CATECHISMUS VAN DE KATHOLIEKE KERK
(Soort document: Catechismus-Compendium)
15 augustus 1997
De naam van God, de Redder, werd één keer per jaar aangeroepen door de hogepriester voor de verzoening van de zonden van Israël, nadat hij de dekplaat van het heilige der heiligen met offerbloed besprenkeld had.
Vgl. Lev. 16, 15.16
Vgl. Sir. 50, 20
Vgl. Heb. 9, 7
De dekplaat was de plaats waar God tegenwoordig was.
Vgl. Ex. 25, 22
Vgl. Lev. 16, 2
Vgl. Num. 7, 89
Vgl. Heb. 9, 5
Wanneer de heilige Paulus over Jezus zegt dat "God Hem heeft aangewezen als zoenoffer door zijn bloed" (
Rom. 3, 25), dan wil hij hiermee zeggen dat in zijn mensheid "God het was die in Christus de wereld met zich verzoende" (
2 Kor. 5, 19).