CATECHISMUS VAN DE KATHOLIEKE KERK
(Soort document: Catechismus-Compendium)
15 augustus 1997
Jezus draagt zijn leerlingen uitdrukkelijk op Hem te verkiezen boven al het andere en boven alle anderen en dat "ze zich zouden losmaken van alles wat ze bezitten" (
Lc. 14, 33) omwille van Hem en van het Evangelie.
Vgl. Mc. 8, 35
Kort voor zijn lijden stelt Hij hun de arme weduwe van Jeruzalem ten voorbeeld, die van haar armoede alles offerde waar ze van leven moest.
Vgl. Lc. 21, 4
Het gebod zich te onthechten van de rijkdommen, betekent een absolute verplichting om het rijk der hemelen binnen te komen.
De Heer klaagt over de rijken, omdat zij troost vinden in de overvloed van hun bezittingen (
Lc. 6, 24). "De hoogmoedige zoekt de aardse macht, terwijl de arme van geest het rijk der hemelen zoekt".
H. Augustinus, Sermones. Dom. in monte 1,1.3: PL 34, 1232 Zich vol vertrouwen overgeven aan de voorzienigheid van de hemelse Vader bevrijdt de mens van zorgen voor de dag van morgen.
Vgl. Mt. 6, 25-34
Het vertrouwen op God bereidt de mens voor op de gelukzaligheid van de armen. Zij zullen God zien.