Inhoudsopgave
- Inhoud
1
“Hij ging nu naar buiten en begaf zich ... naar de Olijfberg. Ook de leerlingen gingen met Hem mee” . Wanneer het uur gekomen is dat God bepaald had om de mensheid van de slavernij van de zonde te redden, trekt Jezus zich terug, hier in Gethsemane aan de voet van de Olijfberg. Wij bevinden ons op deze heilige plaats, geheiligd door Jezus’ gebed, door Zijn angst, door het bloed dat Hij zweette, boven alles geheiligd door Zijn “ja” aan de liefdeswil van de Vader. Wij zijn haast bang om tot de gevoelens van Jezus te naderen die Hij in dat uur beleefde; wij komen op de toppen van de tenen in deze innerlijke ruimte binnen waar beslist werd over het drama van de wereld.
Referenties naar alinea 1: 0
Geen referenties naar deze alineaExtra opties voor deze alinea
Kopieer alinea-URL naar klembord Reageer op deze alinea Deel op social media
2
In dit uur voelde Jezus dat het nodig was om te bidden en wou Hij Zijn leerlingen dicht bij zich hebben, Zijn vrienden, die Hem gevolgd waren en die Zijn zending van meer nabij hadden gedeeld. Maar hier in Gethsemane wordt volgen moeilijk en onzeker; twijfel, vermoeidheid en ontzetting krijgen de bovenhand. Tegenover de passie van Jezus zullen de leerlingen verschillende houdingen aannemen ten overstaan van de Meester: nabijheid, verwijdering, onzekerheid.
Referenties naar alinea 2: 0
Geen referenties naar deze alineaExtra opties voor deze alinea
Kopieer alinea-URL naar klembord Reageer op deze alinea Deel op social media
3
Het zal ons allemaal – bisschoppen, priesters, godgewijden, seminaristen - goed doen, ons op deze plaats de vraag te stellen: wie ben ik tegenover mijn Heer die lijdt? Behoor ik tot degenen aan wie Jezus vroeg met Hem te waken en die inslapen in plaats van te bidden en die zo proberen te vluchten door de ogen te sluiten voor de werkelijkheid? Erken ik mij in degenen die uit angst gevlucht zijn, en de Meester overlaten aan het meest tragische uur van Zijn aardse leven? Misschien steekt in mij de dubbelhartigheid, de onoprechtheid van degene die Hem voor dertig zilverstukken verkocht, die vriend genoemd werd en Jezus toch verraden heeft? Erken ik mij in degenen die zwak geweest zijn en Hem verloochenden, zoals Petrus? Korte tijd voordien, had hij Jezus beloofd Hem tot in de dood te volgen ; daarna, wanneer het vuur hem na aan de schenen gelegd wordt, en door angst overvallen, zweert hij Hem niet te kennen. Gelijk ik op degenen die hun leven reeds zonder Hem hadden ingericht, zoals de twee leerlingen van Emmaüs, onverstandig en traag van hart om te geloven in de woorden van de profeten? Of bevind ik mij, dank zij God, tussen degenen die trouw bleven tot het einde, zoals de Maagd Maria en de apostel Johannes? Wanneer op Golgotha alles duister wordt en iedere hoop verloren lijkt, is alleen de liefde sterker dan de dood. De liefde van de Moeder en van de veelbeminde leerling drijft hen om aan de voet van het kruis te blijven, om Jezus’ leed tot het uiterste te delen. Erken ik mij in degenen die hun Meester en Heer nagevolgd zijn tot in het martelaarschap, door te getuigen hoezeer Hij alles voor hen is, de onvergelijkbare kracht van hun zending, de laatste horizont van hun leven?
Referenties naar alinea 3: 0
Geen referenties naar deze alineaExtra opties voor deze alinea
Kopieer alinea-URL naar klembord Reageer op deze alinea Deel op social media
4
Jezus’ vriendschap voor ons, Zijn trouw en barmhartigheid zijn de onschatbare gave die ons aanmoedigt Hem met vertrouwen te blijven navolgen, ondanks onze mislukkingen, fouten en zelfs ondanks ons verraad. Maar deze goedheid van de Heer ontslaat ons niet van waakzaamheid tegenover de verleider, de zonde, het kwaad en het verraad, die ook het priesterleven en het religieuze leven kunnen doorkruisen. Wij merken de wanverhouding tussen de grootheid van Jezus’ oproep en onze kleinheid, tussen het sublieme van de zending en onze menselijke broosheid. Maar de Heer neemt ons in Zijn grote goedheid en oneindige barmhartigheid steeds bij de hand, zodat wij niet ondergaan in de zee van ontreddering. Hij staat altijd aan onze zijde, Hij laat ons nooit alleen. Laten wij ons dus niet overwinnen door angst en ontmoediging, maar laten wij met moed en vertrouwen doorgaan op onze weg en in onze zending.
Referenties naar alinea 4: 0
Geen referenties naar deze alineaExtra opties voor deze alinea
Kopieer alinea-URL naar klembord Reageer op deze alinea Deel op social media
5
U, dierbare broeders en zusters, u bent geroepen de Heer in dit gezegend land met vreugde te volgen! Het is een gave en verantwoordelijkheid. Uw aanwezigheid hier is heel belangrijk; heel de Kerk is u dankbaar en steunt u met gebed.Van op deze plaats, deze heilige plaats, verlang ik bovendien mijn genegen groeten te richten tot alle christenen van Jeruzalem: ik zou hen willen verzekeren dat ik met genegenheid aan hen denk en voor hen bid; ik ken goed de moeilijkheden van hun leven in de Stad. Ik roep hen op moedig te getuigen van het lijden van de Heer maar ook van Zijn verrijzenis, met vreugde en hoop.
Referenties naar alinea 5: 0
Geen referenties naar deze alineaExtra opties voor deze alinea
Kopieer alinea-URL naar klembord Reageer op deze alinea Deel op social media
6
Volgen wij de Maagd Maria en de heilige Johannes na en blijven wij bij de vele kruisen staan waar Jezus nog gekruisigd wordt. Op deze weg roept onze Verlosser ons om Hem te volgen. “Wil iemand Mij dienen, dan moet hij Mij volgen; waar Ik ben, daar zal ook mijn dienaar zijn.”
Referenties naar alinea 6: 0
Geen referenties naar deze alineaExtra opties voor deze alinea
Kopieer alinea-URL naar klembord Reageer op deze alinea Deel op social media
https://rkdocumenten.nl/toondocument/5495-gewetensonderzoek-voor-priesters-en-godgewijden-nl