en ontdekt en bevestigt zij de haar opgedragen missioneringszending, dat is haar wezenlijke taak om, volgens de ontvangen opdracht, aan het mensdom, in welke omstandigheden dit ook moge verkeren, met vurige ijver het Evangelie te verkondigen.
Referenties naar alinea 51: 0
Geen referenties naar deze alineaExtra opties voor deze alinea
Kopieer alinea-URL naar klembord Reageer op deze alinea Deel op social media
52
2. De boodschap van het Concilie aan de wereld
Overigens, eerbiedwaardige broeders, kent gij zelf uit ervaring dit wonderlijk verschijnsel. Want bij de opening van de eerste zittingsperiode hebt gij, ontvlamd door de profetische toespraak [126] van Johannes XXIII, terstond de behoefte gevoeld om als het ware de deuren van de vergaderzaal te openen en van hieruit, vanuit de geopende poorten, aan alle mensen met luide stem een boodschap te zenden, van heil, broederlijkheid en vertrouwen. Een uniek, maar wonderbaar feit! Het profetisch charisma, aan de Kerk geschonken, scheen toen als het ware plotseling door te breken. En gelijk de heilige Petrus op het Pinksterfeest gegrepen werd om aanstonds het woord te nemen en een toespraak te houden tot het volk, zo hebt ook gij terstond willen spreken niet over uw eigen aangelegenheden, maar over die van heel de mensenfamilie, en hebt gij niet met elkaar willen beraadslagen, alvorens u te richten tot de mensheid.
Overigens, eerbiedwaardige broeders, kent gij zelf uit ervaring dit wonderlijk verschijnsel. Want bij de opening van de eerste zittingsperiode hebt gij, ontvlamd door de profetische toespraak [126] van Johannes XXIII, terstond de behoefte gevoeld om als het ware de deuren van de vergaderzaal te openen en van hieruit, vanuit de geopende poorten, aan alle mensen met luide stem een boodschap te zenden, van heil, broederlijkheid en vertrouwen. Een uniek, maar wonderbaar feit! Het profetisch charisma, aan de Kerk geschonken, scheen toen als het ware plotseling door te breken. En gelijk de heilige Petrus op het Pinksterfeest gegrepen werd om aanstonds het woord te nemen en een toespraak te houden tot het volk, zo hebt ook gij terstond willen spreken niet over uw eigen aangelegenheden, maar over die van heel de mensenfamilie, en hebt gij niet met elkaar willen beraadslagen, alvorens u te richten tot de mensheid.
Referenties naar alinea 52: 0
Geen referenties naar deze alineaExtra opties voor deze alinea
Kopieer alinea-URL naar klembord Reageer op deze alinea Deel op social media
53
3. De liefde als bijzonder kenmerk van het Concilie
Hieruit blijkt, eerbiedwaardige broeders, dat dit Concilie het bijzondere stempel draagt van de liefde, van die alles omvattende en vurige liefde, die eerst denkt aan het welzijn van anderen en dan pas aan eigen welzijn, die universele liefde van Christus!
Hieruit blijkt, eerbiedwaardige broeders, dat dit Concilie het bijzondere stempel draagt van de liefde, van die alles omvattende en vurige liefde, die eerst denkt aan het welzijn van anderen en dan pas aan eigen welzijn, die universele liefde van Christus!
Referenties naar alinea 53: 0
Geen referenties naar deze alineaExtra opties voor deze alinea
Kopieer alinea-URL naar klembord Reageer op deze alinea Deel op social media
54
4. De aanblik van de moderne wereld
Deze liefde geeft ons moed. Want als wij onze blik richten op de moderne wereld, dan zouden wij ons eerder bevreesd dan getroost voelen, eerder bedroefd dan verheugd, en dan zouden wij eerder geneigd zijn tot het weren van de gevaren en het veroordelen van de dwalingen dan tot vertrouwen en vriendschap.
Deze liefde geeft ons moed. Want als wij onze blik richten op de moderne wereld, dan zouden wij ons eerder bevreesd dan getroost voelen, eerder bedroefd dan verheugd, en dan zouden wij eerder geneigd zijn tot het weren van de gevaren en het veroordelen van de dwalingen dan tot vertrouwen en vriendschap.
Referenties naar alinea 54: 0
Geen referenties naar deze alineaExtra opties voor deze alinea
Kopieer alinea-URL naar klembord Reageer op deze alinea Deel op social media
55
5. De vervolgde Kerk
Wij moeten de situatie reëel beschouwen en niet de wonde verhelen, die door verschillende factoren zelfs aan deze universele Synode is toegebracht. Zouden wij blind zijn en niet zien, dat vele zetels in deze vergadering leeg staan! Waar zijn onze broeders uit de landen, waar men de Kerk de oorlog heeft verklaard, en in welke toestand verkeert daar de godsdienst? De beschouwing van dit alles drukt ons zwaar, wanneer wij denken aan hetgeen wij weten, en meer nog aan hetgeen wij niet mogen weten omtrent de hiërarchie, de mannelijke en vrouwelijke religieuzen en tallozen van onze zonen, die om hun ongebroken trouw aan Christus en de Kerk blootgesteld zijn aan angst, kwelling, ontbering en onderdrukking. Welk een droefheid gevoelen wij bij het aanschouwen van zoveel lijden, en hoeveel pijn doet het ons, als wij zien, hoe in sommige landen de vrijheid van godsdienst evenals andere primaire rechten van de mens onderdrukt worden door de beginselen en methoden van hen, die een afwijking van hun eigen opvatting omtrent de politiek, het ras en de godsdienst niet dulden.
Wij betreuren het dat op sommige plaatsen zo groot onrecht wordt aangedaan aan hen, die hun godsdienst eerlijk en vrij willen belijden. Wij willen echter onze droefheid over deze treurige toestand niet uiten in bittere woorden, maar liever in een hernieuwde oprechte en menselijke aansporing tot degenen, die de schuld dragen van deze droevige situatie, om eindelijk hun ongegronde vijandige houding ten opzichte van de katholieke godsdienst te laten varen; want de katholieken zijn geen vijanden van de staat, waartoe zij behoren, evenmin onbetrouwbaar, maar zij zijn eerlijke en werkzame burgers. Wij benutten deze gelegenheid om de katholieken, die omwille van hun geloof te lijden hebben, vol liefde te groeten, en wij bidden God om een bijzondere troost voor hen.
Wij moeten de situatie reëel beschouwen en niet de wonde verhelen, die door verschillende factoren zelfs aan deze universele Synode is toegebracht. Zouden wij blind zijn en niet zien, dat vele zetels in deze vergadering leeg staan! Waar zijn onze broeders uit de landen, waar men de Kerk de oorlog heeft verklaard, en in welke toestand verkeert daar de godsdienst? De beschouwing van dit alles drukt ons zwaar, wanneer wij denken aan hetgeen wij weten, en meer nog aan hetgeen wij niet mogen weten omtrent de hiërarchie, de mannelijke en vrouwelijke religieuzen en tallozen van onze zonen, die om hun ongebroken trouw aan Christus en de Kerk blootgesteld zijn aan angst, kwelling, ontbering en onderdrukking. Welk een droefheid gevoelen wij bij het aanschouwen van zoveel lijden, en hoeveel pijn doet het ons, als wij zien, hoe in sommige landen de vrijheid van godsdienst evenals andere primaire rechten van de mens onderdrukt worden door de beginselen en methoden van hen, die een afwijking van hun eigen opvatting omtrent de politiek, het ras en de godsdienst niet dulden.
Wij betreuren het dat op sommige plaatsen zo groot onrecht wordt aangedaan aan hen, die hun godsdienst eerlijk en vrij willen belijden. Wij willen echter onze droefheid over deze treurige toestand niet uiten in bittere woorden, maar liever in een hernieuwde oprechte en menselijke aansporing tot degenen, die de schuld dragen van deze droevige situatie, om eindelijk hun ongegronde vijandige houding ten opzichte van de katholieke godsdienst te laten varen; want de katholieken zijn geen vijanden van de staat, waartoe zij behoren, evenmin onbetrouwbaar, maar zij zijn eerlijke en werkzame burgers. Wij benutten deze gelegenheid om de katholieken, die omwille van hun geloof te lijden hebben, vol liefde te groeten, en wij bidden God om een bijzondere troost voor hen.
Referenties naar alinea 55: 0
Geen referenties naar deze alineaExtra opties voor deze alinea
Kopieer alinea-URL naar klembord Reageer op deze alinea Deel op social media
56
6. De droevige gevolgen van het atheïsme
Maar dit is niet de enige grond voor onze droefheid. Bij een blik op de mensheid ondergaan wij een schrijnend leed om zoveel ander onheil, waaronder zij gedrukt gaat. Wij bedoelen op de eerste plaats het atheïsme, dat in een groot deel van de menselijke samenleving is doorgedrongen en de intellectuele, morele en sociale orde zózeer ontwricht, dat het juiste begrip van deze orde onder de mensen geleidelijk aan verdwijnt. Want, terwijl het licht van de natuurwetenschappen steeds schitterender wordt, begint helaas de kennis omtrent God, en bijgevolg ook de ware kennis omtrent de mens, alom te verduisteren. Zodoende zien wij, dat, terwijl de vooruitgang van de wetenschap allerlei soort van instrumenten tot nut van de mensheid, op wonderbare wijze perfectioneert, de mens steeds meer bevangen wordt door een gevoel van eenzaamheid, melancholie en wanhoop.
Maar dit is niet de enige grond voor onze droefheid. Bij een blik op de mensheid ondergaan wij een schrijnend leed om zoveel ander onheil, waaronder zij gedrukt gaat. Wij bedoelen op de eerste plaats het atheïsme, dat in een groot deel van de menselijke samenleving is doorgedrongen en de intellectuele, morele en sociale orde zózeer ontwricht, dat het juiste begrip van deze orde onder de mensen geleidelijk aan verdwijnt. Want, terwijl het licht van de natuurwetenschappen steeds schitterender wordt, begint helaas de kennis omtrent God, en bijgevolg ook de ware kennis omtrent de mens, alom te verduisteren. Zodoende zien wij, dat, terwijl de vooruitgang van de wetenschap allerlei soort van instrumenten tot nut van de mensheid, op wonderbare wijze perfectioneert, de mens steeds meer bevangen wordt door een gevoel van eenzaamheid, melancholie en wanhoop.
Referenties naar alinea 56: 0
Geen referenties naar deze alineaExtra opties voor deze alinea
Kopieer alinea-URL naar klembord Reageer op deze alinea Deel op social media
57
7. Sympathie van de Paus en van de Kerk voor de moderne wereld
Over de gecompliceerde en moeilijke verhoudingen van onze tijd, die aan velerlei oorzaken te wijten zijn, zouden wij veel kunnen zeggen, maar vandaag willen wij daarover niet spreken. Want vandaag is, gelijk wij zeiden, ons hart en dat van de Kerk, in dit Concilie bijeen, vol van liefde. We beschouwen onze tijd en zijn vele tegenstrijdige uitingen met diepe sympathie, en het is ons vurig verlangen om aan de moderne mensheid de boodschap te brengen van liefde, heil en hoop, die Christus aan de wereld gebracht heeft: "God heeft Zijn Zoon niet naar de wereld gezonden om de wereld te veroordelen, maar opdat de wereld door Hem zou worden gered" (Joh. 3, 17) [b:Joh. 3, 17].
Over de gecompliceerde en moeilijke verhoudingen van onze tijd, die aan velerlei oorzaken te wijten zijn, zouden wij veel kunnen zeggen, maar vandaag willen wij daarover niet spreken. Want vandaag is, gelijk wij zeiden, ons hart en dat van de Kerk, in dit Concilie bijeen, vol van liefde. We beschouwen onze tijd en zijn vele tegenstrijdige uitingen met diepe sympathie, en het is ons vurig verlangen om aan de moderne mensheid de boodschap te brengen van liefde, heil en hoop, die Christus aan de wereld gebracht heeft: "God heeft Zijn Zoon niet naar de wereld gezonden om de wereld te veroordelen, maar opdat de wereld door Hem zou worden gered" (Joh. 3, 17) [b:Joh. 3, 17].
Referenties naar alinea 57: 0
Geen referenties naar deze alineaExtra opties voor deze alinea
Kopieer alinea-URL naar klembord Reageer op deze alinea Deel op social media
58
De wereld moge weten, dat de Kerk haar beschouwt met grote liefde en met oprechte bewondering en dat zij de eerlijke wil heeft niet om over haar te heersen, maar om haar te dienen, niet om haar te verachten, maar om haar waardigheid te verhogen, niet om haar te veroordelen, maar om haar te bemoedigen en haar het heil te brengen.
Referenties naar alinea 58: 0
Geen referenties naar deze alineaExtra opties voor deze alinea
Kopieer alinea-URL naar klembord Reageer op deze alinea Deel op social media
59
8. De Kerk en de lijdende mensheid
Bij dit Concilie, dat een uitkijk geeft op heel de wereld, gaat de aandacht van de Kerk met bijzondere zorg uit naar bepaalde categorieën van het mensdom: de armen, de behoeftigen, de bedroefden, de hongerigen, de lijdenden de gevangenen; in één woord, haar bijzondere interesse gaat uit naar het lijdende en bedroefde deel van de mensheid, omdat zij weet, dat deze mensen krachtens het Evangelie haar bijzonder ter harte moeten gaan. Daarom zegt zij tot hen zo graag deze woorden van de Heer: "Komt allen tot Mij" (Mt. 11, 28) [b:Mt. 11, 28].
Bij dit Concilie, dat een uitkijk geeft op heel de wereld, gaat de aandacht van de Kerk met bijzondere zorg uit naar bepaalde categorieën van het mensdom: de armen, de behoeftigen, de bedroefden, de hongerigen, de lijdenden de gevangenen; in één woord, haar bijzondere interesse gaat uit naar het lijdende en bedroefde deel van de mensheid, omdat zij weet, dat deze mensen krachtens het Evangelie haar bijzonder ter harte moeten gaan. Daarom zegt zij tot hen zo graag deze woorden van de Heer: "Komt allen tot Mij" (Mt. 11, 28) [b:Mt. 11, 28].
Referenties naar alinea 59: 1
Laten wij niet liefhebben met woorden maar met daden ->=geentekst=Extra opties voor deze alinea
Kopieer alinea-URL naar klembord Reageer op deze alinea Deel op social media
60
9. De Kerk en de intellectuelen
De Kerk interesseert zich voor de intellectuelen, de wetenschapsmensen, de natuurkundigen, de artiesten. Ook voor hen koestert de Kerk de hoogste waardering en het is haar vurig verlangen, hun resultaten te benutten, hun denken aan te moedigen, hun vrijheid te verdedigen en voor hun gekwelde en onrustige geest de toegang te openen tot de hemelse sfeer van het goddelijk woord en de goddelijke genade.
De Kerk interesseert zich voor de intellectuelen, de wetenschapsmensen, de natuurkundigen, de artiesten. Ook voor hen koestert de Kerk de hoogste waardering en het is haar vurig verlangen, hun resultaten te benutten, hun denken aan te moedigen, hun vrijheid te verdedigen en voor hun gekwelde en onrustige geest de toegang te openen tot de hemelse sfeer van het goddelijk woord en de goddelijke genade.
Referenties naar alinea 60: 0
Geen referenties naar deze alineaExtra opties voor deze alinea
Kopieer alinea-URL naar klembord Reageer op deze alinea Deel op social media
61
10. De Kerk en de arbeiders
De Kerk interesseert zich voor de arbeiders, voor de waardigheid van hun persoon en hun werk, voor hun gewettigde verlangens, voor de verbetering van hun sociale positie en hun geestelijk leven, waaraan zij nog altijd zo dringend behoefte hebben, voor de taak, die hun kan worden toevertrouwd, natuurlijk in de juiste en christelijke geest, de taak, om een nieuwe orde te scheppen, waarin de mensen vrij zijn en elkaars broeders. De Kerk, Moeder en Lerares, is met hen.
De Kerk interesseert zich voor de arbeiders, voor de waardigheid van hun persoon en hun werk, voor hun gewettigde verlangens, voor de verbetering van hun sociale positie en hun geestelijk leven, waaraan zij nog altijd zo dringend behoefte hebben, voor de taak, die hun kan worden toevertrouwd, natuurlijk in de juiste en christelijke geest, de taak, om een nieuwe orde te scheppen, waarin de mensen vrij zijn en elkaars broeders. De Kerk, Moeder en Lerares, is met hen.
Referenties naar alinea 61: 0
Geen referenties naar deze alineaExtra opties voor deze alinea
Kopieer alinea-URL naar klembord Reageer op deze alinea Deel op social media
62
11. De Kerk en de regeerders
De Kerk interesseert zich voor de leiders van de volken. In plaats van de ernstige vermaningen, die zij dikwijls tot hen moet richten, spreekt zij vandaag tot hen woorden van bemoediging en vertrouwen: Hebt moed, regeerders van de volken! Veel goederen, die voor het leven nodig zijn, kunt gij thans aan uw volken geven: brood, onderricht, orde, de waardigheid van vrije en eensgezinde burgers, op voorwaarde echter, dat gij beseft, wat de mens is; en alleen de christelijke wijsheid kan u dit besef volledig bijbrengen. Door eendrachtige samenwerking in rechtvaardigheid en liefde kunt gij de vrede schenken, dat hoogste goed, waarnaar alle mensen hunkerend uitzien en dat door de Kerk zo krachtig wordt verdedigd en bevorderd. Hierdoor kunt gij heel de mensenfamilie maken tot één enkel volk. God zij met u!
De Kerk interesseert zich voor de leiders van de volken. In plaats van de ernstige vermaningen, die zij dikwijls tot hen moet richten, spreekt zij vandaag tot hen woorden van bemoediging en vertrouwen: Hebt moed, regeerders van de volken! Veel goederen, die voor het leven nodig zijn, kunt gij thans aan uw volken geven: brood, onderricht, orde, de waardigheid van vrije en eensgezinde burgers, op voorwaarde echter, dat gij beseft, wat de mens is; en alleen de christelijke wijsheid kan u dit besef volledig bijbrengen. Door eendrachtige samenwerking in rechtvaardigheid en liefde kunt gij de vrede schenken, dat hoogste goed, waarnaar alle mensen hunkerend uitzien en dat door de Kerk zo krachtig wordt verdedigd en bevorderd. Hierdoor kunt gij heel de mensenfamilie maken tot één enkel volk. God zij met u!
Referenties naar alinea 62: 0
Geen referenties naar deze alineaExtra opties voor deze alinea
Kopieer alinea-URL naar klembord Reageer op deze alinea Deel op social media
63
12. De Kerk en de andere godsdiensten
De katholieke Kerk ziet nog verder, over de grenzen van de Christengemeenschappen heen. Want, hoe zou zij grenzen kunnen stellen aan haar liefde, daar zij toch de liefde moet navolgen van God-Vader, die Zijn gaven schenkt aan allen (Mt. 5, 45) [[b:Mt. 5, 45]] en die de wereld zó zeer heeft liefgehad, dat Hij voor haar heil Zijn eniggeboren Zoon heeft gegeven? (Joh. 3, 16) [[b:Joh. 3, 16]] Haar blik reikt dus verder dan het Christenvolk en zij ziet naar de andere godsdiensten, die het godsbesef en de idee van God bewaren, van de éne God, Schepper, Voorzienigheid, hoogverheven en al het geschapene overstijgend; die door daden van oprechte vroomheid God vereren en uit deze praktijken en dit geloof de beginselen putten voor hun zedelijk en sociaal leven.
De katholieke Kerk ziet nog verder, over de grenzen van de Christengemeenschappen heen. Want, hoe zou zij grenzen kunnen stellen aan haar liefde, daar zij toch de liefde moet navolgen van God-Vader, die Zijn gaven schenkt aan allen (Mt. 5, 45) [[b:Mt. 5, 45]] en die de wereld zó zeer heeft liefgehad, dat Hij voor haar heil Zijn eniggeboren Zoon heeft gegeven? (Joh. 3, 16) [[b:Joh. 3, 16]] Haar blik reikt dus verder dan het Christenvolk en zij ziet naar de andere godsdiensten, die het godsbesef en de idee van God bewaren, van de éne God, Schepper, Voorzienigheid, hoogverheven en al het geschapene overstijgend; die door daden van oprechte vroomheid God vereren en uit deze praktijken en dit geloof de beginselen putten voor hun zedelijk en sociaal leven.
Referenties naar alinea 63: 0
Geen referenties naar deze alineaExtra opties voor deze alinea
Kopieer alinea-URL naar klembord Reageer op deze alinea Deel op social media
64
De Kerk moet ongetwijfeld tot haar droefheid in deze godsdiensten lacunes, gebreken en dwalingen constateren, maar zij voelt zich gedwongen, ook aan deze godsdiensten haar interesse te schenken om duidelijk te maken, dat de katholieke Kerk de verschuldigde waardering heeft voor al het ware, goede en menselijke, dat men daarin aantreft, en om er op te wijzen, dat zij, die het krachtigst opkomt voor de rechten van God op de mensheid, in de voorste gelederen staat om in de moderne samenleving het godsdienstig besef en de godsverering te bewaren, wat een eis en een plicht is van de beschaving.
Referenties naar alinea 64: 1
Redemptoris Missio ->=geentekst=Extra opties voor deze alinea
Kopieer alinea-URL naar klembord Reageer op deze alinea Deel op social media
65
13. De Kerk en de verschillende aspecten van de menselijke samenleving
De Kerk interesseert zich tenslotte voor andere onmetelijke terreinen van het menselijk leven: voor de nieuwe generaties van jonge mensen, die opgroeien in het verlangen om te leven en hun plaats in te nemen in de maatschappij; voor de jonge volken, die strijden voor hun zelfbewustzijn, hun onafhankelijkheid en hun burgerlijke ordening; voor de ontelbare menselijke wezens, die zich eenzaam voelen in de drukte van een samenleving, die hun geen woorden van heil kan bieden. Tot hen allen richt de Kerk haar oproep vol hoop, en allen wenst en schenkt zij het licht van waarheid, leven en heil, want God "wil dat alle mensen gered worden en tot de kennis van de waarheid komen." (1 Tim. 2, 4) [b:1 Tim. 2, 4].
De Kerk interesseert zich tenslotte voor andere onmetelijke terreinen van het menselijk leven: voor de nieuwe generaties van jonge mensen, die opgroeien in het verlangen om te leven en hun plaats in te nemen in de maatschappij; voor de jonge volken, die strijden voor hun zelfbewustzijn, hun onafhankelijkheid en hun burgerlijke ordening; voor de ontelbare menselijke wezens, die zich eenzaam voelen in de drukte van een samenleving, die hun geen woorden van heil kan bieden. Tot hen allen richt de Kerk haar oproep vol hoop, en allen wenst en schenkt zij het licht van waarheid, leven en heil, want God "wil dat alle mensen gered worden en tot de kennis van de waarheid komen." (1 Tim. 2, 4) [b:1 Tim. 2, 4].
Referenties naar alinea 65: 0
Geen referenties naar deze alineaExtra opties voor deze alinea
Kopieer alinea-URL naar klembord Reageer op deze alinea Deel op social media- DEEL 5 Besluit
66
1. Aanroeping en zegen
Eerbiedwaardige broeders! Onze taak als bedienaars van het heil is groots en zwaar. Om deze taak beter te kunnen vervullen zijn wij thans bijeen in deze plechtige vergadering. Onze onderlinge eendracht, hecht en broederlijk, moge ons geleiden en sterken. Onze verbondenheid met de Kerk in de hemel moge voor ons een bron zijn van genade. Mogen wij de bijstand ondervinden van de heiligen, die in de verschillende diocesen en kloostergemeenschappen bijzonder vereerd worden; van alle engelen en heiligen, en in het bijzonder van de H. Petrus en Paulus, van de H. Johannes de Doper en heel speciaal van de H. Jozef, die tot patroon van dit Concilie is uitgeroepen. Moge ons met haar moederlijke en krachtige hulp bijstaan de allerheiligste Maagd Maria, die wij vurig aanroepen. Christus moge onze vergaderingen leiden; en alles moge strekken tot glorie van God, tot eer van de Allerheiligste Drieëenheid, wier zegen wij aan u allen durven schenken, in de Naam van de Vader en de Zoon en de Heilige Geest.
Eerbiedwaardige broeders! Onze taak als bedienaars van het heil is groots en zwaar. Om deze taak beter te kunnen vervullen zijn wij thans bijeen in deze plechtige vergadering. Onze onderlinge eendracht, hecht en broederlijk, moge ons geleiden en sterken. Onze verbondenheid met de Kerk in de hemel moge voor ons een bron zijn van genade. Mogen wij de bijstand ondervinden van de heiligen, die in de verschillende diocesen en kloostergemeenschappen bijzonder vereerd worden; van alle engelen en heiligen, en in het bijzonder van de H. Petrus en Paulus, van de H. Johannes de Doper en heel speciaal van de H. Jozef, die tot patroon van dit Concilie is uitgeroepen. Moge ons met haar moederlijke en krachtige hulp bijstaan de allerheiligste Maagd Maria, die wij vurig aanroepen. Christus moge onze vergaderingen leiden; en alles moge strekken tot glorie van God, tot eer van de Allerheiligste Drieëenheid, wier zegen wij aan u allen durven schenken, in de Naam van de Vader en de Zoon en de Heilige Geest.
Referenties naar alinea 66: 0
Geen referenties naar deze alineaExtra opties voor deze alinea
Kopieer alinea-URL naar klembord Reageer op deze alinea Deel op social media
67
2. Groet aan de Oosterse Kerken
De paus vervolgde in het Grieks:Wij richten onze hartelijke groet ook tot de Christenen van de Oosterse traditie, in de Griekse taal, die de taal was van de eerste oecumenische concilies, van de grote Vaders en Leraren van de Kerk: Basilius de Grote, Gregorius van Nyssa, Gregorius de theoloog, Johannes Chrysostomus, Cyrillus van Alexandrië, Johannes van Damascus en zovele anderen, die heel de wereld hebben verlicht en nog altijd de glorie uitmaken van het Christelijk denken.
Referenties naar alinea 67: 0
Geen referenties naar deze alineaExtra opties voor deze alinea
Kopieer alinea-URL naar klembord Reageer op deze alinea Deel op social media
68
Broeders van de heilige Kerken van het Oosten: Laten wij bidden en werken voor de glorie van God en voor de uitbreiding van Zijn rijk in geloof en liefde.
Referenties naar alinea 68: 0
Geen referenties naar deze alineaExtra opties voor deze alinea
Kopieer alinea-URL naar klembord Reageer op deze alinea Deel op social media
69
De Paus vervolgde in het Slavisch:Wij groeten ook de Christenen van de Slavische volken en spreken tegenover hen ons verlangen uit om te bidden en te werken voor de glorie van God en voor de uitbreiding van Zijn rijk in geloof en liefde.
Referenties naar alinea 69: 0
Geen referenties naar deze alineaExtra opties voor deze alinea
Kopieer alinea-URL naar klembord Reageer op deze alinea Deel op social mediaReferenties naar dit document: 3
Open uitgebreid overzichthttps://rkdocumenten.nl/toondocument/166-salvete-nl