La Famiglia - Over de vorming van het christelijk geweten bij de jeugd
x
Informatie over dit document
La Famiglia - Over de vorming van het christelijk geweten bij de jeugd
Bij gelegenheid van de dag van de Familie: "Het gezin is de bakermat"
Paus Pius XII
23 maart 1952
Pauselijke geschriften - Radiotoespraken
1954, Ecclesia Docens 0167, Uitg. Gooi & Sticht
Vert. uit het Italiaans
Zie de gebruiksvoorwaarden van de documenten
Zie de gebruiksvoorwaarden van de documenten
1954
Dr. Oomen CssR
Dr. M. Mulders CssR
Dr. M. Mulders CssR
3 maart 2023
1336
nl
Referenties naar dit document: 3
Open uitgebreid overzichtReferenties naar dit document van thema's en berichten
Open uitgebreid overzichtExtra opties voor dit document
Kopieer document-URL naar klembord Reageer op dit document Deel op social mediaInhoudsopgave
Uitklappen
- === Inleiding
1
Zin en doel van de christelijke opvoeding
Het gezin is de wieg van de geboorte en de ontwikkeling van een nieuw leven, dat om niet te gronde te gaan verzorgd en opgevoed moet worden; en het fundamentele recht en de fundamentele plicht hiertoe is door God onmiddellijk gegeven en opgelegd aan de ouders. Zin en doel van de opvoeding in de natuurlijke orde is de ontwikkeling van het kind tot een volwassen mens; zin en doel van de christelijke opvoeding is de vorming van de nieuwe mens, in het Doopsel herboren, tot een volmaakt Christen. Deze plicht, die altijd heeft gegolden voor de christelijke huisgezinnen en altijd als een eer werd beschouwd, is plechtig bekrachtigd door can. 1113 van het kerkelijk wetboek, die aldus luidt: "Op de ouders rust de zware verplichting om met al hun krachten te zorgen zowel voor de godsdienstige en zedelijke, als voor de physieke en burgerlijke opvoeding van de kinderen en om tevens hun tijdelijk welzijn te behartigen." Codex Iuris Canonici (1917) [[2620|(1113)]]
Het gezin is de wieg van de geboorte en de ontwikkeling van een nieuw leven, dat om niet te gronde te gaan verzorgd en opgevoed moet worden; en het fundamentele recht en de fundamentele plicht hiertoe is door God onmiddellijk gegeven en opgelegd aan de ouders. Zin en doel van de opvoeding in de natuurlijke orde is de ontwikkeling van het kind tot een volwassen mens; zin en doel van de christelijke opvoeding is de vorming van de nieuwe mens, in het Doopsel herboren, tot een volmaakt Christen. Deze plicht, die altijd heeft gegolden voor de christelijke huisgezinnen en altijd als een eer werd beschouwd, is plechtig bekrachtigd door can. 1113 van het kerkelijk wetboek, die aldus luidt: "Op de ouders rust de zware verplichting om met al hun krachten te zorgen zowel voor de godsdienstige en zedelijke, als voor de physieke en burgerlijke opvoeding van de kinderen en om tevens hun tijdelijk welzijn te behartigen." Codex Iuris Canonici (1917) [[2620|(1113)]]
Referenties naar alinea 1: 0
Geen referenties naar deze alineaExtra opties voor deze alinea
Kopieer alinea-URL naar klembord Reageer op deze alinea Deel op social media
2
Inhoud van deze toespraak: het geweten bij de opvoeding
De meest dringende problemen van dit uitgebreid onderwerp zijn bij verschillende gelegenheden door onze voorgangers en door onszelf toegelicht. Daarom willen wij thans niet herhalen, wat reeds in den brede is uiteengezet, maar veeleer de aandacht vestigen op een element, dat, hoezeer het ook de grondslag en het steunpunt is van de opvoeding en vooral van de christelijke opvoeding, toch bij sommigen op het eerste gezicht de indruk wekt, alsof het er niet bij hoort. Wij willen nl. spreken over het diepste en het meest innerlijke in de mens: zijn geweten. Aanleiding hiertoe vinden wij in het feit, dat sommige stromingen in het moderne denken aan het begrip "het geweten" een andere inhoud gaan geven en de waarde van het geweten gaan betwisten. Wij willen dus spreken over het geweten als voorwerp van de opvoeding.
De meest dringende problemen van dit uitgebreid onderwerp zijn bij verschillende gelegenheden door onze voorgangers en door onszelf toegelicht. Daarom willen wij thans niet herhalen, wat reeds in den brede is uiteengezet, maar veeleer de aandacht vestigen op een element, dat, hoezeer het ook de grondslag en het steunpunt is van de opvoeding en vooral van de christelijke opvoeding, toch bij sommigen op het eerste gezicht de indruk wekt, alsof het er niet bij hoort. Wij willen nl. spreken over het diepste en het meest innerlijke in de mens: zijn geweten. Aanleiding hiertoe vinden wij in het feit, dat sommige stromingen in het moderne denken aan het begrip "het geweten" een andere inhoud gaan geven en de waarde van het geweten gaan betwisten. Wij willen dus spreken over het geweten als voorwerp van de opvoeding.
Referenties naar alinea 2: 0
Geen referenties naar deze alineaExtra opties voor deze alinea
Kopieer alinea-URL naar klembord Reageer op deze alinea Deel op social media
3
Het geweten is het meest intieme van de mens
Het geweten kan men noemen de diepste en de meest verborgen kern van de mens. Daar trekt hij zich op terug met zijn geestelijke vermogens in volstrekte eenzaamheid: alleen met zichzelf, of liever: alleen met zichzelf en met God, wiens stem hij in het geweten hoort. Daar besluit hij tot goed of kwaad; daar kiest hij tussen de weg naar de overwinning en die naar de nederlaag. De mens zal er nooit in slagen zich van het geweten te ontdoen, zelfs al zou hij het willen. Het geweten met zijn goedkeuring of afkeuring zal hem op heel zijn levensweg vergezellen. Met het geweten als waarheidsgetrouwe en onomkoopbare getuige zal hij ook verschijnen voor het oordeel Gods. Het geweten is dus, om een even oud als juist beeld te gebruiken, een àôvrov, een heiligdom, waarvan niemand de drempel mag overschrijden, ook vader en moeder niet bij het kind. Alleen de priester treedt er binnen als zielzorger en als bedienaar van het sacrament van de biecht. En ook voor hem blijft het geweten een onschendbaar heiligdom, waarvan God zelf het geheim bewaard wil zien door het zegel van het heiligste stilzwijgen.et zegel van het meest heilig stilzwijgen.
In welke zin kan men dus spreken van gewetensvorming?
Het geweten kan men noemen de diepste en de meest verborgen kern van de mens. Daar trekt hij zich op terug met zijn geestelijke vermogens in volstrekte eenzaamheid: alleen met zichzelf, of liever: alleen met zichzelf en met God, wiens stem hij in het geweten hoort. Daar besluit hij tot goed of kwaad; daar kiest hij tussen de weg naar de overwinning en die naar de nederlaag. De mens zal er nooit in slagen zich van het geweten te ontdoen, zelfs al zou hij het willen. Het geweten met zijn goedkeuring of afkeuring zal hem op heel zijn levensweg vergezellen. Met het geweten als waarheidsgetrouwe en onomkoopbare getuige zal hij ook verschijnen voor het oordeel Gods. Het geweten is dus, om een even oud als juist beeld te gebruiken, een àôvrov, een heiligdom, waarvan niemand de drempel mag overschrijden, ook vader en moeder niet bij het kind. Alleen de priester treedt er binnen als zielzorger en als bedienaar van het sacrament van de biecht. En ook voor hem blijft het geweten een onschendbaar heiligdom, waarvan God zelf het geheim bewaard wil zien door het zegel van het heiligste stilzwijgen.et zegel van het meest heilig stilzwijgen.
In welke zin kan men dus spreken van gewetensvorming?
Referenties naar alinea 3: 1
Gaudium et Spes ->=geentekst=Extra opties voor deze alinea
Kopieer alinea-URL naar klembord Reageer op deze alinea Deel op social media- Het wezen van het christelijk geweten
4
Wij moeten, om goed te begrijpen, dat het geweten kan en moet worden gevormd, ons enkele grondbegrippen van de katholieke leer in herinnering roepen.
Referenties naar alinea 4: 0
Geen referenties naar deze alineaExtra opties voor deze alinea
Kopieer alinea-URL naar klembord Reageer op deze alinea Deel op social media
5
De goddelijke Zaligmaker heeft aan de onwetende en zwakke mens Zijn waarheid en Zijn genade geschonken; de waarheid, om hem de weg te wijzen naar zijn einddoel; de genade, om hem de kracht te geven dit te kunnen bereiken.
Referenties naar alinea 5: 0
Geen referenties naar deze alineaExtra opties voor deze alinea
Kopieer alinea-URL naar klembord Reageer op deze alinea Deel op social media
6
Het volgen van deze weg betekent in de praktijk: de wil en de geboden van Christus aanvaarden en zijn leven daarnaar regelen, d.w.z. alle afzonderlijke daden zowel inwendige als uitwendige, die de vrije menselijke wil kiest en bepaalt. Welnu, is juist het geweten niet het geestelijk vermogen, dat in de afzonderlijke gevallen aan de wil de keuze en de beslissing voorhoudt van de daden, die met de goddelijke wil overeenkomen? Het geweten is dus de getrouwe echo en de klare weerspiegeling van de goddelijke regel voor de menselijke handelingen. Uitdrukkingen als: "het oordeel van het christelijk geweten" of "oordelen volgens het christelijk geweten" betekenen dus, dat de uiteindelijke en persoonlijke beslissing omtrent een morele daad moet geregeld worden volgens het woord en de wil van Christus. Hij is immers de Weg, de Waarheid en het Leven, niet alleen voor alle mensen gezamenlijk maar ook voor ieder afzonderlijk (Joh. 14, 6) [[b:Joh. 14, 6]]; Hij is dit voor de volwassenen en ook voor het kind en de jonge mens.
Referenties naar alinea 6: 0
Geen referenties naar deze alineaExtra opties voor deze alinea
Kopieer alinea-URL naar klembord Reageer op deze alinea Deel op social media
7
Hieruit volgt, dat de vorming van het christelijk geweten van een kind of jonge mens allereerst hierin bestaat, dat men hun geest verlicht omtrent de wil, de wet en de weg van Christus en verder hierin, dat men hun hart beïnvloedt, voor zover dit van buiten af mogelijk is, om het vrij en standvastig de goddelijke wil te doen volbrengen. Dit is de hoogste taak van de opvoeding.
Referenties naar alinea 7: 0
Geen referenties naar deze alineaExtra opties voor deze alinea
Kopieer alinea-URL naar klembord Reageer op deze alinea Deel op social media- Grondslagen en bronnen voor de vorming van het geweten
8
Maar waar zullen de opvoeder en het kind feitelijk, en ook gemakkelijk en zeker de christelijke zedenwet vinden? In de wet van de Schepper, die in ieders hart geschreven staat (Rom. 2, 14-16) [[b:Rom. 2, 14-16]], en in de Openbaring, d.w.z. in het geheel van waarheden en geboden, die de goddelijke Meester ons geleerd heeft. Beide, zowel de wet, die geschreven staat in het hart, d.i, de natuurwet, als de waarheden en geboden van de bovennatuurlijke Openbaring zijn als een morele schat van de mensheid door Jezus onze Verlosser aan Zijn Kerk toevertrouwd, om ze te verkondigen aan alle schepselen, om ze toe te lichten, om ze ongerept en vrij van elke besmetting en dwaling van geslacht op geslacht over te leveren.
Referenties naar alinea 8: 0
Geen referenties naar deze alineaExtra opties voor deze alinea
Kopieer alinea-URL naar klembord Reageer op deze alinea Deel op social media- Dwalingen bij de vorming en de opvoeding tot een christelijk geweten Vermeende herziening van de zedelijke normen
9
Tegen deze leer, eeuwenlang zonder meer aanvaard, worden thans moeilijkheden en bezwaren gemaakt, die om opheldering vragen.
Referenties naar alinea 9: 0
Geen referenties naar deze alineaExtra opties voor deze alinea
Kopieer alinea-URL naar klembord Reageer op deze alinea Deel op social media
10
Evenals op dogmatisch gebied wil men ook op het gebied van de christelijke zedenleer als het ware een radicale herziening doorvoeren om zo te komen tot een herwaardering.
Referenties naar alinea 10: 0
Geen referenties naar deze alineaExtra opties voor deze alinea
Kopieer alinea-URL naar klembord Reageer op deze alinea Deel op social media
11
De eerste stap of liever de eerste stoot tegen het gebouw van de christelijke normen op zedelijk gebied zou, naar men beweert, hierin moeten bestaan, dat ze los gemaakt worden van het bekrompen en beklemmende toezicht van het kerkelijk gezag, zodat de moraal bevrijd wordt van de sofistische spitsvondigheden van de casuïstische methode, tot haar oorspronkelijke vorm wordt teruggebracht en zonder meer wordt overgelaten aan het inzicht en de beslissing van het persoonlijk geweten.
Referenties naar alinea 11: 0
Geen referenties naar deze alineaExtra opties voor deze alinea
Kopieer alinea-URL naar klembord Reageer op deze alinea Deel op social media
12
Het is voor iedereen duidelijk, tot welke noodlottige gevolgen dit omverwerpen van de grondslagen van de opvoeding moet voeren.
Referenties naar alinea 12: 0
Geen referenties naar deze alineaExtra opties voor deze alinea
Kopieer alinea-URL naar klembord Reageer op deze alinea Deel op social media
13
Zonder hier nader te willen ingaan op het apert onbevoegd en onrijp oordeel bij de verdedigers van dergelijke opvattingen, willen wij enkel de centrale fout van deze "nieuwe moraal" in het licht stellen. Door elk zedelijk criterium over te laten aan het persoonlijk geweten, dat zich angstvallig opsluit in zichzelf en dat als een absoluut scheidsrechter over zijn eigen beslissingen optreedt, vergemakkelijkt deze moraal voor het geweten de te volgen weg niet, maar trekt het veeleer af van de koninklijke weg, die Christus is.
Referenties naar alinea 13: 0
Geen referenties naar deze alineaExtra opties voor deze alinea
Kopieer alinea-URL naar klembord Reageer op deze alinea Deel op social media
14
De goddelijke Verlosser heeft zijn openbaring, waarvan de zedelijke verplichtingen een wezenlijk deel uitmaken, niet aan de mensen afzonderlijk toevertrouwd, maar aan Zijn Kerk en aan haar heeft Hij de zending gegeven, de mensen te brengen tot een gelovig aanvaarden van dit heilig depositum.
Referenties naar alinea 14: 0
Geen referenties naar deze alineaExtra opties voor deze alinea
Kopieer alinea-URL naar klembord Reageer op deze alinea Deel op social media
15
Zo is ook de goddelijke bijstand, die de openbaring voor dwaling en misvorming moet bewaren, beloofd aan de Kerk en niet aan ieder afzonderlijk. Ook dit is een trek van Gods wijze voorzienigheid. Want zo kan de Kerk, die een levend organisme is, veilig en gemakkelijk de waarheden ook op zedelijk gebied toelichten en verdiepen, en ze zonder het wezen er van aan te tasten aanpassen aan de veranderlijke omstandigheden van plaats en tijd. Men denke bijv. aan de sociale leer van de Kerk, die ontstaan is om in nieuwe behoeften te voorzien en die in wezen niets anders is dan de toepassing van de onvergankelijke christelijke moraal op de economische en sociale omstandigheden van deze tijd.
Referenties naar alinea 15: 0
Geen referenties naar deze alineaExtra opties voor deze alinea
Kopieer alinea-URL naar klembord Reageer op deze alinea Deel op social media
16
Hoe is dus de wijze beschikking van onze Zaligmaker, die het behoud van het christelijk erfdeel op zedelijk gebied aan de Kerk heeft toevertrouwd, overeen te brengen met een soort individualistische autonomie van het geweten?
Referenties naar alinea 16: 0
Geen referenties naar deze alineaExtra opties voor deze alinea
Kopieer alinea-URL naar klembord Reageer op deze alinea Deel op social media
17
Aan zijn natuurlijk klimaat onttrokken kan het geweten slechts vergiftigde vruchten voortbrengen, die al aanstonds te herkennen zijn, als men ze vergelijkt met enkele kenmerken van de traditionele levenswijze en christelijke volmaaktheid, waarvan de voortreffelijkheid blijkt uit de onvergelijkelijke daden van de heiligen.
Referenties naar alinea 17: 0
Geen referenties naar deze alineaExtra opties voor deze alinea
Kopieer alinea-URL naar klembord Reageer op deze alinea Deel op social media
18
De "nieuwe moraal" beweert, dat de Kerk, in plaats van de wet van de menselijke vrijheid en van de liefde te bevorderen en ze in te scherpen als de waardige stuwkracht van het zedelijk leven, bijna uitsluitend en met overdreven strengheid de nadruk legt op het onwrikbare en absolute van de christelijke zedenwet en dikwijls de woorden herhaalt: "gij zijt verplicht", "het mag niet", woorden die sterk de bijsmaak hebben van een geringschattende pedanterie.
Referenties naar alinea 18: 1
Contra doctrinam ->=geentekst=Extra opties voor deze alinea
Kopieer alinea-URL naar klembord Reageer op deze alinea Deel op social media- De voorschriften van de Kerk aangaande de vorming van het geweten in het persoonlijk leven...
- De Christen moet doordringen in de rijkdom van het geloof
19
Integendeel, de Kerk wil - en zij laat dit duidelijk uitkomen, waar het gaat over de gewetensvorming -, dat de Christen op overtuigende wijze in de onmetelijke rijkdom van het geloof en de genade wordt binnengeleid, zodat hij zich gedrongen voelt er diep in door te dringen.
Referenties naar alinea 19: 0
Geen referenties naar deze alineaExtra opties voor deze alinea
Kopieer alinea-URL naar klembord Reageer op deze alinea Deel op social media- Deze rijkdom wordt alleen gewaarborgd door de christelijke geboden
20
Deze rijkdom wordt alleen gewaarborgd door de christelijke geboden De Kerk kan echter niet nalaten de gelovigen er op te wijzen, dat deze rijkdom niet kan worden verkregen en bewaard zonder nauwkeurige zedelijke verplichtingen. Een andere handelwijze zou uitlopen op het veronachtzamen van een fundamenteel beginsel, dat Jezus, haar Heer en Meester, steeds heeft ingescherpt. Hij heeft geleerd, dat men om het rijk der hemelen binnen te gaan niet volstaat met te zeggen: "Heer, Heer", maar dat men de wil van de hemelse Vader moet volbrengen. (Mt. 7, 21) [[b:Mt. 7, 21]] Hij heeft gesproken over de "enge poort", en de "smalle weg", die naar het leven voert (Mt. 7, 13-14) [[b:Mt. 7, 13-14]], en er aan toegevoegd: "Tracht binnen te gaan door de enge poort, want velen, zo zeg Ik u, zullen willen binnengaan en zij zullen er niet in slagen." (Lc. 13, 24) [b:Lc. 13, 24] Hij heeft als toetssteen en kenmerk van de liefde tot Hem, Christus, aangegeven: het onderhouden van de geboden. (Joh. 14, 21.24) [[b:Joh. 14, 21.24]] Zo zegt Hij ook op de vraag van de rijke jongeman: "Wilt gij het leven Ingaan, onderhoud dan de geboden", en op de vraag: "Welke?", antwoordt Hij: "Gij zult niet doden. Gij zult geen overspel bedrijven. Gij zult niet stelen. Gij zult geen valse getuigenis geven. Eer uw vader en uw moeder, en heb uw naaste lief als u zelf." (Mt. 19, 17-19) [b:Mt. 19, 17-19] Hij heeft aan wie Hem wil navolgen de voorwaarde gesteld, dat men zichzelf moet verloochenen en iedere dag zijn kruis moet opnemen. (Lc. 9, 23) [[b:Lc. 9, 23]] Hij eist van de mens de bereidheid om voor Hem en voor zijn zaak ook het dierbaarste te verlaten, zoals vader, moeder, kinderen en zelfs het hoogste goed, het leven. (Mt. 10, 37-39) [[b:Mt. 10, 37-39]] Want Hij voegt er aan toe: "Tot u, mijn vrienden, zeg ik: vreest niet hen, die het lichaam doden, en daarna niets meer vermogen. Ik zal u zeggen, wie gij moet vrezen: vreest Hem, die, als Hij u het leven heeft ontnomen, u naar de hel kan verwijzen." (Lc. 12, 4-5) [b:Lc. 12, 4-5]
Referenties naar alinea 20: 0
Geen referenties naar deze alineaExtra opties voor deze alinea
Kopieer alinea-URL naar klembord Reageer op deze alinea Deel op social media
21
a. Dit is de leer van Christus
Zo sprak Jezus Christus, de goddelijke Leraar, die toch zeker beter dan de mensen in de zielen weet door te dringen en hen tot Zijn liefde weet te trekken door de oneindige volmaaktheden van Zijn Hart, dat "vol is van goedheid en liefde". Litanie van het Heilig Hart.. Litanie van het Heilig Hart van Jezus
Zo sprak Jezus Christus, de goddelijke Leraar, die toch zeker beter dan de mensen in de zielen weet door te dringen en hen tot Zijn liefde weet te trekken door de oneindige volmaaktheden van Zijn Hart, dat "vol is van goedheid en liefde". Litanie van het Heilig Hart.. Litanie van het Heilig Hart van Jezus
Referenties naar alinea 21: 0
Geen referenties naar deze alineaExtra opties voor deze alinea
Kopieer alinea-URL naar klembord Reageer op deze alinea Deel op social media
22
b. Dit is de leer van St. Paulus
En heeft Sint Paulus, de apostel der heidenen, misschien iets anders gepredikt? Bij zijn schildering van de geheimvolle betovering van de bovennatuurlijke wereld heeft hij met zijn meeslepende overtuigingskracht de grootheid en heerlijkheid van het christelijk geloof, zijn rijkdom, macht, zegen en geluk uiteengezet en dit alles aan de mensen voorgehouden als het edelste voorwerp van de christelijke vrijheid en onweerstaanbaar doel van zuivere liefdeverlangens. Maar van hem zijn evengoed vermaningen als deze: "Bewerkt uw heil met vreze en beven" (Fil. 2, 12) [b:Fil. 2, 12]; en uit zijn pen zijn evengoed verheven zedelijke voorschriften gevloeid, bestemd voor alle gelovigen, zowel voor mensen van eenvoudig begrip als voor diep ontvankelijke zielen. Als men dus de woorden van Christus en van de apostel als strikte normen neemt, zou men dan misschien niet moeten zeggen, dat de Kerk in onze tijd meer tot toegeeflijkheid dan tot gestrengheid geneigd is? En zo treft het verwijt van neerdrukkende hardheid, dat de "nieuwe moraal" tegen de Kerk richt, feitelijk op de eerste plaats de aanbiddelijke Persoon van Christus zelf.
En heeft Sint Paulus, de apostel der heidenen, misschien iets anders gepredikt? Bij zijn schildering van de geheimvolle betovering van de bovennatuurlijke wereld heeft hij met zijn meeslepende overtuigingskracht de grootheid en heerlijkheid van het christelijk geloof, zijn rijkdom, macht, zegen en geluk uiteengezet en dit alles aan de mensen voorgehouden als het edelste voorwerp van de christelijke vrijheid en onweerstaanbaar doel van zuivere liefdeverlangens. Maar van hem zijn evengoed vermaningen als deze: "Bewerkt uw heil met vreze en beven" (Fil. 2, 12) [b:Fil. 2, 12]; en uit zijn pen zijn evengoed verheven zedelijke voorschriften gevloeid, bestemd voor alle gelovigen, zowel voor mensen van eenvoudig begrip als voor diep ontvankelijke zielen. Als men dus de woorden van Christus en van de apostel als strikte normen neemt, zou men dan misschien niet moeten zeggen, dat de Kerk in onze tijd meer tot toegeeflijkheid dan tot gestrengheid geneigd is? En zo treft het verwijt van neerdrukkende hardheid, dat de "nieuwe moraal" tegen de Kerk richt, feitelijk op de eerste plaats de aanbiddelijke Persoon van Christus zelf.
Referenties naar alinea 22: 1
Contra doctrinam ->=geentekst=Extra opties voor deze alinea
Kopieer alinea-URL naar klembord Reageer op deze alinea Deel op social media- Verwerping van de leer van de nieuwe moraal inzake zuiverheid
23
Ons bewust van het recht en de plicht van de H. Stoel om, waar nodig, een gezagvol woord te spreken in zedelijke vraagstukken, hebben wij daarom verleden jaar in onze toespraak van 29 oktober [1882] de gewetens willen voorlichten omtrent de problemen van het huwelijksleven. Met hetzelfde gezag verklaren wij thans aan de opvoeders en aan de jeugd zelf: het goddelijk gebod van zuiverheid naar lichaam en ziel geldt onverminderd ook voor de tegenwoordige jeugd. Ook zij heeft de zedelijke plicht rein te blijven en met Gods genade is zij daartoe ook in staat. Wij verwerpen daarom als vals de bewering van hen, die de zonden in de puberteitsjaren als onvermijdelijk beschouwen, waarover men zich dus niet al te erg zou behoeven te bekommeren als waren het geen zware zonden, want, zo voegt men er aan toe, de hartstocht heft gewoonlijk de vrijheid op, die nodig is om bij een handeling van morele schuld te kunnen spreken.
Referenties naar alinea 23: 0
Geen referenties naar deze alineaExtra opties voor deze alinea
Kopieer alinea-URL naar klembord Reageer op deze alinea Deel op social media- De taak van de opvoeder bnij het probleem van de zuiverheid
24
Integendeel, het is een verplichte en wijze regel, dat de opvoeder enerzijds niet verzuimt de jonge mensen de hoge waarde van de zuiverheid voor te houden, om hen zo te brengen tot liefde voor en verlangen naar de zuiverheid om haarzelf, en dat hij toch anderzijds duidelijk het gebod als zodanig inscherpt in heel zijn zwaarte en ernst als goddelijke verordening. Zo zal hij de jonge mensen opwekken de naaste gelegenheden te vermijden; hen sterken in de strijd, waarvan hij hun het moeilijke niet moet verhelen; hen brengen tot een moedig aanvaarden van de offers, die de deugd eist, en hen aansporen, vol te houden en niet te vallen, wanneer zij zich zonder slag of stoot dreigen over te geven en zonder weerstand dreigen te bezwijken voor de slechte gewoonten.
Referenties naar alinea 24: 0
Geen referenties naar deze alineaExtra opties voor deze alinea
Kopieer alinea-URL naar klembord Reageer op deze alinea Deel op social media- ... en het openbare leven
- Velen verbannen de zedenwet uit het openbare leven
25
Meer nog dan op het gebied van het persoonlijk leven willen tegenwoordig velen de heerschappij van de zedenwet uitsluiten uit het openbare, economische en sociale leven, uit het optreden van de openbare macht in de binnenlandse en buitenlandse politiek, in kwesties van vrede en oorlog, alsof God hier volstrekt niets, of minstens niet het beslissend woord had te zeggen.
Referenties naar alinea 25: 1
Gaudium et Spes ->=geentekst=Extra opties voor deze alinea
Kopieer alinea-URL naar klembord Reageer op deze alinea Deel op social media- De neiuwe moraal omtrent het openbare leven is onjuist
26
Het vrijmaken van de uiterlijke menselijke activiteit, zoals wetenschap, politiek en kunst, van de moraal wordt soms wijsgerig gemotiveerd door de autonomie, die haar op haar eigen gebied toekomt, de bevoegdheid nl. zich uitsluitend naar eigen wetten te regelen, al geeft men toe, dat deze wetten gewoonlijk hetzelfde doel beogen als de zedenwetten. En als voorbeeld geeft men de kunst, waaraan men niet alleen alle afhankelijkheid van de moraal ontzegt, maar ook elke betrekking daarmee met de woorden: kunst is louter kunst en geen moraal of iets anders, en behoeft dus alleen de wetten van de esthetica te volgen, die zich overigens, als het echte esthetische wetten zijn, niet in dienst zullen stellen van de begeerlijkheid. In dezelfde trant redeneert men over politiek en economie, die niet te rade hoeven te gaan bij andere wetenschappen, dus ook niet bij de ethica, maar die, geleid door hun eigen wetten, hierdoor van-zelf goed en juist zijn.
Referenties naar alinea 26: 0
Geen referenties naar deze alineaExtra opties voor deze alinea
Kopieer alinea-URL naar klembord Reageer op deze alinea Deel op social media- Weerlegging van de beginselen van de nieuwe moraal
27
Zoals men ziet, is dit een spitsvondige manier om de gewetens aan het gezag van de zedenwetten te onttrekken. Zeker, men kan niet ontkennen, dat zulke autonomie aanvaardbaar is, in zover zij de eigen methode van elke categorie van werkzaamheid uitdrukt en de grenzen aangeeft, waardoor de verschillende vormen er van theoretisch van elkaar gescheiden worden. Maar de scheiding van methode mag niet betekenen, dat de geleerde, de kunstenaar, de politicus in de uitoefening van hun werkzaamheid zich niet behoeven te bekommeren om de moraal, vooral als deze werkzaamheid onmiddellijk het gebied raakt van het zedelijk handelen, zoals dit het geval is bij de kunst, de politiek en de economie. De scherpe en theoretische scheiding heeft geen zin in het leven, dat altijd een synthese is, omdat het enige subject van iedere soort van werkzaamheid de mens zelf is, wiens vrije en bewuste daden altijd onderworpen blijven aan zedelijke waardering. Bij diepere beschouwing van het probleem met brede en praktische blik, die soms zelfs bij filosofen van naam ontbreekt, ziet men, hoe een dergelijk onderscheid en autonomie door de gevallen menselijke natuur worden gebruikt om datgene, wat eigenlijk begeerlijkheid, egoïsme en hebzucht blijkt te zijn, voor te stellen als wetten van kunst, politiek of economie. En zo wordt de theoretische onafhankelijkheid van de moraal praktisch opstand tegen de moraal en wordt ook de harmonie verbroken, die eigen is aan wetenschap en kunst en die de filosofen van deze richting wel scherp zien, maar toevallig noemen, ofschoon zij wezenlijk is, als men haar beschouwt vanuit het subject, de mens en vanuit God, zijn Schepper.
Referenties naar alinea 27: 0
Geen referenties naar deze alineaExtra opties voor deze alinea
Kopieer alinea-URL naar klembord Reageer op deze alinea Deel op social media- Leer van de Pausen
28
Daarom hebben onze voorgangers en wij zelf in de verwarring van de oorlog en in de troebele omstandigheden van de naoorlogse tijd steeds de nadruk gelegd op het beginsel, dat de door God gewilde orde heel het leven omvat, ook het openbare leven in al zijn uitingen, vast er van overtuigd, dat dit geen enkele beperking inhoudt van de ware menselijke vrijheid en geen enkele inmenging in de bevoegdheid van de staat, maar een waarborg tegen dwalingen en misbruiken, waarvoor de christelijke moraal, juist toegepast, de mensheid kan bewaren. Deze waarheden moeten de jonge mensen worden bijgebracht en in hun geweten ingeprent door hen, die in het gezin of op school belast zijn met hun opvoeding en die zo de kiem moeten leggen voor een betere toekomst.
Referenties naar alinea 28: 1
Gaudium et Spes ->=geentekst=Extra opties voor deze alinea
Kopieer alinea-URL naar klembord Reageer op deze alinea Deel op social media- Slot
- Kweekt in de jeugd de ware vrijheid aan, die niet bestaat in losbandigheid. Kracht van het gebed en de Sacramenten
29
Ziedaar wat Wij u wilden zeggen, beminde zonen en dochters die naar Ons luistert. Wij hebben U de angst niet verborgen die Ons hart beklemt bij de gedachte aan dit ontzaglijk probleem dat het heden en de toekomst van de wereld en het eeuwig lot van zovelen zielen raakt. Welke steun zou het Ons niet zijn indien Wij wisten dat gij deze angst om de christelijke opvoeding van de jeugd met Ons deelt! Voedt de gewetens van uw kleinen op met een taaie en volhardende zorg. Voedt ze op tot de vrees en de liefde van God. Voedt ze op tot waarheidslievendheid. Maar weest gij zelf op de eerste plaats waarheidlievend, en verwijdert uit het opvoedingswerk alles wat niet oprecht en waar is. Scherpt in het geweten van de jongeren het onvervalst begrip in van de vrijheid, van de ware vrijheid, die waardig is van en eigen aan een schepsel dat gemaakt werd naar het beeld van God. Deze vrijheid is iets heel anders dan uitspatting en losbandigheid; zij is integendeel bewezen bekwaamheid tot het goede; zij is eigenmachtige beslissing om het goede te willen en te verwezenlijken (Gal. 5, 13) [[b:Gal. 5, 13]]; zij is meesterschap over de eigen vermogens, over de instincten, over de gebeurtenissen. Voedt de jongeren op tot gebed en het ontvangen van de sacramenten van de biecht en eucharistie, waar zij zullen putten hetgeen de natuur niet kan geven: de sterkte om niet te vallen, de kracht om op te staan. Dat zij van kindsbeen af gevoelen dat zij zonder de hulp van deze bovennatuurlijke krachtbronnen er niet in zouden gelukken niet alleen geen goede christenen, maar zelfs geen eerlijke mensen te zijn, wier erfdeel een blijmoedig leven is. In deze mate voorbereid zullen zij bovendien kunnen streven naar het beste en zich geven aan hun grote taak, waarvan de verwezenlijking tevens hun roem zal zijn: Christus in hun leven te vormen.
Referenties naar alinea 29: 0
Geen referenties naar deze alineaExtra opties voor deze alinea
Kopieer alinea-URL naar klembord Reageer op deze alinea Deel op social media- Eenheid en aaneensluiting. Persoonlijke voorkeur ten offer brengen. Zegen
30
Ter bereiking van dit doel sporen wij al onze beminde zonen en dochters van de grote mensengemeenschap aan zich nauw aaneen te sluiten; zich te verenigen voor de verdediging van de waarheid en voor de uitbreiding van Christus' rijk op aarde. Iedere verdeeldheid moet verdwijnen; alle tweedracht moet ophouden; iedere persoonlijke opvatting, iedere eigen voorkeur moet, koste wat het kost, edelmoedig ten offer worden gebracht aan dit hoogste goed, aan dit verheven ideaal; "als kwade begeerlijkheid u iets anders aanspreekt", laat dan uw christelijk geweten alle moeilijkheden overwinnen, zodat de vijand van God "onder u over u niet lache". (Gal. 5, 13) [[b:Gal. 5, 13]] De kracht van een gezonde opvoeding moet zich uiten in haar vruchtbaarheid onder alle volkeren, die bezorgd zijn voor de toekomst van hun jeugd. Zo zal de Heer over u en uw gezinnen Zijn overvloedige genade uitstorten en als onderpand hiervan schenken wij u met vaderlijke liefde onze apostolische zegen.
Referenties naar alinea 30: 0
Geen referenties naar deze alineaNotities bij deze alinea
Toelichting bij de toespraken Vegliare con sollecitudine en Nell'ordine della natura [n:1596]
Extra opties voor deze alinea
Kopieer alinea-URL naar klembord Reageer op deze alinea Deel op social mediaReferenties naar dit document: 3
Open uitgebreid overzichthttps://rkdocumenten.nl/toondocument/1336-la-famiglia-over-de-vorming-van-het-christelijk-geweten-bij-de-nl