Ce premier congres - Over onderzoek en nieuwe mogelijkheden in de geneeskunde
x
Informatie over dit document
Ce premier congres - Over onderzoek en nieuwe mogelijkheden in de geneeskunde
Tot de deelnemers aan het eerste internationale congres voor histopathologie van het zenuwstelsel
Paus Pius XII
13 september 1952
Pauselijke geschriften - Toespraken
1952, Katholiek Archief 11 jrg.
13 september 1952
15 maart 2010
1455
nl
Referenties naar dit document: 6
Open uitgebreid overzichtReferenties naar dit document van thema's en berichten
Open uitgebreid overzichtExtra opties voor dit document
Kopieer document-URL naar klembord Reageer op dit document Deel op social mediaInhoudsopgave
Uitklappen
- Inhoud
1
Dit "Eerste Internationale Congres voor Histopathologie van het Zenuwstelsel" is er in geslaagd een waarlijk zeer uitgebreid terrein te bestrijken. Door een diepgaande uiteenzetting en bewijsvoering moest men in de oorzaken en het eerste optreden van de ziekten van het algehele zenuwstelsel in strikte zin en van de zogenaamde Psychische ziekten in een juist perspectief belichten. Er is ook een rapport aangeboden en er is gediscussieerd over de vorderingen en de laatste ontdekkingen betreffende de aandoeningen van de hersenen en andere organen, die de oorsprong en de oorzaak van zenuwziekten als Psychopathiën vormen. Het betrof hier inderdaad ten dele door geheel nieuwe middelen en methoden gedane ontdekkingen. Het aantal en de herkomst van de deelnemers en in het bijzonder van de rapporteurs toont aan, dat de geleerden van de meest verschillende landen en volkeren hun ondervindingen tot wederzijdse verrijking hebben uitgewisseld in het belang van de wetenschap, van de zieken individueel en van de gemeenschap.
Referenties naar alinea 1: 0
Geen referenties naar deze alineaExtra opties voor deze alinea
Kopieer alinea-URL naar klembord Reageer op deze alinea Deel op social media
2
Gij zult niet van Ons verwachten, dat Wij de medische vraagstukken, waarmede gij U bezig houdt, zullen behandelen. Deze behoren tot Uw gebied. Gij hebt deze dagen een algemeen overzicht gegeven van het uitgestrekte terrein Uwer onderzoekingen en arbeid. Om aan de wens te beantwoorden, welke gij zelf te kennen hebt gegeven, zouden Wij nu uw aandacht willen vestigen op de grenzen van dit terrein, niet de grenzen van de medische mogelijkheden, van de theoretische en praktische kennis, maar de grenzen der morele verplichtingen. Wij zouden Ons tot tolk willen maken van het zedelijke geweten van de onderzoeker, van de geleerde en van de praktiserende geneesheer, van het zedelijke geweten van de mens als Christen, die allen trouwens dezelfde weg volgen.
Referenties naar alinea 2: 0
Geen referenties naar deze alineaExtra opties voor deze alinea
Kopieer alinea-URL naar klembord Reageer op deze alinea Deel op social media
3
In Uw rapporten en discussies hebt gij vele nieuwe wegen bezien, maar er blijft nog een aantal vraagstukken over, die nog niet zijn opgelost. Uw moedige en onderzoekende geest spoort U aan de zo pas ontdekte mogelijkheden te onderzoeken, er nog verder in door te dringen, andere wegen te scheppen en methoden te vernieuwen. De ernstige en bekwame geneesheer zal dikwijls met een soort van spontane intuïtie de zedelijke geoorloofdheid van de handeling zien, Welke hij voornemens is te verrichten. Hij zal daarbij volgens zijn geweten handelen. Maar er doen zich ook mogelijkheden voor, waarbij hij deze zekerheid niet heeft, waarbij hij wellicht het tegenovergestelde met zekerheid ziet of meent te zien, waarbij hij twijfelt en wikt tussen ja en neen. De arts als mens stelt zich niet tevreden om alleen uit medisch standpunt te onderzoeken hetgeen hij kan beproeven en waarin hij kan slagen, maar hij wil ook zekerheid bezitten omtrent de mogelijkheden en de morele verplichtingen.
Referenties naar alinea 3: 0
Geen referenties naar deze alineaExtra opties voor deze alinea
Kopieer alinea-URL naar klembord Reageer op deze alinea Deel op social media
4
Wij willen hier thans in enkele trekken de wezenlijke beginselen uiteenzetten, die het mogelijk maken op deze vraag een antwoord te geven. De toepassing op de bijzondere gevallen zult gij als artsen zelf doen, want dikWijls dringt alleen de arts volledig tot het medische vraagstuk, op zichzelf beschouwd of in zijn uitwerkingen, door en dit vooral ook, omdat zonder een juiste kennis van het medische feit het onmogelijk is te bepalen welk zedelijk beginsel op bepaalde handelingen moet worden toegepast. Gewoonlijk zullen deze gegevens door een onderlinge uitleg of door elkaar aan te vullen, een veilig oordeel over de morele geoorloofdheid van het geval in de concrete situatie mogelijk maken.
Referenties naar alinea 4: 0
Geen referenties naar deze alineaExtra opties voor deze alinea
Kopieer alinea-URL naar klembord Reageer op deze alinea Deel op social media
5
Om nieuwe procédé's, nieuwe proeven en methoden van onderzoek en medische behandeling te rechtvaardigen, moet aan drie beginselen zijn voldaan. Deze beginselen zijn:
- het belang van de medische wetenschap (Het belang van de wetenschap als rechtvaardiging van het onderzoek en van het gebruik van nieuwe methoden) [1455 |+ 8 ];
- het persoonlijk belang van de te behandelen patiënt (Het belang van de patiënt als rechtvaardiging van de nieuwe medische methode van onderzoek en behandeling) [1455 |+ 12 ];
- het belang van de gemeenschap, het "algemeen welzijn" (Het belang van de gemeenschap als rechtvaardiging van nieuwe medische methoden van onderzoek en van behandeling) [1455 |+ 25 ].
Referenties naar alinea 5: 0
Geen referenties naar deze alineaExtra opties voor deze alinea
Kopieer alinea-URL naar klembord Reageer op deze alinea Deel op social media
6
Wij stellen nu de vraag: Hebben deze drie belangen ieder op zichzelf bezien of minstens alle drie tezamen een absolute waarde om de medische behandeling te motiveren en te rechtvaardigen of hebben zij slechts een waarde binnen bepaalde grenzen? Is dit laatste het geval; welke zijn deze grenzen? Wij zullen trachten deze vragen in het kort te beantwoorden.
Referenties naar alinea 6: 0
Geen referenties naar deze alineaExtra opties voor deze alinea
Kopieer alinea-URL naar klembord Reageer op deze alinea Deel op social media- HOOFDSTUK 1 Het belang van de wetenschap als rechtvaardiging van het onderzoek en van het gebruik van nieuwe methoden
7
De wetenschappelijke kennis heeft haar eigen waarde op het gebied van de medische wetenschap niet minder dan op de andere wetenschappelijke gebieden, zoals bijvoorbeeld de fysica, de chemie, de cosmologie, de psychologie - een waarde, welke zeker niet verkleind mag worden en welke zich geheel onafhankelijk van het nut en het nuttig verbruik van de verkregen kennis, opdringt. Ook brengen de kennis als zodanig en de volheid van de kennis van de gehele waarheid geen enkel moreel bezwaar met zich mede. Krachtens hetzelfde beginsel zijn het onderzoek en het verkrijgen van de waarheid om tot nieuwe kennis en nieuwe wijdere en diepere begrippen van dezelfde waarheid te komen op zichzelf in overeenstemming met de zedelijke orde.
Referenties naar alinea 7: 0
Geen referenties naar deze alineaExtra opties voor deze alinea
Kopieer alinea-URL naar klembord Reageer op deze alinea Deel op social media
8
Dit betekent echter niet, dat elke methode, of ook een enkele, duidelijk bepaalde methode van wetenschappelijk en technisch onderzoek alle morele garantie geeft of nog erger, dat elke methode geoorloofd wordt, alleen door het feit, dat zij onze kennis vermeerdert en verdiept.
Het gebeurt soms, dat een methode niet in praktijk kan worden gebracht zonder dat het recht van anderen wordt benadeeld of een moreel voorschrift van absolute waarde wordt geschonden. In dit geval is deze methode, ofschoon men met goed recht streeft naar kennisvermeerdering, moreel niet toelaatbaar.
Waarom is dit zo? Omdat de wetenschap niet de hoogste waarde is, waaraan alle andere orden van waarden - of in dezelfde orde alle bijzondere waarden ondergeschikt zijn. De wetenschap zelf, en dus ook het onderzoek en het verkrijgen van de wetenschap, moet zich schikken in de rangorde van waarden. Hier rijzen duidelijk omschreven grenzen op, welke zelfs de medische wetenschap niet kan overschrijden, zonder de hogere zedelijke bepalingen te schenden. De vertrouwelijke betrekking tussen arts en patiënt, het persoonlijk recht van de patiënt op het fysieke en geestelijke leven en zijn psychische of morele onschendbaarheid, zijn o.a. reeds waarden, welke boven het wetenschappelijk belang verheven zijn. Deze vaststelling zal hierna nog duidelijker worden.
Het gebeurt soms, dat een methode niet in praktijk kan worden gebracht zonder dat het recht van anderen wordt benadeeld of een moreel voorschrift van absolute waarde wordt geschonden. In dit geval is deze methode, ofschoon men met goed recht streeft naar kennisvermeerdering, moreel niet toelaatbaar.
Waarom is dit zo? Omdat de wetenschap niet de hoogste waarde is, waaraan alle andere orden van waarden - of in dezelfde orde alle bijzondere waarden ondergeschikt zijn. De wetenschap zelf, en dus ook het onderzoek en het verkrijgen van de wetenschap, moet zich schikken in de rangorde van waarden. Hier rijzen duidelijk omschreven grenzen op, welke zelfs de medische wetenschap niet kan overschrijden, zonder de hogere zedelijke bepalingen te schenden. De vertrouwelijke betrekking tussen arts en patiënt, het persoonlijk recht van de patiënt op het fysieke en geestelijke leven en zijn psychische of morele onschendbaarheid, zijn o.a. reeds waarden, welke boven het wetenschappelijk belang verheven zijn. Deze vaststelling zal hierna nog duidelijker worden.
Referenties naar alinea 8: 0
Geen referenties naar deze alineaExtra opties voor deze alinea
Kopieer alinea-URL naar klembord Reageer op deze alinea Deel op social media
9
Alhoewel de authentieke waarde van het "belang der wetenschap" erkend moet worden en de zedenwet aan de mens niet verbiedt deze waarde te bewaren, te vermeerderen en te verdiepen, mag men toch niet beweren, dat "met als evident te veronderstellen, dat de interventie van de arts door een wetenschappelijk belang bepaald wordt en dat hij de voorschriften van zijn beroep nakomt, er geen grenzen zijn voor de methoden tot vermeerdering en verdieping van de medische wetenschap". Zelfs op deze voorwaarde mag men dit beginsel niet eenvoudig toegeven.
Referenties naar alinea 9: 0
Geen referenties naar deze alineaExtra opties voor deze alinea
Kopieer alinea-URL naar klembord Reageer op deze alinea Deel op social media- HOOFDSTUK 2 Het belang van de patiënt als rechtvaardiging van de nieuwe medische methode van onderzoek en behandeling
10
De fundamentele beschouwingen kunnen hier als volgt geformuleerd worden: "de medische behandeling van de zieke eist een bepaalde methode. Door dit feit alleen is de morele geoorloofdheid van deze methode bewezen." Of wel: "een bepaalde nieuwe methode, die tot nu veronachtzaamd of weinig toegepast werd, zal mogelljke, waarschijnlijke of zekere resultaten geven; daarom zijn alle ethische beschouwingen over de geoorloofdheid van deze methode onnodig geworden en moeten zij als doelloos worden beschouwd."
Referenties naar alinea 10: 0
Geen referenties naar deze alineaExtra opties voor deze alinea
Kopieer alinea-URL naar klembord Reageer op deze alinea Deel op social media
11
Hier zien wij hoe het ware en het valse dooreen gemengd wordt. Het "belang van de patiënt" geeft in zeer talrijke gevallen de morele rechtvaardiging van het gedrag van de arts. Het vraagstuk voert ook hier terug naar de absolute waarde van dit beginsel; maar volgt hieruit en maakt het tot beginsel, dat de interventie van de arts, door de medische wetenschap gewild, met de morele wet in overeenstemming is?
Referenties naar alinea 11: 0
Geen referenties naar deze alineaExtra opties voor deze alinea
Kopieer alinea-URL naar klembord Reageer op deze alinea Deel op social media- Paragraaf 1 Vanuit de patiënt bekeken
12
Allereerst moet aangenomen worden, dat de arts als privé persoon geen enkele maatregel kan nemen, op geen enkele wijze kan ingrijpen zonder de toestemming van de patiënt. De arts heeft over de patiënt slechts de macht en de rechten welke deze laatste hem geeft, hetzij uitdrukkelijk, hetzij impliciet en stilzwijgend. De patiënt van zijn kant kan niet meer rechten afstaan dan hij bezit. Het beslissende punt in deze strijdvraag is de morele geoorloofdheid van het recht, dat de patiënt heeft om over zichzelf te beschikken. Hier rijst de morele grens op van de behandeling van de arts, die met de toestemming van de patiënt handelt.
Referenties naar alinea 12: 0
Geen referenties naar deze alineaExtra opties voor deze alinea
Kopieer alinea-URL naar klembord Reageer op deze alinea Deel op social media
13
Wat de patiënt betreft, hij is niet absoluut meester van zichzelf, van zijn lichaam en van zijn geest. Hij kan dus niet over zich zelf beschikken naar het hem goeddunkt. De beweegreden zelf, waaruit hij handelt behoort hem - niet alleen, noch in voldoende, - noch in beslissende mate - toe. De patiënt is aan de onveranderlijke door de natuur bepaalde teleologie (doelleer) gebonden. Hij bezit het recht van gebruik, beperkt door de natuurlijke finaliteit van de vermogens en de krachten van zijn menselijke natuur. Omdat hij vruchtgebruiker is en geen eigenaar, heeft hij geen onbeperkte macht om handelingen van vernietiging of van mutilatie van anatomische en funetionnele aard te verrichten. Maar krachtens het beginsel van de totaliteit van zijn recht de diensten van het organisme als een geheel te gebruiken, kan hij beslissen over individuele delen om deze te vernietigen of te mutileren, wanneer dit noodzakelijk is of volgens de mate van noodzakelijkheid voor het welzijn van het wezen in zijn geheel, om zijn bestaan te verzekeren of om grote en blijvende nadelen te vermijden en natuurlijk om deze te herstellen. welke op geen andere wijze vermeden of hersteld kunnen worden.
Referenties naar alinea 13: 0
Geen referenties naar deze alineaExtra opties voor deze alinea
Kopieer alinea-URL naar klembord Reageer op deze alinea Deel op social media
14
De patiënt heeft dus het recht niet om zijn fysiek en psychisch geheel aan experimenten of medische onderzoekingen te onderwerpen, wanneer deze interventies vernieling, mutilaties, verwondingen of ernstige gevaren medebrengen of ten gevolge hebben.
Referenties naar alinea 14: 0
Geen referenties naar deze alineaExtra opties voor deze alinea
Kopieer alinea-URL naar klembord Reageer op deze alinea Deel op social media
15
Bovendien moet het individu bij de uitoefening van zijn beschikkingsrecht over zichzelf, zijn vermogens en zijn organen, de hiërarchie van waarden - en binnen deze rangorde van waarden de hiërarchie van de bijzondere goederen - in acht nemen voor zover de regels van de moraal dit eisen. Zo mag bijvoorbeeld de mens niet toepassen of toelaten op zichzelf medisch-fysieke of somatische handelingen, die zonder twijfel ernstige erfelijke gebreken of fysieke of psychische ziekten wegnemen, maar tegelijkertijd een blijvende opheffing of een belangrijke en duurzame vermindering van de vrijheid, d.w.z. van de menselijke persoonlijkheid in haar typische en karakteristieke functie met zich medebrengen. Men verlaagt aldus de mens tot het niveau van een zuiver voor ontvangen reflexen sensitief wezen of tot een levende automaat. Zulk een omverwerping van waarden laat de zedenwet niet toe; zij bepaalt hier ook de beperkingen en de grenzen van "het medisch belang van de patiënt".
Referenties naar alinea 15: 0
Geen referenties naar deze alineaExtra opties voor deze alinea
Kopieer alinea-URL naar klembord Reageer op deze alinea Deel op social media
16
Hier nog een ander voorbeeld: om zich te bevrijden van remmingen, verdringingen en psychische complexen, is de mens niet vrij, voor therapeutische doeleinden, alle en elk van zijn lusten in de seksuele sfeer in zich op te wekken, welke in zijn wezen woelen of gewoeld hebben en welke onzuivere gevoelens in zijn onbewust of onderbewust geweten veroorzaken. Hij kan er niet het voorwerp van zijn bewuste voorstellingen en verlangens van maken met al de schokken en reacties, welk zulk een daad met zich medebrengt. Voor de mens en de Christen bestaat er een wet van onschendbaarheid en van persoonlijke zuiverheid, van persoonlijke achting voor zich zelf, welke verbiedt zich aldus totaal in de wereld van seksuele voorstellingen en tendenzen te werpen. "Het medisch en psychotherapeutisch belang van de patiënt" vindt hier een morele grens. Het is niet bewezen en het is zelfs onjuist, dat de panseksuele methode van een zekere school van de psychoanalyse een onontbeerlijk integraal deel is van elke serieuze psychotherapie deze naam waardig; dat het feit, dat in het verleden deze methode veronachtzaamd is, grote psychische nadelen, dwalingen in de opvoedingsleer en bij de toepassing daarvan, in de psychotherapeutische leer en niet minder in de pastoraalleer veroorzaakt heeft; dat het dringend is deze lacune aan te vullen en allen, die zich met psychische vraagstukken bezighouden, in te leiden in de directieve ideeën en zelfs, zo het noodzakelijk is, in het praktisch gebruik van deze sexualiteitstechniek.
Referenties naar alinea 16: 0
Geen referenties naar deze alineaNotities bij deze alinea
Commentaar in "L\\'Osservatore Romano" over deze passage: nr. 42 [al:42]Extra opties voor deze alinea
Kopieer alinea-URL naar klembord Reageer op deze alinea Deel op social media
17
Wij zeggen dit, omdat dergelijke beweringen vandaag al te dikwijls met een apodictische zekerheid worden opgediend. Het zou beter zijn op het gebied van het instinctieve leven meer aandacht te schenken aan de indirecte behandeling en aan de actie van het bewuste psychisme op het geheel van de verbeeldings- en gevoelsactiviteit. Deze techniek vermijdt de genoemde afwijkingen. Zij tracht te verlichten, te genezen en te leiden; zij oefent ook invloed uit op de dynamiek van de sexualiteit, waarover men zich zo druk maakt, en welke zich in het onbewuste of halfbewuste geweten moet bevinden of zich bevindt.
Referenties naar alinea 17: 0
Geen referenties naar deze alineaExtra opties voor deze alinea
Kopieer alinea-URL naar klembord Reageer op deze alinea Deel op social media- Paragraaf 2 Vanuit de arts bekeken
18
Tot nu toe hebben Wij direct over de patiënt gesproken, niet over de arts. Wij hebben uitgelegd waar de morele grens ligt van het persoonlijk recht van de patiënt om over zichzelf, over zijn geest, over zijn lichaam, zijn vermogens, organen en functies te beschikken. Maar tegelijkertijd hebben Wij de vraag beantwoord: waar zich voor de arts de morele grens in zijn onderzoekingen en in het gebruik van nieuwe methoden en procédé's in het "belang van de patiënt" bevindt. Deze grens is dezelfde als voor de patiënt; zij is die, bepaald door het oordeel van het gezonde verstand, welke getrokken wordt door de eisen van een natuurlijke zedenwet, welke wordt afgeleid uit de in de mensen geschreven natuurteleologie en bepaald wordt door de rangorde van waarden, uitgedrukt in de natuur van de dingen. Deze grens is dezelfde voor de arts als voor de patiënt, want - Wij hebben het reeds gezegd - de arts beschikt als privé persoon slechts over de rechten door de patiënt afgestaan en de patiënt kan niet meer geven dan hij zelf bezit.
Referenties naar alinea 18: 0
Geen referenties naar deze alineaExtra opties voor deze alinea
Kopieer alinea-URL naar klembord Reageer op deze alinea Deel op social media
19
Hetgeen Wij hier gezegd hebben geldt ook voor de legale vertegenwoordiger van hem, die onbekwaam is over zichzelf en zijn aangelegenheden te beschikken: kinderen, die nog niet tot de volheid van hun verstand zijn gekomen, zwakzinnigen en krankzinnigen. Deze legale vertegenwoordigers, door een persoonlijke beslissing of door het openbare gezag aangesteld, hebben over de lichamen en het leven van hun ondergeschikten slechts die rechten, welke de laatsten zelf bezitten zo zij er bekwaam toe waren, niet meer en niet minder. Zij kunnen dus aan de arts niet het verlof geven buiten deze grenzen over de betrokkene te beschikken.
Referenties naar alinea 19: 0
Geen referenties naar deze alineaExtra opties voor deze alinea
Kopieer alinea-URL naar klembord Reageer op deze alinea Deel op social media- HOOFDSTUK 3 Het belang van de gemeenschap als rechtvaardiging van nieuwe medische methoden van onderzoek en van behandeling
20
Men doet een beroep op een derde belang om moreel het recht van de medische wetenschap voor nieuwe pogingen en interventies, voor nieuwe methoden en procédé's te rechtvaardigen: het belang van de gemeenschap, van de menselijke maatschappij, het "bonum commune" - "algemeen welzijn", zoals de filosoof en de socioloog dit uitdrukken.
Referenties naar alinea 20: 0
Geen referenties naar deze alineaExtra opties voor deze alinea
Kopieer alinea-URL naar klembord Reageer op deze alinea Deel op social media
21
Het is buiten twijfel, dat zulk een algemeen welzijn bestaat; men kan ook niet betwisten, dat zij verdere onderzoekingen eist en rechtvaardigt. De twee reeds genoemde belangen, dat van de wetenschap en dat van de patiënt zijn met het algemeen belang nauw verbonden.
Referenties naar alinea 21: 0
Geen referenties naar deze alineaExtra opties voor deze alinea
Kopieer alinea-URL naar klembord Reageer op deze alinea Deel op social media
22
Toch keert voor de derde maal de vraag terug: is het medisch belang van de gemeenschap niet in zijn opvatting en omvang door een zedelijke barrière beperkt? Is er "onbeperkte volmacht" voor elk ernstig medisch experiment op de levende mens? Neemt het de barrière weg, welke voor het belang van de wetenschap en voor het individu geldt? Of anders gezegd: Kan het openbare gezag - waarop juist de zorg voor het algemeen welzijn rust - aan de arts de macht geven proeven te nemen op het individu in het belang van de wetenschap en van de gemeenschap om nieuwe methoden en procédé's uit te vinden en te experimenteren, ook wanneer deze proeven het recht van het individu om over zichzelf te beschikken overschrijden; kan het openbare gezag, in het belang van de gemeenschap zelf het recht van het individu over zijn lichaam en zijn leven, zijn lichamelijke en psychologische integriteit beperken of wegvagen?
Referenties naar alinea 22: 1
Nous sommes - Over de grondslagen van de medische moraal ->=geentekst=Extra opties voor deze alinea
Kopieer alinea-URL naar klembord Reageer op deze alinea Deel op social media
23
Om hier een opwerping te voorkomen, willen Wij er op wijzen, dat Wij steeds veronderstellen, dat het serieuze onderzoekingen betreft, eerbare pogingen om de theoretische en praktische medische wetenschap te bevorderen en niet een of andere manoeuvre welke onder het mom van wetenschap dient om andere doeleinden te verbergen en deze straffeloos te verwezenlijken.
Referenties naar alinea 23: 1
Nous sommes - Over de grondslagen van de medische moraal ->=geentekst=Extra opties voor deze alinea
Kopieer alinea-URL naar klembord Reageer op deze alinea Deel op social media
24
Wat de gestelde vraagstukken betreft, hebben velen gemeend en menen vandaag nog, dat er bevestigend op geantwoord moet worden. Om hun opvatting te schragen, doen zij een beroep op het feit, dat het individu aan de gemeenschap ondergeschikt is, dat het welzijn van het individu voor het algemeen welzijn moet wijken en hieraan moet worden opgeofferd.
Zij voegen hieraan toe, dat het offer van het individu met het doel tot wetenschappelijk onderzoek en ontdekking gebracht, uiteindelijk een voordeel voor het individu is.
Zij voegen hieraan toe, dat het offer van het individu met het doel tot wetenschappelijk onderzoek en ontdekking gebracht, uiteindelijk een voordeel voor het individu is.
Referenties naar alinea 24: 1
Nous sommes - Over de grondslagen van de medische moraal ->=geentekst=Extra opties voor deze alinea
Kopieer alinea-URL naar klembord Reageer op deze alinea Deel op social media
25
De grote processen van na de oorlog hebben een ontstellende hoeveelheid documenten aan het licht gebracht, welke getuigen van het offer van het individu voor het "medische belang van de gemeenschap". Men vindt in de acten getuigenissen en rapporten, welke bewijzen, hoe met toestemming en soms op formeel bevel van de openbare overheid, zekere onderzoekcentra systematisch eisten, dat hun de mensen van de concentratiekampen voor hun medische experimenten werden geleverd en hoe men deze aan deze centra overleverde: zoveel mannen, zoveel vrouwen, zoveel voor dit experiment, zoveel voor dat. Er bestaan rapporten over het verloop en de resultaten van de experimenten, over de objectieve en subjectieve symptomen, bij de betrokkenen geconstateerd gedurende de verschillende phasen van het experiment. Men kan deze aantekeningen niet lezen zonder door een diep medelijden voor deze mensen, waarvan velen de dood zijn ingegaan, getroffen te worden en zonder door verbijstering bevangen te worden tegenover zulk een afwijking van de menselijke geest en het menselijke hart. Maar Wij kunnen hier ook bijvoegen: zij, die verantwoordelijk waren voor deze wrede daden, hebben niets anders gedaan dan bevestigend geantwoord op de vraagstukken, welke Wij gesteld hadden en de praktische conclusie uit deze bevestiging getrokken.
Referenties naar alinea 25: 1
Nous sommes - Over de grondslagen van de medische moraal ->=geentekst=Extra opties voor deze alinea
Kopieer alinea-URL naar klembord Reageer op deze alinea Deel op social media- Paragraaf 1 Het belang van het individu versus de gemeenschap
26
Is het belang van het individu tot op dat punt ondergeschikt aan het algemeen medisch belang of overschrijdt men hier, misschien te goeder trouw, de meest elementaire eisen van het natuurrecht, een overschrijding, welke geen enkel medisch onderzoek kan toestaan.
Referenties naar alinea 26: 1
Nous sommes - Over de grondslagen van de medische moraal ->=geentekst=Extra opties voor deze alinea
Kopieer alinea-URL naar klembord Reageer op deze alinea Deel op social media
27
Men zou de ogen moeten sluiten voor de werkelijkheid om te geloven, dat men op het huidige uur niemand meer in de wereld van de medische wetenschap vindt om de ideeën vast te houden en te verdedigen, welke aan de feiten ten grondslag liggen, welke Wij hebben opgenoemd. Het is voldoende gedurende enige tijd de rapporten te volgen, over de medische proeven en experimenten, om zich van het tegenovergestelde te overtuigen. Men vraagt zich onwillekeurig af, wie zulk een arts gemachtigd heeft om zulk een ingrijpen te durven verrichten en wie hem daartoe ooit had kunnen machtigen. Met een rustige objectiviteit wordt het experiment in zijn verloop en uitwerking beschreven; men tekent daarbij aan wat voorgevallen en niet voorgevallen is. Over het vraagstuk van de morele geoorloofdheid geen woord. Dit vraagstuk bestaat echter en het kan niet weggenomen worden door er over te zwijgen.
Referenties naar alinea 27: 1
Nous sommes - Over de grondslagen van de medische moraal ->=geentekst=Extra opties voor deze alinea
Kopieer alinea-URL naar klembord Reageer op deze alinea Deel op social media
28
Voorzover in de aangehaalde gevallen de morele rechtvaardiging der interventie wordt afgeleid van een bevel van het openbaar gezag en dus van de ondergeschiktheid van het individu aan de gemeenschap, van het individueel welzijn aan het sociaal welzijn, berust zij op een valse uitleg van het beginsel. Het zij opgemerkt, dat de mens als persoon uiteindelijk niet aan het nut van de gemeenschap ondergeschikt is, maar dat integendeel de gemeenschap er is voor de mens.
Referenties naar alinea 28: 1
Nous sommes - Over de grondslagen van de medische moraal ->=geentekst=Extra opties voor deze alinea
Kopieer alinea-URL naar klembord Reageer op deze alinea Deel op social media
29
De gemeenschap is het door de mens en het door God gewilde grote middel, om de uitwisseling te regelen, daar waar de wederzijdse behoeften elkaar aanvullen, om een ieder te helpen om volmaakt zijn persoonlijkheid volgens zijn persoonlijke en sociale geschiktheden te ontwikelen. De gemeenschap, als een geheel beschouwd, is geen fysieke eenheid, die op zichzelf bestaat en haar individuele leden zijn er geen integrerende delen van. Het fysieke organisme van de levende wezens, van de planten, van de dieren of van de mens bezit als geheel een eenheid, welke op zichzelf bestaat; elk van zijn ledematen, bijvoorbeeld de hand, de voet, het hart, het oog is een integrerend deel, volgens de gehele natuur bestemd, om in het geheel van het organisme te worden ingeschakeld. Buiten het organisme, heeft het, door zijn natuur zelf, geen enkele zin en geen enkel doel; het is geheel door de totaliteit van het organisme, waarmee het verbonden is, geabsorbeerd.
Referenties naar alinea 29: 1
Nous sommes - Over de grondslagen van de medische moraal ->=geentekst=Extra opties voor deze alinea
Kopieer alinea-URL naar klembord Reageer op deze alinea Deel op social media
30
Het is geheel anders in de morele gemeenschap en in elk organisme met een zuiver moreel karakter. Het geheel heeft hier geen eenheid, welke op zichzelf bestaat, maar een eenvoudige eenheid van finaliteit en van actie. In de gemeenschap zijn de individuen slechts medewerkers en instrumenten voor de verwezenlijking van het gemeenschappelijke doel.
Referenties naar alinea 30: 1
Nous sommes - Over de grondslagen van de medische moraal ->=geentekst=Extra opties voor deze alinea
Kopieer alinea-URL naar klembord Reageer op deze alinea Deel op social media- Paragraaf 2 Het fysieke organisme
31
Wat volgt hier voor het fysieke organisme uit? De meester en de vruchtgebruiker van dit organisme, hetwelk een subsisterende eenheid bezit, kan direct en onmiddellijk over de integrerende onderdelen, de ledematen en de organen, binnen het kader van hun natuurlijke doelstellingen beschikken; het kan op gelijke wijze tussenbeide komen telkens en in de mate, dat het welzijn van het geheel dit vraagt om er de ledematen van te verlammen, te vernietigen, te mutileren of te scheiden. Maar wanneer daarentegen het geheel slechts een eenheid van doelstelling en actie bezit, bezit zijn chef, d.w.z. in dit geval het openbaar gezag, zonder twijfel een direct gezag en het recht, eisen aan de activiteit van de delen te stellen, maar het kan in geen geval over zijn fysiek wezen beschikken. Elke directe aanval op zijn wezen is ook een misbruik van de bevoegdheid van het gezag.
Referenties naar alinea 31: 1
Nous sommes - Over de grondslagen van de medische moraal ->=geentekst=Extra opties voor deze alinea
Kopieer alinea-URL naar klembord Reageer op deze alinea Deel op social media
32
Hier gaat het om medisch ingrijpen, dat rechtstreeks en onmiddellijk het fysieke wezen raakt, hetzij in zijn geheel, hetzij in de afzonderlijke organen van het menselijke organisme. Maar krachtens het bovengenoemde beginsel heeft het openbare gezag geen enkel recht; het kan dit recht dus ook niet delegeren aan artsen en onderzoekers. Het is de Staat evenwel, waardoor de medicus gemachtigd moet worden, wanneer hij ingrijpt in het organisme van het individu "in het belang van de gemeenschap". Want hij handelt dan niet als particulier persoon, maar als gemachtigde van het openbaar gezag. Dit openbaar gezag echter kan het recht niet overdragen, omdat het hetzelf niet bezit, uitgezonderd in het reeds eerder genoemde geval, dat het optreedt in de positie van vervanger als rechtmatige vertegenwoordiger van een minderjarige, zolang deze niet in staat is zelf te beslissen, of van zwakzinnigen en krankzinnigen.
Referenties naar alinea 32: 0
Geen referenties naar deze alineaExtra opties voor deze alinea
Kopieer alinea-URL naar klembord Reageer op deze alinea Deel op social media
33
Zelfs wanneer het gaat om de executie van een ter dood veroordeelde, beschikt de Staat niet over het recht van het individu op het leven. In dat geval is aan het openbaar gezag het recht voorbehouden, de veroordeelde het goed van het leven te ontnemen ter uitboeting van zijn misdaad, nadat de veroordeelde door zijn misdaad zelf reeds onteigend is van zijn recht op leven.
Referenties naar alinea 33: 0
Geen referenties naar deze alineaExtra opties voor deze alinea
Kopieer alinea-URL naar klembord Reageer op deze alinea Deel op social media- Paragraaf 3 Totaliteitsbeginsel
34
Wij kunnen niet nalaten om in het licht van het beginsel waarop men gewoonlijk in soortgelijke gevallen een beroep doet, d.w.z. het totaliteitsbeginsel, nog eens de aandacht te vestigen op de kwestie, die in het derde deel van Onze toespraak is behandeld. Dit beginsel bepaalt, dat het deel omwille van het geheel bestaat en dat derhalve het welzijn van het deel ondergeschikt blijft aan het welzijn van het geheel; dat het geheel bepalend is voor het deel en er in zijn belang over kan beschikken.
Het beginsel spruit voort uit het wezen van de begrippen en dingen en dient daarom ook absolute waarde te bezitten.
Het beginsel spruit voort uit het wezen van de begrippen en dingen en dient daarom ook absolute waarde te bezitten.
Referenties naar alinea 34: 1
En septembre 1949 - Over de medische moraal en het medisch recht ->=geentekst=Extra opties voor deze alinea
Kopieer alinea-URL naar klembord Reageer op deze alinea Deel op social media
35
Alle eerbied voor het totaliteitsbeginsel op zich! Maar om het juist te kunnen toepassen moet men eerst enige veronderstelingen nader verklaren. De fundamentele vooronderstelling is de "quaestio facto" duidelijk te maken, de vraag van het feit: staan inderdaad de voorwerpen, waarop het principe wordt toegepast in de verhouding van geheel tot deel?
Een tweede vooronderstelling is de aard, de omvang en de beperktheid van die verhouding duidelijk te maken. Staat zij op het niveau van het wezenlijke of slechts op dat van het doen, ofwel op het niveau van beide? Wordt het op het deel toegepast onder een bepaald aspect of onder alle opzichten? En binnen het terrein, waarop het wordt toegepast, slorpt het daar het deel op of laat het dit nog een bepaalde finaliteit, een beperkte onafhankelijkheid toe?
Het antwoord op deze vragen kan nooit uit het beginsel der totaliteit zelf worden afgeleid. Dat zou op een vicieuze cirkel lijken. Het moet geput worden uit andere feiten en uit de wetenschap van andere dingen. Het totaliteitsbeginsel zelf beweert niets dan dit: het deel is ondergeschikt aan het geheel en het geheel kan in zijn eigen belang over het deel beschikken, daar, waar de verhouding van geheel tot deel inderdaad verwezenlijkt is en dan juist in de mate waarin de verhouding verwezenlijkt is. Helaas ziet men deze overwegingen te veel over het hoofd, wanneer men het principe der totaliteit erbij haalt; dat gebeurt niet alleen op het terrein van de theoretische studieën en van de toepassing van het recht, de sociologie, de fysica, de biologie en de medicijnen, maar ook van de logica, de psychologie en de metafysica.
Een tweede vooronderstelling is de aard, de omvang en de beperktheid van die verhouding duidelijk te maken. Staat zij op het niveau van het wezenlijke of slechts op dat van het doen, ofwel op het niveau van beide? Wordt het op het deel toegepast onder een bepaald aspect of onder alle opzichten? En binnen het terrein, waarop het wordt toegepast, slorpt het daar het deel op of laat het dit nog een bepaalde finaliteit, een beperkte onafhankelijkheid toe?
Het antwoord op deze vragen kan nooit uit het beginsel der totaliteit zelf worden afgeleid. Dat zou op een vicieuze cirkel lijken. Het moet geput worden uit andere feiten en uit de wetenschap van andere dingen. Het totaliteitsbeginsel zelf beweert niets dan dit: het deel is ondergeschikt aan het geheel en het geheel kan in zijn eigen belang over het deel beschikken, daar, waar de verhouding van geheel tot deel inderdaad verwezenlijkt is en dan juist in de mate waarin de verhouding verwezenlijkt is. Helaas ziet men deze overwegingen te veel over het hoofd, wanneer men het principe der totaliteit erbij haalt; dat gebeurt niet alleen op het terrein van de theoretische studieën en van de toepassing van het recht, de sociologie, de fysica, de biologie en de medicijnen, maar ook van de logica, de psychologie en de metafysica.
Referenties naar alinea 35: 1
En septembre 1949 - Over de medische moraal en het medisch recht ->=geentekst=Extra opties voor deze alinea
Kopieer alinea-URL naar klembord Reageer op deze alinea Deel op social media- HOOFDSTUK 4 Slot
36
Onze bedoeling was Uw aandacht te vragen voor enkele beginselen van de plichtenleer, die de grenzen en de beperkingen bij het onderzoek en bij het beproeven van nieuwe medische methoden omschrijven, voor zoverre deze methoden onmiddellijk op de levende mens worden toegepast.
Referenties naar alinea 36: 0
Geen referenties naar deze alineaExtra opties voor deze alinea
Kopieer alinea-URL naar klembord Reageer op deze alinea Deel op social media
37
Het is een vaste wet in uw tak van wetenschap, dat de toepassing van nieuwe methoden op de levende mens moet worden voorafgegaan door proefnemingen op het lijk of studievoorbeeld en door experimenten op het dier. Soms echter blijkt dat dit procédé onmogelijk, onvoldoende ofwel praktisch onuitvoerbaar is. In dat geval zal de medische wetenschap zich trachten te oefenen op haar onmiddellijk object, de levende mens, in het belang van de wetenschap, in het belang van de patiënt en in het belang van de gemeenschap.
Dat moet niet zonder meer verworpen worden, maar men moet ophouden bij de grenzen, die door de zedelijke beginselen, zojuist door Ons uitgelegd, worden gesteld.
Dat moet niet zonder meer verworpen worden, maar men moet ophouden bij de grenzen, die door de zedelijke beginselen, zojuist door Ons uitgelegd, worden gesteld.
Referenties naar alinea 37: 0
Geen referenties naar deze alineaExtra opties voor deze alinea
Kopieer alinea-URL naar klembord Reageer op deze alinea Deel op social media
38
Natuurlijk! Men kan, alvorens in de moraal het gebruik van nieuwe methoden toe te staan, de eis stellen, dat elk gevaar, elk risico uitgesloten is. Dit echter zou de menselijke mogelijkheden overschrijden, zou ieder ernstig wetenschappelijk onderzoek verlammen en zou zeer vaak uitlopen ten nadele van de patiënt. In die gevallen moet de beoordeling van de mate van gevaar aan de ervaren en vakkundige medicus wordt overgelaten. Maar toch blijft er - Onze uiteenzettingen hebben het aangetoond - een graad van gevaar over, die de moraal niet kan toelaten. In twijfelachtige gevallen, wanneer de bekende middelen falen, kan het gebeuren, dat een nieuwe methode, die nog onvoldoende beproefd is, naast zeer gevaarlijke elementen, ook te waarderen kansen op succes biedt. Wanneer dan de patiënt zijn toestemming geeft, is de toepassing van het procédé in kwestie geoorloofd. Maar deze manier van doen kan niet tot algemene gedragslijn voor normale gevallen verheven worden.
Referenties naar alinea 38: 0
Geen referenties naar deze alineaExtra opties voor deze alinea
Kopieer alinea-URL naar klembord Reageer op deze alinea Deel op social media
39
Misschien zal men Ons tegenwerpen, dat de hier ontwikkelde ideeën een ernstige belemmering vormen voor het wetenschappelijk onderzoekingswerk. Toch zijn de grenzen, die Wïj getrokken hebben, niet definitief een obstakel voor de vooruitgang. Het gaat op het gebied der medicijnen er niets anders aan toe dan op de andere gebieden van het menselijke zoeken, proberen en doen: de grote eisen van de moraal dwingen de ontembare vloed van het menselijke denken en willen als het water der bergen in een bepaalde bedding te stromen; zij beheersen deze vloed om de gedachte meer doeltreffendheid en nut te verlenen; zij dijken deze vloed in, opdat hij niet buiten zijn oevers treedt en zodoende verwoestingen aanricht, die nooit ongedaan kunnen worden gemaakt door het schoonschijnend goed, dat wordt nagestreefd.
Referenties naar alinea 39: 0
Geen referenties naar deze alineaExtra opties voor deze alinea
Kopieer alinea-URL naar klembord Reageer op deze alinea Deel op social media
40
Het is duidelijk. De eisen der moraal zijn een rem, maar in feite leveren zij hun bijdrage tot datgene, wat de mens aan goeds en schoons ten behoeve van de wetenschap, van de eenling en van de gemeenschap heeft opgeleverd.
Referenties naar alinea 40: 0
Geen referenties naar deze alineaExtra opties voor deze alinea
Kopieer alinea-URL naar klembord Reageer op deze alinea Deel op social media
41
Dat de Almachtige God in Zijn welwillende Voorzienigheid daartoe Zijn zegen en genade geve.
Referenties naar alinea 41: 0
Geen referenties naar deze alineaExtra opties voor deze alinea
Kopieer alinea-URL naar klembord Reageer op deze alinea Deel op social media- HOOFDSTUK 5 Commentaar in "L\'Osservatore Romano"
42
Enkele dagen na de publicatie van de toespraak van de Paus tot de deelnemers aan het histopathologencongres, gaf de Osservatore Romano van 21 sept. '52 volgend commentaar: (in excerpt)
Zoals men in de toespraak [1455] kan lezen, geeft de Paus een oordeel over de "panseksuele methode van een bepaalde school van psychoanalyse" Ce premier congres - Over onderzoek en nieuwe mogelijkheden in de geneeskunde [[1455|16]]. In Zijn woorden vindt men een gezaghebbende norm in de zo zeer besproken kwestie van de psychoanalyse naar aanleiding van een artikel, dat onlangs (april 1952) verscheen in "Bollettino del Clero Romano". De Paus spreekt namelijk niet over de psychoanalyse in het algemeen, noch over de verschillende vormen en technieken, zoals deze worden voorgesteld of geëxperimenteerd, ook door vooraanstaande katholieke geleerden. Hij spreekt hier slechts van de "panseksuele methode van een bepaalde school"; zegt niets van de natuur of van de therapeutische waarde van deze methode, maar veroordeelt de door haar begane overtreding van de ethische grens. Zo veroordeelt de Paus evenmin de psychotherapie van seksuele neurosen, doch keurt de amorele handelwijze af in de praktische toepassing. Men dient niet te vergeten, dat er andere psychoanalytische methoden bestaan, die niet zijn aangetast door het panseksualisme; dat verder alle psychoanalytische systemen bepaalde beginselen, methoden en psychische experimenten gemeenschappelijk heb en, die absoluut niet in tegenspraak zijn met de natuurlijke Ethica of met de Christelijke Moraal, en derhalve door de Paus noch aangetast noch veroordeeld worden. Met volledig behoud van de ethische orde kunnen dus ook op het psychoanalytisch terrein nieuwe en diepergaande onderzoekingen en experimenten plaats vinden. Men kan echter in alle gevallen, en feitelijk gebeurt het ook, in dwaling vervallen en komen tot misbruiken.
Het is daarom te betreuren, dat in sommige landen onder niet weinige medici (zelfs ook katholieke), de panseksuele methode voor elke zenuwziekte als de meest gebruikelijke werd geadopteerd.
Zij verdedigen deze ook op theoretisch plan en verklaren haar geoorloofd, dat de ervaring haar noodzakelijk maakt, en dat deze ervaring zeer veelzijdig en rijk is. Bovendien menen zij, dat ook de priesters in de zielzorg, of belast met geestelijke leiding, de wezenlijke elementen van deze methode zouden moeten kennen in theorie en praktijk. Ze zouden de psychoanalytische methode zelf dan wel niet moeten toepassen, maar zich moeten bedienen van een ervaren psychoanalyticus. En dit alles om bij hun geestelijke bediening geen gevaar of nadeel te zijn voor de zielen. Deze ideeën worden zelfs door sommige theologen op onvoorzichtige wijze in boeken en artikelen naar voren gebracht. De Paus heeft in Zijn toespraak de christelijke normen thans duidelijk omschreven en benadrukt.
Referenties naar alinea 42: 0
Geen referenties naar deze alineaExtra opties voor deze alinea
Kopieer alinea-URL naar klembord Reageer op deze alinea Deel op social mediaReferenties naar dit document: 6
Open uitgebreid overzichthttps://rkdocumenten.nl/toondocument/1455-ce-premier-congres-over-onderzoek-en-nieuwe-mogelijkheden-in-nl