Fulgens Corona
x
Informatie over dit document
Fulgens Corona
Stralende erekroon - 100 jaar dogmaverklaring Onbevlekte Ontvangenis
Paus Pius XII
8 september 1953
Pauselijke geschriften - Encyclieken
1954, Uitgeverij " 't Groeit", Antwerpen, nr. 313
8 september 1953
15 maart 2010
147
nl
Referenties naar dit document: 3
Open uitgebreid overzichtReferenties naar dit document van thema's en berichten
Open uitgebreid overzichtExtra opties voor dit document
Kopieer document-URL naar klembord Reageer op dit document Deel op social mediaInhoudsopgave
Uitklappen
- HOOFDSTUK -1 Inleiding
Verkondiging van een Mariajaar ter herinnering aan de 100ste verjaaring
van het definiëren van het Dogma van de Onbevlekte Ontvangenis
Aan Onze dierbare broeders, de Patriarchen, de Primaten
Aartsbisschoppen, Bisschoppen en andere lokale ordinariers
in vrede en eenheid met de Apostolische Stoel
van het definiëren van het Dogma van de Onbevlekte Ontvangenis
Aan Onze dierbare broeders, de Patriarchen, de Primaten
Aartsbisschoppen, Bisschoppen en andere lokale ordinariers
in vrede en eenheid met de Apostolische Stoel
Referenties naar deze alinea: 0
Geen referenties naar deze alineaExtra opties voor deze alinea
Kopieer alinea-URL naar klembord Reageer op deze alinea Deel op social media
1
De 100ste verjaaring
De stralande erekroon, waarmede God het allerzuiverste voorhoofd van de maagdelijke Moeder Gods heeft omkranst, neemt voor Ons nog in luister toe, wanneer Wij Ons de dag herinneren, dat honderd jaren geleden Onze Voorganger Pius IX z.g. omringd door een groot aantal kardinalen en bisschoppen, met onfeilbaar apostolisch gezag verklaarde, verkondigde en plechtig bepaalde: "dat de leer, welke inhoudt, dat de allerzaligste Maagd Maria in het eerste ogenblik van haar ontvangenis door een bijzondere genade en voorrecht van de almachtige God, met het oog op de verdiensten van Jezus Christus, de Verlosser van het menselijk geslacht, tegen alle smet der erfschuld door vrijwaring immuun is gebleven door God is geopenbaard en derhalve door alle gelovigen vast en standvastig moet worden geloofd" Ineffabilis Deus [[254|22]]
De stralande erekroon, waarmede God het allerzuiverste voorhoofd van de maagdelijke Moeder Gods heeft omkranst, neemt voor Ons nog in luister toe, wanneer Wij Ons de dag herinneren, dat honderd jaren geleden Onze Voorganger Pius IX z.g. omringd door een groot aantal kardinalen en bisschoppen, met onfeilbaar apostolisch gezag verklaarde, verkondigde en plechtig bepaalde: "dat de leer, welke inhoudt, dat de allerzaligste Maagd Maria in het eerste ogenblik van haar ontvangenis door een bijzondere genade en voorrecht van de almachtige God, met het oog op de verdiensten van Jezus Christus, de Verlosser van het menselijk geslacht, tegen alle smet der erfschuld door vrijwaring immuun is gebleven door God is geopenbaard en derhalve door alle gelovigen vast en standvastig moet worden geloofd" Ineffabilis Deus [[254|22]]
Referenties naar alinea 1: 0
Geen referenties naar deze alineaExtra opties voor deze alinea
Kopieer alinea-URL naar klembord Reageer op deze alinea Deel op social media
2
Groei der Mariale vroomheid
De gehele Katholieke wereld ontving met vreugde deze uitspraak van de Paus, waarnaar zij reeds lang vurig had uitgezien; het gevolg was, dat de verering van de gelovigen voor de Maagdelijke Moeder Gods sterk toenam - een verering, die vanzelfsprekend zoveel bijdraagt tot de bloei van de christelijke zeden - vervolgens werden ijverig nieuwe studies ter hand genomen, waardoor de waardigheid en heiligheid van de verheven Moeder Gods in een schitterend nieuw licht zijn geplaatst.
De gehele Katholieke wereld ontving met vreugde deze uitspraak van de Paus, waarnaar zij reeds lang vurig had uitgezien; het gevolg was, dat de verering van de gelovigen voor de Maagdelijke Moeder Gods sterk toenam - een verering, die vanzelfsprekend zoveel bijdraagt tot de bloei van de christelijke zeden - vervolgens werden ijverig nieuwe studies ter hand genomen, waardoor de waardigheid en heiligheid van de verheven Moeder Gods in een schitterend nieuw licht zijn geplaatst.
Referenties naar alinea 2: 0
Geen referenties naar deze alineaExtra opties voor deze alinea
Kopieer alinea-URL naar klembord Reageer op deze alinea Deel op social media
3
Bevestiging te Lourdes
Het schijnt alsof de allerzaligste Maagd Maria zelf deze uitspraak, door de plaatsbekleder van haar Goddelijke Zoon op aarde onder bijval van de gehele Kerk gegeven, heeft willen bevestigen. Er waren immers nog geen vier jaren voorbij toen in een Frans dorpje, aan de voet van de Pyreneën Lourdes, red. Lourdes, red. een onschuldig eenvoudig meisje H. Bernadette red. H. Bernadette red. een verschijning kreeg van de maagdelijke Moeder Gods in de grot van Massabielle. Zij was jeugdig en beminnelijk van uiterlijk en gekleed in een schitterend wit kleed met een blauwe afhangende gordel en witte mantel. Toen het meisje, dat Zij met haar verschijning vereerde, Haar dringend naar Haar naam vroeg, antwoordde Zij met de ogen naar de hemel en vriendelijk glimlachend: "Ik ben de Onbevlekte Ontvangenis."
Het schijnt alsof de allerzaligste Maagd Maria zelf deze uitspraak, door de plaatsbekleder van haar Goddelijke Zoon op aarde onder bijval van de gehele Kerk gegeven, heeft willen bevestigen. Er waren immers nog geen vier jaren voorbij toen in een Frans dorpje, aan de voet van de Pyreneën Lourdes, red. Lourdes, red. een onschuldig eenvoudig meisje H. Bernadette red. H. Bernadette red. een verschijning kreeg van de maagdelijke Moeder Gods in de grot van Massabielle. Zij was jeugdig en beminnelijk van uiterlijk en gekleed in een schitterend wit kleed met een blauwe afhangende gordel en witte mantel. Toen het meisje, dat Zij met haar verschijning vereerde, Haar dringend naar Haar naam vroeg, antwoordde Zij met de ogen naar de hemel en vriendelijk glimlachend: "Ik ben de Onbevlekte Ontvangenis."
Referenties naar alinea 3: 1
Le pélerinage de Lourdes ->=geentekst=Extra opties voor deze alinea
Kopieer alinea-URL naar klembord Reageer op deze alinea Deel op social media
4
De gelovigen hebben dit voorval in juiste zin verstaan; ontelbaar bijna waren de pelgrims, die overal vandaan naar de grot van Lourdes samenstroomden, daar hun geloof opwekten, hun godsvrucht verdiepten, en zich beijverden hun leven met de christelijke voorschriften in overeenstemming te brengen; ook vonden daar niet zelden op hun beden mirakelen plaats, die allen met bewondering vervulden en tegelijk een bewijs waren, dat de Katholieke godsdienst de enige door God geopenbaarde en gewilde godsdienst is.
Referenties naar alinea 4: 0
Geen referenties naar deze alineaExtra opties voor deze alinea
Kopieer alinea-URL naar klembord Reageer op deze alinea Deel op social media
5
Vooral natuurlijk hebben de Pausen van Rome dit zo verstaan want het prachtige godshuis, dat reeds na enige jaren daar verrezen was door de toewijding van priesters en gelovigen verrijkten zij mild met geestelijke voorrechten, en gunsten.
Referenties naar alinea 5: 1
Le pélerinage de Lourdes ->=geentekst=Extra opties voor deze alinea
Kopieer alinea-URL naar klembord Reageer op deze alinea Deel op social media- HOOFDSTUK 1 De Katholieke Leer
- Paragraaf 1 Leer van de H. Kerk
6
In die Apostolische brief [254], waarin Onze bovengenoemde Voorganger bepaalde, dat dit onderdeel van de christelijke leer door alle gelovigen vast en onwankelbaar moest worden aanvaard, deed hij niets anders dan een getrouwe weergave geven, bekrachtigd door Zijn gezag van de uitspraken van de heilige Vader en van de gehele Kerk, die vanaf de vroegste tijden alle volgende eeuwen begeleidden.
Referenties naar alinea 6: 0
Geen referenties naar deze alineaExtra opties voor deze alinea
Kopieer alinea-URL naar klembord Reageer op deze alinea Deel op social media
7
De Heilige Schrift
Vooreerst nu vinden wij de grondslagen voor deze leer in de Heilige Schrift zelf, waarin God, Schepper aller dingen, na de droeve val van Adam tot de slang, bekoorder en verleider, deze woorden spreekt, die niet weinigen van de Vaders en Kerkleraren en zeer velen van de deskundige exegeten op de Maagdelijke Moeder Gods laten slaan: "Ik zal vijandschap wekken tussen u en de vrouw, tussen uw kroost en haar kroost ... " (Gen. 3, 15) [b:Gen. 3, 15]. Welnu, als de zalige Maagd Maria ooit verstoken was geweest van de goddelijke genade, doordat Zij namelijk bij haar ontvangenis met de erfzondeschuld besmet was, dan zou er op dat ogenblik althans, hoe kort dit ook duurde, tussen Haar en de slang niet die eeuwigdurende vijandschap hebben bestaan, die we vanaf de oudste overlevering tot aan de plechtige dogmaverklaring van de Onbevlekte Ontvangenis [254|22] vermeld vinden, maar eerder juist onderworpenheid.
Vooreerst nu vinden wij de grondslagen voor deze leer in de Heilige Schrift zelf, waarin God, Schepper aller dingen, na de droeve val van Adam tot de slang, bekoorder en verleider, deze woorden spreekt, die niet weinigen van de Vaders en Kerkleraren en zeer velen van de deskundige exegeten op de Maagdelijke Moeder Gods laten slaan: "Ik zal vijandschap wekken tussen u en de vrouw, tussen uw kroost en haar kroost ... " (Gen. 3, 15) [b:Gen. 3, 15]. Welnu, als de zalige Maagd Maria ooit verstoken was geweest van de goddelijke genade, doordat Zij namelijk bij haar ontvangenis met de erfzondeschuld besmet was, dan zou er op dat ogenblik althans, hoe kort dit ook duurde, tussen Haar en de slang niet die eeuwigdurende vijandschap hebben bestaan, die we vanaf de oudste overlevering tot aan de plechtige dogmaverklaring van de Onbevlekte Ontvangenis [254|22] vermeld vinden, maar eerder juist onderworpenheid.
Referenties naar alinea 7: 0
Geen referenties naar deze alineaExtra opties voor deze alinea
Kopieer alinea-URL naar klembord Reageer op deze alinea Deel op social media
8
Bovendien wordt de Allerheiligste Maagd begroet met de woorden: "vol van genade" (Lc. 1, 28) [b:Lc. 1, 28] of Kecharitômènei, en "gezegend onder de vrouwen" (Lc. 1, 42) [b:Lc. 1, 42]. De Katholieke traditie heeft deze woorden altijd als volgt verstaan: "deze uitzonderlijke plechtige groet, die bij geen andere gelegenheid gehoord is, duidt aan, dat de Moeder Gods de zetel was van alle goddelijke genaden, dat Zij met alle genadegaven van de Heilige Geest versierd was; ja zelfs de bijna oneindige schatkamer en onuitputtelijke afgrond van deze genadegaven, zodat Zij nooit aan de vloek onderworpen is geweest." Ineffabilis Deus [[254|14]]
Referenties naar alinea 8: 0
Geen referenties naar deze alineaExtra opties voor deze alinea
Kopieer alinea-URL naar klembord Reageer op deze alinea Deel op social media
9
Kerkvaders
Deze leer hebben de Vaders in de eerste eeuwen van de Kerk zonder één uitzondering duidelijk overgeleverd. Zij immers noemen de H. Maagd de lelie onder de doornen, ongerepte aarde, onbevlekte, steeds gezegende, vrij van alle besmetting der zonde, onbederfelijk hout, altijd heldere bron, de enige dochter alleen van het leven niet van de dood, spruit van de genade niet van de toorn, in alle opzichten ongerept, heilig en volkomen vrij van iedere smet van zonde, schoner dan de schoonheid, heiliger dan de heiligheid, de enig heilige, die met uitzondering van God alleen allen overtrof, en van natuur schoner, bevalliger en heiliger was dan zelfs Cherubijnen en Serafijnen en het gehele koor der engelen. vgl: Ineffabilis Deus [[[254|17]]]
Deze leer hebben de Vaders in de eerste eeuwen van de Kerk zonder één uitzondering duidelijk overgeleverd. Zij immers noemen de H. Maagd de lelie onder de doornen, ongerepte aarde, onbevlekte, steeds gezegende, vrij van alle besmetting der zonde, onbederfelijk hout, altijd heldere bron, de enige dochter alleen van het leven niet van de dood, spruit van de genade niet van de toorn, in alle opzichten ongerept, heilig en volkomen vrij van iedere smet van zonde, schoner dan de schoonheid, heiliger dan de heiligheid, de enig heilige, die met uitzondering van God alleen allen overtrof, en van natuur schoner, bevalliger en heiliger was dan zelfs Cherubijnen en Serafijnen en het gehele koor der engelen. vgl: Ineffabilis Deus [[[254|17]]]
Referenties naar alinea 9: 0
Geen referenties naar deze alineaExtra opties voor deze alinea
Kopieer alinea-URL naar klembord Reageer op deze alinea Deel op social media
10
Als men deze lofprijzingen over de zalige Maagd Maria aandachtig, zoals men hier mag verwachten, beschouwt, wie zal het dan durven betwijfelen, dat Zij die zuiverder was dan de engelen en te allen tijde zuiver vgl: Ineffabilis Deus [[[254|17]]] één ogenblik, hoe kort ook, niet van elke zondesmet vrij is geweest? Met het volste recht spreekt daarom de H. Ephraïm haar Goddelijke Zoon met deze woorden toe: "Gij en Uw Moeder zijt werkelijk in elk opzicht geheel schoon. Want noch in U, noch in Uw Moeder is er enige smet." ed. Bickell, 123 [[3415]]
Uit deze woorden blijkt duidelijk, dat er slechts bij één onder al de mannen en vrouwen sprake kan zijn van een volkomen vrij zijn van elke zondesmet; en tevens dat Zij dit uitzonderlijk voorrecht, dat aan niemand anders ooit werd geschonken, daarom van God heeft verkregen, omdat Zij tot de waardigheid van Moeder Gods was verheven.
Uit deze woorden blijkt duidelijk, dat er slechts bij één onder al de mannen en vrouwen sprake kan zijn van een volkomen vrij zijn van elke zondesmet; en tevens dat Zij dit uitzonderlijk voorrecht, dat aan niemand anders ooit werd geschonken, daarom van God heeft verkregen, omdat Zij tot de waardigheid van Moeder Gods was verheven.
Referenties naar alinea 10: 0
Geen referenties naar deze alineaExtra opties voor deze alinea
Kopieer alinea-URL naar klembord Reageer op deze alinea Deel op social media
11
Besluit: Onze Lieve Vrouwe is onbevlekt
Deze verheven taak, die op het Concilie van Ephese [d:249] op plechtige wijze tot dogma werd verklaard tegenover de dwaalleer van Nestorius vgl: AAS vol. 23, p 493 vv [[[2797]]], en die de verhevenste schijnt te zijn die men kan uitdenken, vereist de volheid van de goddelijke genade en een ziel, die vrij is van elke smet; zij veronderstelt toch de hoogste waardigheid en heiligheid van Christus. We kunnen zelfs zeggen, dat uit deze hoge uitverkiezing tot Moeder Gods, als uit een heldere verborgen bron, alle voorrechten en genaden voortvloeiden, die haar ziel en leven op zulk een buitengewone wijze sierden.
Deze verheven taak, die op het Concilie van Ephese [d:249] op plechtige wijze tot dogma werd verklaard tegenover de dwaalleer van Nestorius vgl: AAS vol. 23, p 493 vv [[[2797]]], en die de verhevenste schijnt te zijn die men kan uitdenken, vereist de volheid van de goddelijke genade en een ziel, die vrij is van elke smet; zij veronderstelt toch de hoogste waardigheid en heiligheid van Christus. We kunnen zelfs zeggen, dat uit deze hoge uitverkiezing tot Moeder Gods, als uit een heldere verborgen bron, alle voorrechten en genaden voortvloeiden, die haar ziel en leven op zulk een buitengewone wijze sierden.
Referenties naar alinea 11: 0
Geen referenties naar deze alineaExtra opties voor deze alinea
Kopieer alinea-URL naar klembord Reageer op deze alinea Deel op social media
12
Terecht verklaart de Aquiner: "Omdat de Heilige Maagd de Moeder van God is, bezit Zij in zekere zin een oneindige waardigheid door het oneindige goed, dat God is." vgl: ia q. 25 a. 6 ad 4 [[[t:ia q. 25 a. 6 ad 4]]] En een bekend schrijver legt dit kernachtig uit: "De Heilige Maagd... is de Moeder van God, derhalve is Zij de zuiverste en heiligste, in deze zin, dat er onder God geen grotere zuiverheid denkbaar is." 1, 16 [[2690]]
Referenties naar alinea 12: 0
Geen referenties naar deze alineaExtra opties voor deze alinea
Kopieer alinea-URL naar klembord Reageer op deze alinea Deel op social media- Paragraaf 2 Nadere Verklaring
13
Gods goedheid
En afgezien hiervan, als wij de zaak aandachtig overwegen vooral rekening houdend met de omstandigheid, dat God de Moeder van Zijn enige Zoon zonder twijfel met vurige en hartelijke liefde bemind heeft en nog bemint, hoe kan dan de gedachte zelfs nog maar bij ons opkomen, dat Zij ooit, hoe kortstondig ook, aan de zonde onderworpen of van de genade verstoken was? Zeer zeker was God in staat om Haar krachtens de verdiensten van de Verlosser dit schitterend voorrecht te schenken ; dat dit nu niet gebeurd zou zijn, kunnen we ons niet eens indenken. Het was immers passend dat de Verlosser een Moeder had, die Hem zoveel mogelijk waardig was; en dit zou Zij niet geweest zijn, indien Zij door de erfzonde bevlekt aan de afschuwelijke macht van de duivel onderworpen was geweest, ook al bleef dit beperkt tot het moment van Haar Ontvangenis.
En afgezien hiervan, als wij de zaak aandachtig overwegen vooral rekening houdend met de omstandigheid, dat God de Moeder van Zijn enige Zoon zonder twijfel met vurige en hartelijke liefde bemind heeft en nog bemint, hoe kan dan de gedachte zelfs nog maar bij ons opkomen, dat Zij ooit, hoe kortstondig ook, aan de zonde onderworpen of van de genade verstoken was? Zeer zeker was God in staat om Haar krachtens de verdiensten van de Verlosser dit schitterend voorrecht te schenken ; dat dit nu niet gebeurd zou zijn, kunnen we ons niet eens indenken. Het was immers passend dat de Verlosser een Moeder had, die Hem zoveel mogelijk waardig was; en dit zou Zij niet geweest zijn, indien Zij door de erfzonde bevlekt aan de afschuwelijke macht van de duivel onderworpen was geweest, ook al bleef dit beperkt tot het moment van Haar Ontvangenis.
Referenties naar alinea 13: 0
Geen referenties naar deze alineaExtra opties voor deze alinea
Kopieer alinea-URL naar klembord Reageer op deze alinea Deel op social media
14
Algemene Verlossing door Christus
En men kan niet aanvoeren, dat hierdoor de Verlossing van Christus minder wordt, alsof deze zich niet langer tot alle kinderen van Adam uitstrekt, en dat er aldus afbreuk wordt gedaan aan de taak en de waardigheid van de Goddelijke Verlosser zelf. Want als Wij aandachtiger op de zaak ingaan, zien Wij gemakkelijk in, dat Christus de Heer Zijn Moeder juist op volmaakte wijze heeft verlost, daar Zij met het oog op Zijn verdiensten door God tegen alle smet der erfzonde gevrijwaard was. Zo worden de oneindige waardigheid van Jezus Christus en Zijn taak als algemene Verlosser door dit leerstuk niet verzwakt of verminderd, maar zeer versterkt.
En men kan niet aanvoeren, dat hierdoor de Verlossing van Christus minder wordt, alsof deze zich niet langer tot alle kinderen van Adam uitstrekt, en dat er aldus afbreuk wordt gedaan aan de taak en de waardigheid van de Goddelijke Verlosser zelf. Want als Wij aandachtiger op de zaak ingaan, zien Wij gemakkelijk in, dat Christus de Heer Zijn Moeder juist op volmaakte wijze heeft verlost, daar Zij met het oog op Zijn verdiensten door God tegen alle smet der erfzonde gevrijwaard was. Zo worden de oneindige waardigheid van Jezus Christus en Zijn taak als algemene Verlosser door dit leerstuk niet verzwakt of verminderd, maar zeer versterkt.
Referenties naar alinea 14: 0
Geen referenties naar deze alineaExtra opties voor deze alinea
Kopieer alinea-URL naar klembord Reageer op deze alinea Deel op social media
15
Samenvatting
Vele niet-Katholieken en Protestanten vallen daarom ook in dit punt ten onrechte onze verering voor de maagdelijke Moeder Gods aan, alsof wij iets zouden onttrekken aan de cultus, die alleen God en Jezus Christus verschuldigd is, terwijl daarentegen elk eerbetoon, dat Wij aan Onze hemelse Moeder brengen, ongetwijfeld strekt tot glorie van Haar goddelijke Zoon, niet alleen omdat alle genaden en alle gaven, zelfs de hoogste, uit Hem voortkomen, als uit hun eerste oorsprong, maar ook omdat "vaders de trots zijn van hun kinderen" (Wijsh. 17, 6) [b:Wijsh. 17, 6]
Vele niet-Katholieken en Protestanten vallen daarom ook in dit punt ten onrechte onze verering voor de maagdelijke Moeder Gods aan, alsof wij iets zouden onttrekken aan de cultus, die alleen God en Jezus Christus verschuldigd is, terwijl daarentegen elk eerbetoon, dat Wij aan Onze hemelse Moeder brengen, ongetwijfeld strekt tot glorie van Haar goddelijke Zoon, niet alleen omdat alle genaden en alle gaven, zelfs de hoogste, uit Hem voortkomen, als uit hun eerste oorsprong, maar ook omdat "vaders de trots zijn van hun kinderen" (Wijsh. 17, 6) [b:Wijsh. 17, 6]
Referenties naar alinea 15: 0
Geen referenties naar deze alineaExtra opties voor deze alinea
Kopieer alinea-URL naar klembord Reageer op deze alinea Deel op social media
16
Daarom werd dit leerstuk vanaf de oudste tijden van de Kerk voortdurend duidelijker erkend en voortdurend wijder bekend, zowel bij de Herders als in de geest en het bewustzijn van het christelijke volk. De bewijzen hiervoor vinden Wij vooreerst in de geschriften van de Kerkvaders, zoals Wij reeds gezegd hebben; vervolgens in de Kerkvergaderingen en in de akten van de Pausen van Rome; tenslotte in de oudste liturgieën, wier heilige boeken, ook de alleroudste, dit feest geven als door het voorgeslacht overgeleverd.
Referenties naar alinea 16: 0
Geen referenties naar deze alineaExtra opties voor deze alinea
Kopieer alinea-URL naar klembord Reageer op deze alinea Deel op social media
17
Bevestiging uit de afgescheiden kerk
Bovendien zijn er bij alle gemeenten van Oosterse Christenen, die reeds lang geleden van de Katholieke Kerk zijn afgescheiden, zowel vroeger als nu aanhangers van deze leer, al zijn zij in hun opvattingen niet vrij van dwaling en vooroordeel; jaarlijks vieren zij het feest van de Onbevlekte Maagd; zoiets zou zeker niet het geval zijn, als zij niet reeds vroeger deze leer gekend hadden, voordat zij namelijk uit de ene schaapstal wegtrokken.
Bovendien zijn er bij alle gemeenten van Oosterse Christenen, die reeds lang geleden van de Katholieke Kerk zijn afgescheiden, zowel vroeger als nu aanhangers van deze leer, al zijn zij in hun opvattingen niet vrij van dwaling en vooroordeel; jaarlijks vieren zij het feest van de Onbevlekte Maagd; zoiets zou zeker niet het geval zijn, als zij niet reeds vroeger deze leer gekend hadden, voordat zij namelijk uit de ene schaapstal wegtrokken.
Referenties naar alinea 17: 0
Geen referenties naar deze alineaExtra opties voor deze alinea
Kopieer alinea-URL naar klembord Reageer op deze alinea Deel op social media
18
Dwaling van niet-Katholieken en Reformatoren
Nu het bijna honderd jaar geleden is dat Paus Pius IX z.g. dit buitengewone voorrecht van de maagdelijke Moeder Gods plechtig definiëerde, willen Wij gaarne met de woorden van dezelfde Paus dit gehele betoog samenvatten en besluiten: "Deze leer is volgens de Vaders door de Heilige Schrift gewaarborgd, zij is in de overlevering door zoveel getuigenissen van Vaders gestaafd, zij is in zoveel oorkonden van eerbiedwaardige ouderdom neergelegd en tot uitdrukking gebracht, door het hoogste beslissende gezag in de Kerk uitgevaardigd en bevestigd", Ineffabilis Deus [[254|18]] dat voor Pausen en gelovigen "niets aangenamer en dierbaarder is dan de maagdelijke Moeder Gods overal te vereren, te aanroepen en te prijzen als de Onbevlekte Ontvangenis". Ineffabilis Deus [[254|19]]
Nu het bijna honderd jaar geleden is dat Paus Pius IX z.g. dit buitengewone voorrecht van de maagdelijke Moeder Gods plechtig definiëerde, willen Wij gaarne met de woorden van dezelfde Paus dit gehele betoog samenvatten en besluiten: "Deze leer is volgens de Vaders door de Heilige Schrift gewaarborgd, zij is in de overlevering door zoveel getuigenissen van Vaders gestaafd, zij is in zoveel oorkonden van eerbiedwaardige ouderdom neergelegd en tot uitdrukking gebracht, door het hoogste beslissende gezag in de Kerk uitgevaardigd en bevestigd", Ineffabilis Deus [[254|18]] dat voor Pausen en gelovigen "niets aangenamer en dierbaarder is dan de maagdelijke Moeder Gods overal te vereren, te aanroepen en te prijzen als de Onbevlekte Ontvangenis". Ineffabilis Deus [[254|19]]
Referenties naar alinea 18: 0
Geen referenties naar deze alineaExtra opties voor deze alinea
Kopieer alinea-URL naar klembord Reageer op deze alinea Deel op social media- Paragraaf 3 Onbevlekte Ontvangenis en Tenhemelopneming
19
Die kostbare edelsteen, waarmede honderd jaren geleden de diadeem van de Heilige Maagd Maria werd getooid, schittert, dunkt Ons, thans nog schoner, nu het Ons door de leiding van de Goddelijke Voorzienigheid ten deel viel, dat Wij op het einde van het jubeljaar 1950 - dankbaar herinneren Wij het Ons - het dogma mochten afkondigen, dat de verheven Moeder Gods met lichaam en ziel ten hemel is opgenomen ; tevens mochten Wij daarmede aan de wensen van het christelijk volk voldoen, die reeds openlijk en duidelijk tot uiting kwamen, toen het dogma van de Onbevlekte Ontvangenis van Maria werd afgekondigd. Zoals Wij immers toen in de Apostolische brief Munificentissimus Deus [42] schreven: "koesterden de gelovigen de stellige verwachting, dat het hoogste leergezag in de Kerk ook het dogma van de Tenhemelopneming van Maria's lichaam zo spoedig mogelijk zou afkondigen." Munificentissimus Deus [[42|6]]
Referenties naar alinea 19: 0
Geen referenties naar deze alineaExtra opties voor deze alinea
Kopieer alinea-URL naar klembord Reageer op deze alinea Deel op social media
20
Wij hebben de indruk, dat sinds die tijd het geheim van de Onbevlekte Ontvangenis duidelijker spreekt tot geest en hart van alle gelovigen. Deze beide dogma's zijn immers ten nauwste met elkaar verbonden. Doordat nu de Tenhemelopneming van de Maagd Maria tot dogma [42] werd verheven en in het juiste licht werd gesteld - en dit leerstuk is als het ware de voltooiing en de bekroning van het eerste voorrecht van Maria - is het gevolg juist geweest, dat de wonderlijke wijsheid en harmonie van het Goddelijk Raadsbesluit, waardoor God wilde, dat de Allerheiligste Maagd Maria vrij was van iedere erfsmet ten volle tot hun recht kwamen.
Referenties naar alinea 20: 0
Geen referenties naar deze alineaExtra opties voor deze alinea
Kopieer alinea-URL naar klembord Reageer op deze alinea Deel op social media
21
Zo waren door deze twee heerlijke voorrechten, aan de maagdelijke Moeder van God geschonken, zowel het begin als het einde van haar pelgrimstocht op aarde van een schitterend licht omgeven; aan Haar volkomen onschuld van ziel, vrij van elke smet, beantwoordt wonderlijk passend de grootste "verheerlijking" in haar maagdelijk lichaam; en evenals Zij met Haar Eniggeboren Zoon verbonden was in de strijd tegen de verdorven helse slang, zo heeft Zij ook met Hem gedeeld in de heerlijke overwinning op de zonde en de droeve gevolgen ervan.
Referenties naar alinea 21: 0
Geen referenties naar deze alineaExtra opties voor deze alinea
Kopieer alinea-URL naar klembord Reageer op deze alinea Deel op social media- HOOFDSTUK 2 Levenswaarde van deze leer
22
Onschuld en ongereptheid
Het is echter niet alleen de bedoeling, dat dit eeuwfeest het geloof verlevendigt en de liefde jegens de maagdelijke Moeder Gods doet toenemen bij alle katholieken, maar ook dat het hun christelijke levenswandel zoveel mogelijk in overeenstemming brengt met haar toonbeeld. Evenals alle moeders het buitengewoon prettig vinden te zien dat hun kinderen zozeer op haar lijken, zo vindt onze zoete Moeder Maria niets aangenamer of meer gewenst dan te zien, dat wij, die Zij onder het Kruis van Haar Zoon in Zijn plaats als kinderen aannam, in hun denken, spreken en handelen de schoonheid en trekken van Haar ziel weergeven.
Het is echter niet alleen de bedoeling, dat dit eeuwfeest het geloof verlevendigt en de liefde jegens de maagdelijke Moeder Gods doet toenemen bij alle katholieken, maar ook dat het hun christelijke levenswandel zoveel mogelijk in overeenstemming brengt met haar toonbeeld. Evenals alle moeders het buitengewoon prettig vinden te zien dat hun kinderen zozeer op haar lijken, zo vindt onze zoete Moeder Maria niets aangenamer of meer gewenst dan te zien, dat wij, die Zij onder het Kruis van Haar Zoon in Zijn plaats als kinderen aannam, in hun denken, spreken en handelen de schoonheid en trekken van Haar ziel weergeven.
Referenties naar alinea 22: 0
Geen referenties naar deze alineaExtra opties voor deze alinea
Kopieer alinea-URL naar klembord Reageer op deze alinea Deel op social media
23
Opdat echter deze liefde niet ijdel zij, niet een valse uiterlijke devotie of een onbetrouwbaar kortstondig gevoel, doch oprecht, waar en krachtdadig zij, moet zij ongetwijfeld ons allen, ieder naar eigen levensomstandigheden, helpen om de deugd te verkrijgen. Vooral nu wij het mysterie vieren van de allerheiligste Maagd, wier ontvangenis zelf onbevlekt was en vrij van iedere smet van de erfzonde, moeten wij ons aangespoord gevoelen tot die onschuld en reinheid van zeden, die zelfs voor de kleinste zonde terugdeinst.
Referenties naar alinea 23: 0
Geen referenties naar deze alineaExtra opties voor deze alinea
Kopieer alinea-URL naar klembord Reageer op deze alinea Deel op social media
24
Zij wijst naar Christus
Het is alsof de Allerheiligste Maagd Maria, die nooit in Haar leven - noch in blijde zoete ogenblikken, noch in droeve omstandigheden en te midden van wrede smarten, waardoor Zij de Koningin van de martelaren werd - van de voorschriften en het voorbeeld van Haar goddelijke Zoon ook maar het geringste afweek, tot ons allen en tot ieder van ons afzonderlijk de woorden herhaalt, die Zij op de bruiloft van Cana tot de bedienden sprak, als het ware wijzend op Jezus Christus: "Doet wat Hij u zeggen zal." (Joh. 2, 5) [b:Joh. 2, 5]
Het is alsof de Allerheiligste Maagd Maria, die nooit in Haar leven - noch in blijde zoete ogenblikken, noch in droeve omstandigheden en te midden van wrede smarten, waardoor Zij de Koningin van de martelaren werd - van de voorschriften en het voorbeeld van Haar goddelijke Zoon ook maar het geringste afweek, tot ons allen en tot ieder van ons afzonderlijk de woorden herhaalt, die Zij op de bruiloft van Cana tot de bedienden sprak, als het ware wijzend op Jezus Christus: "Doet wat Hij u zeggen zal." (Joh. 2, 5) [b:Joh. 2, 5]
Referenties naar alinea 24: 0
Geen referenties naar deze alineaExtra opties voor deze alinea
Kopieer alinea-URL naar klembord Reageer op deze alinea Deel op social media
25
Christus de bron van alle leven
Deze aansporing juist, in ruimere zin dan te verstaan, schijnt zij voor ons allen thans te herhalen, nu het meer dan duidelijk is, dat alle rampen, die de mensen zo zwaar treffen, waaronder landen en volken gebukt gaan, hun diepste grond vooral hierin vinden, dat niet weinigen "Mij hebben verlaten, Mij, de bron van levende wateren, om zich gebarsten putten te slaan, die geen water kunnen houden" (Jer. 2, 13) [b:Jer. 2, 13], Hem hebben durven verlaten, Die alleen is, "de weg, de waarheid en het leven" (Joh. 14, 6) [b:Joh. 14, 6]. Als wij dus afgedwaald zijn, moeten wij op de rechte weg terugkeren; als de duisternis van dwaling onze geest onthuld heeft, moet deze zo spoedig mogelijk door het licht van de waarheid verdreven worden; als die dood, die inderdaad een dood is, bezit van onze zielen heeft genomen moeten wij met brandend verlangen naar het leven grijpen; dat hemelse leven namelijk, dat geen einde kent, daar het voortkomt van Jezus Christus; indien wij immers Hem in dit aardse ballingsoord trouw volgen, zullen wij ongetwijfeld samen met Hem het eeuwige geluk in de hemel genieten. Dit leert ons en hiertoe vermaant ons de Heilige Maagd Maria, onze allerzoetste Moeder, die ons inderdaad meer dan alle moeders met een waarachtige liefde bemint.
Deze aansporing juist, in ruimere zin dan te verstaan, schijnt zij voor ons allen thans te herhalen, nu het meer dan duidelijk is, dat alle rampen, die de mensen zo zwaar treffen, waaronder landen en volken gebukt gaan, hun diepste grond vooral hierin vinden, dat niet weinigen "Mij hebben verlaten, Mij, de bron van levende wateren, om zich gebarsten putten te slaan, die geen water kunnen houden" (Jer. 2, 13) [b:Jer. 2, 13], Hem hebben durven verlaten, Die alleen is, "de weg, de waarheid en het leven" (Joh. 14, 6) [b:Joh. 14, 6]. Als wij dus afgedwaald zijn, moeten wij op de rechte weg terugkeren; als de duisternis van dwaling onze geest onthuld heeft, moet deze zo spoedig mogelijk door het licht van de waarheid verdreven worden; als die dood, die inderdaad een dood is, bezit van onze zielen heeft genomen moeten wij met brandend verlangen naar het leven grijpen; dat hemelse leven namelijk, dat geen einde kent, daar het voortkomt van Jezus Christus; indien wij immers Hem in dit aardse ballingsoord trouw volgen, zullen wij ongetwijfeld samen met Hem het eeuwige geluk in de hemel genieten. Dit leert ons en hiertoe vermaant ons de Heilige Maagd Maria, onze allerzoetste Moeder, die ons inderdaad meer dan alle moeders met een waarachtige liefde bemint.
Referenties naar alinea 25: 0
Geen referenties naar deze alineaExtra opties voor deze alinea
Kopieer alinea-URL naar klembord Reageer op deze alinea Deel op social media
26
Huidige gevaren
Zulke aansporingen en wenken, tot ons allen gericht, om tot Christus terug te keren en nauwgezet volgens zijn geboden te leven, hebben de mensen heden bijzonder nodig, zoals gij zeer wel weet, Eerbiedwaardige Broeders. Velen toch zijn er op uit om het christelijk geloof met wortel en tak uit hun zielen te rukken; en dit doen zij nu eens op verholen en listige wijze, dan weer door openlijk en vermetel hun dwalingen te verkondigen en er mee te koop te lopen, waarop zij nog brutaal zich beroemen, alsof men ze beschouwen moet als de glorie van deze verlichte en moderne eeuw.
Zulke aansporingen en wenken, tot ons allen gericht, om tot Christus terug te keren en nauwgezet volgens zijn geboden te leven, hebben de mensen heden bijzonder nodig, zoals gij zeer wel weet, Eerbiedwaardige Broeders. Velen toch zijn er op uit om het christelijk geloof met wortel en tak uit hun zielen te rukken; en dit doen zij nu eens op verholen en listige wijze, dan weer door openlijk en vermetel hun dwalingen te verkondigen en er mee te koop te lopen, waarop zij nog brutaal zich beroemen, alsof men ze beschouwen moet als de glorie van deze verlichte en moderne eeuw.
Referenties naar alinea 26: 0
Geen referenties naar deze alineaExtra opties voor deze alinea
Kopieer alinea-URL naar klembord Reageer op deze alinea Deel op social media
27
Maar wanneer de heilige godsdienst wordt verworpen en wanneer de wil van God, maatstaf voor wat goed en kwaad is, terzijde wordt gesteld, gelden praktisch geen wetten meer en heeft de openbare overheid haar gezag verloren, zoals iedereen inziet; en daar bovendien door deze valse leerstellingen iedere verwachting van en hoop op onsterfelijke goederen wordt weggenomen, is het gevolg, dat de mensen, hun natuur volgend, in onmatige begeerte naar aardse goederen streven, de goederen van hun evenmens wensen te bezitten, en deze soms met geweld zich toeëigenen, zo vaak als daartoe een kans bestaat of hun de gelegenheid wordt geboden. Zo ontstaat haat, nijd, tweedracht en vijandschap onder de burgers; zo wordt het particuliere en openbare leven verstoord; zo raken langzamerhand die grondslagen van de Staten ondermijnd, die zo moeilijk door wetten of door de invloed van regeringen alleen in stand kunnen blijven; tenslotte is het gevolg verval van zeden in wijde kring door slechte toneelvoorstellingen, boeken, dagbladen en zelfs door misdaden.
Referenties naar alinea 27: 0
Geen referenties naar deze alineaExtra opties voor deze alinea
Kopieer alinea-URL naar klembord Reageer op deze alinea Deel op social media
28
Redding uit Christus
Wij loochenen volstrekt niet, dat zij die het staatsbestuur in handen hebben, hierin veel vermogen; toch moet men het redmiddel tegen zoveel kwaad ongetwijfeld hoger zoeken; ontegenzeggelijk dient hier een macht te hulp geroepen, welke die van de mensen te boven gaat, die de geest van de mens zal kunnen verlichten, die in staat is de zielen zelf te treffen en door de genade te vernieuwen en beter te maken.
Wij loochenen volstrekt niet, dat zij die het staatsbestuur in handen hebben, hierin veel vermogen; toch moet men het redmiddel tegen zoveel kwaad ongetwijfeld hoger zoeken; ontegenzeggelijk dient hier een macht te hulp geroepen, welke die van de mensen te boven gaat, die de geest van de mens zal kunnen verlichten, die in staat is de zielen zelf te treffen en door de genade te vernieuwen en beter te maken.
Referenties naar alinea 28: 0
Geen referenties naar deze alineaExtra opties voor deze alinea
Kopieer alinea-URL naar klembord Reageer op deze alinea Deel op social media
29
Dan alleen kan men verwachten, dat de christelijke zeden overal opnieuw zullen bloeien; dat de ware beginselen, waarop de Staten dienen te steunen, zo solide mogelijk zullen zijn; dat er tussen de klassen der burgers wederzijds een billijke, eerlijke beoordeling van de verhoudingen ontstaat, gebaseerd op rechtvaardigheid en liefde; dat eindelijk haat en nijd zullen verdwijnen, die de oorzaak zijn van voortdurend nieuwe ellende en niet zelden de mensen in hun verbittering er toe brengen om zelfs het bloed van hun evenmensen te vergieten; dat tenslotte de gespannen verhoudingen tussen de hogere en lagere klassenstanden verminderen, en de eigen rechten van beide groepen op onpartijdige wijze met elkaar verzoend raken, zodat zij met wederzijds begrip en met verschuldigde eerbied naast elkaar kunnen bestaan tot welzijn van allen.
Referenties naar alinea 29: 0
Geen referenties naar deze alineaExtra opties voor deze alinea
Kopieer alinea-URL naar klembord Reageer op deze alinea Deel op social media- HOOFDSTUK 3 Afkondiging van het Mariajaar
- Paragraaf 1 Omschrijving
30
Dit alles (redding door Christus enz ... ) kan ongetwijfeld alleen volledig en blijvend bereikt worden door middel van de christelijke geboden, tenminste als zij inderdaad beleefd worden. De Maagd en Moeder Gods Maria nu wekt ons allen op om deze geboden met blijmoedigheid en met spanning te volbrengen. Dit voor ogen houdend nodigen Wij door deze encycliek u allen uit, Eerbiedwaardige Broeders, dat gij, ieder naargelang de taak die hij vervult, de geestelijken en de gelovigen aan uw zorgen toevertrouwd, aanspoort om het jaar van Maria te vieren, dat Wij over de gehele wereld voorschrijven, te beginnen in de maand december van het komende jaar 1954, red. 1954, red.. Er is namelijk bijna een eeuw verlopen, dat de Maagdelijke Moeder Gods onder de toejuichingen van het christelijke volk een nieuwe edelsteen aan Haar kroon ontving, toen, zoals Wij boven gezegd hebben, onze Voorganger Pius IX z.g. plechtig afkondigde, dat Zij van elke smet der erfzonde volkomen vrij was [254|22]. En Wij vertrouwen ten volle, dat deze Mariaviering de gewenste zegenrijke vruchten zat voortbrengen, waarnaar wij allen vurig verlangen.
Referenties naar alinea 30: 0
Geen referenties naar deze alineaExtra opties voor deze alinea
Kopieer alinea-URL naar klembord Reageer op deze alinea Deel op social media
31
Om dit gemakkelijker en beter te bereiken wensen Wij, dat in alle diocesen geëigende toespraken en lezingen worden gehouden om dit punt van de christelijke leer voor de gelovigen duidelijker te maken; en wel zo, dat het geloof der mensen moge toenemen, hun devotie tot de Maagdelijke Moeder Gods dagelijks meer ontvlamd worde, en dat allen hierin een aanleiding zullen vinden om het voorbeeld van hun hemelse Moeder met blijmoedigheid en van harte na te volgen.
Referenties naar alinea 31: 0
Geen referenties naar deze alineaExtra opties voor deze alinea
Kopieer alinea-URL naar klembord Reageer op deze alinea Deel op social media
32
En daar immers in alle grote en kleine steden en dorpen, overal waar de christelijke godsdienst bloeit, een kerk of althans een altaar is, getooid met een beeld van de H. Maagd ter verering van de gelovigen, wensen Wij, Eerbiedwaardige Broeders, dat de gelovigen zo dikwijls mogelijk daar samenkomen, en niet slechts afzonderlijk maar ook gezamenlijk eenstemmig en één van zin hun smeekbeden richten tot onze allerzoetste Moeder.
Referenties naar alinea 32: 0
Geen referenties naar deze alineaExtra opties voor deze alinea
Kopieer alinea-URL naar klembord Reageer op deze alinea Deel op social media
33
Waar zich echter - hetgeen in bijna alle bisdommen het geval is - een heiligdom bevindt, waar de maagdelijke Moeder Gods op zeer bijzondere wijze wordt vereerd, zullen op vastgestelde dagen vrome scharen pelgrims samenkomen om daar in het openbaar voor aller ogen op treffende wijze uiting te geven aan hun gemeenschappelijk geloof en hun gemeenschappelijke liefde voor de Allerheiligste Maagd. Wij twijfelen niet of dit zal op bijzondere wijze het geval zijn bij de grot van Lourdes, waar de H. Maagd zo vurig wordt vereerd als de Onbevlekte Ontvangenis.
Referenties naar alinea 33: 0
Geen referenties naar deze alineaExtra opties voor deze alinea
Kopieer alinea-URL naar klembord Reageer op deze alinea Deel op social media
34
En moge het eeuwig Rome hier het voorbeeld geven, de stad, die vanaf de eerste tijden van het Christendom haar hemelse Moeder en Patrones op bijzondere wijze vereerd heeft. Niet gering is hier het aantal godshuizen - zoals allen weten - waar Zij door de Romeinen wordt vereerd ; maar het voornaamste is ongetwijfeld de Liberiaanse basiliek De Basilca Major Maria.. De Basilca Major Maria Maggiore, red., waar altijd nog het mozaïek schittert, door Onze Voorganger Sixtus III z.g. aangebracht, een merkwaardig gedenkteken van het goddelijk Moederschap van de Maagd Maria ; daar ook ziet het beeld van Maria "Heil van het Romeinse Volk" Salus Populi Roma Salus Populi Roma welwillend en vriendelijk op ons neer. Laten de inwoners van Rome daar vooral samenkomen om te bidden; en laten allen voor dit genadebeeld hun vrome gebeden storten, terwijl zij vooral om deze gunst zullen vragen, dat de stad die de hoofdstad is van de Katholieke wereld, ook aller leermeesteres moge zijn in geloof vroomheid en heiligheid. Want - en nu richten Wij Ons tot u, Romeinen, met de woorden van Onze Voorganger Leo de Grote z.g. - "ofschoon de Kerk overal in de gehele wereld altijd door deugden moet bloeien, past het toch, dat gij vooral de overige volken in vroomheid overtreft, aangezien gij op de hechte grondslag van de apostolische rots gebouwd zijt en samen met de anderen door onze Heer Jezus Christus verlost het voorrecht hebt gehad door de heilige Apostel Petrus onderricht te worden". III, 14; Migne P.L., LIV, 147-148 [[913]]
Referenties naar alinea 34: 0
Geen referenties naar deze alineaExtra opties voor deze alinea
Kopieer alinea-URL naar klembord Reageer op deze alinea Deel op social media- Paragraaf 2 Gebedsinzichten
35
Vele zaken toch zijn er, waarin wij allen in de huidige omstandigheden moeten vragen om de bescherming en voorspraak en machtige tussenkomst van de H. Maagd. Vooreerst dat eenieder, zoals Wij gezegd hebben, met de hulp van Gods genade zijn leven dagelijks meer aanpasse aan de christelijke geboden daar het geloof zonder werken dood is, (Jak. 2, 20.26) [[b:Jak. 2, 20.26]] en niemand naar behoren iets kan uitrichten voor het welzijn van anderen, tenzij hij eerst door zijn deugdzaam leven anderen ten voorbeeld is.
Referenties naar alinea 35: 0
Geen referenties naar deze alineaExtra opties voor deze alinea
Kopieer alinea-URL naar klembord Reageer op deze alinea Deel op social media
36
Allen moeten met aandrang en herhaaldelijk bidden, dat de jeugd rein en gaaf moge opgroeien, edelmoedig en sterk in het geloof, en dat zij niet duldt in de bloei van haar leven door de bedorven geest van deze tijd te worden besmet en door de ondeugd te worden aangetast; dat zij haar onbeteugelde neigingen en opkomende hartstochten leert bedwingen, en alle verleiding schuwend zich niet laat meeslepen tot wat slecht of gevaarlijk is, maar altijd zoekt wat schoon is en verheven, beminnenswaard en verheffend.
Referenties naar alinea 36: 0
Geen referenties naar deze alineaExtra opties voor deze alinea
Kopieer alinea-URL naar klembord Reageer op deze alinea Deel op social media
37
Allen moeten eensgezind smeken, dat de volwassenen en ouderen de anderen voorgaan in christelijke rechtschapenheid en sterkte; dat het familieleven krachtig moge bloeien door de ongeschonden trouw der ouders, door een godsdienstige opvoeding der kinderen, door wederzijdse hulp en eensgezindheid.
Referenties naar alinea 37: 0
Geen referenties naar deze alineaExtra opties voor deze alinea
Kopieer alinea-URL naar klembord Reageer op deze alinea Deel op social media
38
Allen moeten vragen, dat de bejaarden zo op een welgesteld leven mogen terugzien, dat zij niets behoeven te vrezen, wanneer eenmaal het einde van hun aardse leven nadert, en dat zij niet door gewetensangsten geplaagd worden of reden hebben zich te schamen, maar eerder vast vertrouwen weldra het loon voor hun dagelijkse zwoegen te zullen ontvangen.
Referenties naar alinea 38: 0
Geen referenties naar deze alineaExtra opties voor deze alinea
Kopieer alinea-URL naar klembord Reageer op deze alinea Deel op social media
39
Allen moeten de Goddelijke Moeder smekend bidden om brood voor de hongerigen, gerechtigheid voor de onderdrukten, terugkeer naar het vaderland voor de verbannenen, een gastvrij onderdak voor de ontheemden; om vrijlating voor hen, die onrechtvaardig in de gevangenis zijn geworpen of in hechtenis genomen, om de vurig verlangde terugkeer naar hun woonplaatsen voor allen, die zoveel jaren na het einde van de oorlog nog steeds in krijgsgevangenschap zuchten; voor de blinden naar ziel en lichaam de vreugde van het stralend licht; en voor allen, die door haat, nijd en tweedracht van elkaar gescheiden zijn, de broederlijke liefde en die eendracht en vredelievende samenwerking, die berust op waarheid, rechtvaardigheid en wederzijdse hulpvaardigheid.
Referenties naar alinea 39: 1
Lumen Gentium ->=geentekst=Extra opties voor deze alinea
Kopieer alinea-URL naar klembord Reageer op deze alinea Deel op social media- Paragraaf 3 Bijzondere inzichten
- Subparagraaf 1 Vrijheid van de Katholieke Kerk
40
Het is in het bijzonder onze vurige wens, Eerbiedwaardige Broeders, dat wij in onze gebeden, die wij in het komende Mariajaar tot God zullen opzenden, met aandrang zullen vragen, dat eindelijk - door voorspraak van de Moeder van de Goddelijke Verlosser en van ons allen - de Katholieke Kerk in geheel de wereld de haar toekomende vrijheid kan gebruiken, welke zij altijd, zoals de geschiedenis overduidelijk leert, heeft aangewend tot heil van de volken, nooit tot hun nadeel, altijd om vrede te stichten onder de burgers, volken en naties, nooit om de mensen van elkaar te verwijderen.
Referenties naar alinea 40: 0
Geen referenties naar deze alineaExtra opties voor deze alinea
Kopieer alinea-URL naar klembord Reageer op deze alinea Deel op social media
41
Allen weten in welk een benarde toestand de Kerk van God op sommige plaatsen verkeert; hoe zij door leugens, laster en beroving wordt gekweld; allen weten, dat in sommige landen de zielenherders verdreven zijn of zonder reden in de gevangenis geworpen of zo zeer in hun werkzaamheden worden gehinderd, dat zij onmogelijk vrij hun taak kunnen vervullen; allen weten ook, dat zij, daar hun eigen scholen en onderwijsinstellingen niet kunnen gebruiken, geen dagbladen of tijdschriften kunnen uitgeven om de christelijke godsdienst te doen kennen, te verdedigen en te verbreiden, noch de jeugd in overeenstemming hiermede kunnen opvoeden en vormen.
Referenties naar alinea 41: 0
Geen referenties naar deze alineaExtra opties voor deze alinea
Kopieer alinea-URL naar klembord Reageer op deze alinea Deel op social media
42
En de aansporingen, die Wij nog dienaangaande bij meerdere gelegenheden hebben gegeven, herhalen Wij nog eens dringend in deze Encycliek; Wij vertrouwen er namelijk ten volle op, dat men gedurende het aangekondigde Mariajaar overal ter wereld smeekbeden zal inrichten tot de maagdelijke Moeder van God onze machtige en zoete Moeder om door haar altijd krachtdadige voorspraak vooral te verkrijgen, dat de heilige rechten, die de Kerk toekomen en die door de menselijke waardigheid en de burgerlijke vrijheid geëist worden, door allen openlijk en metterdaad worden erkend, hetgeen ongetwijfeld allen ten goede zal komen en de eensgezindheid ten zeerste zal bevorderen.
Referenties naar alinea 42: 0
Geen referenties naar deze alineaExtra opties voor deze alinea
Kopieer alinea-URL naar klembord Reageer op deze alinea Deel op social media- Subparagraaf 2 Kerk in de stilte
43
Wij wensen, dat Onze stem, trillend van brandende liefde, vooral doordringe tot hen, die in gedwongen stilzwijgen en door allerlei listen belaagd, moeten zien, hoe hun kudden gehavend en verstrooid van alle menselijke hulp is verstoken. Laten ook deze beminde Broeders en Zonen samen met Ons en met alle gelovigen bij de Vader van ontferming en de God van alle vertroosting (2 Kor. 1, 8) [[b:2 Kor. 1, 8]] de machtige voorspraak vragen van de maagdelijke Moeder Gods, onze Moeder, en Haar om hemelse hulp bidden en van Haar troost van boven afsmeken. En laten zij sterk en onwrikbaar volhardend in het voorvaderlijk geloof deze woorden van de Honingvloeiende Kerkleraar tot de hunne maken, als hun devies van christelijke standvastigheid: "Wij zullen stand houden en zo dit nodig mocht zijn voor onze moeder (de Kerk) met alle geoorloofde middelen strijden tot de dood; niet met het schild of met het zwaard, maar door gebed en tranen bij God". 221. 3; Migne P.L., 182. 36; 387. [[3208]]
Referenties naar alinea 43: 0
Geen referenties naar deze alineaExtra opties voor deze alinea
Kopieer alinea-URL naar klembord Reageer op deze alinea Deel op social media
44
Bovendien richten Wij ook tot hen, die door het oude schisma van Ons gescheiden zijn en die Wij toch met vaderlijke liefde beminnen, een uitnodiging om samen met Ons deze gebeden en smekingen te storten. Wij weten immers heel goed, dat ook Zij de verheven Moeder van Jezus Christus zo hoog vereren en haar Onbevlekte Ontvangenis vieren. Moge de H. Maagd Maria goedgunstig op hen allen neerzien, die er groot op gaan Christenen te zijn en die althans door de band van liefde met Ons verenigd zijn; moge Maria zien, hoe zij smekend de ogen van lichaam en geest tot Haar richten om dat licht te verkrijgen, dat het verstand met bovenaardse glans verlicht en om die eenheid af te smeken, waardoor er eindelijk één kudde en één herder zal zijn (Joh. 10, 16) [[b:Joh. 10, 16]].
Referenties naar alinea 44: 0
Geen referenties naar deze alineaExtra opties voor deze alinea
Kopieer alinea-URL naar klembord Reageer op deze alinea Deel op social media
45
Deze eensgezind gestorte gebeden mogen vergezeld gaan van vrome werken van boetvaardigheid want het gebed maakt "dat de geest zich verheft, tot moeilijke daden wordt aangezet en opstijgt tot het goddelijke; de boetvaardigheid maakt, dat wij onszelf beheersen, vooral ons lichaam, de grootste vijand van onze rede en van de wet van het Evangelie, ten gevolge van de oude schuld. Het is duidelijk, dat deze twee deugden nauw met elkaar verbonden zijn, elkaar steunen en één en hetzelfde doel beogen, namelijk om de mens, die voor de hemel is geboren, los te maken van de vergankelijke zaken en omhoog te voeren tot een bijna hemelse omgang met God". Acta Leonis XIII, XI, p. 312 [[202]]
Referenties naar alinea 45: 0
Geen referenties naar deze alineaExtra opties voor deze alinea
Kopieer alinea-URL naar klembord Reageer op deze alinea Deel op social media- Paragraaf 4 Besluit
46
Daar echter een duurzame vrede noch voor de mensen afzonderlijk noch voor de volken is aangebroken, moeten allen vurig en nederig bidden, dat deze ons volledig en blijvend worde geschonken; en wel zo, dat de allerheiligste Maagd, die eens de vorst van de vrede (Jes. 9, 6) [[b:Jes. 9, 6]] aan de wereld schonk, door haar voorspraak en bescherming van de mensen als vrienden tot elkaar brenge; want zij kunnen dan alleen een ongestoorde voorspoed genieten, voor zover deze door ons in dit aardse leven te bereiken is, wanneer zij niet door vijandschap van elkaar zijn gescheiden, niet jammerlijk in tweedracht leven, niet door bedreiging en vreesaanjaging in vijandelijke kampen worden verdeeld, maar wanneer zij in broederlijke liefde verenigd elkaar de hand reiken en de vredeskus schenken, "als het teken van veilige vrijheid" II, 44 [[2676]] zulk een vrijheid immers maakt onder leiding van rechtvaardigheid en liefde van de verschillende standen, volken en naties één geheel, één eensgezinde families.
Referenties naar alinea 46: 0
Geen referenties naar deze alineaExtra opties voor deze alinea
Kopieer alinea-URL naar klembord Reageer op deze alinea Deel op social media
47
Moge de Goddelijke Verlosser door de voorspraak en de bemiddeling van onze liefderijke Moeder aan deze vurige wensen de rijkste uitwerking verlenen; Onze wensen, waarmede, zoals Wij stellig verwachten, niet alleen onze eigen kinderen zullen instemmen, maar ook zij allen, aan wie de bloei van de christelijke beschaving en van de burgerlijke samenleving ter harte gaat.
Referenties naar alinea 47: 0
Geen referenties naar deze alineaExtra opties voor deze alinea
Kopieer alinea-URL naar klembord Reageer op deze alinea Deel op social media
48
Gegeven bij St. Pieter te Rome, op de 8ste dag van september, het Feest van de Geboorte van de Heilige Maagd Maria, in het jaar 1953, het vijftiende van mijn pontificaat,
Paus Pius XII
Referenties naar alinea 48: 0
Geen referenties naar deze alineaExtra opties voor deze alinea
Kopieer alinea-URL naar klembord Reageer op deze alinea Deel op social mediaReferenties naar dit document: 3
Open uitgebreid overzichthttps://rkdocumenten.nl/toondocument/147-fulgens-corona-nl