Het getuigenis van de verrezen Christus - Over de aanwezigheid van de Kerk in de samenleving
x
Informatie over dit document
Het getuigenis van de verrezen Christus - Over de aanwezigheid van de Kerk in de samenleving
Tot de deelnemers aan het vierde algemene vergadering van de Italiaanse Kerkprovincie - Jaarbeurshal te Verona
Paus Benedictus XVI
19 oktober 2006
Pauselijke geschriften - Toespraken
2006 Libreria Editrice Vaticana
Vertaling, alineanummering en -indeling: Past. Chr. van Buijtenen, pr.
Vertaling, alineanummering en -indeling: Past. Chr. van Buijtenen, pr.
19 oktober 2006
1 maart 2018
1463
nl
Referenties naar dit document: 4
Open uitgebreid overzichtReferenties naar dit document van thema's en berichten
Open uitgebreid overzichtExtra opties voor dit document
Kopieer document-URL naar klembord Reageer op dit document Deel op social mediaInhoudsopgave
Uitklappen
- Inhoud
1
Video
Dierbare broeders en zusters!Het verheugt me hier, in deze zo mooie en historische stad Verona met u samen te zijn om actief deel te nemen aan het 4de nationale Congres van de Kerk in Italië. Aan allen en aan ieder afzonderlijk mijn hartelijke groet in de Heer. Ik dank de Voorzitter van de Bisschoppenconferentie, kardinaal Camillo Ruini, en de vertegenwoordigster van het bisdom Verona, doctor Giovanna Ghirlanda, voor de vriendelijke woorden van welkom die zij in naam van u allen tot mij hebben gericht en voor het verslag dat zij mij hebben gegeven over het verloop van het Congres. Ik dank ook de Voorzitter van de Voorbereidingscommissie, kardinaal Dionigi Tettamanzi, en allen die eraan hebben meegewerkt dat dit Congres kon plaats vinden. Van harte dank ik ieder van U die hier in gelukkige harmonie de verschillende onderdelen van de Italiaanse Kerk vertegenwoordigt: de Bisschop van Verona, Monseigneur Flavio Roberto Carraro die onze gastheer is, de Bisschoppen die hier zijn samengekomen, de priesters en de diakens, de mannelijke en vrouwelijke religieuzen, en U, lekengelovigen, mannen en vrouwen die hier stem geeft aan de veelkleurige werkelijkheid van de katholieke leken in Italië.
Referenties naar alinea 1: 0
Geen referenties naar deze alineaExtra opties voor deze alinea
Kopieer alinea-URL naar klembord Reageer op deze alinea Deel op social media
2
Dit vierde nationale Congres is een nieuwe etappe op de weg van de uitvoering van Vaticanum II die de Italiaanse Kerk is ingeslagen vanaf de eerste jaren na het grote Concilie: een weg van gemeenschap (communio), vóór alles met God de Vader en met zijn Zoon Jezus Christus in de Heilige Geest, en dus ook van gemeenschap (communio) onder ons, in de eenheid van het éne Lichaam van Christus (1 Joh. 1, 3; 1 Kor. 12-13) [[b:1 Joh. 1, 3; 1 Kor. 12-13]]; een weg die uiteindelijk tot de evangelisatie leidt, om in het Italiaanse volk het geloof levend en sterk te houden; een volhardend getuigenis dus van liefde voor Italië en van een actieve bekommernis om het welzijn van haar kinderen.
De Kerk in Italië heeft deze weg afgelegd in een nauwe en constante eenheid met de opvolger van Petrus: graag herinner ik mij met u de Dienaren van God, Paulus VI die het initiatief nam in het nu al weer lang achter ons liggende jaar 1976, en Johannes Paulus II met zijn fundamentele toespraken - we herinneren ze ons allemaal - op de Congressen van Loreto [1480] en van Palermo [3193], die in de Italiaanse Kerk het vertrouwen hebben versterkt zo te kunnen werken, dat het geloof in Jezus Christus ook aan de mannen en vrouwen van onze tijd zin en oriëntatie blijft geven aan het bestaan, waardoor het een "rol als gids en een meeslepende werkdadigheid" heeft op de weg van de Natie naar zijn toekomst vgl: Tot het tweede Nationale Congres te Loreto [[[1480|(7)]]].
De Kerk in Italië heeft deze weg afgelegd in een nauwe en constante eenheid met de opvolger van Petrus: graag herinner ik mij met u de Dienaren van God, Paulus VI die het initiatief nam in het nu al weer lang achter ons liggende jaar 1976, en Johannes Paulus II met zijn fundamentele toespraken - we herinneren ze ons allemaal - op de Congressen van Loreto [1480] en van Palermo [3193], die in de Italiaanse Kerk het vertrouwen hebben versterkt zo te kunnen werken, dat het geloof in Jezus Christus ook aan de mannen en vrouwen van onze tijd zin en oriëntatie blijft geven aan het bestaan, waardoor het een "rol als gids en een meeslepende werkdadigheid" heeft op de weg van de Natie naar zijn toekomst vgl: Tot het tweede Nationale Congres te Loreto [[[1480|(7)]]].
Referenties naar alinea 2: 0
Geen referenties naar deze alineaExtra opties voor deze alinea
Kopieer alinea-URL naar klembord Reageer op deze alinea Deel op social media- Paragraaf 1 De Verrezen Heer en Zijn Kerk
3
In diezelfde geest ben ik vandaag naar Verona gekomen om met U tot de Heer te bidden, om - al is het maar kort - te delen in uw werk van deze dagen en om u een overweging van mijn kant voor te leggen over wat inderdaad belangrijk lijkt te zijn voor de christelijke aanwezigheid in Italië. U hebt een heel gelukkige keuze gemaakt door de verrezen Jezus Christus in het centrum te plaatsen van de aandacht van het Congres en van heel het leven en het getuigenis van de Kerk in Italië.
De verrijzenis van Christus is een feit dat heeft plaatsgevonden in de geschiedenis, waarvan de Apostelen de getuigen zijn geweest en zeker niet de scheppers. Tegelijkertijd is zij beslist niet gewoon maar een terugkeer tot ons aardse leven; veeleer is zij de grootste "mutatie" die ooit heeft plaatsgevonden, de beslissende "sprong" Noot van de vertaler:.. Noot van de vertaler: "mutatie" en "sprong" zijn bewust gekozen termen, die ontleend zijn aan de evolutieleer met betrekking tot het ontstaan van het leven, en die hier in analoge zin worden gebruikt. naar een dimensie van leven die door en door nieuw is, het binnentrekken in een beslissend andere orde, wat op de eerste plaats Jezus van Nazaret aangaat, maar met Hem ook ons, heel de menselijke familie, de geschiedenis en het hele universum: hierdoor is de verrijzenis van Christus het centrum van de prediking en van het christelijke getuigenis, van het begin tot aan het einde der tijden.
Zeker, het gaat om een groot mysterie, om het mysterie van ons heil, dat in de verrijzenis van het vleesgeworden Woord zijn vervulling vindt evenals de anticipatie op onze hoop en het onderpand ervan. Maar de sleutel tot dit mysterie is de liefde en alleen binnen de logica van de liefde kan het worden benaderd en in zekere zin worden begrepen: Jezus Christus verrijst uit de doden omdat heel zijn wezen volmaakte en innige vereniging is met God die de liefde is welke werkelijk sterker is dan de dood. Hij vormde één geheel met het onverwoestbare leven en kon daarom het eigen leven geven door zich te laten doden, maar Hij kon aan de dood niet definitief ten onder gaan: concreet heeft Hij tijdens het Laatste Avondmaal zijn eigen dood aan het kruis geanticipeerd en deze aanvaard, haar aldus omvormend in de gave van Zichzelf, in die gave die ons het leven geeft, die ons bevrijdt en redt. Zijn verrijzenis is dus een explosie van licht geweest, een explosie van liefde die de ketenen van de zonde en de dood losmaakt. Zij heeft een nieuwe dimensie van het leven en de werkelijkheid geopend, waaruit een nieuwe wereld voortkomt, die voortdurend onze wereld doordringt, haar omvormt en haar naar zich toetrekt.
De verrijzenis van Christus is een feit dat heeft plaatsgevonden in de geschiedenis, waarvan de Apostelen de getuigen zijn geweest en zeker niet de scheppers. Tegelijkertijd is zij beslist niet gewoon maar een terugkeer tot ons aardse leven; veeleer is zij de grootste "mutatie" die ooit heeft plaatsgevonden, de beslissende "sprong" Noot van de vertaler:.. Noot van de vertaler: "mutatie" en "sprong" zijn bewust gekozen termen, die ontleend zijn aan de evolutieleer met betrekking tot het ontstaan van het leven, en die hier in analoge zin worden gebruikt. naar een dimensie van leven die door en door nieuw is, het binnentrekken in een beslissend andere orde, wat op de eerste plaats Jezus van Nazaret aangaat, maar met Hem ook ons, heel de menselijke familie, de geschiedenis en het hele universum: hierdoor is de verrijzenis van Christus het centrum van de prediking en van het christelijke getuigenis, van het begin tot aan het einde der tijden.
Zeker, het gaat om een groot mysterie, om het mysterie van ons heil, dat in de verrijzenis van het vleesgeworden Woord zijn vervulling vindt evenals de anticipatie op onze hoop en het onderpand ervan. Maar de sleutel tot dit mysterie is de liefde en alleen binnen de logica van de liefde kan het worden benaderd en in zekere zin worden begrepen: Jezus Christus verrijst uit de doden omdat heel zijn wezen volmaakte en innige vereniging is met God die de liefde is welke werkelijk sterker is dan de dood. Hij vormde één geheel met het onverwoestbare leven en kon daarom het eigen leven geven door zich te laten doden, maar Hij kon aan de dood niet definitief ten onder gaan: concreet heeft Hij tijdens het Laatste Avondmaal zijn eigen dood aan het kruis geanticipeerd en deze aanvaard, haar aldus omvormend in de gave van Zichzelf, in die gave die ons het leven geeft, die ons bevrijdt en redt. Zijn verrijzenis is dus een explosie van licht geweest, een explosie van liefde die de ketenen van de zonde en de dood losmaakt. Zij heeft een nieuwe dimensie van het leven en de werkelijkheid geopend, waaruit een nieuwe wereld voortkomt, die voortdurend onze wereld doordringt, haar omvormt en haar naar zich toetrekt.
Referenties naar alinea 3: 0
Geen referenties naar deze alineaExtra opties voor deze alinea
Kopieer alinea-URL naar klembord Reageer op deze alinea Deel op social media
4
Dat alles gebeurt concreet door middel van het leven en het getuigenis van de Kerk; sterker nog: de Kerk zelf vormt de eersteling van deze omvorming (transformatie), die het werk is van God en niet van ons. Wij worden er in betrokken door het geloof en het Sacrament van het Doopsel, dat werkelijk sterven en verrijzen betekent, nieuwe geboorte, omvorming (transformatie) in een nieuw leven. De heilige Paulus onderstreept dat in de Brief aan de Galaten: "Ikzelf leef niet meer, Christus leeft in mij" (Gal. 2, 20) [b:Gal. 2, 20]. Zo is door middel van het Doopsel mijn wezenlijke identiteit veranderd, en blijf ik alleen maar bestaan in deze verandering. Mijn eigen ik wordt me ontnomen en ingevoegd in een nieuw en veel groter subject, waarin mijn ik er weer is maar omgevormd, getransformeerd, gezuiverd, "geopend" door middel van de invoeging in de ander, waarin het zijn nieuwe bestaansruimte vindt. Zo worden wij "één in Christus" (Gal. 3, 28) [b:Gal. 3, 28], één nieuw subject, en wordt ons ik bevrijd van zijn isolement.
"Ik, maar niet langer ik": dit is de formule van het christelijk bestaan dat gefundeerd is in het Doopsel, de formule van de verrijzenis binnen de tijd, de formule van de christelijke "nieuwheid", waarvan het de roeping is de wereld om te vormen, te transformeren. Hierin ligt onze Paasvreugde. Onze roeping en onze opdracht als christenen bestaan in het meewerken aan de daadwerkelijke vervulling in de dagelijkse realiteit van ons leven van wat de heilige Geest in ons begonnen is door het Doopsel: we zijn immers geroepen om nieuwe mannen en vrouwen te worden, om waarachtige getuigen te kunnen zijn van de Verrezene en daardoor dragers van de christelijke vreugde en hoop, heel concreet, in die gemeenschap van mannen en vrouwen te midden van wie wij leven. Vanuit deze fundamentele boodschap van de verrijzenis die in ons en in ons dagelijkse werk aanwezig is en werkt, kom ik op het thema van de dienst van de Kerk in Italië aan de Natie, aan Europa en aan de wereld.
"Ik, maar niet langer ik": dit is de formule van het christelijk bestaan dat gefundeerd is in het Doopsel, de formule van de verrijzenis binnen de tijd, de formule van de christelijke "nieuwheid", waarvan het de roeping is de wereld om te vormen, te transformeren. Hierin ligt onze Paasvreugde. Onze roeping en onze opdracht als christenen bestaan in het meewerken aan de daadwerkelijke vervulling in de dagelijkse realiteit van ons leven van wat de heilige Geest in ons begonnen is door het Doopsel: we zijn immers geroepen om nieuwe mannen en vrouwen te worden, om waarachtige getuigen te kunnen zijn van de Verrezene en daardoor dragers van de christelijke vreugde en hoop, heel concreet, in die gemeenschap van mannen en vrouwen te midden van wie wij leven. Vanuit deze fundamentele boodschap van de verrijzenis die in ons en in ons dagelijkse werk aanwezig is en werkt, kom ik op het thema van de dienst van de Kerk in Italië aan de Natie, aan Europa en aan de wereld.
Referenties naar alinea 4: 0
Geen referenties naar deze alineaExtra opties voor deze alinea
Kopieer alinea-URL naar klembord Reageer op deze alinea Deel op social media- Paragraaf 2 De dienst van de Kerk in Italië aan de Natie, aan Europa en aan de wereld
5
Het Italië van vandaag dient zich aan ons aan, als een terrein dat aan zo'n getuigenis ten diepste behoefte heeft, en dat zich tegelijkertijd heel goed daarvoor leent. Het heeft er ten diepste behoefte aan, omdat het deelt in die cultuur die in het Westen overheerst en die zichzelf als universeel en zichzelf genoeg zou willen stellen, terwijl zij een nieuwe levensstijl voortbrengt. Daaruit vloeit een nieuwe golf van illuminisme Noot van de vertaler: in de.. Noot van de vertaler: in de zin van een doorgeslagen verlichting, d.w.z. van een overdreven en eenzijdig rationalisme zoals verderop zal worden uitgelegd. en laïcisme Noot van de vertaler: in de.. Noot van de vertaler: in de zin van een doorgeslagen laïcisering van de samenleving, d.w.z. van een eenzijdige en overdreven ontkerkelijking en secularisering. voort, waarvoor alleen nog datgene rationeel geldig is wat experimenteel vast te stellen en berekenbaar is, terwijl op het vlak van de levenspraktijk de individuele vrijheid wordt gesteld de fundamentele waarde te zijn waar alle andere waarden aan ondergeschikt zouden moeten worden. Met het gevolg dat God uit de cultuur en het publieke leven wordt buitengesloten en het geloof in Hem moeilijker wordt, ook al omdat wij in een wereld leven die zich bijna steeds als ons werk aandient, waarin om zo te zeggen God niet onmiddellijk verschijnt, overbodig lijkt en vreemd is.
In nauwe relatie tot dit alles heeft er een radicale reductie plaats van de mens, die wordt beschouwd als was hij enkel een product van de natuur, als zodanig niet werkelijk vrij en daarom ontvankelijk om behandeld te worden als elk ander dier. Dat loopt dan uit op een complete omkeer van het uitgangspunt van deze cultuur, dat juist bestond in een opeisen van de centrale positie van de mens en van zijn vrijheid. In dezelfde lijn wordt de ethiek teruggebracht binnen de grenzen van het relativisme Noot van de vertaler: d.w.z... Noot van de vertaler: d.w.z. de afwijzing van absoluut geldende en ethisch normerende waarheid. en van het utilitarisme Noot van de vertaler: de in.. Noot van de vertaler: de in zichzelf geldende waarheid en waarde van personen en zaken worden als ethisch niet relevant beschouwd, maar alleen hun gebruiks- en nuttigheidswaarde met betrekking tot zelf gestelde doelen., met uitsluiting van elk moreel beginsel dat uit zichzelf geldig en bindend zou zijn.
Het valt niet moeilijk om in te zien dat dit type cultuur een radicale en diepe breuk betekent, niet alleen met het christendom, maar meer in het algemeen met de godsdienstige en morele tradities van de mensheid: en dat zij dus niet in staat is een echte dialoog aan te gaan met de andere culturen waarin de godsdienstige dimensie wel sterk present is, naast het feit dat zij geen antwoorden kan geven op de fundamentele vragen naar de zin en de oriëntatie van ons leven. Daarom wordt deze cultuur niet alleen gekenmerkt door een diep gemis, maar ook door een grote en tevergeefs verborgen gehouden behoefte aan hoop.
In nauwe relatie tot dit alles heeft er een radicale reductie plaats van de mens, die wordt beschouwd als was hij enkel een product van de natuur, als zodanig niet werkelijk vrij en daarom ontvankelijk om behandeld te worden als elk ander dier. Dat loopt dan uit op een complete omkeer van het uitgangspunt van deze cultuur, dat juist bestond in een opeisen van de centrale positie van de mens en van zijn vrijheid. In dezelfde lijn wordt de ethiek teruggebracht binnen de grenzen van het relativisme Noot van de vertaler: d.w.z... Noot van de vertaler: d.w.z. de afwijzing van absoluut geldende en ethisch normerende waarheid. en van het utilitarisme Noot van de vertaler: de in.. Noot van de vertaler: de in zichzelf geldende waarheid en waarde van personen en zaken worden als ethisch niet relevant beschouwd, maar alleen hun gebruiks- en nuttigheidswaarde met betrekking tot zelf gestelde doelen., met uitsluiting van elk moreel beginsel dat uit zichzelf geldig en bindend zou zijn.
Het valt niet moeilijk om in te zien dat dit type cultuur een radicale en diepe breuk betekent, niet alleen met het christendom, maar meer in het algemeen met de godsdienstige en morele tradities van de mensheid: en dat zij dus niet in staat is een echte dialoog aan te gaan met de andere culturen waarin de godsdienstige dimensie wel sterk present is, naast het feit dat zij geen antwoorden kan geven op de fundamentele vragen naar de zin en de oriëntatie van ons leven. Daarom wordt deze cultuur niet alleen gekenmerkt door een diep gemis, maar ook door een grote en tevergeefs verborgen gehouden behoefte aan hoop.
Referenties naar alinea 5: 0
Geen referenties naar deze alineaExtra opties voor deze alinea
Kopieer alinea-URL naar klembord Reageer op deze alinea Deel op social media
6
Maar zoals we al hebben aangeduid vormt Italië tegelijkertijd een terrein dat zich heel goed voor het christelijk getuigenis leent. De Kerk is hier immers - en we zien het! - een heel levendige realiteit die wijd vertakt aanwezig is te midden van de mensen van alle leeftijden en levensomstandigheden! De christelijke tradities hebben dikwijls nog wortels en blijven vrucht voortbrengen, terwijl intussen een grote inspanning wordt verricht van evangelisatie en catechese, die zich met name richt op de jonge generaties, maar inmiddels ook op de gezinnen.
Bovendien wordt met toenemende helderheid de ontoereikendheid aangevoeld van een rationaliteit die in zichzelf opgesloten blijft en van een te individualistische ethiek: in werkelijkheid wordt gemerkt hoe ernstig het risico is dat men zich los zou maken van de christelijke wortels in onze cultuur. Dit gevoelen, dat door heel het Italiaanse volk verspreid aanwezig is, wordt uitdrukkelijk en met kracht onder woorden gebracht door veel belangrijke mensen uit de cultuur, ook onder degenen die ons geloof niet delen of minstens niet in praktijk brengen. De Italiaanse Kerk en katholieken zijn dan ook geroepen deze grote gelegenheid te baat te nemen, en op de eerste plaats zich daarvan bewust te zijn.
Onze houding zal daarom nooit die mogen zijn van een opgeven en terugvallen op onszelf: wij moeten integendeel onze dynamiek levend houden en zo mogelijk laten groeien. Wij moeten ons met vertrouwen openen voor nieuwe betrekkingen en geen enkele van de energieën verwaarlozen die kunnen bijdragen aan de culturele en morele groei van Italië. Het is immers aan ons - niet op basis van onze arme krachtbronnen, maar met de kracht die van de heilige Geest komt - om positieve en overtuigende antwoorden te geven op de verwachtingen en de vragen van onze mensen: als we dat weten te doen, zal de Kerk in Italië niet alleen een grote dienst aan de Natie bewijzen, maar ook aan Europa en aan de wereld, want overal is de hinderlaag van het secularisme aanwezig en even universeel is de noodzaak van een geleefd geloof met betrekking tot de uitdagingen van onze tijd.
Bovendien wordt met toenemende helderheid de ontoereikendheid aangevoeld van een rationaliteit die in zichzelf opgesloten blijft en van een te individualistische ethiek: in werkelijkheid wordt gemerkt hoe ernstig het risico is dat men zich los zou maken van de christelijke wortels in onze cultuur. Dit gevoelen, dat door heel het Italiaanse volk verspreid aanwezig is, wordt uitdrukkelijk en met kracht onder woorden gebracht door veel belangrijke mensen uit de cultuur, ook onder degenen die ons geloof niet delen of minstens niet in praktijk brengen. De Italiaanse Kerk en katholieken zijn dan ook geroepen deze grote gelegenheid te baat te nemen, en op de eerste plaats zich daarvan bewust te zijn.
Onze houding zal daarom nooit die mogen zijn van een opgeven en terugvallen op onszelf: wij moeten integendeel onze dynamiek levend houden en zo mogelijk laten groeien. Wij moeten ons met vertrouwen openen voor nieuwe betrekkingen en geen enkele van de energieën verwaarlozen die kunnen bijdragen aan de culturele en morele groei van Italië. Het is immers aan ons - niet op basis van onze arme krachtbronnen, maar met de kracht die van de heilige Geest komt - om positieve en overtuigende antwoorden te geven op de verwachtingen en de vragen van onze mensen: als we dat weten te doen, zal de Kerk in Italië niet alleen een grote dienst aan de Natie bewijzen, maar ook aan Europa en aan de wereld, want overal is de hinderlaag van het secularisme aanwezig en even universeel is de noodzaak van een geleefd geloof met betrekking tot de uitdagingen van onze tijd.
Referenties naar alinea 6: 0
Geen referenties naar deze alineaExtra opties voor deze alinea
Kopieer alinea-URL naar klembord Reageer op deze alinea Deel op social media- Paragraaf 3 Het grote "ja" van het geloof zichtbaar maken
7
Dierbare broeders en zusters,nu moeten wij ons de vraag stellen hoe en op basis waarvan wij een dergelijke opdracht kunnen vervullen. In dit Congres hebt u terecht gemeend dat het onontbeerlijk is aan het christelijk getuigenis concrete en ook uitvoerbare inhouden te bieden, door te onderzoeken hoe het zich kan verwerkelijken en verder ontwikkelen op elk van die grote terreinen waar de menselijke ervaring tot uitdrukking komt. Dat zal ons helpen om bij onze pastorale activiteit niet de band uit het oog te verliezen tussen het geloof en het dagelijkse leven, tussen wat het Evangelie voorstelt en de zorgen en verlangens die de mensen het meest ter harte gaan. Daarom hebt u dezer dagen nagedacht over het affectieve leven en het gezin, over het werk en de vrije tijd, over de opvoeding en de cultuur, over de omstandigheden van armoede en van ziekte, en over de plichten en de verantwoordelijkheden in het sociale en politieke leven.
Referenties naar alinea 7: 0
Geen referenties naar deze alineaExtra opties voor deze alinea
Kopieer alinea-URL naar klembord Reageer op deze alinea Deel op social media
8
Van mijn kant zou ik willen onderstrepen hoe, door dit veelvormig getuigenis heen, bovenal dat grote "ja" moet doorklinken dat God in Jezus Christus gesproken heeft tot de mens en zijn leven, tot de menselijke liefde, tot onze vrijheid en tot ons verstand; hoe dus het geloof in de God van het menselijk gelaat vreugde brengt in deze wereld. Het Christendom staat immers open voor al wat rechtvaardig, wat waar en zuiver is in de culturen en beschavingen, voor al wat ons bestaan verblijdt, vertroost en sterkt. In zijn Brief aan de Filippenzen schrijft de heilige Paulus: "Houdt uw aandacht gevestigd op al wat waar is, al wat edel is, wat rechtvaardig is en rein, beminnelijk en aantrekkelijk, op al wat deugd heet en lof verdient" (Fil. 4, 8) [b:Fil. 4, 8].
De leerlingen van Christus erkennen en verwelkomen daarom graag de waarden van de cultuur van onze tijd, zoals de wetenschappelijke kennis en de technologische ontwikkeling, de rechten van de mens, de godsdienstvrijheid, de democratie. Maar zij kennen goed en onderschatten niet die gevaarlijke broosheid van de menselijke natuur die een bedreiging vormt voor de weg van de mens in iedere historische context; in het bijzonder veronachtzamen zij niet de innerlijke spanningen en tegenstrijdigheid van ons tijdperk. Daarom bestaat het werk van de evangelisatie nooit in een gemakkelijke aanpassing aan de culturen, maar altijd ook in een zuivering, een moedig snoeien dat tot rijping en gezondmaking leidt, een openheid die het mogelijk maakt tot dat "nieuwe schepsel" geboren te worden dat de vrucht is van de heilige Geest (2 Kor. 5, 17; Gal. 6, 15) [[b:2 Kor. 5, 17; Gal. 6, 15]].
De leerlingen van Christus erkennen en verwelkomen daarom graag de waarden van de cultuur van onze tijd, zoals de wetenschappelijke kennis en de technologische ontwikkeling, de rechten van de mens, de godsdienstvrijheid, de democratie. Maar zij kennen goed en onderschatten niet die gevaarlijke broosheid van de menselijke natuur die een bedreiging vormt voor de weg van de mens in iedere historische context; in het bijzonder veronachtzamen zij niet de innerlijke spanningen en tegenstrijdigheid van ons tijdperk. Daarom bestaat het werk van de evangelisatie nooit in een gemakkelijke aanpassing aan de culturen, maar altijd ook in een zuivering, een moedig snoeien dat tot rijping en gezondmaking leidt, een openheid die het mogelijk maakt tot dat "nieuwe schepsel" geboren te worden dat de vrucht is van de heilige Geest (2 Kor. 5, 17; Gal. 6, 15) [[b:2 Kor. 5, 17; Gal. 6, 15]].
Referenties naar alinea 8: 1
Caritas in Veritate ->=geentekst=Extra opties voor deze alinea
Kopieer alinea-URL naar klembord Reageer op deze alinea Deel op social media
9
Zoals ik in de Encycliek Deus Caritas Est [715] heb geschreven, staat aan het begin van het christen zijn - en daarmee aan de oorsprong van ons getuigenis als gelovigen - geen ethische beslissing of een groots idee, maar de ontmoeting met de Persoon van Jezus Christus, " die aan ons leven een nieuwe horizon en daarmee zijn definitieve richting geeft" Deus Caritas Est [[715|1]]. De vruchtbaarheid van deze ontmoeting toont zich op bijzondere en creatieve wijze ook in de actuele menselijke en culturele context, vooral met betrekking tot het verstand dat leven gegeven heeft aan de moderne wetenschappen en de daarmee gerelateerde technologieën.
Een fundamenteel kenmerk van deze laatste is immers het systematisch gebruik van de instrumenten van de mathematica om te kunnen werken met de natuur en haar onmetelijke energieën aan ons dienstbaar te kunnen maken. De mathematica als zodanig is echter een schepping van onze intelligentie: dat de structuren daarvan corresponderen met de werkelijke structuren van het universum - wat de vooronderstelling is van alle moderne wetenschappelijke en technologische ontwikkelingen, zoals dat al werd geformuleerd door Galileo Galilei in de beroemde stelling dat "het boek van de natuur geschreven is in de mathematische taal" - wekt onze bewondering maar stelt ook een grote vraag. Het houdt immers in dat het universum zelf dusdanig op een intelligente manier is gestructureerd, dat er een diepe overeenstemming bestaat tussen onze subjectieve rede en de objectieve rede van de natuur. Dan wordt het onvermijdelijk ons de vraag te stellen of er niet één enige en oorspronkelijke intelligentie bestaat, die de gemeenschappelijke bron is van zowel de een als de ander.
Zo brengt juist het nadenken over de ontwikkeling van de wetenschappen ons terug bij de scheppende Logos. Daarmee wordt de tendens omgekeerd om aan het irrationele het primaat te geven, aan het toeval en aan de noodzakelijkheid, de tendens om daar ook onze vrijheid en onze intelligentie toe te herleiden. Op deze grondslagen wordt het ook mogelijk de reikwijdten van onze rationaliteit weer te verruimen, haar weer te openen voor de grote vraagstukken van het ware en het goede, de theologie, de filosofie en de wetenschappen met elkaar te verbinden, in het volledige respect voor hun eigen methoden en van hun wederzijdse autonomie, maar ook in het besef van de intrinsieke eenheid die hen samenhoudt. Voor deze opgave zien wij ons gesteld, een fascinerend avontuur dat de moeite verdient er zich in voor in te zetten, om een nieuwe elan te geven aan de cultuur van onze tijd en om daarin aan het christelijk geloof ten volle haar burgerrecht terug te geven. Het "cultureel project" van de Kerk in Italië is daartoe ongetwijfeld een gelukkige intuïtie en een heel belangrijke bijdrage.
Een fundamenteel kenmerk van deze laatste is immers het systematisch gebruik van de instrumenten van de mathematica om te kunnen werken met de natuur en haar onmetelijke energieën aan ons dienstbaar te kunnen maken. De mathematica als zodanig is echter een schepping van onze intelligentie: dat de structuren daarvan corresponderen met de werkelijke structuren van het universum - wat de vooronderstelling is van alle moderne wetenschappelijke en technologische ontwikkelingen, zoals dat al werd geformuleerd door Galileo Galilei in de beroemde stelling dat "het boek van de natuur geschreven is in de mathematische taal" - wekt onze bewondering maar stelt ook een grote vraag. Het houdt immers in dat het universum zelf dusdanig op een intelligente manier is gestructureerd, dat er een diepe overeenstemming bestaat tussen onze subjectieve rede en de objectieve rede van de natuur. Dan wordt het onvermijdelijk ons de vraag te stellen of er niet één enige en oorspronkelijke intelligentie bestaat, die de gemeenschappelijke bron is van zowel de een als de ander.
Zo brengt juist het nadenken over de ontwikkeling van de wetenschappen ons terug bij de scheppende Logos. Daarmee wordt de tendens omgekeerd om aan het irrationele het primaat te geven, aan het toeval en aan de noodzakelijkheid, de tendens om daar ook onze vrijheid en onze intelligentie toe te herleiden. Op deze grondslagen wordt het ook mogelijk de reikwijdten van onze rationaliteit weer te verruimen, haar weer te openen voor de grote vraagstukken van het ware en het goede, de theologie, de filosofie en de wetenschappen met elkaar te verbinden, in het volledige respect voor hun eigen methoden en van hun wederzijdse autonomie, maar ook in het besef van de intrinsieke eenheid die hen samenhoudt. Voor deze opgave zien wij ons gesteld, een fascinerend avontuur dat de moeite verdient er zich in voor in te zetten, om een nieuwe elan te geven aan de cultuur van onze tijd en om daarin aan het christelijk geloof ten volle haar burgerrecht terug te geven. Het "cultureel project" van de Kerk in Italië is daartoe ongetwijfeld een gelukkige intuïtie en een heel belangrijke bijdrage.
Referenties naar alinea 9: 1
Caritas in Veritate ->=geentekst=Extra opties voor deze alinea
Kopieer alinea-URL naar klembord Reageer op deze alinea Deel op social media- Paragraaf 4 De menselijke persoon: verstand, intelligentie en liefde
10
Van de andere kant is de menselijke persoon niet alleen maar verstand en intelligentie, ook al vormen deze constitutieve bestanddelen van hem. Ingeschreven in het diepst van zijn wezen draagt hij de behoefte aan liefde, aan bemind worden en van zijn kant beminnen. Daarom stelt hij zich vragen en raakt hij dikwijls het spoor bijster ten overstaan van de hardheid van het leven, van het kwaad dat in de wereld bestaat en dat zo sterk lijkt en tegelijkertijd zo helemaal zonder zin. Met name in het tijdperk dat het onze is, is het kwaad, ondanks alle vooruitgang die geboekt is, absoluut niet overwonnen. De macht ervan schijnt integendeel sterker te worden en alle pogingen om dat te verbergen worden al gauw ontmaskerd, zoals zowel de dagelijkse ervaring als ook de grote historische gebeurtenissen laten zien. Daarom keert met aandrang de vraag terug of er in ons leven wel ruimte kan zijn voor de authentieke liefde en of per slot van rekening de wereld wel echt het werk is van Gods wijsheid.
Hier komt ons, méér nog dan welke menselijke redenering ook, de verbijsterende nieuwheid van de bijbelse openbaring te hulp: de Schepper van hemel en aarde, de enige God die de oorsprong is van al wat bestaat, deze enige scheppende "Logos", deze scheppende rede weet persoonlijk de mens lief te hebben, ja heeft hem hartstochtelijk lief en wil van zijn kant bemind worden. Deze scheppende rede, die tegelijkertijd liefde is, geeft daarom leven aan een geschiedenis van liefde met Israël, zijn volk, en in deze geschiedenis toont zijn liefde zich, ten overstaan van het vele verraad van de kant van het volk, rijk aan onuitputtelijke trouw en barmhartigheid, is zij de liefde die grenzeloos vergeeft. In Jezus Christus bereikt deze houding haar uiterste, ongehoorde en dramatische vorm: want in Hem wordt God een van ons, onze broeder in het mens-zijn, en offert Hij zelfs zijn leven voor ons. "In zijn dood aan het kruis", - ogenschijnlijk het grootste kwaad van de geschiedenis - , "voltrekt zich dat ‘zich tegen zichzelf keren’ van God, waarin Hij zichzelf wegschenkt om de mens weer te doen opstaan en hem te redden - liefde is dit in haar meest radicale vorm", waarin zichtbaar wordt wat "God is liefde" (1 Joh. 4, 8) [b:1 Joh. 4, 8] betekent, en waaruit ook begrepen wordt hoe authentieke liefde gedefinieerd moet worden vgl: Deus Caritas Est [[[715|9-10.12]]].
Hier komt ons, méér nog dan welke menselijke redenering ook, de verbijsterende nieuwheid van de bijbelse openbaring te hulp: de Schepper van hemel en aarde, de enige God die de oorsprong is van al wat bestaat, deze enige scheppende "Logos", deze scheppende rede weet persoonlijk de mens lief te hebben, ja heeft hem hartstochtelijk lief en wil van zijn kant bemind worden. Deze scheppende rede, die tegelijkertijd liefde is, geeft daarom leven aan een geschiedenis van liefde met Israël, zijn volk, en in deze geschiedenis toont zijn liefde zich, ten overstaan van het vele verraad van de kant van het volk, rijk aan onuitputtelijke trouw en barmhartigheid, is zij de liefde die grenzeloos vergeeft. In Jezus Christus bereikt deze houding haar uiterste, ongehoorde en dramatische vorm: want in Hem wordt God een van ons, onze broeder in het mens-zijn, en offert Hij zelfs zijn leven voor ons. "In zijn dood aan het kruis", - ogenschijnlijk het grootste kwaad van de geschiedenis - , "voltrekt zich dat ‘zich tegen zichzelf keren’ van God, waarin Hij zichzelf wegschenkt om de mens weer te doen opstaan en hem te redden - liefde is dit in haar meest radicale vorm", waarin zichtbaar wordt wat "God is liefde" (1 Joh. 4, 8) [b:1 Joh. 4, 8] betekent, en waaruit ook begrepen wordt hoe authentieke liefde gedefinieerd moet worden vgl: Deus Caritas Est [[[715|9-10.12]]].
Referenties naar alinea 10: 0
Geen referenties naar deze alineaExtra opties voor deze alinea
Kopieer alinea-URL naar klembord Reageer op deze alinea Deel op social media
11
Juist omdat Hij ons waarachtig liefheeft, respecteert en redt Hij onze vrijheid. Tegenover de macht van het kwaad en de zonde stelt Hij niet een nog grotere macht maar - zoals onze geliefde paus Johannes Paulus II ons heeft gezegd in de Encycliek Dives in Misericordia [755] en voor het laatst in zijn boek Geheugen en Identiteit, zijn echte geestelijk testament - liever stelt Hij er de grens aan van zijn geduld en van zijn barmhartigheid, die grens die concreet neerkomt op het lijden van de Zoon van God. Zo wordt ook ons lijden van binnenuit omgevormd, het wordt binnengeleid in de dimensie van de liefde en omvat een belofte van heil.
Dierbare broeders en zusters,dat alles heeft Johannes Paulus II niet alleen maar gedacht, en zelfs niet alleen maar geloofd met een abstract geloof: hij heeft het begrepen en geleefd met een geloof dat door lijden was gerijpt. Op deze weg zijn wij als Kerk geroepen hem te volgen, op de wijze en in de mate die God voor ieder van ons beschikt. Natuurlijk maakt het kruis ons bang, zoals het in Jezus Christus vrees en angst veroorzaakte (Mc. 14, 33-36) [[b:Mc. 14, 33-36]]. Maar het kruis is niet de ontkenning van het leven waartegen men zich zou moeten afschermen om gelukkig te zijn. Het vormt integendeel het uiterste "ja" van God tot de mens, de hoogste uitdrukking van zijn liefde en de oorsprong van het volle en volmaakte leven: het bevat daarom de meest overtuigende uitnodiging om Christus te volgen op de weg van de zelfgave. Ik wil hier graag en met een bijzondere genegenheid stilstaan bij de lijdende leden van het lichaam van de Heer: zoals overal ter wereld vullen zij ook in Italië in eigen vlees aan wat aan het lijden van Christus ontbreekt (Kol. 1, 24) [[b:Kol. 1, 24]] en dragen zo op de meest werkdadige manier bij aan het gemeenschappelijk heil. Zij vormen de meest overtuigende getuigen van die vreugde die van God komt en die de kracht geeft het kruis in liefde en met volharding te aanvaarden.
Referenties naar alinea 11: 0
Geen referenties naar deze alineaExtra opties voor deze alinea
Kopieer alinea-URL naar klembord Reageer op deze alinea Deel op social media
12
Wij weten best dat deze keuze van het geloof en van de navolging van Christus nooit gemakkelijk is: altijd vindt zij tegenwerking en is zij omstreden. De Kerk blijft daarom een "teken van tegenspraak" in de voetsporen van haar Meester (Lc. 2, 34) [[b:Lc. 2, 34]], ook in onze tijd. Maar laten wij daardoor niet de moed verliezen! Wij moeten integendeel steeds bereid zijn om antwoord te geven (apo-logia) aan ieder die ons naar de reden (logos) vraagt van onze hoop, zoals de Eerste Brief van Petrus ons uitnodigt te doen (1 Pt. 3, 15) [b:1 Pt. 3, 15], die u heel toepasselijk gekozen hebt als bijbelse gids voor de weg van dit Congres. Wij moeten antwoorden "met zachtmoedigheid en gepaste eerbied en een zuiver geweten" (1 Pt. 3, 15-16) [[b:1 Pt. 3, 15-16]] met die zachtmoedige kracht die van de vereniging met Christus komt. We moeten het doen op elk terrein, zowel op het niveau van het denken als van de actie, van het persoonlijke gedrag als van het publieke getuigenis.
De sterke eenheid die in de Kerk van de eerste eeuwen werd gerealiseerd tussen een geloof dat met het verstand bevriend was en een levenspraktijk die gekenmerkt werd door de onderlinge liefde en de zorgzame aandacht voor de armen en de lijdenden, heeft de eerste grote missionaire expansie mogelijk gemaakt van het christendom in de hellenistisch-romeinse wereld. Zo is het ook daarna gegaan in verschillende culturele contexten en historische situaties. Dit blijft de hoofdweg voor de evangelisatie: moge de Heer ons leiden opdat wij deze eenheid tussen waarheid en liefde beleven in de eigen omstandigheden van onze tijd, voor de evangelisatie van Italië en van de wereld van vandaag. Zo kom ik aan een belangrijk en fundamenteel punt, namelijk de opvoeding.
De sterke eenheid die in de Kerk van de eerste eeuwen werd gerealiseerd tussen een geloof dat met het verstand bevriend was en een levenspraktijk die gekenmerkt werd door de onderlinge liefde en de zorgzame aandacht voor de armen en de lijdenden, heeft de eerste grote missionaire expansie mogelijk gemaakt van het christendom in de hellenistisch-romeinse wereld. Zo is het ook daarna gegaan in verschillende culturele contexten en historische situaties. Dit blijft de hoofdweg voor de evangelisatie: moge de Heer ons leiden opdat wij deze eenheid tussen waarheid en liefde beleven in de eigen omstandigheden van onze tijd, voor de evangelisatie van Italië en van de wereld van vandaag. Zo kom ik aan een belangrijk en fundamenteel punt, namelijk de opvoeding.
Referenties naar alinea 12: 0
Geen referenties naar deze alineaExtra opties voor deze alinea
Kopieer alinea-URL naar klembord Reageer op deze alinea Deel op social media- Paragraaf 5 De opvoeding
13
Wil de ervaring van het geloof en van de christelijke liefde aanvaard worden en geleefd, en wil zij door de ene generatie aan de andere doorgegeven kunnen worden, dan is de opvoeding van de persoon een kwestie van fundamenteel en beslissend belang. Men moet zorg hebben voor de vorming van zijn verstand, zonder die van de vrijheid en van het vermogen tot liefhebben te verwaarlozen. En daarvoor is het noodzakelijk te steunen op de hulp van de genade. Alleen op die manier zal men tegenwicht kunnen bieden aan het risico dat het lot van de menselijke familie loopt, een risico dat gevormd wordt door het gebrek aan evenwicht tussen enerzijds de zo snelle groei van ons technisch kunnen en anderzijds de zoveel moeizamere groei van onze morele hulpbronnen.
Ware opvoeding zal de moed moeten wekken tot definitieve besluiten, die vandaag de dag beschouwd worden als een band die de vrijheid doodt, maar die in werkelijkheid onontbeerlijk zijn om te groeien en in het leven iets groots te bereiken, met name om de liefde in heel haar schoonheid te doen rijpen: en dus om consistentie en betekenis te geven aan diezelfde vrijheid. Uit deze zorg om de menselijke persoon en zijn vorming komen onze "nee's" vandaan tegen zwakke en afwijkende vormen van liefde en tegen de valse vormen van de vrijheid, evenals tegen de reductie van de rede tot het terrein van wat berekenbaar en manipuleerbaar is. In werkelijkheid echter zijn deze "nee's" veeleer "ja's" op de authentieke liefde, op de werkelijkheid van de mens als door God geschapen.
Ik wil hier heel mijn waardering tot uitdrukking brengen voor het grote vormings- en opvoedingswerk dat de afzonderlijke Kerken in Italië onvermoeibaar verrichten, voor hun pastorale aandacht voor de nieuwe generaties en de gezinnen: mijn dank voor deze aandacht! Van de veelvoudige vormen van deze inzet moet ik wel in het bijzonder aan de katholieke school herinneren, omdat er ten aanzien van haar in bepaalde mate nog steeds oude vooroordelen bestaan die schadelijke en inmiddels niet langer te rechtvaardige vertragingen veroorzaken in het erkennen van haar functie en in het toestaan van haar concrete werkzaamheid.
Ware opvoeding zal de moed moeten wekken tot definitieve besluiten, die vandaag de dag beschouwd worden als een band die de vrijheid doodt, maar die in werkelijkheid onontbeerlijk zijn om te groeien en in het leven iets groots te bereiken, met name om de liefde in heel haar schoonheid te doen rijpen: en dus om consistentie en betekenis te geven aan diezelfde vrijheid. Uit deze zorg om de menselijke persoon en zijn vorming komen onze "nee's" vandaan tegen zwakke en afwijkende vormen van liefde en tegen de valse vormen van de vrijheid, evenals tegen de reductie van de rede tot het terrein van wat berekenbaar en manipuleerbaar is. In werkelijkheid echter zijn deze "nee's" veeleer "ja's" op de authentieke liefde, op de werkelijkheid van de mens als door God geschapen.
Ik wil hier heel mijn waardering tot uitdrukking brengen voor het grote vormings- en opvoedingswerk dat de afzonderlijke Kerken in Italië onvermoeibaar verrichten, voor hun pastorale aandacht voor de nieuwe generaties en de gezinnen: mijn dank voor deze aandacht! Van de veelvoudige vormen van deze inzet moet ik wel in het bijzonder aan de katholieke school herinneren, omdat er ten aanzien van haar in bepaalde mate nog steeds oude vooroordelen bestaan die schadelijke en inmiddels niet langer te rechtvaardige vertragingen veroorzaken in het erkennen van haar functie en in het toestaan van haar concrete werkzaamheid.
Referenties naar alinea 13: 0
Geen referenties naar deze alineaExtra opties voor deze alinea
Kopieer alinea-URL naar klembord Reageer op deze alinea Deel op social media- Paragraaf 6 Getuigenissen van naastenliefde
14
Jezus heeft gezegd dat al wat wij gedaan zullen hebben voor de kleinsten van zijn broeders, wij dat aan Hem gedaan zullen hebben (Mt. 25, 40) [[b:Mt. 25, 40]]. Of wij Christus aanhangen wordt dus op zijn echtheid getoetst aan de liefde en aan de concrete zorg voor de zwaksten en de armsten, voor wie zich in groter gevaar bevindt en in zwaarder moeilijkheden.
De Kerk in Italië heeft een geweldige traditie in het nabij zijn van, het helpen van en de solidariteit met de behoeftigen, de zieken, de uitgestotenen, wat zijn hoogste uitdrukking vindt in een prachtige reeks van "Heiligen van de naastenliefde". Deze traditie zet zich ook vandaag de dag voort en trekt zich de vele vormen van nieuwe armoede aan, morele en materiële, door middel van de Caritas, het sociale vrijwilligerswerk en het dikwijls verborgen werk van zoveel parochies, religieuze gemeenschappen, verenigingen en groeperingen en afzonderlijke personen die bewogen worden door de liefde voor Christus en hun broeders en zusters. De Kerk in Italië getuigt ook van een buitengewone solidariteit met de onafzienbare menigte armen van deze aarde.
Daarom is het meer dan ooit van belang dat al deze getuigenissen van naastenliefde hun specifieke profiel hoog en helder houden, door zich in de Heer te voeden met nederigheid en vertrouwen, door zich vrij te houden van ideologische influisteringen en partijsympathieën, en vooral door hun eigen blik te meten aan die van Christus: de praktische actie is dus belangrijk, maar meer nog telt onze persoonlijke deelname aan de noden en het lijden van de naaste. Zo maakt, dierbare broeders en zusters, de naastenliefde van de Kerk de liefde van God zichtbaar in de wereld en maakt zij ons geloof in de vleesgeworden, gekruisigde en verrezen God overtuigend.
De Kerk in Italië heeft een geweldige traditie in het nabij zijn van, het helpen van en de solidariteit met de behoeftigen, de zieken, de uitgestotenen, wat zijn hoogste uitdrukking vindt in een prachtige reeks van "Heiligen van de naastenliefde". Deze traditie zet zich ook vandaag de dag voort en trekt zich de vele vormen van nieuwe armoede aan, morele en materiële, door middel van de Caritas, het sociale vrijwilligerswerk en het dikwijls verborgen werk van zoveel parochies, religieuze gemeenschappen, verenigingen en groeperingen en afzonderlijke personen die bewogen worden door de liefde voor Christus en hun broeders en zusters. De Kerk in Italië getuigt ook van een buitengewone solidariteit met de onafzienbare menigte armen van deze aarde.
Daarom is het meer dan ooit van belang dat al deze getuigenissen van naastenliefde hun specifieke profiel hoog en helder houden, door zich in de Heer te voeden met nederigheid en vertrouwen, door zich vrij te houden van ideologische influisteringen en partijsympathieën, en vooral door hun eigen blik te meten aan die van Christus: de praktische actie is dus belangrijk, maar meer nog telt onze persoonlijke deelname aan de noden en het lijden van de naaste. Zo maakt, dierbare broeders en zusters, de naastenliefde van de Kerk de liefde van God zichtbaar in de wereld en maakt zij ons geloof in de vleesgeworden, gekruisigde en verrezen God overtuigend.
Referenties naar alinea 14: 0
Geen referenties naar deze alineaExtra opties voor deze alinea
Kopieer alinea-URL naar klembord Reageer op deze alinea Deel op social media- Paragraaf 7 Burgerlijke en politieke verantwoordelijkheden van de katholieken
15
Uw congres heeft terecht ook het thema aangesneden van het burgerschap, dat wil zeggen van de burgerlijke en politieke verantwoordelijkheden van de katholieken. Christus is immers gekomen om de reële en concrete mens te redden, die in de geschiedenis leeft en in de gemeenschap. Daarom hebben het christendom en de Kerk van meet af aan ook een publieke dimensie en impact gehad. Zoals ik geschreven heb in de encycliek Deus Caritas Est [715] vgl: Deus Caritas Est [[[715|28-29]]], heeft Jezus aangaande de betrekkingen tussen godsdienst en politiek iets wezenlijks nieuws gebracht, wat de weg geopend heeft naar een menselijker en vrijere wereld, door het onderscheid en de wederzijdse autonomie tussen de Staat en de Kerk, tussen wat van de Keizer en wat van God is (Mt. 22, 21) [[b:Mt. 22, 21]]. De vrijheid van godsdienst die wij als een universele en in de wereld van vandaag zo bijzonder noodzakelijke waarde beschouwen, heeft hier haar historische oorsprong.
De Kerk is dan ook niet politiek actief, en wil dat ook niet zijn. Tegelijkertijd is zij ten diepste geïnteresseerd in het welzijn van de politieke gemeenschap waarvan de gerechtigheid de ziel is, en zij biedt haar op een tweevoudig niveau haar specifieke bijdrage aan. Het christelijk geloof zuivert immers de rede en helpt haar om beter zichzelf te zijn: met haar sociale leer, die beargumenteerd wordt vanuit wat overeenstemt met de natuur van elk menselijk wezen, draagt de Kerk er daarom toe bij, dat al wat rechtvaardig is ook als zodanig erkend en vervolgens verwezenlijkt kan worden.
Voor dat doel zijn uiteraard de morele en geestelijke energieën onontbeerlijk die toestaan dat de eisen van de rechtvaardigheid voorrang krijgen boven de belangen van de persoon, of van een sociale categorie, of ook van een Staat: hier is er voor de Kerk opnieuw een heel weide ruimte om deze energieën in de gewetens wortel te laten schieten, ze te voeden en te versterken. De onmiddellijke taak tot handelen op het politieke terrein om een rechtvaardige ordening van de samenleving te bouwen, komt dus niet aan de Kerk als zodanig toe, maar aan de lekengelovigen, die als burgers onder eigen verantwoordelijkheid werken: daarbij gaat het om een taak van het allergrootste belang, waaraan de Italiaanse christengelovige leken geroepen zijn zich edelmoedig en moedig toe te wijden, verlicht door het geloof en door het leergezag van de Kerk en bezield met de liefde van Christus.
De Kerk is dan ook niet politiek actief, en wil dat ook niet zijn. Tegelijkertijd is zij ten diepste geïnteresseerd in het welzijn van de politieke gemeenschap waarvan de gerechtigheid de ziel is, en zij biedt haar op een tweevoudig niveau haar specifieke bijdrage aan. Het christelijk geloof zuivert immers de rede en helpt haar om beter zichzelf te zijn: met haar sociale leer, die beargumenteerd wordt vanuit wat overeenstemt met de natuur van elk menselijk wezen, draagt de Kerk er daarom toe bij, dat al wat rechtvaardig is ook als zodanig erkend en vervolgens verwezenlijkt kan worden.
Voor dat doel zijn uiteraard de morele en geestelijke energieën onontbeerlijk die toestaan dat de eisen van de rechtvaardigheid voorrang krijgen boven de belangen van de persoon, of van een sociale categorie, of ook van een Staat: hier is er voor de Kerk opnieuw een heel weide ruimte om deze energieën in de gewetens wortel te laten schieten, ze te voeden en te versterken. De onmiddellijke taak tot handelen op het politieke terrein om een rechtvaardige ordening van de samenleving te bouwen, komt dus niet aan de Kerk als zodanig toe, maar aan de lekengelovigen, die als burgers onder eigen verantwoordelijkheid werken: daarbij gaat het om een taak van het allergrootste belang, waaraan de Italiaanse christengelovige leken geroepen zijn zich edelmoedig en moedig toe te wijden, verlicht door het geloof en door het leergezag van de Kerk en bezield met de liefde van Christus.
Referenties naar alinea 15: 0
Geen referenties naar deze alineaExtra opties voor deze alinea
Kopieer alinea-URL naar klembord Reageer op deze alinea Deel op social media
16
Een speciale aandacht en een buitengewone inspanning zijn vandaag de dag vereist in verband met die grote uitdagingen waardoor grote delen van de mensenfamilie grotelijks in gevaar verkeren: de oorlogen en het terrorisme, de honger en de dorst, en enkele vreselijke epidemieën.
Maar het is ook nodig om met dezelfde vastberadenheid en duidelijkheid van bedoeling het hoofd te bieden aan het risico van politieke en wetgevende keuzes, die in tegenspraak zijn met de fundamentele waarden en de antropologische en ethische beginselen die in de natuur van het menselijk wezen wortelen, met name wat betreft de bescherming van het menselijk leven in al haar fasen, vanaf de ontvangenis tot aan de natuurlijke dood, en wat betreft de bevordering van het op het huwelijk gefundeerde gezin, onder vermijding van de invoering in de publieke orde van andere vormen van verbintenis, die ertoe kunnen leiden het gezin te destabiliseren, doordat ze er het bijzondere karakter van verduisteren evenals zijn onvervangbare sociale rol.
Het open en moedig getuigenis van dat de Kerk en de katholieken van Italië in deze hebben gegeven en nog geven, vormt een kostbare dienst aan Italië, nuttig en ook stimulerend voor veel andere Naties. Deze inspanning en dit getuigenis vormen zeker een onderdeel van dat grote "ja" dat wij, die in Christus geloven, zeggen tot de mens die door God bemind wordt.
Maar het is ook nodig om met dezelfde vastberadenheid en duidelijkheid van bedoeling het hoofd te bieden aan het risico van politieke en wetgevende keuzes, die in tegenspraak zijn met de fundamentele waarden en de antropologische en ethische beginselen die in de natuur van het menselijk wezen wortelen, met name wat betreft de bescherming van het menselijk leven in al haar fasen, vanaf de ontvangenis tot aan de natuurlijke dood, en wat betreft de bevordering van het op het huwelijk gefundeerde gezin, onder vermijding van de invoering in de publieke orde van andere vormen van verbintenis, die ertoe kunnen leiden het gezin te destabiliseren, doordat ze er het bijzondere karakter van verduisteren evenals zijn onvervangbare sociale rol.
Het open en moedig getuigenis van dat de Kerk en de katholieken van Italië in deze hebben gegeven en nog geven, vormt een kostbare dienst aan Italië, nuttig en ook stimulerend voor veel andere Naties. Deze inspanning en dit getuigenis vormen zeker een onderdeel van dat grote "ja" dat wij, die in Christus geloven, zeggen tot de mens die door God bemind wordt.
Referenties naar alinea 16: 0
Geen referenties naar deze alineaExtra opties voor deze alinea
Kopieer alinea-URL naar klembord Reageer op deze alinea Deel op social media- Paragraaf 8 Met Christus verenigd zijn
17
Moge de Maagd Maria, die zo geliefd is in elke streek van Italië, ons voorgaan en begeleiden in de vereniging met Christus. In haar ontmoeten wij, zuiver en zonder vervorming, het ware wezen van de Kerk en zo leren wij door Haar het mysterie van de Kerk kennen en liefhebben dat leeft in de geschiedenis, voelen wij ons ten diepste deel van haar, worden wij op onze beurt "kerkelijke zielen", leren wij weerstand te bieden aan die "innerlijke secularisatie" die de Kerk van onze tijd bedreigt, ten gevolge van de secularisatieprocessen die de Europese beschaving ten diepste hebben getekend.
Dierbare broeders en zusters,de taken en verantwoordelijkheden die dit Congres zo duidelijk doet uitkomen, zijn zeker groot en talrijk. Daarom worden wij aangespoord om steeds voor ogen te houden dat wij dit gewicht niet alleen dragen: we steunen immers elkaar en bovendien leidt en ondersteunt de Heer zelf de kwetsbare Kerkboot. Zo keren we terug tot ons uitgangspunt: van beslissend belang is, dat wij met Hem verenigd zijn en daardoor met elkaar, dat wij Hem vergezellen om in zijn naam te kunnen gaan (Mc. 3, 13-15) [[b:Mc. 3, 13-15]]. Onze ware kracht is erin gelegen dat wij ons voeden met zijn woord en met zijn lichaam, dat wij ons verenigen met zijn offergave voor ons, zoals we zullen doen in de viering van deze namiddag, dat wij Hem aanbidden zoals Hij aanwezig is in de Eucharistie. Voor ons moet inderdaad de aanbidding, die ons werkelijk vrij maakt en ons de criteria aanreikt voor ons handelen, voorrang hebben op elke activiteit en op elk programma van onze kant.
Moge de Maagd Maria, die zo geliefd is in elke streek van Italië, ons voorgaan en begeleiden in de vereniging met Christus. In haar ontmoeten wij, zuiver en zonder vervorming, het ware wezen van de Kerk en zo leren wij door Haar het mysterie van de Kerk kennen en liefhebben dat leeft in de geschiedenis, voelen wij ons ten diepste deel van haar, worden wij op onze beurt "kerkelijke zielen", leren wij weerstand te bieden aan die "innerlijke secularisatie" die de Kerk van onze tijd bedreigt, ten gevolge van de secularisatieprocessen die de Europese beschaving ten diepste hebben getekend.
Referenties naar alinea 17: 0
Geen referenties naar deze alineaExtra opties voor deze alinea
Kopieer alinea-URL naar klembord Reageer op deze alinea Deel op social media
18
Dierbare broeders en zusters, laten we samen ons gebed richten tot de Heer, nederig maar vol vertrouwen, dat Italiaanse katholieke gemeenschap (communità), ingevoegd in de levende gemeenschap (communio) van de Kerk van elke plaats en alle tijden, en nauw verenigd met de eigen Bisschoppen, met hernieuwd elan aan deze geliefde Natie en aan elke uithoek van de aarde, het getuigenis mag geven van de verrezen Jezus, hoop van Italië en van de hele wereld.
Referenties naar alinea 18: 0
Geen referenties naar deze alineaExtra opties voor deze alinea
Kopieer alinea-URL naar klembord Reageer op deze alinea Deel op social mediaReferenties naar dit document: 4
Open uitgebreid overzichthttps://rkdocumenten.nl/toondocument/1463-het-getuigenis-van-de-verrezen-christus-over-de-aanwezigheid-nl