CATECHISMUS VAN DE KATHOLIEKE KERK
(Soort document: Catechismus-Compendium)
15 augustus 1997
Veel godsdiensten kennen het gebruik God als "Vader"aan te roepen, De godheid wordt vaak beschouwd als "vader van de goden en de mensen". In Israël wordt God Vader genoemd in zoverre Hij Schepper van de wereld is.
Vgl. Deut. 32, 6
Vgl. Mal. 2, 10
God is nog meer Vader op grond van het verbond en de gave van de Wet aan Israël, zijn "eerstgeboren zoon" (
Ex. 4, 22). Hij wordt ook Vader van de koning van Israël genoemd.
Vgl. 2 Sam. 7, 14
Hij is heel in het bijzonder "de Vader van de armen", van de wees en de weduwe, die onder zijn liefdevolle bescherming staan.
Vgl. Ps. 68, 6
God zegent diegenen die de armen te hulp komen en veroordeelt hen die zich van hen afwenden: "Geef aan wie u vraagt, en wend u niet af als iemand van u lenen wil" (
Mt. 5, 42). "Voor niets hebt gij ontvangen, voor niets moet gij geven" (
Mt. 10, 8). Jezus zal de uitverkorenen herkennen aan datgene wat zij voor de armen gedaan hebben.
Vgl. Mt. 25, 31-36
Wanneer "aan armen de blijde boodschap wordt verkondigd" (
Mt. 11, 5)
Vgl. Lc. 4, 18
, is dit het teken van Christus' aanwezigheid.