Inhoudsopgave
- Inhoud
1
Beste broeders en zusters,
in de reeks Apostelen die door Jezus geroepen zijn tijdens zijn aardse leven, is het vandaag de apostel Bartholomeüs die onze aandacht trekt. In de oude lijsten van de Twaalf komt hij altijd vóór Matteüs, terwijl de naam van degene die hem voorafgaat varieert en ofwel Filippus ofwel Thomas kan zijn.
Zijn naam is duidelijk een patroniem, want geformuleerd met een duidelijke verwijzing naar de naam van de vader. Het gaat in feite om een naam van Aramese herkomst, bar Talmay, wat precies "zoon van Talmay" betekent.
Referenties naar alinea 1: 0
Geen referenties naar deze alineaExtra opties voor deze alinea
Kopieer alinea-URL naar klembord Reageer op deze alinea Deel op social media
2
Over Bartholomeüs hebben we geen berichten van enig belang; zijn naam komt in feite altijd en alleen maar voor in de hierboven aangehaalde lijsten van de Twaalf, en komt nooit midden in een verhaal voor. Maar vanuit de traditie wordt hij vereenzelvigd met Nathanaël: een naam die "God heeft gegeven" betekent. Deze Nathanaël kwam uit Kana en het is dus mogelijk dat hij getuige geweest is van het grote "teken" dat Jezus in die plaats heeft verricht .
Dat de twee personen met elkaar worden vereenzelvigd, komt waarschijnlijk van het feit dat deze Nathanaël in de roepingscène zoals die door het Evangelie van Johannes verteld wordt, naast Filippus wordt geplaatst, dat wil zeggen op de plaats die Bartholomeüs heeft in de lijsten van de Apostelen die de andere Evangelies bieden. Aan deze Nathanaël had Filippus meegedeeld dat ze Degene hadden gevonden "over wie Mozes in de Wet heeft geschreven en ook de profeten (...): Jezus, de zoon van Jozef uit Nazaret" .
Zoals bekend confronteert Nathanaël hem met een nogal zwaar vooroordeel: "Uit Nazaret, kan daar iets goeds vandaan komen?" . Dit soort van tegenwerping is op haar eigen manier voor ons belangrijk. Ze doet ons immers zien dat volgens de joodse verwachtingen de Messias niet uit zo'n obscuur dorp kon komen als Nazaret was . Tegelijkertijd echter laat het duidelijk de vrijheid van God zien, die onze verwachtingen verrast en zich juist daar laat vinden waar wij Hem niet zouden verwachten. Van de andere kant weten we dat Jezus in werkelijkheid niet uitsluitend "uit Nazaret" kwam, maar dat Hij geboren is in Betlehem. De tegenwerping van Nathanaël hield dus geen steek omdat zij, zoals zo dikwijls gebeurt, berustte op een onvolledige informatie.
Referenties naar alinea 2: 0
Geen referenties naar deze alineaExtra opties voor deze alinea
Kopieer alinea-URL naar klembord Reageer op deze alinea Deel op social media
3
Het gebeuren met Nathanaël doet ons nog een ander punt overwegen: in onze relatie met Jezus moeten we ons niet tevreden stellen met alleen maar woorden. In zijn antwoord nodigt Filippus Nathanaël betekenisvol uit: "Kom en zie" .
Onze kennis van Jezus heeft bovenal een levende ervaring nodig: het getuigenis van een ander is zeker belangrijk, want normaal gesproken begint heel ons christelijk leven met de verkondiging die ons door toedoen van een of meerdere getuigen bereikt. Maar vervolgens moeten wij zelf persoonlijk betrokken raken in een intieme en diepe relatie met Jezus; op vergelijkbare wijze wilden de Samaritanen, na het getuigenis te hebben gehoord van een stadgenote die Jezus ontmoet had bij de put van Jacob, zelf rechtstreeks met Hem spreken, en zeiden na dat gesprek tegen de vrouw: "Niet langer geloven wij om wat gij gezegd hebt; want wij hebben Hem zelf gehoord en wij weten, dat Deze werkelijk de redder van de wereld is" .
Referenties naar alinea 3: 0
Geen referenties naar deze alineaExtra opties voor deze alinea
Kopieer alinea-URL naar klembord Reageer op deze alinea Deel op social media
4
Maar keren we terug tot de roepingscène waar de evangelist ons vertelt dat Jezus, toen Hij Nathanaël naar zich toe zag komen, uitriep: "Dat is waarlijk een Israëliet in wie geen bedrog is!" . Het gaat om een lofprijzing die herinnering oproept aan de tekst van een psalm: "Zalig de man (...) in wiens geest geen bedrog is" , maar die de nieuwsgierigheid wekt van Nathanaël die met verbazing reageert: "Hoe kent Gij mij?" . Het antwoord van Jezus is niet onmiddellijk begrijpelijk. Hij zegt: "Voordat Filippus u riep, zag ik u onder de vijgenboom zitten" .
Tot op de dag van vandaag is het moeilijk om precies de zin van deze laatste woorden te vatten. Blijven we bij wat de specialisten zeggen dan is het, gezien het feit dat de vijgenboom soms wordt genoemd als de boom waaronder de wetgeleerden zaten om de Bijbel de lezen en er onderricht in te geven, mogelijk dat hier gezinspeeld wordt op een dergelijke bezigheid van Nathanaël op het moment van zijn roeping.
Hoe dat ook zij, wat in het verhaal van Johannes vooral telt is de geloofsbelijdenis die Nathanaël tenslotte op een heldere manier heeft afgelegd: "Rabbi, Gij zijt de zoon Gods, Gij zijt de koning van Israël" . Hoewel zij niet de intensiteit haalt van de belijdenis van Thomas waarmee het Evangelie van Johannes besluit: "Mijn Heer en mijn God!" , functioneert de belijdenis van Nathanaël toch als opening van heel het Vierde Evangelie. Daarmee is een eerste, belangrijke stap aangegeven op de weg van het zich aansluiten bij Jezus. De woorden van Nathanaël belichten een dubbel, complementair aspect van de identiteit van Jezus: Hij wordt erkend zowel in zijn bijzondere verhouding tot God de Vader, van wie Hij de eniggeboren Zoon is, alsook in zijn band met het volk Israël, waarvan Hij de koning wordt genoemd, een kwalificatie die eigen is aan de verwachte Messias.
We moeten nooit noch het ene noch het andere aspect uit het oog verliezen, want als wij van Jezus alleen zijn hemelse dimensie verkondigen, lopen we het risico van Hem een etherisch en vluchtig wezen te maken, en als we daarentegen alleen zijn concrete situering in de geschiedenis erkennen, verwaarlozen we tenslotte de goddelijke dimensie die Hem nu juist kenmerkend is.
Referenties naar alinea 4: 0
Geen referenties naar deze alineaExtra opties voor deze alinea
Kopieer alinea-URL naar klembord Reageer op deze alinea Deel op social media
5
Over de latere apostolische activiteit van Bartholomeüs-Nathanaël hebben we geen nauwkeurige berichten. Volgens een informatie waarvan de historicus Eusebius uit de IV-de eeuw melding maakt, zou een zekere Pantenus zelfs in India tekenen gevonden hebben van de aanwezigheid van Bartholomeüs .
In de latere overlevering, vanaf de Middeleeuwen, dringt zich het verhaal op van zijn dood door afstroping van zijn huid, wat weid verbreid en bekend werd. Te denken valt aan de heel bekende scène van het Laatste Oordeel, zoals afgebeeld in de Sixtijnse Kapel, waar Michelangelo de heilige Bartholomeüs schilderde met in zijn rechterhand de eigen huid, waarop de kunstenaar zijn zelfportret achterliet.
Zijn relikwieën worden hier in Rome vereerd in de kerk die hem is toegewijd op het eiland in de Tiber, waar ze naartoe gebracht zouden zijn door de Duitse keizer Otto III in het jaar 983.
Concluderend kunnen we zeggen dat de gestalte van de heilige Bartholomeüs, ook al zijn de informaties over hem schaars, ons toch voor de geest blijft staan als iemand die ons duidelijk maakt dat je ook zonder het volbrengen van sensationele werken je aanhankelijkheid aan Jezus kunt beleven en ervan kunt getuigen. "Buitengewoon" is en blijft Jezus zelf, aan Wie ieder van ons geroepen is zijn eigen leven en sterven toe te wijden.
Referenties naar alinea 5: 0
Geen referenties naar deze alineaNotities bij deze alinea
Volgende catechese in deze reeks:
Overzicht van deze gehele reeks catecheses:
Dossier:
Extra opties voor deze alinea
Kopieer alinea-URL naar klembord Reageer op deze alinea Deel op social media
https://rkdocumenten.nl/toondocument/1339-h-bartholomeus-nathanael-nl