
15 augustus 1997
Gedachtenis van het lijden en de verrijzenis van de Heer.
Heilig offer, omdat dit Sacrament het ene offer van Christus, onze Verlosser, tegenwoordig stelt en de offergave van de Kerk insluit; of ook heilig misoffer, "offer van lof" (Heb. 13, 15), Vgl. Ps. 116, 13.17 een geestelijk Vgl. 1 Pt. 2, 5 zuiver Vgl. Mal. 1, 11 en heilig offer, aangezien het alle offers van het Oude Verbond voltooit en overstijgt.
Heilige en goddelijke liturgie, omdat heel de liturgie van de Kerk in de viering van dit Sacrament haar centrum en meest verdichte uitdrukking vindt; in dezelfde zin noemt men het ook viering van de heilige mysteriën. Men spreekt ook over allerheiligste Sacrament, omdat het het Sacrament der Sacramenten is. Met deze naam duidt men ook de eucharistische gedaanten aan die in het tabernakel bewaard worden.
Het gebod van Jezus om zijn handelingen en woorden te herhalen "totdat Hij komt" (1 Kor. 11, 26) is niet enkel een verzoek, zich Jezus opnieuw voor de geest te halen en te denken aan wat Hij gedaan heeft. Het gaat om de liturgische viering - door de apostelen en hun opvolgers - van de gedachtenis van Christus, van zijn leven, zijn dood, zijn verrijzenis en zijn voorspraak bij de Vader.
De Eucharistie bevat en drukt alle vormen van gebed uit: zij is "de zuivere offerande" van het hele lichaam van Christus " tot glorie van zijn naam"; Vgl. Mal. 1, 11 zij is, volgens de tradities van het oosten en het westen "hèt offer van lofprijzing".
Terecht wordt de liturgie dus beschouwd als de uitoefening van het priesterlijk ambt van Jezus Christus. De heiliging van de mens wordt er 'in waarneembare tekens aangeduid en, op de wijze die aan elk afzonderlijk teken eigen is, tot stand gebracht. De openbare eredienst wordt in zijn geheel voltrokken door het mystieke lichaam van Christus, dat wil zeggen: door hoofd en ledematen. Zo is elke liturgische viering, omdat ze het werk is van Christus, de Priester, en van zijn lichaam, de Kerk, een bij uitstek heilige handeling die door geen enkel ander handelen van de Kerk op gelijke titel en in gelijke mate in krachtdadigheid wordt geëvenaard. 2e Vaticaans Concilie, Constitutie, Over de heilige liturgie, Sacrosanctum Concilium (4 dec 1963), 7. vert. Getijdenboek Lect. II,4,77