
15 augustus 1997
De onuitputtelijke rijkdom van dit Sacrament vindt zijn uitdrukking in de verschillende namen die eraan gegeven worden. Elk van die namen belicht bepaalde aspecten ervan. Men noemt het:
Eucharistie, omdat het een dankzegging is aan God. De woorden eucharistein (Lc. 22, 19)(1 Kor. 11, 24) en eulogein (Mt. 26, 26)(Mc. 14, 22) doen denken aan de joodse zegeningen die - vooral tijdens de maaltijd - de werken Gods verkondigen: de schepping, de verlossing en de heiliging.
De dankzegging is kenmerkend voor het gebed van de kerk die tijdens de viering van de eucharistie haar identiteit laat zien en bekrachtigt. Het is zo dat Christus in zijn heilswerk de schepping bevrijdt van de zonde en van de dood om ze opnieuw toe te wijden aan en terug te laten keren naar de Vader, en dit alles tot heerlijkheid van de Vader. De leden van het lichaam hebben met hun dankzegging deel aan die van hun hoofd.
De Eucharistie, sacrament van ons heil dat Christus op het kruis heeft bewerkt, is ook een offer van lof als dank voor het werk van de schepping. In het eucharistisch offer wordt heel de schepping, die door God bemind wordt, aan de Vader opgedragen door de dood en de verrijzenis van Christus. Door Christus kan de Kerk het offer van lofprijzing opdragen als dank voor al het goede, het schone en het rechtvaardige dat God in de schepping en in de mensheid tot stand heeft gebracht.