
H. Paus Johannes Paulus II - 8 december 1987
Er zijn vooreerst allerlei vormen van spontane onverdraagzaamheid, min of meer toevallig, soms het gevolg van onwetendheid of vooroordelen die personen en gemeenschappen beledigen, die polemieken, wrijvingen en verzet uitlokken, ten nadele van de vrede en van een solidair engagement voor het algemeen welzijn. In verscheidene landen beperken of vernietigen wettelijke bepalingen en administratieve praktijken feitelijk de rechten die de constituties uitdrukkelijk toekennen aan de individuele gelovigen en aan de religieuze groepen. Verder bestaan er, vandaag nog, wetten en reglementen die het fundamenteel recht op godsdienstvrijheid niet erkennen of ongerechtvaardigde beperkingen voorzien, om niet te spreken over duidelijke discriminatoire maatregelen die soms leiden tot openlijke vervolging.
Verscheidene organisaties, publieke en private, nationale en internationale, werden vooral in de laatste jaren opgericht ter verdediging van hen die in vele streken van de wereld, omwille van hun godsdienstige overtuigingen, slachtoffer werden van situaties die onwettig zijn en vernederend voor de hele mensheid. In de publieke opinie vertolken deze verdienstelijke organisaties de klachten en de protesten van broeders en zusters die dikwijls niet in staat zijn hun stem te laten horen.
Op haar beurt toont de katholieke kerk voortdurend haar solidariteit met hen die lijden onder discriminaties en vervolgingen voor hun geloof. In voortdurende bezorgdheid en geduldige volharding streeft ze ernaar de situaties te verhelpen. Daarom wil de Heilige Stoel haar specifieke aandeel bijdragen in de internationale vergaderingen, waar de rechten van de mens en van de vrede verdedigd worden. In dezelfde zin, noodzakelijk discreter, maar niet minder aandachtig, werken de Apostolische Stoel en zijn vertegenwoordigers in hun contacten met de politieke gezagsdragers van de hele wereld.