Musicae sacrae disciplina
x
Informatie over dit document
Musicae sacrae disciplina
Over de gewijde muziek
Paus Pius XII
25 december 1955
Pauselijke geschriften - Encyclieken
1956, Ecclesia Docens (Gooi & Sticht), nr. 0767
Vert.: Dr. Chr. Oomen C.ss.R. en Dr. M. Mulders C.ss.R.
Vert.: Dr. Chr. Oomen C.ss.R. en Dr. M. Mulders C.ss.R.
25 december 1955
29 november 2012
1094
nl
Referenties naar dit document: 16
Open uitgebreid overzichtReferenties naar dit document van thema's en berichten
Open uitgebreid overzichtExtra opties voor dit document
Kopieer document-URL naar klembord Reageer op dit document Deel op social mediaInhoudsopgave
Uitklappen
- === Inleiding
1
Het verhevene van de gewijde muziek
De regeling van de gewijde muziek ging ons steeds zeer ter harte; het lijkt ons daarom dan ook gewenst, dit onderwerp opnieuw en systematisch in deze encycliek te behandelen en tegelijk verschillende vraagstukken, die de laatste decennia gerezen en besproken zijn, uitvoeriger uiteen te zetten, opdat deze edele en verheven kunst steeds meer bijdraagt tot een luisterrijker viering van de goddelijke eredienst en tot een krachtiger versterking van het geestelijk leven der gelovigen. Tevens willen wij hiermee tegemoet komen aan de wensen, die velen onder u, eerbiedwaardige broeders, ieder volgens eigen voorzichtigheid, hebben geuit en die ook door grote en beroemde meesters in deze vrije kunst geformuleerd zijn op muziekcongressen en die ten slotte op het juiste ogenblik zijn ingegeven door de ervaring van de zielzorg of door een diepere bestudering van deze kunst en wetenschap. Wat de H. Pius X in zijn motu proprio, terecht door hem "het wetboek van de gewijde muziek" Tra le sollecitudini - Inter sollicitudines [[308]] genoemd, zo wijs heeft bepaald, hopen wij op deze wijze nog eens te bekrachtigen en in te scherpen, opnieuw te belichten en door nieuwe argumenten te versterken en wel zo, dat deze heerlijke kunst van de gewijde muziek, aangepast aan de tegenwoordige omstandigheden en in zekere zin verrijkt, steeds meer aan haar verheven doel beantwoordt.
De regeling van de gewijde muziek ging ons steeds zeer ter harte; het lijkt ons daarom dan ook gewenst, dit onderwerp opnieuw en systematisch in deze encycliek te behandelen en tegelijk verschillende vraagstukken, die de laatste decennia gerezen en besproken zijn, uitvoeriger uiteen te zetten, opdat deze edele en verheven kunst steeds meer bijdraagt tot een luisterrijker viering van de goddelijke eredienst en tot een krachtiger versterking van het geestelijk leven der gelovigen. Tevens willen wij hiermee tegemoet komen aan de wensen, die velen onder u, eerbiedwaardige broeders, ieder volgens eigen voorzichtigheid, hebben geuit en die ook door grote en beroemde meesters in deze vrije kunst geformuleerd zijn op muziekcongressen en die ten slotte op het juiste ogenblik zijn ingegeven door de ervaring van de zielzorg of door een diepere bestudering van deze kunst en wetenschap. Wat de H. Pius X in zijn motu proprio, terecht door hem "het wetboek van de gewijde muziek" Tra le sollecitudini - Inter sollicitudines [[308]] genoemd, zo wijs heeft bepaald, hopen wij op deze wijze nog eens te bekrachtigen en in te scherpen, opnieuw te belichten en door nieuwe argumenten te versterken en wel zo, dat deze heerlijke kunst van de gewijde muziek, aangepast aan de tegenwoordige omstandigheden en in zekere zin verrijkt, steeds meer aan haar verheven doel beantwoordt.
Referenties naar alinea 1: 0
Geen referenties naar deze alineaExtra opties voor deze alinea
Kopieer alinea-URL naar klembord Reageer op deze alinea Deel op social media- HOOFDSTUK 1 De geschiedenis van de gewijde muziek
2
Onder de vele en grote gaven van de natuur, waarmee God, in wie een volmaakte eenheid en de hoogste harmonie bestaan, de mensen, geschapen naar Zijn "beeld en gelijkenis" (Gen. 1, 26) [[b:Gen. 1, 26]], heeft verrijkt, neemt voorzeker de muziek, die samen met de andere vrije kunsten de ziel vervult met geestelijke vreugde en verkwikking, een voorname plaats in. Terecht schrijft hierover de H. Augustinus als volgt: "De muziek, d.i. de kennis van en het gevoel voor de juiste modulatie, is door God in Zijn mildheid geschonken ook aan de schepselen, begaafd met een redelijke ziel, om hen aan dat grootse te herinneren." 161: de origine animae hominis, c. 5, n. 13 (P.L. 33, 726) [[858]]
Referenties naar alinea 2: 0
Geen referenties naar deze alineaExtra opties voor deze alinea
Kopieer alinea-URL naar klembord Reageer op deze alinea Deel op social media- Artikel 1 De gewijde muziek in het Oude Testament, het Nieuwe Testament en de oude Kerk
3
Niemand zal er dus over verwonderd staan, dat de gewijde zang en muziek, zoals uit vele oude en nieuwe documenten blijkt, overal en altijd in gebruik waren om ook religieuze plechtigheden op te luisteren en er meer schittering aan te geven, zelfs bij de heidenen; en dat men zich vooral bij de dienst van de ware en de hoogste God reeds van oudsher van deze kunst heeft bediend. Het volk Gods, dat door een wonder van de goddelijke macht uit de Rode Zee werd gered, heeft een overwinningslied gezongen voor de Heer; en Maria, de zuster van , hun leider, heeft op profetische ingeving het zingende volk begeleid op de tamboerijn. (Ex.15, 1-21) [[b:Ex.15, 1-21]] Later, toen de Ark van God uit het huis van Obededom naar de stad van David werd gevoerd, dansten de koning zelf "en heel het volk van Israël geestdriftig voor Jahweh uit onder gezang en het spelen van citers, harpen, tamboerijnen, bekkens en cimbalen". (2 Sam. 6, 5) [b:2 Sam. 6, 5] Koning David zelf stelde de regels op voor de muziek en de zang bij de gewijde dienst (1Kron. 23, 5; 1 Kron. 25, 2-31) [[b:1Kron. 23, 5; 1 Kron. 25, 2-31]]; en deze orde is na de terugkeer van het volk uit de ballingschap opnieuw ingevoerd en trouw onderhouden tot aan de komst van de goddelijke Verlosser. De apostel Paulus geeft duidelijk aan, dat de gewijde zang van het begin af in Christus' Kerk een ereplaats in. nam, want hij schrijft aan de Efesiërs: "Wordt vol van de Geest, spreekt tot elkander in psalmen, lofzangen en geestelijke liederen." (Ef. 5, 18-19) [b:Ef. 5, 18-19] (Kol. 3, 16) [[b:Kol. 3, 16]] En dat deze gewoonte van psalmen zingen ook bestond in de bijeenkomsten van de christenen, zegt hij met deze woorden: "Bij uw samenkomsten mag elk iets hebben; de één een psalm ... " (1 Kor. 14, 26) [b:1 Kor. 14, 26] Volgens de verklaring van Plinius gebeurde dit eveneens na de apostolische tijd, want hij schrijft, dat afvalligen gezegd hebben: "Dit is onze grootste schuld of dwaling, dat wij op bepaalde dagen vóór zonsopgang pleegden samen te komen en een lied te zingen voor Christus als voor een God." I. 10, epist. 97, n. 7 [[2094]] Deze woorden van de Romeinse proconsul in Bithinië tonen zonneklaar aan, dat zelfs tijdens de vervolgingen de stem van de zingende Kerk niet volledig heeft gezwegen, wat trouwens ook door Tertullianus wordt bevestigd, die verhaalt, dat in de samenkomsten van de christenen "de schrift wordt gelezen, psalmen worden gezongen en toespraken worden gehouden". c. 9 (P.L. 2, 660) [[4782]] c. 39 (P.L. 1, 477) [[968]]
Referenties naar alinea 3: 0
Geen referenties naar deze alineaExtra opties voor deze alinea
Kopieer alinea-URL naar klembord Reageer op deze alinea Deel op social media- Artikel 2 De gregoriaanse zang
4
Nadat de Kerk vrijheid en vrede had gekregen, zijn er zeer veel getuigenissen van Vaders en van kerkelijke schrijvers, die bevestigen, dat de psalmen en de hymnen van de liturgie bijna dagelijks gebruikt werden. Er werden zelfs geleidelijk aan ook nieuwe vormen van gewijde zang geschapen en nieuwe soorten van liederen ingevoerd, die door de scholae canto rum vooral in de stad Rome steeds meer werden vervolmaakt. Onze voorganger roemrijker gedachtenis de H. Gregorius de Grote heeft volgens een oude traditie alles, wat door de voorvaderen was overgeleverd, zorgvuldig bijeengebracht, met wijsheid geordend en door juiste wetten en normen de zuiverheid en ongereptheid van de gewijde zang beschermd. Vanuit de heilige stad heeft zich de Romeinse methode van zingen langzamerhand ook over andere delen van het Westen verbreid en niet alleen is zij met nieuwe vormen en melodieën verrijkt, maar er is ook een nieuw soort van gewijde zang in zwang gekomen, nl. het religieuze lied, dat vaak in de volkstaal getoonzet was. De koraalzang zelf echter, die naar de H. Gregorius, die hem hersteld heeft, de "gregoriaanse" ging genoemd worden, heeft vanaf de 8e of ge eeuw in bijna alle landen van het christelijk Europa niet uitsluitend aan de eredienst luister bijgezet, want in de kerken werd een instrument gebruikt, het zogenaamde orgel.
Referenties naar alinea 4: 0
Geen referenties naar deze alineaExtra opties voor deze alinea
Kopieer alinea-URL naar klembord Reageer op deze alinea Deel op social media- Artikel 3 De polyfone zang
5
Bij deze gregoriaanse zang kwam vanaf de 9e eeuw geleidelijk de polyfone zang, die wat theorie en praktijk betreft, zich in de volgende eeuwen verder ontwikkelde en vooral in de 15e en 16e eeuw onder leiding van grote kunstenaars een buitengewone volmaaktheid bereikte. Ook deze polyfone zang stond bij de Kerk steeds hoog in ere en zij heeft hem tot meerdere opluistering van de eredienst gaarne ingevoerd in de basilieken van Rome en bij pauselijke plechtigheden. Zijn schitterend effect werd nog verhoogd, doordat men de stemmen van de zangers begeleidde door het orgel en ook door andere muziekinstrumenten.
Referenties naar alinea 5: 0
Geen referenties naar deze alineaExtra opties voor deze alinea
Kopieer alinea-URL naar klembord Reageer op deze alinea Deel op social media- Artikel 4 Zorg en waakzaamhedi van de Kerk voor de gewijde muziek
6
Zo heeft de gewijde muziek onder stuwing en bescherming van de Kerk in de loop van de eeuwen een lange weg afgelegd, waarop zij soms langzaam en moeilijk geleidelijk tot hogere ontwikkeling kwam, nl. van de eenvoudige en ongekunstelde, maar in hun soort volmaakte gregoriaanse melodieën tot de grootse en prachtige kunstwerken, die niet alleen door menselijke stemmen, maar ook door het orgel en andere muziekinstrumenten nieuwe luister en schoonheid kregen en een bijna onbeperkte vlucht namen. De vooruitgang van de muziek bewijst duidelijk de grote zorg van de Kerk om de eredienst steeds schitterender te maken en aangenamer voor het christenvolk, maar verklaart ook, waarom zij vaak moest voorkomen, dat de juiste grenzen werden overschreden en dat met een ware vooruitgang profane elementen, die aan de eredienst vreemd zijn, de gewijde muziek binnendrongen en haar ontwijdden.
Referenties naar alinea 6: 0
Geen referenties naar deze alineaExtra opties voor deze alinea
Kopieer alinea-URL naar klembord Reageer op deze alinea Deel op social media
7
De pausen hebben altijd deze plicht van zorg en waakzaamheid nauwgezet vervuld; en ook het Concilie van Trente [d:21] heeft met grote wijsheid gewaarschuwd tegen "die muziek, waar door orgel of zang een profaan of zinnelijk element indringt". Sessio XXII - Decretum de observandis et evitandis in celebratione Missae [[4783]] Om niet te spreken van vele andere pausen, onze voorganger roemrijker gedachtenis Benedictus XIV heeft in de encycliek van 19 Februari 1749 bij het naderen van het grote jubilé, die zo uitmunt door een rijkdom van eruditie en van bewijzen, de bisschoppen bijzonder aangespoord om alle verkeerde en overdreven vormen, die brutaal in de gewijde muziek waren binnengeslopen, met kracht te verbieden. En onze voorgangers Leo XII, Pius VIII, Gregorius XVI, Pius IX en Leo XIII volgden dezelfde weg. Maar met het grootste recht kan men zeggen, dat onze voorganger onsterfelijker gedachtenis de H. Pius X als het ware een volledige vernieuwing en totale hervorming van de gewijde muziek tot stand heeft gebracht door de beginselen en de normen van de voorvaderen opnieuw in te prenten en op de juiste manier, overeenkomstig de eisen van de nieuwe tijd, tot één doelmatig geheel samen te voegen. Tra le sollecitudini - Inter sollicitudines [[308]] Gelijk onze onmiddellijke voorganger Pius XI door de apostolische constitutie Divini Cultus Sanctitatem [321] van 20 December 1928, hebben ook wij ten slotte door de encycliek Mediator Dei et hominum [419] van 20 November 1947 de voorschriften van de bovengenoemde pausen aangevuld en bevestigd.
Referenties naar alinea 7: 0
Geen referenties naar deze alineaExtra opties voor deze alinea
Kopieer alinea-URL naar klembord Reageer op deze alinea Deel op social media- HOOFDSTUK 2 De gewijde muziek in de liturgie
- Artikel 1 Reden van de grote zorg van de Kerk
8
Wel niemand zal er zich over verwonderen, dat de Kerk zo'n waakzame zorg besteedde aan de gewijde muziek. Want het gaat hier niet om wetten van esthetische of technische aard met betrekking tot deze edele kunst, maar de Kerk wil haar beschermen tegen alles, waardoor zij minderwaardig zou kunnen worden voor haar roeping op een zo belangrijk terrein als de goddelijke eredienst.
Referenties naar alinea 8: 0
Geen referenties naar deze alineaExtra opties voor deze alinea
Kopieer alinea-URL naar klembord Reageer op deze alinea Deel op social media- Artikel 2 Valse opvattingen over de vrijheid van de kunstenaar
9
In dit punt volgt de gewijde muziek geen andere wetten en normen dan die waaraan iedere religieuze kunst, ja zelfs de kunst in het algemeen moet voldoen. Wij weten heel goed, dat verschillende kunstenaars in de laatste jaren tot grote ergernis van de christelijke godsvrucht in de kerken werken hebben durven invoeren, waaraan iedere godsdienstige inspiratie vreemd is en die volledig indruisen tegen het juiste begrip kunst. Deze treurige handelwijze trachten zij goed te praten met schoonschijnende argumenten, die volgens hen uit het wezen en de natuur van de kunst voortvloeien. Want zij zeggen, dat de inspiratie, waardoor de kunstenaar wordt geleid, vrij is en dat men haar geen wetten of normen van godsdienstige of zedelijke aard mag opleggen, die aan de kunst zelf vreemd zijn, omdat deze wetten de waardigheid van de kunst ernstig schaden en ook de arbeid van de kunstenaar, die door een heilige inspiratie wordt bezield, als het ware in banden en boeien slaan.
Referenties naar alinea 9: 0
Geen referenties naar deze alineaExtra opties voor deze alinea
Kopieer alinea-URL naar klembord Reageer op deze alinea Deel op social media- Artikel 3 De kunst onderworpen aan de goddelijke wet
10
Door dergelijke argumenten nu wordt de inderdaad moeilijke en lastige kwestie aangeraakt, die iedere kunst en iedere kunstenaar aangaat en die men niet oplost met argumenten, ontleend aan de kunst en de esthetica, maar die beslist moet worden vanuit het hoogste beginsel van het laatste doel, de heilige en onschendbare regel van iedere mens en iedere menselijke daad, Iedere mens wordt immers geleid en gericht naar zijn einddoel, d.i, God, door een absolute en noodzakelijke wet, die steunt op de natuur en de oneindige volmaaktheid van God zelf. Dit is zo waar, dat zelfs God niemand daarvan zou kunnen uitzonderen. Krachtens deze eeuwige en onveranderlijke wet moeten de mens zelf en al zijn handelingen de oneindige volmaaktheid van God tot lof en glorie van de Schepper openbaren en haar zoveel mogelijk navolgen. Daarom moet de mens, die geboren is om dit hoogste doel te bereiken, zich gelijkvormig maken aan het goddelijk voorbeeld en daarop bij zijn werk al zijn krachten van lichaam en ziel richten in de juiste verhouding onderling en in de voorgeschreven onderwerping aan het beoogde doel. Daarom moeten ook de kunst en haar werken afgemeten worden naar haar overeenkomst en haar harmonie met het laatste doel van de mens; de kunst mag zeker wel gerekend worden tot de edelste uitingen van het menselijk vernuft, want zij heeft betrekking op de oneindige schoonheid van God, die door mensenwerk moet worden uitgedrukt, en zij is er als het ware het beeld van. Daarom heeft ook de leus: "de kunst om de kunst", waarmee men ten onrechte beweert, dat de kunst, met terzijdestelling van het aan ieder schepsel ingeboren doel, volkomen vrij is van alle wetten, die niet uit haar zelf voortkomen, ofwel geen zin, ofwel is zij een grove belediging van God zelf, schepper en einddoel. De vrijheid echter van de kunstenaar - die geen blind instinct is, dat door willekeur of door zucht tot nieuwigheden tot handelen wordt aangezet - wordt door het feit, dat zij aan de goddelijke wet onderworpen is, niet beperkt of weggenomen, maar veeleer veredeld en vervolmaakt.
Referenties naar alinea 10: 0
Geen referenties naar deze alineaExtra opties voor deze alinea
Kopieer alinea-URL naar klembord Reageer op deze alinea Deel op social media- Artikel 4 Eisen door de religieuze kunst aan de kunstenaar gesteld
11
Als dit opgaat van ieder kunstwerk, dan is het duidelijk, dat dit ook van toepassing is op de religieuze en gewijde kunst. De religieuze kunst is zelfs nog meer gebonden aan God en aan de bevordering van Zijn lof en glorie, want zij heeft geen ander doel dan door haar werk, dat ogen en oren wordt aangeboden, de gelovigen zoveel mogelijk te helpen om hun geest vroom tot God te verheffen. Daarom mag de kunstenaar, die de waarheden van het geloof niet belijdt of innerlijk en uiterlijk ver van God leeft, de religieuze kunst niet met zijn handen aanraken, omdat hij als het ware het innerlijke oog mist, waarmee hij kan zien, wat de majesteit van God en de goddelijke eredienst vereisen; en omdat hij niet mag verwachten, dat zijn werken, welke alle godsdienstigheid missen, - al verraden zij ook een bekwaam kunstenaar, begaafd met een zekere uiterlijke techniek - die echte vroomheid en dat geloof ademen, welke passend zijn voor de Kerk van God en haar heiligheid en dus waardig om door de Kerk, de beschermster en bewaarster van het godsdienstig leven, in haar gewijde ruimte te worden toegelaten.
Referenties naar alinea 11: 0
Geen referenties naar deze alineaExtra opties voor deze alinea
Kopieer alinea-URL naar klembord Reageer op deze alinea Deel op social media- Artikel 5 De beoefening van de gewijde kunst een daad van godsvrucht en van apostolaat
12
De kunstenaar echter, die een krachtig geloof heeft en een leven leidt, een christenmens waardig, zal uit liefde tot God en door het vroom gebruik van de talenten, hem door de Schepper geschonken, met alle kracht er naar streven, de waarheden, die hij bezit, en de godsvrucht, die hij beoefent, zo kundig, sierlijk en aangenaam in kleur, lijn, klank of samenklank uit te drukken en uit te voeren, dat deze gewijde uitoefening van de kunst voor hem zelf als het ware een daad is van verering en godsdienst en tevens het volk ten zeerste aanspoort en beweegt om ook het geloof te belijden en de godsvrucht te beoefenen. De Kerk heeft zulke kunstenaars altijd in ere gehouden en zal hen in ere houden en voor hen opent zij breed de poorten van haar kerken, omdat zij een welkome en zeer grote steun ontvangt, die door hun kunst en toeleg geboden wordt, om haar apostolische bediening met groter vrucht uit te oefenen.
Referenties naar alinea 12: 0
Geen referenties naar deze alineaExtra opties voor deze alinea
Kopieer alinea-URL naar klembord Reageer op deze alinea Deel op social media- Artikel 6 De muziek is nog nauwer gebonden aan de wetten van de gewijde kunst
13
Aan deze normen en wetten echter van de religieuze kunst is de gewijde muziek nog door een nauwere en heiligere band gebonden, omdat zij meer nog dan de meeste andere vrije kunsten, zoals de architectuur, de schilderkunst en de beeldhouwkunst, bij de goddelijke eredienst zelf betrokken is. Die andere kunsten immers willen voor de goddelijke eredienst een waardige omlijsting scheppen, de muziek echter neemt bij het voltrekken van de heilige ceremonies en plechtigheden een zekere ereplaats in. Daarom moet de Kerk er met de grootste zorg voor waken, dat zij, die als het ware de bedienares is van de heilige liturgie, nauwgezet alles weert, wat minder passend is voor de heilige dienst of wat een beletsel kan zijn voor de aanwezige gelovigen om hun hart tot God te verheffen.
Referenties naar alinea 13: 0
Geen referenties naar deze alineaExtra opties voor deze alinea
Kopieer alinea-URL naar klembord Reageer op deze alinea Deel op social media- Artikel 7 Waardigheid en doel van de gewijde muziek
14
Want de waardigheid van de gewijde muziek en haar verheven doel bestaan hierin, dat zij de stemmen van de offerende priester en van het Godlovende christenvolk door haar schone melodieën en haar pracht verrijkt en opluistert om de harten van de aanwezige gelovigen door een zekere innerlijke kracht naar God te trekken, om de liturgische gebeden van de christengemeenschap levendiger en intenser te maken, waardoor allen de Drie-ene God met meer vuur en aandrang en met groter vrucht kunnen loven en aanroepen. Zo wordt door de gewijde muziek de eer verhoogd, die de Kerk samen met haar Hoofd Christus aan God brengt, zo worden ook de vruchten vermeerderd, die de gelovigen, geroerd door de gewijde tonen, bij de heilige liturgie verzamelen en die zij in hun christelijke handel en wandel tonen, gelijk door de dagelijkse ervaring geleerd en door vele oudere en nieuwere auteurs bevestigd wordt. De H. Augustinus zegt, waar hij spreekt over de gezangen "die met klare stem en schone melodie" gezongen worden, het volgende: "Ik ben van gevoelen, dat door deze heilige woorden, wanneer die zo worden gezongen, ons hart met meer godsvrucht en vurigheid tot een brandende vroomheid wordt aangezet dan wanneer zij niet zo worden gezongen, en dat al de gevoelens van ons hart in hun grote verscheidenheid een eigen uitdrukking hebben in stem en gezang, die door een mij onbekende geheimzinnige verwantschap worden opgewekt."
Referenties naar alinea 14: 0
Geen referenties naar deze alineaExtra opties voor deze alinea
Kopieer alinea-URL naar klembord Reageer op deze alinea Deel op social media- Artikel 8 De liturgische taak van de gewijde muziek
15
Hieruit kan men gemakkelijk besluiten, dat de waardigheid en het belang van de gewijde muziek des te groter zijn, naarmate zij het verheven werk van de christelijke eredienst, nl. het eucharistisch offer op het altaar, meer nadert. Zij kan dus niets hogers, niets eervollers doen dan met zoete klanken de stem begeleiden van de priester, die het goddelijk offer opdraagt, zijn aanroepingen samen met het aanwezige volk vol vreugde beantwoorden en de gehele heilige handeling met haar edele kunst opluisteren. Bij deze uitgelezen taak van de gewijde muziek sluit onmiddellijk aan, dat zij ook andere liturgische ceremonies en vooral het bidden van het heilig officie in het koor begeleidt en hun schoonheid verhoogt. Aan deze "liturgische" muziek moet men derhalve de hoogste eer en de grootste lof toekennen.
Referenties naar alinea 15: 0
Geen referenties naar deze alineaExtra opties voor deze alinea
Kopieer alinea-URL naar klembord Reageer op deze alinea Deel op social media- Artikel 9 Het religieuze volkslied
16
30
30
Maar men moet ook de muziek hoogschatten, die wel niet op de eerste plaats in dienst staat van de heilige liturgie, maar toch door haar inhoud en haar doel van groot voordeel is voor de godsdienst en daarom met het volste recht "religieuze" muziek genoemd wordt. Ook dit echte soort van gewijde muziek, dat "volkszang" heet en in de Kerk ontstaan is en door haar steun op gelukkige wijze is uitgegroeid, kan, gelijk uit de ervaring blijkt, grote en heilzame invloed en kracht uitoefenen op het hart van de gelovigen, hetzij in de kerken bij niet-liturgische handelingen en ceremonies, hetzij buiten de kerk bij verschillende plechtigheden en oefeningen. Want de melodieën van deze liederen, meestal in de volkstaal, worden zonder veel moeite en inspanning in het geheugen geprent en tegelijk met de melodie worden ook de woorden en de betekenis er van in de geest vastgelegd, dikwijls herhaald en beter begrepen. Daardoor worden ook de jongens en meisjes, die in hun jeugd dergelijke gewijde gezangen van buiten leren, voortreffelijk geholpen om de waarheden van ons geloof te leren kennen, te smaken en te onthouden, en zo heeft ook het catechismusonderricht er veel voordeel van. Aan de ouderen en volwassenen geven deze religieuze gezangen, die hun geest aangenaam verkwikken, een zuiver en rein genot en zij zetten de plechtige bijeenkomsten en vergaderingen een zekere religieuze luister bij, en ook aan de christelijke gezinnen zelf bieden zij heilige vreugde, zoete troost en geestelijke vooruitgang. Daarom zijn ook deze religieuze volksliederen een grote steun voor het katholieke apostolaat en moet men ze met alle zorg bevorderen en aanmoedigen.
Referenties naar alinea 16: 0
Geen referenties naar deze alineaExtra opties voor deze alinea
Kopieer alinea-URL naar klembord Reageer op deze alinea Deel op social media- Artikel 10 De gewijde muziek een krachtig apostolaatsmiddel
17
Wanneer wij dus de vele voordelen van de gewijde muziek en haar vruchten voor het apostolaat prijzen, dan is dit geschikt om allen, die zich hoe dan ook aan de dienst en de beoefening van de gewijde muziek wijden, met grote vreugde en troost te vervullen. Want allen, die overeenkomstig hun aanleg of muziek componeren ofwel dirigeren ofwel ten slotte vocaal of instrumentaal uitvoeren, beoefenen zonder twijfel ieder op hun manier een waar en echt apostolaat en zullen van Christus de Heer overvloedig de beloning en de eer van de apostelen ontvangen overeenkomstig de trouwe vervulling van hun taak. Zij moeten dus hun taak hoogschatten, want daardoor zijn zij niet alleen kunstenaars en vakkundigen, maar ook dienaren van Christus de Heer en helpers in het apostolaat en zij moeten deze waardigheid van hun taak ook tonen in hun zedelijk gedrag en hun leven.
Referenties naar alinea 17: 0
Geen referenties naar deze alineaExtra opties voor deze alinea
Kopieer alinea-URL naar klembord Reageer op deze alinea Deel op social media- HOOFDSTUK 3 Eigenschappen van de gewijde muziek en de regels er voor
18
Als nu de waardigheid en de uitwerking van de gewijde muziek en de religieuze zang zo groot zijn, gelijk wij zo juist hebben aangetoond, dan moet deze muziek ook noodzakelijk in al haar delen met nauwgezette ijver en zorg zo harmonisch worden opgebouwd, dat zij haar heilzame vruchten ook goed kan voortbrengen.
Referenties naar alinea 18: 0
Geen referenties naar deze alineaExtra opties voor deze alinea
Kopieer alinea-URL naar klembord Reageer op deze alinea Deel op social media- Artikel 1 De gewijde muziek moet de eigenschappen hebben van de liturgie
19
En op de eerste plaats moeten die zang en de gewijde muziek, welke zo nauw met de liturgische eredienst van de Kerk verbonden zijn, hun verheven doel kunnen bereiken. Daarom moet de muziek. zoals reeds onze voorganger de H. Pius X zeer wijs verklaarde, "zoveel mogelijk de eigenschappen der liturgie bezitten, te weten wijding en schoonheid, waaruit vanzelf dat andere kenmerk volgt, nl. algemeenheid". Tra le sollecitudini - Inter sollicitudines [[308|11]]
Referenties naar alinea 19: 0
Geen referenties naar deze alineaExtra opties voor deze alinea
Kopieer alinea-URL naar klembord Reageer op deze alinea Deel op social media- Artikel 2 De heiligheid van de gewijde muziek
20
Zij moet heilig zijn; alles wat profaan aandoet, mag zij niet opnemen of laten binnendringen in de wijze van haar uitvoering. Deze heiligheid is heel bijzonder het kenmerk van de gregoriaanse zang, die al zoveel eeuwen in de Kerk in gebruik is en als het ware haar erfdeel mag genoemd worden. Om wille immers van de enge verbinding van melodie en gewijde tekst is deze zang niet alleen allernauwst aangepast, maar hij geeft als het ware ook de kracht en de werking van de tekst weer en doordringt de harten van de hoorders met zijn zoetheid. Deze gregoriaanse zang bereikt dit met melodieën, die wel eenvoudig en ongekunsteld zijn, maar toch geïnspireerd door zo'n verheven en heilige kunst, dat zij allen met oprechte bewondering vervullen en voor de kenners van de gewijde muziek en voor haar meesters als het ware een onuitputtelijke bron worden, waaruit zij inspiratie voor nieuwe composities kunnen putten. Allen, aan wie Christus de Heer de rijkdommen van Zijn Kerk ter bescherming en uitdeling heeft toevertrouwd, hebben de plicht, deze kostbare schat van de gewijde gregoriaanse zang te bewaren en in rijke mate aan het christenvolk mee te delen. Wat derhalve onze voorgangers, de H. Pius X - terecht de hersteller van de gregoriaanse zang genoemd - en Pius XI met zoveel wijsheid hebben voorgeschreven en ingeprent, wensen en bevelen ook wij met het oog op de voortreffelijke eigenschappen van de oorspronkelijke gregoriaanse zang, nl. dat men zich bij de viering van de heilige liturgie zoveel mogelijk bedient van deze gewijde zang en dat men zorgvuldig waakt voor een juiste, waardige en devote uitvoering er van. Als er nu wegens nieuwe feesten, die pas zijn ingevoerd, ook nieuwe melodieën gecomponeerd moeten worden, dan dient dit te gebeuren door waarlijk bekwame meesters in deze kunst en wel zo, dat de eigen wetten van de echte gregoriaanse zang trouw worden onderhouden en dat de nieuwe composities in kracht en zuiverheid waardig met de oudere kunnen wedijveren.
Referenties naar alinea 20: 0
Geen referenties naar deze alineaExtra opties voor deze alinea
Kopieer alinea-URL naar klembord Reageer op deze alinea Deel op social media- Artikel 3 Ware kunst van de gewijde muziek en algemeenheid
21
Als men dit alles werkelijk en volledig onderhoudt, dan voldoet men ook, gelijk dat vereist wordt, aan een andere eigenschap van de gewijde muziek, nl. dat zij echte kunst voortbrengt. En als in de katholieke kerken van heel de wereld de gregoriaanse zang ongerept en ongeschonden weerklinkt, dan zal hij, evenals de heilige Romeinse liturgie, ook het kenmerk van algemeenheid dragen, zodat de christenen overal ter wereld zijn bekende en vertrouwde klanken horen en zo in hun hart de ware troost ondervinden van de wonderbare eenheid van de Kerk. Dit is dan ook een van de voornaamste redenen, waarom de Kerk zo verlangt, dat de gregoriaanse zang nauw verbonden wordt met de Latijnse woorden van de heilige liturgie.
Referenties naar alinea 21: 0
Geen referenties naar deze alineaExtra opties voor deze alinea
Kopieer alinea-URL naar klembord Reageer op deze alinea Deel op social media- Artikel 4 Dispensaties van de H. Stoel onder bepaalde voorwaarden
22
30
30
Wij weten zeer goed, dat de H. Stoel in dit punt om zeer ernstige redenen bepaalde, maar scherp omschreven uitzonderingen heeft toegestaan; wij verbieden echter uitdrukkelijk, deze uit te breiden of te propageren en zonder het nodige verlof van deze H. Stoel naar andere landen over te brengen. Zelfs daar, waar men zo'n verlof heeft verkregen, moeten de plaatselijke ordinarissen en de andere herders er met zorg voor waken, dat de christenen minstens de eenvoudige en meer gebruikelijke gregoriaanse melodieën van jongs af aanleren en zich ook er van bedienen in de liturgie, zodat ook daardoor de eenheid en algemeenheid van de Kerk steeds meer naar buiten uitstraalt.
Referenties naar alinea 22: 0
Geen referenties naar deze alineaExtra opties voor deze alinea
Kopieer alinea-URL naar klembord Reageer op deze alinea Deel op social media- Artikel 5 De woorden van de liturgie mogen niet worden gezongen in de volkstaal
23
Maar waar sinds eeuwen of onheuglijke tijden de gewoonte heerst om bij het plechtig Eucharistisch Offer na het zingen van de heilige liturgische woorden in het Latijn sommige volkszangen in de volkstaal in te voegen, kunnen de plaatselijke ordinarissen dit laten bestaan, "als zij vanwege plaatselijke of persoonlijke omstandigheden oordelen, dat deze (gewoonte) redelijkerwijze niet kan worden opgeheven", doch hierbij blijft de wet van kracht, die voorschrijft, dat de liturgische woorden zelf niet mogen gezongen worden in de volkstaal, zoals boven is gezegd.
Referenties naar alinea 23: 0
Geen referenties naar deze alineaExtra opties voor deze alinea
Kopieer alinea-URL naar klembord Reageer op deze alinea Deel op social media- Artikel 6 Onderricht tot begrip van de Latijnse woorden. Hulpmiddelen
24
Om echter de zangers en het christen volk een goed begrip te geven van de betekenis van de liturgische woorden, die door de muziek worden begeleid, willen wij gaarne de aansporing overnemen, die door de vaders van het Concilie van Trente [d:21] is gericht vooral "tot de herders en alle zielzorgers om dikwijls onder het H. Misoffer persoonlijk of door anderen een of ander gebed van de Mis uit te leggen en onder meer een of ander geheim van het H. Offer te verklaren bijzonder op Zon- en feestdagen", Sessio XXII - Decretum de observandis et evitandis in celebratione Missae [[4783]] en speciaal bij het catechismusonderricht aan de gelovigen. Tegenwoordig kan dit gemakkelijker en vlugger dan vroeger, omdat in bijna alle landen vertalingen van de liturgische woorden in de volkstaal met verklaringen voorhanden zijn in boeken en brochures van bekwame auteurs, die de gelovigen krachtig kunnen helpen en voorlichten om die woorden te begrijpen en om als het ware zich aan te sluiten bij hetgeen door de priesters in het Latijn wordt gezegd.
Referenties naar alinea 24: 0
Geen referenties naar deze alineaExtra opties voor deze alinea
Kopieer alinea-URL naar klembord Reageer op deze alinea Deel op social media- Artikel 7 De zorg van de H. Stoel voor de gewijde muziek van niet-Romeinse ritussen
25
Het is duidelijk, dat hetgeen wij hier kort over de gregoriaanse zang gezegd hebben, vooral betrekking heeft op de Latijnse, Romeinse ritus van de Kerk. Maar het kan ook naar verhouding toegepast worden op de liturgische gezangen van de andere ritussen, hetzij van de westerse volkeren zoals van de ambrosiaanse, de gallicaanse, de mozarabische ritus, hetzij van de verschillende oosterse ritussen. Want zoals deze tezamen de wonderbare vruchtbaarheid van de Kerk op het gebied van de liturgische handelingen en gebedsformulieren manifesteren, zo bewaren zij ook ieder afzonderlijk in hun eigen liturgische zang kostbare schatten, die men niet slechts tegen iedere ondergang moet bewaren en beschermen, maar ook tegen ieder verval en bederf. Onder de oudste en schitterendste monumenten van de gewijde muziek komt zeker een ereplaats toe aan de liturgische gezangen van de verschillende oosterse ritussen, die door hun melodieën zoveel hebben bijgedragen om die van de westerse Kerk te vormen, waarbij rekening werd gehouden met het eigen karakter van de Latijnse liturgie. Het is onze wens, dat het repertoire van de gezangen van de oosterse ritussen, - (aan de samenstelling hiervan wordt met ijver gewerkt door het pauselijk instituut voor de oosterse studies in samenwerking met het Pauselijk Instituut voor Gewijde Muziek [d:339] -, steeds groter wordt en dat zowel de theorie als de praktijk er van steeds vorderingen maakt, zodat de seminaristen van de oosterse ritussen van de Kerk ook goed onderlegd zijn in de gewijde zang om, als zij eenmaal priester zijn, de luister van Gods huis meer te kunnen verhogen.
Referenties naar alinea 25: 0
Geen referenties naar deze alineaExtra opties voor deze alinea
Kopieer alinea-URL naar klembord Reageer op deze alinea Deel op social media- Artikel 8 De polyfone muziek
26
Met deze woorden van lof en aanbeveling voor de gregoriaanse zang, hebben wij geenszins de bedoeling om de gewijde polyfonie uit de kerkelijke plechtigheden te weren, want deze kan, mits zij aan de vereiste voorwaarden voldoet, op uitstekende wijze de schoonheid van de goddelijke eredienst bevorderen en veel er toe bijdragen om in de harten van de gelovigen vrome gevoelens op te wekken. Iedereen weet, dat vele polyfone composities vooral uit de 16e eeuw zó uitmunten door zuiverheid van kunst en door rijkdom van melodie, dat zij in ieder opzicht geschikt genoemd kunnen worden om de gewijde kerkelijke plechtigheden te begeleiden en als het ware te verhogen. De ware polyfone kunst echter is in de loop der tijden langzamerhand in verval geraakt en vaak vermengd met profane melodieën. Maar in deze laatste tientallen jaren heeft zij door de onvermoeide toewijding van kundige meesters als het ware een gelukkige herleving gekregen, doordat de werken van oude kunstenaars ijverig worden opgespoord en aan de tegenwoordige componisten als een ideaal ter navolging worden voorgehouden.
Referenties naar alinea 26: 0
Geen referenties naar deze alineaExtra opties voor deze alinea
Kopieer alinea-URL naar klembord Reageer op deze alinea Deel op social media
27
Zo werd het mogelijk om deze zo heerlijke werken van oude meesters in basilieken, kathedralen en kloosterkerken tot meerdere opluistering van de gewijde plechtigheden uit te voeren, evengoed als de meerstemmige composities van nieuwere kunstenaars; en wij weten, dat ook in kleinere kerken niet zelden meer eenvoudige, maar echt kunstvolle en waardige meerstemmige gezangen worden uitgevoerd. De Kerk volgt al deze pogingen met haar welwillendheid, want zij heeft, gelijk onze voorganger de H. Pius X zegt, "altijd de vooruitgang der kunsten erkend en bevorderd, en voor de dienst der liturgie alle goeds en schoons aanvaard, dat de menselijke geest in de loop der eeuwen vermocht te vinden, altijd echter behoudens de liturgische wetten". Deze wetten nu eisen, dat men op dit gewichtig gebied alle voorzichtigheid en alle zorg aanwendt om die meerstemmige muziek uit de kerken te bannen, welke door een zekere gezwollen en theatrale melodie de gewijde woorden van de liturgie met haar langdradigheid overwoekert of de handeling van de goddelijke ritus onderbreekt of ten slotte het talent en het vermogen van de zangers tot grote ontwijding van de heilige eredienst profaneert.
Referenties naar alinea 27: 0
Geen referenties naar deze alineaExtra opties voor deze alinea
Kopieer alinea-URL naar klembord Reageer op deze alinea Deel op social media- Artikel 9 Het orgel
28
Deze normen nu moet men ook toepassen op het gebruik van het orgel en van andere muziekinstrumenten. Onder de instrumenten, die in de kerken geoorloofd zijn, neemt het orgel met recht de voornaamste plaats in, daar het toch op voortreffelijke wijze aangepast kan worden aan de gewijde gezangen en plechtigheden en het aan de kerkelijke ceremonies een wonderbare pracht en een bijzondere luister geeft, de harten van de gelovigen door grootsheid en zoetheid ontroert, de geesten als het ware met een hemelse vreugde vervult en een krachtig middel is om ze op God en de hemel te richten.
Referenties naar alinea 28: 0
Geen referenties naar deze alineaExtra opties voor deze alinea
Kopieer alinea-URL naar klembord Reageer op deze alinea Deel op social media- Artikel 10 Andere muziekinstrumenten
29
Maar naast het orgel zijn er ook nog andere instrumenten, die men voor het verheven doel van de gewijde muziek met goed gevolg als hulpmiddelen kan gebruiken, mits zij niets profaans en niets schreeuwends en niets luidruchtigs hebben, wat met de heilige handeling en met de ernst van de plaats absoluut niet in overeenstemming is. In dit opzicht komen de strijkinstrumenten op de eerste plaats, omdat zij afzonderlijk of in combinatie met andere instrumenten of met het orgel zowel de droevige als de blijde stemmingen van de ziel op een onuitsprekelijke wijze vermogen uit te drukken. Overigens hebben wijzelf omtrent de muzikale melodieën, die men niet goed uit de katholieke eredienst kan weren, in de encycliek Mediator Dei et hominum [419] klaar en duidelijk gesproken: "Integendeel als die twee (de moderne muziek en zang) niets profaans hebben, of niets wat de heiligheid van de plaats of de liturgische handeling misstaat, en ook niet voortkomen uit een ijdel bejag op verbazingwekkende en ongewone effecten, dan moeten onze kerken er zeker voor openstaan, daar ze niet weinig kunnen bijdragen tot de luister der heilige riten, tot verheffing van de geest en tegelijk tot opwekking van ware godsvrucht" Wij behoeven echter nauwelijks er voor te waarschuwen, dat, waar de krachten en de kundigheid voor zulke grote werken ontbreken, het beter is, van dergelijke pogingen af te zien, dan een werk uit te voeren op een wijze, die niet waardig is voor de goddelijke eredienst en voor de godsdienstige bijeenkomsten.
Referenties naar alinea 29: 0
Geen referenties naar deze alineaExtra opties voor deze alinea
Kopieer alinea-URL naar klembord Reageer op deze alinea Deel op social media- Artikel 11 De volkszang. Zijn voorwaarden en nut
30
Onder de dingen, die nauwer met de gewijde liturgie van de Kerk verbonden zijn, moet men ook, gelijk wij boven zeiden 16 [[al:16]], de religieuze volksliederen rangschikken, die meestal in de volkstaal zijn getoonzet en hun ontstaan danken aan de liturgische zang zelf, maar die meer aan de geest en het gemoed van de verschillende volkeren zijn aangepast en daarom naar gelang de aard van de verschillende volkeren en landen sterk van elkaar verschillen. Willen dergelijke religieuze liederen voor het christenvolk geestelijke vrucht en geestelijk nut opleveren, dan moeten zij volkomen met de katholieke geloofsleer overeenstemmen, haar op een juiste manier voorstellen en verklaren, duidelijk van taal en eenvoudig van melodie zijn, vrij van gezwollen en zinloze woorden en ten slotte, ook al zijn zij kort en gemakkelijk, toch een zekere religieuze waardigheid en ernst vertonen. Deze gewijde gezangen, als het ware uit het diepste van de ziel van het volk opgebloeid, kunnen op deze manier veel er toe bijdragen, het hart en het gemoed te bewegen en vrome gevoelens op te wekken; en als zij bij de godsdienstige ceremonies door het aanwezige volk als het ware met één stem gezongen worden, richten zij op machtige wijze het hart van de gelovigen naar omhoog. Daarom kunnen zij, ook al mag men, zoals wij boven schreven 22 [[al:22]], zonder apart verlof van de H. Stoel zich er niet van bedienen in de plechtig gezongen HH. Missen, toch in niet-plechtige Missen op een wonderbare wijze er toe bijdragen om de gelovigen het H. Misoffer niet slechts als stomme en als het ware werkeloze toeschouwers te doen bijwonen, maar om de heilige handeling met hun geest en hun stem te begeleiden en hun godsvrucht te verenigen met de gebeden van de priester, mits deze gezangen aan de verschillende delen van de Mis juist worden aangepast, zoals dit, naar wij tot onze vreugde vernamen, reeds in vele landen van de katholieke wereld geschiedt.
Referenties naar alinea 30: 0
Geen referenties naar deze alineaExtra opties voor deze alinea
Kopieer alinea-URL naar klembord Reageer op deze alinea Deel op social media
31
Bij niet strikt liturgische riten echter kunnen dergelijke religieuze liederen, mits zij voldoen aan de noodzakelijke voorwaarden, gelijk wij boven zeiden, een uitstekend middel zijn om het christen volk op heilzame wijze te trekken, te onderwijzen, van oprechte vroomheid te doordringen en ten slotte met heilige vreugde te vervullen; en dit zowel binnen als buiten de kerken, vooral bij vrome processies en bij pelgrimstochten naar wonderbeelden en eveneens bij godsdienstige nationale of internationale congressen. Zij kunnen echter bijzonder van nut zijn bij de onderrichting van jongens en meisjes in de katholieke waarheden en ook bij jeugdverenigingen en samenkomsten van vrome genootschappen, zoals de ondervinding dikwijls duidelijk aantoont.
Referenties naar alinea 31: 0
Geen referenties naar deze alineaExtra opties voor deze alinea
Kopieer alinea-URL naar klembord Reageer op deze alinea Deel op social media
32
Daarom, eerbiedwaardige broeders, moeten wij u dringend aansporen om dit godsdienstig volkslied in uw diocesen met alle zorg en ijver aan te kweken en te bevorderen. Gij zult zeker bekwame mannen hebben om, waar het nog niet gebeurd is, dergelijke gezangen te verzamelen en te bundelen, opdat alle gelovigen ze lichter kunnen aanleren, gemakkelijker kunnen zingen en goed kunnen onthouden. Die de leiding hebben bij de godsdienstige opvoeding van jongens en meisjes, mogen niet nalaten, zich van deze doeltreffende hulpmiddelen op een juiste manier te bedienen; en de leiders van de katholieke jeugd moeten deze bij hun moeilijk werk benutten. Zo bestaat de hoop, dat aller wens ook in vervulling gaat, nl. dat de profane liederen, die ofwel om hun sentimentele melodie ofwel om de vaak zinnelijke en wereldse woorden voor de christenen en vooral voor de jeugd gewoonlijk een gevaar opleveren, op deze manier verdwijnen en vervangen worden door gezangen, die een rein en zuiver genot opleveren en tevens het geloof en de godsvrucht voeden en versterken; en zo moge het christenvolk reeds hier op aarde dat loflied aanstemmen, wat het in de hemel voor eeuwig zal zingen: "Hem, die zetelt op de troon, en aan het Lam zij lof en eer en glorie en kracht in de eeuwen der eeuwen."
Referenties naar alinea 32: 0
Geen referenties naar deze alineaExtra opties voor deze alinea
Kopieer alinea-URL naar klembord Reageer op deze alinea Deel op social media- Artikel 12 De volkszang in de missielanden
33
Wat wij tot nu toe in dit schrijven hebben uiteengezet, heeft vooral betrekking op die volkeren van de Kerk, waar de katholieke godsdienst reeds vast gevestigd is. In de missielanden echter zullen deze zaken niet stuk voor stuk kunnen worden doorgevoerd, voordat het getal christenen voldoende is toegenomen, grotere kerken zijn gebouwd, scholen door de Kerk zijn gesticht, die door de kinderen van de christenen naar behoren worden bezocht en ten slotte een aantal priesters aanwezig is, dat voldoet aan de behoeften. Maar toch sporen wij de missionarissen, die ijverig in die uitgestrekte delen van Gods wijngaard arbeiden, dringend aan om bij de grote zorgen van hun ambt ook aan deze zaak een nauwgezette aandacht te schenken. Het is wonderbaar te zien, hoe velen onder de volkeren, die aan het ministerie van de missionarissen zijn toevertrouwd, van muziek houden en met heilige zang de plechtigheden van de afgodendienst opluisteren. Het is daarom niet verstandig, als dit krachtdadig hulpmiddel van apostolaat door de herauten van Christus, de ware God, wordt geminacht of geheel verwaarloosd. Daarom moeten de boodschappers van het Evangelie in de heidenlanden deze liefde voor de godsdienstige zang bij de aan hun zorgen toevertrouwde mensen in de uitoefening van hun apostolische taak graag bevorderen en wel zo, dat die volkeren deze religieuze gezangen, die dikwijls ook beschaafde landen met bewondering vervullen, vervangen door dergelijke gewijde christelijke gezangen, waarin de geloofswaarheden, het leven van Christus onze Heer en de lof van de H. Maagd Maria en van de heiligen in een taal en in een melodie, aan deze volkeren eigen, bezongen worden.
Referenties naar alinea 33: 0
Geen referenties naar deze alineaExtra opties voor deze alinea
Kopieer alinea-URL naar klembord Reageer op deze alinea Deel op social media- Artikel 13 Het gregoriaans in de missielanden
34
De missionarissen moeten er ook van overtuigd zijn, dat de katholieke Kerk van oudsher, als zij haar herauten van het Evangelie uitzond naar de streken, die nog niet met het licht van het Evangelie verlicht waren, er naar streefde om tegelijk met de heilige plechtigheden ook de liturgische gezangen in te voeren, waaronder ook de gregoriaanse, en wel met de bedoeling, dat de volkeren, die men wilde bekeren, door de zoetheid van de melodie bewogen, gemakkelijker de waarheden van de christelijke godsdienst zouden aanvaarden.
Referenties naar alinea 34: 0
Geen referenties naar deze alineaExtra opties voor deze alinea
Kopieer alinea-URL naar klembord Reageer op deze alinea Deel op social media- HOOFDSTUK 4 Richtlijnen voor de ordinarissen
35
Opdat alles, wat wij in het voetspoor van onze voorgangers in deze encycliek hebben aanbevolen of voorgeschreven, met het gewenste resultaat bekroond wordt, moet gij, eerbiedwaardige broeders, zorgvuldig al die hulpmiddelen benutten, die het verheven ambt, door Christus onze Heer u toevertrouwd en door de Kerk u opgedragen, u biedt en die blijkens de ervaring in veel kerken van de christelijke wereld met groot succes worden aangewend.
Referenties naar alinea 35: 0
Geen referenties naar deze alineaExtra opties voor deze alinea
Kopieer alinea-URL naar klembord Reageer op deze alinea Deel op social media- Artikel 1 De schola cantorum
36
Vooreerst dus moet gij zorgen, dat er in de kathedraal zelf en, voor zover de omstandigheden het toelaten, ook in de andere grotere kerken van uw gebied een uitgelezen schola cantorum wordt opgericht, die voor anderen een voorbeeld en een aansporing is om de gewijde zang met ijver te beoefenen en te vervolmaken. Waar echter een schola cantorum niet mogelijk is of geen voldoende aantal pueri cantoreres (jongensstemmen) aanwezig is, wordt toegestaan, dat "een groep van mannen en van vrouwen of meisjes, opgesteld op een plaats uitsluitend voor dit doel bestemd buiten het priesterkoor, de liturgische teksten in de plechtige Mis zingt, op voorwaarde, dat de mannen geheel gescheiden worden van de vrouwen en meisjes en dat alles, wat onbetamelijk is, vermeden wordt; en hiermede wordt het geweten van de ordinarissen belast".
Referenties naar alinea 36: 0
Geen referenties naar deze alineaExtra opties voor deze alinea
Kopieer alinea-URL naar klembord Reageer op deze alinea Deel op social media- Artikel 2 De zorg voor de gewijde zang op de seminaries
37
Met grote ijver moet gij er voor zorgen, dat degenen, die zich in uw seminaries en in de missie-instituten of in de instituten van religieuzen op de H. Wijdingen voorbereiden, goed onderricht worden in de theorie en de praktijk van de gewijde muziek en van het gregoriaans volgens de geest van de Kerk en wel door kundige leermeesters, die de gebruiken en instellingen van de voorvaderen hoogschatten en volledig de voorschriften en normen van de H. Stoel opvolgen.
Referenties naar alinea 37: 0
Geen referenties naar deze alineaExtra opties voor deze alinea
Kopieer alinea-URL naar klembord Reageer op deze alinea Deel op social media- Artikel 3 Verdere ontwikkeling van bijzonder begaafden
38
Als er onder de leerlingen van een seminarie of religieus instituut iemand is met een bijzondere aanleg en liefde voor deze kunst, moeten de oversten van het seminarie of college niet nalaten, u hiervan kennis te geven, opdat gij hem de gelegenheid kunt bieden, deze talenten verder te ontwikkelen, en gij hem naar het Pauselijk Instituut voor Gewijde Muziek [d:339] te Rome of naar een ander athenaeum voor deze kunst kunt zenden, als hij tenminste die eigenschappen en deugden bezit, waardoor hij gegronde hoop biedt, dat hij een uitstekend priester zal worden.
Referenties naar alinea 38: 0
Geen referenties naar deze alineaExtra opties voor deze alinea
Kopieer alinea-URL naar klembord Reageer op deze alinea Deel op social media- Artikel 4 Experts en verenigingen voor gewijde muziek
39
Daarenboven moet er voor gezorgd worden, dat de plaatselijke ordinarissen en kloosteroversten iemand hebben, die hen kan helpen in een zo belangrijke zaak, waaraan zij zelf, overladen als zij zijn met vele en gewichtige andere werkzaamheden, niet de nodige zorg kunnen besteden. Het is uitstekend, als in de diocesane raad voor de christelijke kunst iemand zitting heeft, die ervaren is vooral in de gewijde muziek en zang en op een verstandige manier kan waken over alles, wat in het diocees gebeurt, en die de ordinarius op de hoogte stelt van wat er gedaan is of gedaan moet worden en zijn bevelen en voorschriften ontvangt en uitvoert. Als er in een diocees een van die verenigingen bestaat, die met veel inzicht opgericht zijn voor de bevordering van de gewijde muziek en door de pausen sterk zijn geprezen en aanbevolen, dan zal de ordinarius deze ook volgens zijn eigen voorzichtigheid kunnen benutten bij het vervullen van zijn ambt.
Referenties naar alinea 39: 0
Geen referenties naar deze alineaExtra opties voor deze alinea
Kopieer alinea-URL naar klembord Reageer op deze alinea Deel op social media
40
Gij moet, eerbiedwaardige broeders, deze vrome verenigingen, die gesticht zijn om het volk in de gewijde muziek te onderwijzen of om die kunst hoger op te voeren en die door woord en voorbeeld veel kunnen bijdragen tot de vooruitgang van de gewijde muziek, met uw gunst steunen en aanwakkeren, en wel zo, dat zij zich krachtig kunnen ontwikkelen, uitstekende en bekwame leermeesters bezitten en in heel het diocees de kennis, de liefde en de praktijk van de gewijde muziek doen groeien in verschuldigde eerbied voor de wetten van de Kerk en in volledige gehoorzaamheid jegens ons.
Referenties naar alinea 40: 0
Geen referenties naar deze alineaExtra opties voor deze alinea
Kopieer alinea-URL naar klembord Reageer op deze alinea Deel op social media- HOOFDSTUK 5 Slot
41
Daar wij uit vaderlijke bezorgdheid dit alles iets uitvoeriger hebben behandeld, verwachten wij ten volle, dat gij, eerbiedwaardige broeders, al uw herderlijke toewijding ijverig zult aanwenden voor deze heilige zaak, die de viering van de goddelijke eredienst zoveel waardiger en luisterrijker kan maken. En van allen, die in de Kerk onder uw gezag de leiding en de regeling van de muziek hebben, verwachten wij, dat zij door deze encycliek worden aangespoord om dit verheven soort apostolaat met nieuw vuur edelmoedig, ijverig en met kracht te bevorderen. Dan zal deze edele kunst, die altijd in de Kerk zo in ere stond, ook thans, hersteld in haar oorspronkelijke luister van heiligheid en schoonheid, op gelukkige wijze beoefend en steeds meer vervolmaakt worden. En zo zal zij ook het hare er toe bijdragen, dat de kinderen van de Kerk met sterker geloof, met krachtiger hoop en met brandender liefde de ene en drievuldige God in de kerken de verschuldigde lof brengen in waardige melodieën en aantrekkelijke gezangen, en zal zij zelfs buiten de kerken in de christelijke gezinnen en in de bijeenkomsten van christenen verwezenlijken, wat reeds de H. Cyprianus in zijn voortreffelijke vermaning tot Donatus zegt: "Moge het sobere gastmaal weerklinken van psalmen; en daar gij een goed geheugen bezit en een mooie stem, moet gij volgens de gangbare gewoonte u met die taak belasten; gij zult uw dierbaren beter onthalen, als wij iets geestelijks ten gehore krijgen en als een zoete religieuze melodie onze oren bekoort."
Referenties naar alinea 41: 0
Geen referenties naar deze alineaExtra opties voor deze alinea
Kopieer alinea-URL naar klembord Reageer op deze alinea Deel op social mediaReferenties naar dit document: 16
Open uitgebreid overzichthttps://rkdocumenten.nl/toondocument/1094-musicae-sacrae-disciplina-nl