Inhoudsopgave
- Inhoud
1
Het woord Gods spreekt ons vandaag over heil en bevrijding.
Heil. Op zijn reis van Berseba naar Haran, besluit Jakob halt te houden om op een eenzame plaats uit te rusten. Hij ziet in een droom een ladder die op de aarde staat en tot in de hemel reikt . De ladder waarop de engelen van God opstijgen en neerdalen, vertegenwoordigt de band tussen het goddelijke en het menselijke, dat zich historisch realiseert in de menswording van Christus , het liefdevolle aanbod van openbaring en heil vanwege de Vader. De ladder is een allegorie van het goddelijk initiatief dat voorafgaat aan iedere menselijke beweging. Zij is de tegenpool van de toren van Babel, gebouwd door mensen die op eigen kracht de hemel wilden bereiken om goden te worden. Hier, integendeel, is het God die neerdaalt, het is de Heer die zich bekend maakt, het is God die redt. En de Emmanuel, de God-met-ons, vervult de belofte dat de Heer en de mensheid elkaar toebehoren, in het teken van de mens geworden en barmhartige liefde die leven geeft in overvloed.
Referenties naar alinea 1: 0
Geen referenties naar deze alineaExtra opties voor deze alinea
Kopieer alinea-URL naar klembord Reageer op deze alinea Deel op social media
2
Tegenover deze openbaring stelt Jakob een daad van vertrouwen in de Heer, die omgezet wordt in een engagement van dankbaarheid en aanbidding, en een wezenlijk ogenblik betekent in de heilsgeschiedenis. Hij vraagt de Heer hem te beschermen op de moeilijke reis die hij zal moeten ondernemen en zegt: “dan zal Jahwe mijn God zijn” .
Referenties naar alinea 2: 0
Geen referenties naar deze alineaExtra opties voor deze alinea
Kopieer alinea-URL naar klembord Reageer op deze alinea Deel op social media
3
Als echo van de woorden van de aartsvader, hebben wij in de psalm herhaald: “Mijn God, op U stel ik mijn vertrouwen”. Hij is onze toevlucht en onze kracht, ons schild en ons pantser, zelfs in ogenblikken van beproeving. De Heer is een toevlucht voor gelovigen die Hem bij tegenspoed aanroepen. Het is trouwens in die momenten dat ons gebed zuiverder wordt, wanneer wij bemerken dat de zekerheden die de wereld ons geeft, niet veel waard zijn, en God alleen overblijft. God alleen doet de Hemel wijd open voor degenen die op aarde leven. God alleen redt.
Referenties naar alinea 3: 0
Geen referenties naar deze alineaExtra opties voor deze alinea
Kopieer alinea-URL naar klembord Reageer op deze alinea Deel op social media
4
In dit totaal en ultiem vertrouwen, hebben de overste van de synagoge en de zieke vrouw uit het Evangelie iets gemeenschappelijk . Het zijn gebeurtenissen van bevrijding. Beiden naderden tot Jezus om van Hem te verkrijgen wat niemand anders hun kan geven: bevrijding van ziekte en dood. Wij hebben enerzijds het dochtertje van één van de autoriteiten van de stad; anderzijds, een vrouw die getroffen is door een ziekte die haar tot een uitgestotene maakt, een marginaal, onrein iemand. Maar Jezus maakt geen verschil: de bevrijding wordt in beide gevallen groothartig gegeven. De nood plaatst beiden, de vrouw en het dochtertje, onder de “laatsten” om te beminnen en op te richten. Jezus openbaart aan Zijn leerlingen de noodzaak van een voorkeursoptie voor de laatsten die in de beoefening van de naastenliefde op de eerste plaats moeten gezet worden. Er is vandaag veel armoede. Zoals de heilige Johannes Paulus II schreef, “de armen zijn in de vele dimensies van armoede, de verdrukten, marginalen, bejaarden, zieken, kleinen, al degenen die beschouwd en behandeld worden als de laatsten in de samenleving” ().
Referenties naar alinea 4: 0
Geen referenties naar deze alineaExtra opties voor deze alinea
Kopieer alinea-URL naar klembord Reageer op deze alinea Deel op social media
5
Op deze zesde verjaardag van mijn bezoek aan Lampedusa, gaat mijn gedachte naar de “laatsten” die elke dag tot de Heer roepen en vragen om bevrijd te worden van het kwaad dat hen treft. Het zijn de laatste misbruikte en verlaten mensen die in de woestijn sterven; het zijn de laatste mensen die gefolterd worden, mishandeld en verkracht in kampen; de laatste die de golven van een wilde zee tarten; de laatste die verlaten zijn in kampen voor een opvang die te lang duurt om van een doorgangskamp te kunnen spreken. Dat zijn slechts enkelen van deze laatsten die Jezus ons vraagt lief te hebben en op te richten. Helaas, de periferieën van het bestaan in onze steden zijn bevolkt met uitgesloten, gemarginaliseerde, verdrukte, gediscrimineerde, misbruikte, uitgebuite, verlaten, arme en lijdende mensen. In de geest van de zaligsprekingen zijn wij geroepen hen te troosten in hun kwalen en hen barmhartig te zijn; hun honger en dorst naar gerechtigheid te verzadigen; hun de voorkomende vaderlijkheid van God te laten voelen; hun de weg naar het Rijk der Hemelen te tonen. Het zijn mensen. Het gaat niet slechts over sociale kwesties of kwesties van migratie! “Het zijn niet slechts migranten!”, in de zin dat migranten vooreerst mensen zijn, en in de zin dat zij vandaag het symbool zijn van alle uitgesloten mensen in de geglobaliseerde samenleving.
Referenties naar alinea 5: 0
Geen referenties naar deze alineaExtra opties voor deze alinea
Kopieer alinea-URL naar klembord Reageer op deze alinea Deel op social media
6
Ik neem spontaan het beeld weer op van de ladder van Jakob. In Jezus Christus, is de band tussen de aarde en de Hemel zeker en voor iedereen toegankelijk. Maar het bestijgen van de treden van deze ladder vraagt engagement, inspanning en genade. De zwaksten en meest kwetsbaren moeten geholpen worden. Ik bedenk dan graag dat wij die engelen zouden kunnen zijn die opstijgen en neerdalen, en de kleinen, kreupelen, zieken, uitgesloten mensen onder de arm nemen: de laatsten die anders zouden achterblijven en alleen de ellende van de aarde zouden zien, zonder al een glimp van de Hemel te kunnen opvangen.
Referenties naar alinea 6: 0
Geen referenties naar deze alineaExtra opties voor deze alinea
Kopieer alinea-URL naar klembord Reageer op deze alinea Deel op social media
7
Het gaat om een grote verantwoordelijkheid waarvan niemand zich mag ontslaan als wij de heilszending willen beëindigen waartoe de Heer zelf ons geroepen heeft om aan mee te werken. Ik weet dat velen onder u die nog maar enkele maanden geleden aangekomen zijn, hun broeders en zusters helpen die pas zijn aangekomen. Ik wil u bedanken voor dit zeer mooie teken van menselijkheid, dankbaarheid en solidariteit.
Referenties naar alinea 7: 0
Geen referenties naar deze alineaExtra opties voor deze alinea
Kopieer alinea-URL naar klembord Reageer op deze alinea Deel op social media
https://rkdocumenten.nl/toondocument/7424-mis-voor-de-migranten-wees-een-engel-voor-de-meest-kwetsbaren-nl