CATECHISMUS VAN DE KATHOLIEKE KERK
(Soort document: Catechismus-Compendium)
15 augustus 1997
De waarheid van
de godheid van Jezus wordt bevestigd door zijn verrijzenis. Hij had gezegd: "Wanneer gij de Mensenzoon omhoog zult hebben geheven, dan zult gij inzien dat Ik ben" (
Joh. 8, 28). De verrijzenis van de Gekruisigde liet zien dat Hij werkelijk "Ik ben" was, de Zoon van God en God zelf. De heilige Paulus heeft ten overstaan van de joden kunnen verklaren: "God heeft de belofte, aan onze vaderen gedaan, voor ons vervuld door Jezus te doen verrijzen, zoals ook geschreven staat in de tweede psalm: Gij zijt mijn Zoon, Ik heb U heden verwekt" (
Hand. 13, 32-33).
Vgl. Ps. 2, 7
De verrijzenis van Christus is nauw verbonden met het mysterie van de menswording van de Zoon van God. Zij is er de voltooiing van, overeenkomstig de eeuwige heilsbeschikking van God.