Judas Iskariot en de H. Matthias
x
Informatie over dit document
Judas Iskariot en de H. Matthias
Paus Benedictus XVI
18 oktober 2006
Pauselijke geschriften - Audiënties
2006, Libreria Editrice Vaticana / Stg. InterKerk
Vertaling vanuit het Italiaans
Alineaverdeling en -nummering: vertaler
Zie de gebruiksvoorwaarden van de documenten
Alineaverdeling en -nummering: vertaler
Zie de gebruiksvoorwaarden van de documenten
oktober 2006
Past. Chr. van Buijtenen, pr.
13 september 2022
1409
nl
Referenties naar dit document van thema's en berichten
Open uitgebreid overzichtExtra opties voor dit document
Kopieer document-URL naar klembord Reageer op dit document Deel op social mediaInhoudsopgave
- Inhoud
1
Beste broeders en zusters,nu we vandaag onze gang beëindigen door de portrettengalerij van de apostelen die rechtsreeks door Jezus geroepen werden tijdens zijn aardse leven, mogen we degene niet onvermeld laten die altijd als laatste wordt genoemd in de lijsten van de Twaalf: Judas Iskariot. Aan hem willen we hier de persoon koppelen die vervolgens in zijn plaats gekozen is, te weten: Mattias.
Referenties naar alinea 1: 0
Geen referenties naar deze alineaExtra opties voor deze alinea
Kopieer alinea-URL naar klembord Reageer op deze alinea Deel op social media
2
Alleen al de naam Judas wekt onder de christenen een instinctieve reactie van afkeuring en veroordeling. De betekenis van de bijnaam "Iskariot" is omstreden: de meest gevolgde uitleg verstaat hem als "man van Keriot" met een verwijzing naar zijn geboortedorp, gelegen in de buurt van Hebron en tot twee keer toe vermeld in de Heilige Schrift (Am. 2, 2) [[b:Am. 2, 2]]. Anderen leggen hem uit als een variant van de term sicarius Noot van de vertaler: Latijn.. Noot van de vertaler: Latijn voor "sluipmoordenaar", als zou het een zinspeling zijn op een guerrillastrijder die gewapend is met een vuistwapen dat in het Latijn sica Noot van de vertaler: Latijn.. Noot van de vertaler: Latijn voor "dolk" wordt genoemd. Tenslotte zijn er ook die in de naam eenvoudigweg de transcriptie zien van een hebreeuws-aramese stam die betekent: "hij die hem zou overleveren".
Deze benaming is twee keer in het Vierde Evangelie te vinden, te weten na de geloofsbelijdenis van Petrus (Joh. 6, 71) [[b:Joh. 6, 71]] en later tijdens de zalving in Betanië (Joh. 12, 4) [[b:Joh. 12, 4]]. Andere passages laten zien dat het verraad aan de gang was, door te zeggen: "zijn verrader" Noot van de vertaler: in het.. Noot van de vertaler: in het Grieks "ho paradidous", letterlijk: "de overleverende"; zo tijdens het Laatste Avondmaal, na de aankondiging van het verraad (Mt. 26, 25) [[b:Mt. 26, 25]] en vervolgens op het moment dat Jezus gevangen genomen wordt (Mt. 26, 46.48; Joh. 18, 2.5) [[b:Mt. 26, 46.48; Joh. 18, 2.5]]. Daarentegen herinneren de lijsten van de Twaalf het feit van het verraad als iets dat dan al heeft plaatsgevonden: "Judas Iskariot, die Hem overgeleverd heeft", zo zegt Marcus (Mc. 3, 19) [[b:Mc. 3, 19]]; Matteüs (Mt. 10, 4) [[b:Mt. 10, 4]] en Lucas (Lc. 6, 16) [[b:Lc. 6, 16]] hebben gelijksoortige formuleringen.
Het verraad als zodanig heeft zich in twee momenten voltrokken. Allereerst dat van de planning, als Judas tot een akkoord komt met de vijanden van Jezus voor dertig zilverlingen (Mt. 26, 14-16) [[b:Mt. 26, 14-16]], en vervolgens dat van de uitvoering met de kus die hij aan de Meester geeft in Getsemane (Mt. 26, 46-50) [[b:Mt. 26, 46-50]].
In ieder geval insisteren de Evangelisten op de hoedanigheid van apostel die aan Judas in alle opzichten toekwam: hij wordt bij herhaling "een van de Twaalf" genoemd (Mt. 26, 14.47; Mc. 14, 10.20; Joh. 6, 71) [b:Mt. 26, 14.47; Mc. 14, 10.20; Joh. 6, 71] of "die tot het getal van de Twaalf behoorde" (Lc. 22, 3) [b:Lc. 22, 3]. Sterker nog, tot twee keer toe duidt Jezus zelf, als hij tot de Apostelen spreekt en het over hem heeft, hem aan als "een van u" (Mt. 26, 21; Mc. 14, 18; Joh 6, 70; Joh. 13, 21) [b:Mt. 26, 21; Mc. 14, 18; Joh 6, 70; Joh. 13, 21]. En Petrus zal van Judas zeggen dat hij "behoorde tot ons getal en aan dit ambt zijn deel gekregen had" (Hand. 1, 17) [b:Hand. 1, 17].
Deze benaming is twee keer in het Vierde Evangelie te vinden, te weten na de geloofsbelijdenis van Petrus (Joh. 6, 71) [[b:Joh. 6, 71]] en later tijdens de zalving in Betanië (Joh. 12, 4) [[b:Joh. 12, 4]]. Andere passages laten zien dat het verraad aan de gang was, door te zeggen: "zijn verrader" Noot van de vertaler: in het.. Noot van de vertaler: in het Grieks "ho paradidous", letterlijk: "de overleverende"; zo tijdens het Laatste Avondmaal, na de aankondiging van het verraad (Mt. 26, 25) [[b:Mt. 26, 25]] en vervolgens op het moment dat Jezus gevangen genomen wordt (Mt. 26, 46.48; Joh. 18, 2.5) [[b:Mt. 26, 46.48; Joh. 18, 2.5]]. Daarentegen herinneren de lijsten van de Twaalf het feit van het verraad als iets dat dan al heeft plaatsgevonden: "Judas Iskariot, die Hem overgeleverd heeft", zo zegt Marcus (Mc. 3, 19) [[b:Mc. 3, 19]]; Matteüs (Mt. 10, 4) [[b:Mt. 10, 4]] en Lucas (Lc. 6, 16) [[b:Lc. 6, 16]] hebben gelijksoortige formuleringen.
Het verraad als zodanig heeft zich in twee momenten voltrokken. Allereerst dat van de planning, als Judas tot een akkoord komt met de vijanden van Jezus voor dertig zilverlingen (Mt. 26, 14-16) [[b:Mt. 26, 14-16]], en vervolgens dat van de uitvoering met de kus die hij aan de Meester geeft in Getsemane (Mt. 26, 46-50) [[b:Mt. 26, 46-50]].
In ieder geval insisteren de Evangelisten op de hoedanigheid van apostel die aan Judas in alle opzichten toekwam: hij wordt bij herhaling "een van de Twaalf" genoemd (Mt. 26, 14.47; Mc. 14, 10.20; Joh. 6, 71) [b:Mt. 26, 14.47; Mc. 14, 10.20; Joh. 6, 71] of "die tot het getal van de Twaalf behoorde" (Lc. 22, 3) [b:Lc. 22, 3]. Sterker nog, tot twee keer toe duidt Jezus zelf, als hij tot de Apostelen spreekt en het over hem heeft, hem aan als "een van u" (Mt. 26, 21; Mc. 14, 18; Joh 6, 70; Joh. 13, 21) [b:Mt. 26, 21; Mc. 14, 18; Joh 6, 70; Joh. 13, 21]. En Petrus zal van Judas zeggen dat hij "behoorde tot ons getal en aan dit ambt zijn deel gekregen had" (Hand. 1, 17) [b:Hand. 1, 17].
Referenties naar alinea 2: 0
Geen referenties naar deze alineaExtra opties voor deze alinea
Kopieer alinea-URL naar klembord Reageer op deze alinea Deel op social media
3
Het gaat dus om dus om iemand die tot de groep behoorde van degenen die Jezus zich als zijn naaste gezellen en medewerkers had gekozen. Dat roept twee vragen op bij de poging om de feiten die zijn voorgevallen te verklaren.
De eerste bestaat erin dat wij ons afvragen hoe Jezus deze man toch ooit heeft kunnen kiezen en hem vertrouwen heeft kunnen schenken. Bij alles komt immers nog bij dat Judas, hoewel hij in feite de econoom van de groep was (Joh. 12, 6; b) [[b:Joh. 12, 6]] (Joh. 13, 29; a) [[b:Joh. 13, 29]], in werkelijkheid ook als "dief" (Joh. 12, 6; a) [b:Joh. 12, 6] wordt gekwalificeerd. Het mysterie van die keuze wordt alleen nog maar groter door het feit dat Jezus een streng oordeel over hem uitspreekt: "Wee degene door wie de Mensenzoon wordt overgeleverd!" (Mt. 26, 24) [b:Mt. 26, 24]. En nog eens te meer dringt zich het mysterie op met betrekking zijn eeuwig lot, in de wetenschap dat hij "berouw kreeg en de dertig zilverlingen terug-bracht bij de hogepriesters en ouderlingen met de woorden: Ik heb misdaan door onschuldig bloed te verraden" (Mt. 27, 3-4) [b:Mt. 27, 3-4]. Ook al is hij daarna heengegaan om zich te verhangen (Mt. 27, 5) [[b:Mt. 27, 5]], het is niet aan ons een oordeel te vellen over die daad en onszelf op de plaats te zetten van God, die oneindig barmhartig en rechtvaardig is.
De eerste bestaat erin dat wij ons afvragen hoe Jezus deze man toch ooit heeft kunnen kiezen en hem vertrouwen heeft kunnen schenken. Bij alles komt immers nog bij dat Judas, hoewel hij in feite de econoom van de groep was (Joh. 12, 6; b) [[b:Joh. 12, 6]] (Joh. 13, 29; a) [[b:Joh. 13, 29]], in werkelijkheid ook als "dief" (Joh. 12, 6; a) [b:Joh. 12, 6] wordt gekwalificeerd. Het mysterie van die keuze wordt alleen nog maar groter door het feit dat Jezus een streng oordeel over hem uitspreekt: "Wee degene door wie de Mensenzoon wordt overgeleverd!" (Mt. 26, 24) [b:Mt. 26, 24]. En nog eens te meer dringt zich het mysterie op met betrekking zijn eeuwig lot, in de wetenschap dat hij "berouw kreeg en de dertig zilverlingen terug-bracht bij de hogepriesters en ouderlingen met de woorden: Ik heb misdaan door onschuldig bloed te verraden" (Mt. 27, 3-4) [b:Mt. 27, 3-4]. Ook al is hij daarna heengegaan om zich te verhangen (Mt. 27, 5) [[b:Mt. 27, 5]], het is niet aan ons een oordeel te vellen over die daad en onszelf op de plaats te zetten van God, die oneindig barmhartig en rechtvaardig is.
Referenties naar alinea 3: 0
Geen referenties naar deze alineaExtra opties voor deze alinea
Kopieer alinea-URL naar klembord Reageer op deze alinea Deel op social media
4
Een tweede vraag heeft betrekking op het motief van Judas' gedrag: waarom heeft hij Jezus verraden? De vraag heeft tot verschillende hypothesen geleid. Sommigen komen dan terug op zijn geldgierigheid; anderen hangen een uitleg aan op het vlak van de Messiasverwachting. Judas zou teleurgesteld zijn geweest toen hij zag dat Jezus in zijn programma geen politiek-militaire bevrijding van het eigen land opnam. In werkelijkheid leggen de evangelieteksten de nadruk op een ander aspect: Johannes zegt uitdrukkelijk dat "de duivel hem het plan had ingegeven om Hem over te leveren" (Joh. 13, 2) [b:Joh. 13, 2]; analoog daaraan schrijft Lucas: "Toen voer de satan in Judas, die Iskariot heette, en tot het getal van de twaalf behoorde" (Lc. 22, 3) [b:Lc. 22, 3] Noot van de vertaler:.. Noot van de vertaler: Interessant in het licht van de recente discussie rond het z.g. Evangelie volgens Judas is de andere wending uit de Engelse samenvatting die de paus voorlas: "Sommige zeggen dat hij te zeer op geld belust was... De gnostische schrijvers zeggen dat hij Jezus wilde bevrijden uit de boeien van de sterfelijkheid. Maar de Evangelies zeggen ons dat Satan in het hart voer van Judas"!. Op die manier wordt uitgegaan boven de historische motivatie en wordt het gebeuren uitgelegd op basis van de persoonlijke verantwoordelijkheid van Judas, die tot zijn ellende bezweken is voor een bekoring van de Boze.
Het verraad van Judas blijft hoe dan ook een mysterie. Jezus ging met hem om als met een vriend (Mt. 26, 50) [[b:Mt. 26, 50]], maar in zijn uitnodigingen om Hem te volgen op de weg van de zaligsprekingen forceerde hij niet de wil van degenen die hij uitnodigde, noch vrijwaarde hij hen voor de bekoringen van de Satan, uit respect voor de menselijke vrijheid.
Het verraad van Judas blijft hoe dan ook een mysterie. Jezus ging met hem om als met een vriend (Mt. 26, 50) [[b:Mt. 26, 50]], maar in zijn uitnodigingen om Hem te volgen op de weg van de zaligsprekingen forceerde hij niet de wil van degenen die hij uitnodigde, noch vrijwaarde hij hen voor de bekoringen van de Satan, uit respect voor de menselijke vrijheid.
Referenties naar alinea 4: 0
Geen referenties naar deze alineaExtra opties voor deze alinea
Kopieer alinea-URL naar klembord Reageer op deze alinea Deel op social media
5
De mogelijkheden dat het menselijk hart perverteert zijn in feite echt heel talrijk. De enige manier om te voorkomen dat zoiets gebeurt bestaat er in dat men geen visie op de dingen cultiveert die alleen maar individualistisch is en autonoom, maar dat men zich in tegendeel steeds weer aan de kant schaart van Jezus, en zijn gezichtspunt overneemt. Dagelijks moeten wij trachten te komen tot een volledige communio met Hem. Herinneren we ons dat ook Petrus zich wilde verzetten tegen Hem en tegen hetgeen Hem in Jeruzalem te wachten stond, maar daarover een enorm verwijt kreeg: "Gij laat u leiden door menselijke overwegingen en niet door wat God wil" (Mc. 8, 32-33) [b:Mc. 8, 32-33]! Na zijn val kreeg Petrus berouw, en vond hij vergeving en genade. Ook Judas kreeg berouw, maar zijn berouw degenereerde tot wanhoop en werd zo tot zelfvernietiging. Dat is voor ons een uitnodiging om altijd voor ogen te houden wat Benedictus zegt aan het einde van het fundamentele vierde Noot van de vertaler: Zowel.. Noot van de vertaler: Zowel de oorspronkelijke Italiaanse tekst van de audiëntie-toespraak, alsook de door Zenit gepubliceerde Engelse vertaling geven hier abusievelijk de verwijzing naar hoofdstuk V, terwijl het moet zijn hoofdstuk IV, vers 74: "et de Dei misericordia numquam desperare", dat is: "en nooit aan Gods barmhartigheid wanhopen". hoofdstuk van zijn "Regel": "en nooit aan Gods barmhartigheid wanhopen" hoofdstuk IV, vers 74 [[934 |+ 194 ]]. In werkelijkheid "is God groter dan ons hart", zoals de heilige Johannes zegt (1 Joh. 3, 20) [b:1 Joh. 3, 20]. Laten we daarom twee dingen voor ogen houden. Het eerste: Jezus respecteert onze vrijheid. Het tweede: Jezus verwacht dat wij bereid zijn tot berouw en bekering; Hij is rijk aan barmhartigheid en vergeving.
Voor het overige moeten wij, als wij denken aan de negatieve rol die Judas gespeeld heeft, dat een plaats geven in de hogere leiding die God aan de gebeurtenissen geeft. Zijn verraad heeft geleid tot de dood van Jezus, die de duur van deze verschrikkelijke marteling omvormde tot een aanhoudende daad van reddende liefde en tot een overgave van zichzelf aan de Vader (Gal. 2, 20; Ef. 5, 2.25) [[b:Gal. 2, 20; Ef. 5, 2.25]]. Het werkwoord "verraden" is de vertaling van een Grieks woord dat "overleveren" betekent. Soms is het subject ervan God zelf: Hij is het geweest die uit liefde Jezus "overleverde" voor ons allen (Rom. 8, 32) [[b:Rom. 8, 32]]. In zijn mysterievol heilsplan neem God de niet te verontschuldigen daad van Judas aan als aanleiding tot de totale gave van zijn Zoon voor de verlossing van de wereld.
Voor het overige moeten wij, als wij denken aan de negatieve rol die Judas gespeeld heeft, dat een plaats geven in de hogere leiding die God aan de gebeurtenissen geeft. Zijn verraad heeft geleid tot de dood van Jezus, die de duur van deze verschrikkelijke marteling omvormde tot een aanhoudende daad van reddende liefde en tot een overgave van zichzelf aan de Vader (Gal. 2, 20; Ef. 5, 2.25) [[b:Gal. 2, 20; Ef. 5, 2.25]]. Het werkwoord "verraden" is de vertaling van een Grieks woord dat "overleveren" betekent. Soms is het subject ervan God zelf: Hij is het geweest die uit liefde Jezus "overleverde" voor ons allen (Rom. 8, 32) [[b:Rom. 8, 32]]. In zijn mysterievol heilsplan neem God de niet te verontschuldigen daad van Judas aan als aanleiding tot de totale gave van zijn Zoon voor de verlossing van de wereld.
Referenties naar alinea 5: 0
Geen referenties naar deze alineaExtra opties voor deze alinea
Kopieer alinea-URL naar klembord Reageer op deze alinea Deel op social media
6
Tot slot willen we nog herinneren aan degene die na Pasen gekozen werd in plaats van de verrader. In de Kerk van Jeruzalem werden er twee door de gemeenschap voorgesteld en vervolgens werd er geloot: "Jozef, ook Barsabbas geheten, bijgenaamd Justus, en Mattias" (Hand. 1, 23) [b:Hand. 1, 23]. Deze laatste werd gekozen, zodat hij "werd toegevoegd aan de elf Apostelen" (Hand. 1, 26) [b:Hand. 1, 26]. Over hem weten we alleen maar dat ook hij getuige is geweest van al wat er met Jezus op aarde gebeurd is (Hand. 1, 21-22) [[b:Hand. 1, 21-22]] door Hem teneinde toe trouw te blijven. Bij de grootsheid van die trouw voegt zich vervolgens de goddelijke roeping om de plaats in te nemen van Judas, als het ware ter goedmaking van diens verraad. Halen we hieruit een laatste les: ook al ontbreken in de Kerk niet de onwaardige christenen, de verraders, toch is het aan ieder van ons om tegenwicht te bieden tegen het kwaad dat door hen is gedaan, door een helder te getuigen van Jezus Christus, onze Heer en Heiland.
Referenties naar alinea 6: 0
Geen referenties naar deze alineaNotities bij deze alinea
Volgende catechese in deze reeks: H. Paulus van Tarsus, Apostel [1445]
Overzicht van deze gehele reeks catecheses:
Christus en Zijn Kerk, toegelicht in de apostelen en in de Vaders (Catecheses door Paus Benedictus XVI) [d:124]
Dossier: Catecheses van de Paus tijdens de wekelijkse Algemene Audienties [d:62]
Extra opties voor deze alinea
Kopieer alinea-URL naar klembord Reageer op deze alinea Deel op social mediahttps://rkdocumenten.nl/toondocument/1409-judas-iskariot-en-de-h-matthias-nl