
Msgr. Martin J. O'Connor - 23 mei 1971
Overal waar de menselijke activiteit de aardse levensomstandigheden probeert te verbeteren, met name wanneer het gaat om de jongste verworvenheden van de wetenschap en schitterende successen van de techniek, vindt het christelijk zicht op de mens, op de menselijke betrekkingen en op heel de wereldgeschiedenis een (vaak onbewust) antwoord op het goddelijk voorschrift dat de mens 'de aarde moet bezitten en onderwerpen' (Gen. 1, 26-28) Vgl. Gen. 9, 2-3 Vgl. Wijsh. 9, 2-3 Vgl. 2e Vaticaans Concilie, Constitutie, Over de Kerk in de wereld van deze tijd, Gaudium et Spes (7 dec 1965), 34 en ziet het tegelijk in hoe het kan bijdragen tot voortzetting en behoud van Gods scheppingswerk. Vgl. 2e Vaticaans Concilie, Constitutie, Over de Kerk in de wereld van deze tijd, Gaudium et Spes (7 dec 1965), 34
Ook de sociale communicatiemiddelen vallen geheel binnen dit perspectief, aangezien ze een belangrijke bijdrage leveren aan de wetenschappelijke uitwisseling tussen de mensen en daarmee aan hun onderlinge samenwerking. Toen God de mens naar zijn beeld had geschapen, gaf hij hem immers de mogelijkheid om een aandeel te nemen in zijn scheppend vermogen, tot opbouw van de aardse samenleving. Vgl. 2e Vaticaans Concilie, Constitutie, Over de Kerk in de wereld van deze tijd, Gaudium et Spes (7 dec 1965), 57