
H. Paus Johannes Paulus II - 14 september 1998
Met deze tekst voor ogen breidt onze overweging zich uit naar de verandering die bij de heidenen is opgetreden, die eens tot het geloof zijn gekomen. In het licht van de volheid van het door Christus volbrachte heil vallen de scheidingsmuren tussen de verschillende culturen. De belofte van God wordt nu in Christus tot een aanbod voor allen: ze is niet meer tot de eigen aard van een volk, zijn taal en zijn gebruiken beperkt, maar wordt als een schat waar ieder vrij uit putten kan, tot allen uitgebreid. Van verschillende plaatsen en tradities zijn allen er in Christus toe geroepen, aan de eenheid van de familie van Gods kinderen deel te hebben. Christus staat beide volkeren toe, 'een' te worden. Zij die 'veraf' waren, zijn dankzij het nieuwe dat het passmysterie bewerkte, 'dichtbij gekomen'. Jezus haalt de scheidingsmuren omlaag en voltrekt de vereniging op een unieke, verheven manier door de deelname aan zijn mysterie. Deze eenheid is zo diep, dat de Kerk met de H. Paulus kan zeggen: "Jullie zijn dus geen vreemden meer, zonder burgerrecht, maar medeburgers van de heiligen en huisgenoten van God" (Ef. 2, 19).
In zo'n eenvoudige zin wordt een geweldige waarheid beschreven: de ontmoeting van het geloof met de verschillende culturen heeft inderdaad een nieuwe werkelijkheid doen ontstaan. Wanneer de culturen hun wortels diep in de menselijke natuur hebben, getuigen zij van de typische openheid van de mens voor het universele en het transcendente. Daarom vormen zij verschillende wijzen van toenadering tot de waarheid; ze blijken zonder twijfel nuttig voor de mens die ze wijzen op waarden die zijn bestaan steeds menselijker kunnen maken. Vgl. 2e Vaticaans Concilie, Constitutie, Over de Kerk in de wereld van deze tijd, Gaudium et Spes (7 dec 1965), 53-59 Waar de culturen zich beroepen op de waarden van de antieke overleveringen, bevatten zij - weliswaar onuitgesproken, maar daarom niet minder reëel - een verwijzing naar Gods zelfopenbaring in de natuur, zoals we eerder bij de bespreking van de wijsheidsteksten en de leer van de H. Paulus hebben gezien.