Bewaar de Kerk in waarheid en vrede
x
Informatie over dit document
Bewaar de Kerk in waarheid en vrede
15 verjaardag van de kroning tot Paus
Hoogfeest van Petrus en Paulus
Paus Paulus VI
29 juni 1978
Pauselijke geschriften - Homilieën
Uitgave/vertaling zonder naam en datum
Nummering: Redactie
Zie de gebruiksvoorwaarden van de documenten
Nummering: Redactie
Zie de gebruiksvoorwaarden van de documenten
29 juni 1978
29 oktober 2022
1309
nl
Referenties naar dit document: 1
Open uitgebreid overzichtReferenties naar dit document van thema's en berichten
Open uitgebreid overzichtExtra opties voor dit document
Kopieer document-URL naar klembord Reageer op dit document Deel op social mediaInhoudsopgave
- Inhoud
1
Vereerde broeders! Geliefde zonen en dochters in de Heer!De figuren van de heilige apostelen Petrus en Paulus staan ons vandaag, in deze liturgieviering, meer dan ooit levendig voor ogen. En dit niet alleen omdat het gewone verloop van het kerkelijk jaar ons vandaag deze feestdag aanbiedt, maar ook vanwege de bijzondere betekenis die voor ons deze 15e verjaardag van onze verkiezing tot Opperherder van de Kerk heeft, want de natuur-gegeven afloop van ons leven voert ons - na het bereiken van onze 80e verjaardag - de avond van ons aardse bestaan tegemoet.
Referenties naar alinea 1: 0
Geen referenties naar deze alineaExtra opties voor deze alinea
Kopieer alinea-URL naar klembord Reageer op deze alinea Deel op social media
2
Petrus en Paulus, "de grote en fiere zuilen" Ad Corinthios [[984 |+ 27]] van de kerk van Rome en de wereldkerk!
De teksten van de woorddienst die wij zojuist vernomen hebben, plaatsen de beide apostelen in een samenhang die op ons diepe indruk maakt: hier Petrus zoals hij als geschenk voor alle tijden de grote belijdenis van Caesarea Philippi aflegt; daar Paulus, die vanuit zijn romeinse gevangenschap het rijkste erfgoed van zijn zending aan Timotheus nalaat. Beide apostelen staan ons voor ogen, wanneer wij nu het tijdsbestek overzien waarin de Heer ons zijn Kerk toevertrouwd heeft. Ook wanneer wij ons beschouwen als de geringste en onwaardige opvolger van de H. Petrus, voelen wij ons toch op deze beslissende drempel van ons leven gesterkt en gedragen door het bewustzijn, altijd opnieuw en onvermoeibaar tegenover de Kerk en de wereld bekend te hebben: "Gij zijt de Messias, de Zoon van de levende God" (Mt. 16, 16) [b:Mt. 16, 16]. En met Paulus menen ook wij te mogen zeggen: "Ik heb de goede strijd gestreden, de wedloop voleind, het geloof bewaard" (2 Tim. 4, 7) [b:2 Tim. 4, 7].
De teksten van de woorddienst die wij zojuist vernomen hebben, plaatsen de beide apostelen in een samenhang die op ons diepe indruk maakt: hier Petrus zoals hij als geschenk voor alle tijden de grote belijdenis van Caesarea Philippi aflegt; daar Paulus, die vanuit zijn romeinse gevangenschap het rijkste erfgoed van zijn zending aan Timotheus nalaat. Beide apostelen staan ons voor ogen, wanneer wij nu het tijdsbestek overzien waarin de Heer ons zijn Kerk toevertrouwd heeft. Ook wanneer wij ons beschouwen als de geringste en onwaardige opvolger van de H. Petrus, voelen wij ons toch op deze beslissende drempel van ons leven gesterkt en gedragen door het bewustzijn, altijd opnieuw en onvermoeibaar tegenover de Kerk en de wereld bekend te hebben: "Gij zijt de Messias, de Zoon van de levende God" (Mt. 16, 16) [b:Mt. 16, 16]. En met Paulus menen ook wij te mogen zeggen: "Ik heb de goede strijd gestreden, de wedloop voleind, het geloof bewaard" (2 Tim. 4, 7) [b:2 Tim. 4, 7].
Referenties naar alinea 2: 0
Geen referenties naar deze alineaExtra opties voor deze alinea
Kopieer alinea-URL naar klembord Reageer op deze alinea Deel op social media
3
1. De bescherming van het geloof
Onze taak is nog steeds dezelfde als die van Petrus, aan wie Christus de opdracht gegeven heeft de broeders te versterken (Lc. 22, 32) [b:Lc. 22, 32]: de opdracht, de waarheid van het geloof te dienen en deze waarheid allen die ernaar zoeken aan te bieden, zoals de H. Petrus Chrysologus het op onovertreffelijke wijze uitdrukt: De H. Petrus die nog altijd op zijn traditionele plaats leeft en het voorzitterschap bekleedt, biedt hen die zoeken de waarheid van het geloof aan" brief aan Eutyches: XXV, 2; PL 54,743-4 [[914]]. Ja, het geloof is "kostbaarder dan goud" (1 Pt. 1, 7) [b:1 Pt. 1, 7], zegt de H. Petrus; het is niet voldoende het eenmaal te hebben ontvangen, maar men moet het bewaren, ook onder moeilijke omstandigheden - "door vuur gelouterd" (1 Pt. 1, 7) [b:1 Pt. 1, 7]. De apostelen hebben het geloof ook in tijden van vervolging verkondigd en hun geloofsgetuigenis met de eigen dood bezegeld. Daarin zijn zij hun Heer en Meester gelijk geworden, die, zoals de H. Paulus het zo mooi zegt, "voor Pontius Pilatus de goede belijdenis heeft afgelegd" (1 Tim. 6, 13) [b:1 Tim. 6, 13]. Het geloof is dus niet aan menselijke bespiegeling ontsprongen (2 Pt. 1, 16) [[b:2 Pt. 1, 16]], maar door de apostelen als hun "nalatenschap" nagelaten, die zij op hun beurt van Christus ontvangen hebben, zoals zij het "gezien, aanschouwd en gehoord hebben" (1 Joh. 1, 1-3) [[b:1 Joh. 1, 1-3]]. Dit is het geloof van de Kerk, het apostolische geloof. Deze van Christus ontvangen boodschap blijft in de Kerk ongeschonden behouden door de innerlijke bijstand van de H. Geest en door de bijzondere aan Petrus toevertrouwde opdracht waarvoor Christus gebeden heeft: "Ik heb voor U gebeden, dat uw geloof niet zou bezwijken!" (Lc. 22, 32) [b:Lc. 22, 32], alsook door de opdracht van het apostelcollege in eenheid met Petrus: "Wie naar U luistert, luistert naar Mij" (Lc. 10, 16) [b:Lc. 10, 16]. Dit ambt van Petrus wordt in zijn opvolgers voortgezet, zodat de bisschoppen van het concilie van Chalcedon, na het vernemen van de inhoud van de hen door paus Leo gezonden brief, konden uitroepen: "Petrus heeft door de mond van Leo gesproken!" vgl. H. Grisar, Roma alla.. vgl. H. Grisar, Roma alla fine del tempo antico, I, p. 359. De kern van dit geloof echter is Jezus Christus, werkelijk God en werkelijk mens, naar de belijdenis van Petrus: "Gij zijt de Messias, de Zoon van de levende God". (Mt. 16, 16) [b:Mt. 16, 16]
Onze taak is nog steeds dezelfde als die van Petrus, aan wie Christus de opdracht gegeven heeft de broeders te versterken (Lc. 22, 32) [b:Lc. 22, 32]: de opdracht, de waarheid van het geloof te dienen en deze waarheid allen die ernaar zoeken aan te bieden, zoals de H. Petrus Chrysologus het op onovertreffelijke wijze uitdrukt: De H. Petrus die nog altijd op zijn traditionele plaats leeft en het voorzitterschap bekleedt, biedt hen die zoeken de waarheid van het geloof aan" brief aan Eutyches: XXV, 2; PL 54,743-4 [[914]]. Ja, het geloof is "kostbaarder dan goud" (1 Pt. 1, 7) [b:1 Pt. 1, 7], zegt de H. Petrus; het is niet voldoende het eenmaal te hebben ontvangen, maar men moet het bewaren, ook onder moeilijke omstandigheden - "door vuur gelouterd" (1 Pt. 1, 7) [b:1 Pt. 1, 7]. De apostelen hebben het geloof ook in tijden van vervolging verkondigd en hun geloofsgetuigenis met de eigen dood bezegeld. Daarin zijn zij hun Heer en Meester gelijk geworden, die, zoals de H. Paulus het zo mooi zegt, "voor Pontius Pilatus de goede belijdenis heeft afgelegd" (1 Tim. 6, 13) [b:1 Tim. 6, 13]. Het geloof is dus niet aan menselijke bespiegeling ontsprongen (2 Pt. 1, 16) [[b:2 Pt. 1, 16]], maar door de apostelen als hun "nalatenschap" nagelaten, die zij op hun beurt van Christus ontvangen hebben, zoals zij het "gezien, aanschouwd en gehoord hebben" (1 Joh. 1, 1-3) [[b:1 Joh. 1, 1-3]]. Dit is het geloof van de Kerk, het apostolische geloof. Deze van Christus ontvangen boodschap blijft in de Kerk ongeschonden behouden door de innerlijke bijstand van de H. Geest en door de bijzondere aan Petrus toevertrouwde opdracht waarvoor Christus gebeden heeft: "Ik heb voor U gebeden, dat uw geloof niet zou bezwijken!" (Lc. 22, 32) [b:Lc. 22, 32], alsook door de opdracht van het apostelcollege in eenheid met Petrus: "Wie naar U luistert, luistert naar Mij" (Lc. 10, 16) [b:Lc. 10, 16]. Dit ambt van Petrus wordt in zijn opvolgers voortgezet, zodat de bisschoppen van het concilie van Chalcedon, na het vernemen van de inhoud van de hen door paus Leo gezonden brief, konden uitroepen: "Petrus heeft door de mond van Leo gesproken!" vgl. H. Grisar, Roma alla.. vgl. H. Grisar, Roma alla fine del tempo antico, I, p. 359. De kern van dit geloof echter is Jezus Christus, werkelijk God en werkelijk mens, naar de belijdenis van Petrus: "Gij zijt de Messias, de Zoon van de levende God". (Mt. 16, 16) [b:Mt. 16, 16]
Referenties naar alinea 3: 0
Geen referenties naar deze alineaExtra opties voor deze alinea
Kopieer alinea-URL naar klembord Reageer op deze alinea Deel op social media
4
Dit is, geliefde broeders en zusters, het onvermoeibare, wakkere, vurige streven, dat ons gedurende de 15 jaren van ons pontificaat heeft bewogen. "Het geloof heb ik bewaard!", dat kunnen wij vandaag zeggen op grond van onze nederige en tegelijk vaste overtuiging, nooit "de heilige waarheid" A. Manzoni A. Manzoni verraden te hebben. Om deze overtuiging te ondersteunen en onze ziel te troosten, omdat wij ons voortdurend op de ontmoeting met de rechtvaardige rechter voorbereiden (2 Tim. 4, 8) [b:2 Tim. 4, 8], herinneren wij ons enkele wezenlijke documenten van dit pontificaat, die als het ware afzonderlijke etappes verbeelden op de weg van onze smartelijke dienst aan de liefde, het geloof en aan de kerkorde: in de reeks van de encyclieken en pauselijke schrijvens is als eerste Ecclesiam Suam [91] (9.8.1964) te noemen, die bij het begin van het pontificaat de grondlijnen optekent voor het handelen van de Kerk in haar eigen bereik, en voor haar dialoog met de gescheiden broeders, met de niet-christenen en met de niet-gelovigen; vervolgens Mysterium Fidei [392] (3.9.1965) over de leer van de heilige Eucharistie; Sacerdotalis Caelibatus [1219] (24.6.1967) over de volledige overgave van zichzelf, die het charisma en de opdracht van de priester beschrijft; Evangelica Testificatio [3722] (29.6.1971) over het getuigenis dat het religieuze leven vandaag voor de wereld moet afleggen; Paterna cum benevolentia [985] (8.12.1974) bij het begin van het Heilig Jaar over de verzoening binnen de Kerk; Gaudete in Domino [873] (9.5.1975) over de rijke bron en wereldveranderende kracht die bestaat in de christelijke vreugde; en tenslotte Evangelii Nuntiandi [519] (8.12.1975) die een overzicht wilde geven van de heerlijke en veelvoudige missie-activiteit van de Kerk van tegenwoordig.
Referenties naar alinea 4: 1
Redemptor Hominis ->=geentekst=Extra opties voor deze alinea
Kopieer alinea-URL naar klembord Reageer op deze alinea Deel op social media
5
Maar voor alles zouden wij onze "geloofsbelijdenis" in herinnering willen roepen, die wij precies tien jaren geleden, op 30 juni 1986 uit naam van en verbindend voor de hele Kerk als " Solemni hac liturgia - Credo van het Volk van God [763]" plechtig afgekondigd hebben: tot bekrachtiging en versterking van de hoofdpunten van het geloof van de Kerk, zoals dit door de belangrijkste oecumenische concilies is verkondigd, op een ogenblik waarop het lichtvaardig experimenteren met het geloof de zekerheid van zovele priesters en gelovigen aan het wankelen scheen te brengen en een hernieuwde toewending tot de bronnen vereiste. Goddank zijn vele gevaren zwakker geworden, maar gezien de moeilijkheden waarop de Kerk ook tegenwoordig nog stoot op het gebied van de leer en de kerkorde, beroepen wij ons nog met dezelfde nadruk op deze geloofsbelijdenis die wij als een belangrijke daad van ons pauselijk leerambt beschouwen. Alleen door trouw te zijn aan de leer van Christus en de Kerk, zoals deze ons door de vaders is overgeleverd, kunnen wij die overtuigingskracht en helderheid van geest en ziel hebben, die het rijpe en bewuste bezit van de waarheid verschaft. Tegelijkertijd zouden wij een hartelijke, maar ook ernstige oproep willen richten aan al degenen die zichzelf en, onder hun invloed, ook anderen zowel door woord en geschrift als ook door hun gedrag eerst op de weg van particuliere meningen voeren, vervolgens in het spoor van ketterij en schisma terechtkomen, en die het geweten van individuele personen en van de hele geloofsgemeenschap in onzekerheid brengen, welke toch een "koinonia" zijn moet door gemeenschappelijk vast te houden aan de waarheid van het Woord van God, om de "koinonia" in het ene Brood en de ene Kelk te kunnen verwerkelijken en verzekeren. Wij vermanen U als Vader: Houdt ermee op de Kerk verder in verwarring te brengen; het uur van de waarheid is gekomen: ieder afzonderlijk moet zijn eigen plicht onder ogen zien om die beslissingen te nemen die het geloof moeten veilig stellen, deze schat van allen gemeenschappelijk, die Christus, het rotsfundament, aan Petrus als de plaatsbekleder van deze rots, zoals de H. Bonaventura hem noemt Disp. de perf. evang., q.4, a.3; ed. Quaracchi, V /1891, p. 195 [[4037]] heeft toevertrouwd.
Referenties naar alinea 5: 0
Geen referenties naar deze alineaExtra opties voor deze alinea
Kopieer alinea-URL naar klembord Reageer op deze alinea Deel op social media
6
2. De verdediging van het menselijk leven
Naast deze edele en door moeilijkheden begeleide inzet van het leerambt ten dienste van en tot verdediging van de waarheid, beschouwen wij ook de verdediging van het menselijk leven als een noodzakelijke opgave. Het Tweede Vaticaans Concilie heeft er met grote nadruk aan herinnerd, dat "God, de Heer van het leven, aan de mens de hoge opgave heeft toevertrouwd van het behoud van het leven" Gaudium et Spes [[575|51]]. Wij zien het als onze bijzondere opdracht de leer van het concilie met de grootste trouw in acht te nemen, en hebben de verdediging van het leven in al zijn vormen, waarin het bedreigd, gehinderd of zelfs onderdrukt wordt, tot een van de belangrijkste strevingen van ons pontificaat gemaakt.
Naast deze edele en door moeilijkheden begeleide inzet van het leerambt ten dienste van en tot verdediging van de waarheid, beschouwen wij ook de verdediging van het menselijk leven als een noodzakelijke opgave. Het Tweede Vaticaans Concilie heeft er met grote nadruk aan herinnerd, dat "God, de Heer van het leven, aan de mens de hoge opgave heeft toevertrouwd van het behoud van het leven" Gaudium et Spes [[575|51]]. Wij zien het als onze bijzondere opdracht de leer van het concilie met de grootste trouw in acht te nemen, en hebben de verdediging van het leven in al zijn vormen, waarin het bedreigd, gehinderd of zelfs onderdrukt wordt, tot een van de belangrijkste strevingen van ons pontificaat gemaakt.
Referenties naar alinea 6: 0
Geen referenties naar deze alineaExtra opties voor deze alinea
Kopieer alinea-URL naar klembord Reageer op deze alinea Deel op social media
7
Wij herinneren ook hier aan de belangrijke publicaties die van onze bedoeling getuigen.
Referenties naar alinea 7: 0
Geen referenties naar deze alineaExtra opties voor deze alinea
Kopieer alinea-URL naar klembord Reageer op deze alinea Deel op social media
8
- Wij hebben voor alles gewezen op de plicht de technische en materiële vooruitgang van de ontwikkelingslanden te bevorderen. Dit gebeurde in de encycliek Populorum Progressio [266] (26.3.1967).
Referenties naar alinea 8: 0
Geen referenties naar deze alineaExtra opties voor deze alinea
Kopieer alinea-URL naar klembord Reageer op deze alinea Deel op social media
9
- De verdediging van het leven moet echter al bij de oorsprong van de menselijke existentie zelf beginnen. Dit wordt nadrukkelijk en duidelijk geleerd door het Concilie, dat in de pastorale constitutie Gaudium et Spes [575] vermaant "het leven vanaf de ontvangenis met de hoogste zorgvuldigheid te beschermen"; abortus en het doden van het kind zijn afschuwelijke misdaden Gaudium et Spes [[575|51]]. Wij hebben niets anders gedaan dan ons deze leer eigen te maken, toen wij tien jaar geleden de encycliek Humanae Vitae [34] hebben gepubliceerd (25.7.1968). Zij is georiënteerd op de onaantastbare leer van het Evangelie, die de normen van de natuurwet en de niet mis te verstane eisen van het geweten aangaande de eerbied voor het leven bekrachtigt, en het doorgeven van het leven toevertrouwt aan een verantwoordelijk vaderen moederschap. Dit document [34] krijgt tegenwoordig een nieuwe en nog dringender actualiteit vanwege de aanvallen die ondernomen worden door de burgerlijke wetgevingen op de heiligheid van de onverbrekelijke huwelijksband en op de onaantastbaarheid van het menselijk leven van de moederschoot af.
Referenties naar alinea 9: 0
Geen referenties naar deze alineaExtra opties voor deze alinea
Kopieer alinea-URL naar klembord Reageer op deze alinea Deel op social media
10
- Dit verklaart ook de herhaalde bekendmakingen van de leer van de katholieke Kerk aangaan de droevige feitelijkheid en de betreurenswaardige gevolgen van echtscheiding en abortus, zoals die bevat liggen in ons gewoon leerambt en in de desbetreffende stellingnamen van de bevoegde Congregatie. Alleen de hoge verantwoordelijkheid als opperste leraar en herder van de Kerk en de zorg om het welzijn van de mensen waren voor ons aanleiding onze mening hierover te kennen te geven.
Referenties naar alinea 10: 0
Geen referenties naar deze alineaExtra opties voor deze alinea
Kopieer alinea-URL naar klembord Reageer op deze alinea Deel op social media
11
- Wij werden daartoe echter ook gebracht door de liefde tot de jeugd, die opgroeit in het vertrouwen op een meer vreedzame toekomst en die zich met enthousiasme erop toelegt zichzelf te verwerkelijken, maar die niet zelden teleurgesteld en ontmoedigd wordt doordat ze van de kant van de maatschappij der volwassenen geen antwoord krijgt dat tevreden stelt. De jeugd lijdt als eerste onder de omwentelingen in het gezin en de wanorde in het zedelijk leven. Zij is de kostbare erfenis die beschermd en sterk gemaakt moet worden. Daarom zien wij naar de jongeren: zij zijn de toekomst van de burgerlijke maatschappij, de toekomst van de Kerk.
Referenties naar alinea 11: 0
Geen referenties naar deze alineaExtra opties voor deze alinea
Kopieer alinea-URL naar klembord Reageer op deze alinea Deel op social media
12
Waarde broeders, Geliefde zonen en dochters in de Heer!Wij hebben voor U ons hart geopend in een vluchtig overzicht van de belangrijkste publicaties van ons pauselijk leerambt, opdat uit ons hart een luide bede tot onze verlosser moge opstijgen. Bij het zien van de gevaren die wij beschreven hebben, als ook van de smartelijke dwalingen van kerkelijke of sociale aard, voelen wij ons evenals Petrus gedwongen tot Hem te gaan als ons enig heil en tot Hem te roepen: "Heer, naar wie zouden wij gaan? Uw woorden zijn woorden van eeuwig leven" (Joh. 6, 68) [b:Joh. 6, 68]. Hij alleen is de waarheid, Hij alleen is onze sterkte, Hij alleen ons heil! Door Hem gesterkt zullen wij samen onze weg voortzetten.
Referenties naar alinea 12: 0
Geen referenties naar deze alineaExtra opties voor deze alinea
Kopieer alinea-URL naar klembord Reageer op deze alinea Deel op social media
13
Op deze verjaardag vandaag vragen wij U echter ook om met ons de Almachtige te danken voor de hulp waarmee Hij ons tot nu toe gesterkt heeft, zodat wij met Petrus kunnen zeggen: "Nu weet ik zeker dat de Heer zijn engel heeft gezonden" (Hand. 12, 11) [b:Hand. 12, 11]. Ja, de Heer heeft ons bijgestaan: Wij danken Hem daarvoor en prijzen Hem. Wij vragen U Hem met ons en voor ons te prijzen op de voorspraak van de beschermheiligen van deze stad, het "Roma nobilis" , en van heel de Kerk die op hen gegrondvest is.
Referenties naar alinea 13: 0
Geen referenties naar deze alineaExtra opties voor deze alinea
Kopieer alinea-URL naar klembord Reageer op deze alinea Deel op social media
14
Heilige Petrus en Paulus, Gij hebt de naam van Christus in de wereld gedragen en voor Hem het hoogste getuigenis van de liefde en van het bloed afgelegd. Behoedt ook nu nog en altijd deze Kerk waarvoor Gij geleefd en geleden hebt. Behoudt haar in de waarheid en in vrede. Vermeerdert in al haar leden de onwrikbare trouw aan het Woord van God, de heiligheid van het eucharistische en sacramentele leven, de vreedzame eenheid in het geloof, de eendracht in de broederliefde en de verantwoorde gehoorzaamheid ten opzichte van de opperherders. Moge de Kerk ook in de toekomst in de wereld het levendige, blijmoedige en werkzame teken zijn van het heilspan van God en zijn Verbond met de mensen. Daarom smeekt zij door de bewogen stem van de nederige plaatsbekleder van Christus tot U, die U, HH. Petrus en Paulus beschouwd heeft als voorbeelden en wegwijzers. Verleen haar steun door uw voorspraak, nu en altijd, tot de definitieve en gelukkigmakende ontmoeting met de Heer die komt.
Amen, amen.
Amen, amen.
Referenties naar alinea 14: 0
Geen referenties naar deze alineaExtra opties voor deze alinea
Kopieer alinea-URL naar klembord Reageer op deze alinea Deel op social mediaReferenties naar dit document: 1
Open uitgebreid overzichthttps://rkdocumenten.nl/toondocument/1309-bewaar-de-kerk-in-waarheid-en-vrede-nl