
H. Paus Johannes Paulus II - 23 oktober 1982
Tenslotte wil ik naar de paar gevallen die ik aangehaald heb, eraan herinneren dat uit het biologische experiment de belangrijke voordelen worden getrokken die voortkomen uit de toeneming van voedselproducten en de vorming van nieuwe vegetatieve soorten tot voordeel van allen, vooral van mensen die het meest behoeftig zijn.
Om mijn overwegingen te beëindigen, die tonen hoezeer ik uw waardevolle onderzoekingen goedkeur en steun, verklaar ik nogmaals, dat zij allen onderworpen moeten zijn aan de morele beginselen en waarden, die de waardigheid van de mens eerbiedigen en in haar volledigheid verwezenlijken. Ik spreek de hoop uit, dat de geleerden van de landen die de meest gevorderde moderne technieken hebben ontwikkeld voldoende rekening zullen houden met de problemen van de ontwikkelingslanden en dat buiten ieder economisch of politiek opportunisme dat de schema's van een oud kolonialisme in een nieuwe wetenschappelijke en technische uitgave reproduceert, een vruchtbare en belangeloze uitwisseling kan bestaan. Deze uitwisseling moet die van cultuur in het algemeen en van wetenschap in het bijzonder zijn, onder geleerden van landen van verschillende graad van ontwikkeling en moge daar aldus in ieder land een kern van geleerden van hoog wetenschappelijke waarde worden gevormd.
Ik vraag God, die de barmhartige Vader van allen is, maar vooral van hen die het meest verlaten zijn en van hen die noch de middelen noch de macht hebben zichzelf te verdedigen, de toepassing van het wetenschappelijk onderzoek te richten op de productie van nieuwe voedselvoorzieningen, daar de honger van de armen van deze wereld een van de grootste uitdagingen is, welke de mensheid het hoofd moet bieden samen met het gevaar van een kern holocaust.
Voor deze intentie en voor de over heel de . linie echte vooruitgang van de mens die naar het beeld en de gelijkenis van God is geschapen, roep ik over u en over uw wetenschappelijke activiteiten overvloedige goddelijke zegeningen af.